Boec van coninc Artur.
Klik hier voor de index.
52|1ra| Om dien maras
dier om ginc. Dus lagensi daer lange
na die dinc, 53 entie coningin
Eleine, die ter stede binnen was, ende haer
suster mede 5hadden groten anxt
dat si verraden mochten
werden yegeren (?) bi, oft gevaen, ende
weende sere dicwile daer om haren
here, dat elc so lange
marret mede. 10Graciaen troeste
sere ter stede ende seide si souden,
sonder waen, goet soccors hebben
saen; dus troesti die vrouwe
fijn, ende hi had enen sone,
hiet Banijn, 15ende sijn peter was
die coninc Ban, ende hi was i scone
ioncman, ende hi was Leonses
maech mede; ende doe Leonse wiste
die waerheide dattie casteel belegen
was, 20ontboet hi Antianne
na das, den drossate, dat hine
come pplien nu; ende hi quam tot hem
secgic u. Doe hiet hine al
hemelijc varen tote Biroske int
foreest, twaren, 25met sinen ende
onbeit ons daer naer optie fonteine ende
segt daer nieman van al uwen
lieden, werwaert gi sult henen
riden. Doen seide die
drossate saen 30dat dit wel soude
sijn gedaen; doe vor hi henen
hemelijc daer ende Leonse van
Banniin daer naer, sinen neue, ende
senden nu tote Pharine, dat
secgic u, 35 54 om dat hi quame
toter stat daer si geviseert
hadden vor dat int foreest, daer hi
wel wiste, ende dat hi emmer niet
en miste, hine vor hemelic ende
daer, 40ende Leonse vor nu
daer naer int foreest, daer die
borre stoet, daer die drossate
beide, des sijt vroet, dese stat hadden
Merlijn vorwaer gewijst dat si beiden
souden daer; 45dus beide oec Leonse
ende Antran tot dat Pharijn quam
ende sijn man; dus lagen si daer alle
alsoe tot smaendages na sent
Jans dach toe; doe Merlijn wiste dat
si vergadert waren 50ende dat si
ontbeiden na soccors, twaren, dat hi hen geloefde te
bringen daer, doe ginc hi ane Waler
daer naer ende seide dat hi
dierste bataelge leide ende met hen name daer
gereide 55drie neuwe ridders
entie XL mede, 1rb?| die van
Carmelide quamen ter stede ende nemt soe vele dan dat gi hebt Xm
man, ende doet Ulfijn voren
v baniere; 60ende her Waler dede alsoe sciere alsem Merlijn heft
geheten, ende trac met sinen,
als wijt weten, over ene side; daer na
dede Merlijn den coninc Ban den
andren sijn, 65die Waler volgen
souden naer met Xm
riddren, wet vor waer; 55 doe riep Merlijn
den coninc Bohorde ende hiet hem dat hi
nu vorde die derde betalie,
ende nemt met u 70die CCC ridders, die
gi bracht nu vt sconinc Anias
lande, ende nemt daer mede tote Xm oec
nu ter stede van den ridders die
quamen van Carmiliede. Doe hiet Merlijn vort
tien tide 75den coninc Artur:
here, gi sult die virde batalie
leiden met gewelt, ende met u selen siin
nu ten stonden die heren vander
Tavelronden. Doe riep die coninc
Artur ter stede 80her Uile (?) ende
Nasciene mede, ende hiet sijn liede
hen doen gereden ende si dadent doen
sonder beiden; doe nam Merlijn den
drake ende gaven Keyen na
die sake, 85ende seide dat hinen
vorde daer naer, want het es v recht
vor waer; ende wacht v wel, dat
radic nv, dat ridderscap niet
werde genedert bi v; ende wetti wat gi selt
doen ter stede 90alse gi onder die
viande comt daer mede, So voret teken altoes
in v hant. Dat salic wel doen,
seide Keye te hant. Merlijn hiet den iij
coningen doe ende Waler (?), datsi
dapperlijc alsoe 95te Trebes werd voren
gereit, want hijs in vier
sinnen beleit, ende elc prinse die
der leget an heuet onder hem XXm
man, 56 ende elke bataelge
vanden onsen mede 100sal enen vanden haren
anstriden ter stede. Hoe, seide die coninc
Artur, Meerlijn, hebben si meer liede
dan hier sijn? Jase, here, de helecht
secgic v; maer wi selen een
scoen soccors hebben, secgic v, 105wel van XXm
man, die ons selen comen
an, die licgen int bosch
van Brioskes. Hoe selen si weten
welc tijt dat es? seide Artur; here,
seide Merlijn doe, 110ic salse halen tide
genoch daer toe; |1rc?| ende Bliobleris
sal vore varen nu, want hi weet die pade
wel, secgic v, ende recht alst daget
suldi varen daer gi enen horen hort,
daer volget naren, 115ende gi sult sien
enen groten brant in die locht; daerna
volget thant, want dan sal v soccors
sijn gereet, dat ic v senden sal,
God weet; blift te Gode! ic vare nu daer. 120Dus sciet Merlijn
van hen daer naer ende quam daer Leonse
was gelegen ende sinen gesellen,
ende sprac daer iegen ende seide: wat licgdi
hier onder v? gine comt nember so
vollic nv 125te Trebes die
coninc Artur ne sal daer wesen met sinen
volke al. Alse dit Leonse
verstoet, vor waer dede hi hem grote
feeste daer ende vraechden om
beide die coningen doe; 130hi seide: gi selt
se sien ende daer toe 57 met groter macht
die si bringen; maer vast gereit v;
ende na dien dingen gereiden si hen ende
maecten daer vier batalien; deerste
daer naer 135leide Anthiones met
VIm man ende Graciaen VIm
oec daer an, ende Pharijn hadder VIm
mede, ende Leonse VIm
oec ter stede. Hier met quamen si te
Trebes werd, 140ende al die wile
dat si quamen in die verd salic v vort secgen
van Artur ende vanden ij
coningen haer aventure. |
Om het moeras die er
om ging. Dus lagen ze daar lang
na dat ding, en de koningin Eleine,
die ter plaatse binnen was, en haar
zuster mede 5 hadden groten angst
dat zij verraden mochten
werden ergens bij, of gevangen, en weende
zeer vaak daar om hun heer, dat elk zo lang
wachtte mede. 10 Graciaen troostte
ze zeer ter plaatse en zei ze zouden,
zonder waan, goede hulp hebben
gelijk; dus troostte hij die
vrouwen fijn, en hij had een zoon,
heet Banijn, 15 en zijn peter was
koning Ban, en hij was een schone
jonge man, en hij was Leonse
verwant mede; en toen Leonse wist de
waarheid dat het kasteel
belegerd was, 20 ontbood hij
Antianne na dat, de drost, dat hij komt
gegaan nu; en hij kwam tot hem
zeg ik u. Toen zei hem al
heimelijk te varen tot Biroske in het bos,
te waren, 25 met de zijnen en
wacht op ons daarnaar op de fontein en zeg
het daar niemand van al uw
lieden, waarheen ge zal heen
rijden. Toen zei de drost
gelijk 30 dat dit goed zou
zijn gedaan; toen voer hij heen
heimelijk daar en Leonse van Banniin daarnaar, zijn neef, en zond nu tot Pharien, dat zeg
ik u, 35 54 omdat hij kwam
tot de plaats daar ze versierd
hadden voor dat in het bos, daar hij
wel wiste, en dat hij immer niet
miste, hij voer heimelijk en
daar, 40 en Leonse voer nu
daarnaar in het bos, daar die
bron stond, daar de drost wachtte,
dus wees bekend, deze plaats had
Merlijn voorwaar gewezen dat ze wachten
zouden daar; 45 dus wachtte ook
Leonse en Antran totdat Pharien kwam en
zijn man; dus lagen ze daar alle
alzo tot maandag na Sint Jans
dag toe; toen Merlijn wist dat
ze verzameld waren 50e en dat
ze wachten op succes, te waren, dat hij hen beloofde
te brengen daar, toen ging hij aan
Waler daarnaar en zei dat hij het
eerste bataljon leidde en met hen nam daar
gereed 55 drie nieuwe ridders
en de 40 mede, die van Carmelide
kwamen ter stede en neem zoveel dan zodat ge hebt 10 000
man, en laat Ulfijn voeren
uw banier; 60 en heer Waler deed
alzo snel als hem Merlijn heeft
gezegd, en trok met de zijnen,
zoals wij het weten, over een zijde; daar
na liet Merlijn de koning Ban de
andere zijn, 65 die Waler volgen
zou na met 10 000 ridders,
weet voor waar; 55 toen riep Merlijn
koning Bohort en zei hem dat hij nu
voerde het derde bataljon, en
neemt met u 70 die 300 ridders,
die ge bracht nu uit koning Anias land,
en neem daarmee tot 10 000 nu ter
plaatse van de ridders die
kwamen van Carmeloet. Toen zei Merlijn voort
te die tijde 75 koning Arthur:
heer, ge zal dat vierde bataljon
leiden met geweld, en met u zullen zijn
nu ten stonden de heren van de
Tafelronden. Toen riep koning
Arthur ter plaatse 80 heer Uile (?) en
Nascien mede, en zei zijn lieden hen
te laten bereiden en ze deden het toen
zonder wachten; toen nam Merlijn de
draak en gaf het Keye na die
zaak, 85 en zei dat hij het
voerde daarnaar, want het is uw recht
voor waar; en wacht u wel, dat
raad ik nu, dat ridderschap niet
wordt vernederd bij u; en weet ge wat ge zal
doen ter plaatse 90 als ge onder de
vijanden komt daarmee, Zo voer het teken
altijd in uw hand. Dat zal ik wel doen,
zei Keye gelijk. Merlijn zei de 3
koningen toen en Waler (?), dat ze
dapper alzo 95 te Trebes waart
voeren gereed, want hij ze in vier
zinnen belegt, en elke prins die er
ligt aan heeft onder hem 20 000
man, 56 en elk bataljon van
de onze mede 100 zal een van die
van hen aanstrijden ter plaatse. Hoe, zei koning
Arthur, Merlijn, hebben ze meer lieden
dan hier zijn? Ja ze, heer, de helft
zeg ik u; maar we zullen een
mooie hulp hebben, zeg ik u, 105 wel van 20 000
man, die ons zullen komen
aan, die liggen in het bos
van Brioskes. Hoe zullen ze weten
welke tijd dat is? zei Arthur; heer, zei
Merlijn toen, 110 ik zal ze halen op
tijd genoeg daar toe; en Bliobleris zal voor
varen nu, want hij weet de paden
goed, zeg ik u, en recht als het daagt
zal ge varen daar ge een horen
hoort, daar volg na, 115 en ge zal zien een
grote brand in de lucht; daarna
volg je gelijk, want dan zal uw hulp
zijn gereed, dat ik u zenden zal,
God weet; blijf tot God! ik vaar nu daar. 120 Dus scheidde
Merlijn van hen daarnaar en kwam daar Leonse
was gelegen en zijn gezellen, en
sprak daar tegen en zei: wat ligt ge
hier onder u? ge komt nimmer zo
volledig nu 125 te Trebes die
koning Arthur zal daar wezen met zijn
volk al. Toen dit Leonse
verstond, voor waar deed hij hem grote
feesten daar en vroeg hem om beide
koningen toen; 130 hij zei: ge zal ze
zien en daartoe 57 met grote macht die
ze brengen; maar vast bereid u; en
na die dingen bereiden ze hen en
maakten daar vier bataljons; de
eerste daarnaar 135 leidde Anthiones
met 6 000 man en Graciaen 6 000 ook
daarna, en Pharijn had er 6
000 mede, en Leonse 6 000 ook
ter plaatse. Hiermee kwamen ze te
Trebes waart, 140 en al de tijd dat
ze kwamen in de vaart zal ik u voort zeggen
van Arthur en van de 2 koningen
hun avontuur. |
Hort hier tusschen den
coninc Ban den strijt ende tusschen Claudase, dies droech
nijt. 145Daventure seget doe
Merlijn was vanden coninc Artur
gesceden na das, dat Artur porde doe
daer naer, ende Bliobleris vore
voren daer, want hi de passe conste
sonder vrage; 150dien nacht voren se
toten dage; daer quamense op I
scoen plein gereet daer ene riviere neven
leet, die de Louure hiet,
ende si waren daer den here nu comen
alsoe naer 155men had te v malen
mogen nu wel overscieten, dat
secgic u; doen deildense, om dat
se wilden sien dat teken daer hen af
seide vor dien Merlijn, dat was
vanden brande mede 160die inden locht
soude vliegen ter stede, ende vanden horne
diese souden horen; ende binnen desen quam
daer te voren 58 een spiere diese heeft
versien, ende ginc int ander
here secgen mettien; 165ende doe dit die
ander vernamen 1va?| wapenden si hen
ende trocken tsamen te velde ende
battelgeerden hen daer. Ende Ponces Antones
trac daer naer ane dinde van enen
bosch ter stede, 170ende daer na quam
die hertoge mede van Aelmaengen; daerna
quam Rodoen, ende Claudas van
Deserte quam doen ende lach met sinen
lieden neven [...] ende [..] die wile
[.............] 175dat si dus wert
voren, quam Merlijn, die hier algader af
wiste den siin, ende hi blies den
horen doe ende dede den brant
vliegen daertoe. Doe Artur den horen
horde [....] 180ende den brant
[sach?] vliegen daer naer sloegen si alle ten
here werd, ende her Walijn
vergaderde metter verd; Antrolles de hertoge,
secgic u, entie coninc Ban vergaderde
nu 185anden coninc
Claudas ter stede, entie coninc Bohor
vergaderde mede an Pontes Antonijs nu
ter stat, entie coninc Artur
vergaderde na dat [...............] 190[...............] [...............] die met sulken nide
reden beden dat si beide storten
daer neder; maer si waren beide
volliic op weder 195 59 ende togen haer
swerd ende sloegen daer deen opten andren
slage swaer; ende alse hi Wallijn
te voet sach Sagremor sloech hi al
dat hi mach; daer [...] enen Ulfijn
oec mede, 200die sine baniere
vorde ter stede, ende bander side
quamen daer oec toe om den hertoge te
bescudden doe. Dus vergaderde deen
den andren daer; doe werd mennich spere
te broken daer naer 205ende ut gesteken
mennich man, die meer op en stont
vort an; daer werd die striit
groet ende starc mede doch werden
hermonteert ter stede die hertoge ende
Sagremor beide; 210maer het was
groeten leide. Daer dadent wel die
XIJ, twaren, die neuwe ridderen
gemaect waren; maer sint dat middach
leet, vorwaer, sone was daer niemen
die een haer 215Wallijn iet geliken
const mede, want hi sloech doet
daer ter stede ma[...] wat vor hen
quam, [...] sijn neve, als
ict vernam, [.......] in dese twee 220dadent herde wel
ende noch mee; 1vb?| Gal[....] ende
Gaheries dadent sowel dat
m[....] des over die beste hilt
[..] daer nu naest Wallijn, dat
secgic u, 225ende Garies enen
Egrawein, ende alle die daer
waren int plein 60 dadent wel ende
condechlike [...............] was [.........] waere, 230die de felste was
van alden here, ende daer aldus vergaderden,
dan sloech hi metten
swerde den coninc Ban opten helm, datter
tfier ut vloech. ende dat hi opt
gereide boech; 235doe rechti hem op
alse de erre was, ende sloech Claudas
opt hoeft na das enen slach, maert
swerd scamselde (sic) neder ende sloech den orsse
alsoe weder den hals af ende het
viel doe, 240ende Claudas met
[.....] alsoe op [.......] comen
daer gaf hi hem iij slage
daer naer dat hine had bina
weder nu ter eerden doen
tumelen, secgic v. 245[...............] [...............] maer het was van
sulker cracht ende gewelt dat hi daer nochtan
onthelt; doe warp hi den scilt
opt hoeft daer naer 250ende quam te coninc
Banne werd daer ende began op hem te
slane nu; maer h’liede in
besiden, secgic v, quamenre toe; doe werd
daer naer die coninc Claudas
hermonteert, vorwaer, 255want hi hadde noch
alse vele liede alse de coninc Ban
dede tien tide, ende sine liede hadden
met mogen staen en had die coninc Ban
selve gedaen, 61 diese aldus hilt
durende daer 260toten middage, weet
vor waer; ende bander side
street die coninc Bohort jegen Pontes Antonijs
vort, die een groet spere
had in die hant, ende quam opten coninc
Bohor gerant 265ende stac sijn
speer op hem ontwee; entie coninc Bohor die
hem gevee (sic) wat si staken dorden
scilt ende dore den arm met
gewilt ende nichelden hem an
die side doe 270ende stac hem daer
in ene wonde daer toe, ende hi viel van den
orsse neder daer ende lach in ontmacht
oec daer naer, dat men niet conde
geweten daer bi weder hi doet ofte
levende sij. 275Ende doen sine
liede dit sagen daer 1vc?| hadden si anxt
ende groten vaer om dat hare here doet
ware, ende reden alle daer
werd daer nare, om hem te bescudden
aldaer nv; 280ende coninc liede
quamenre iegen, secgic v, met starken speren;
daer werd ter tijt een groet ende een
starc strijt [...............] [...............] 285vander wonden ende
scaenden (sic) sere ende reden opten
coninc met enen here ende sloegen opten
helm alsoe dat hi op siin gereide
boech doe, ende die coninc Bohor
sloegen weder 290dorden helm ene
wonde, dat hi daer neder 62 tumelen moeste ende
overreden daer eerne die romenie
(sic) conden naer hermonteren; doe beval
hi saen den sinen dat si hem
in staden staen; 295doe reet hi in de
meeste porsse daer werd mennich
vanden orsse gevelt; doe werd die
coninc Bohord achter gedreven alsoe
vord enen bogescote wel van
daer; 300dus duerde die
striit alsoe daer waer, [.........] uer, ende al dese wile
vacht die coninc Artur jegen Randone van
Gaules; entie coninc Artur,
sijt seker des, 305entie ridderen
vander Tavelronde liepen hem seer optien
stonden ende dadense achter in
dere wijs tote op Pontes here
Antonijs, ende Keye volchde wel
metten drake 310die hem Merlijn gaf
vor dese sake, dien groet vier uter
kelen scoet; dies noit ne sagen seiden
bloet, het soude domsdach
wesen sciere, ende ververden hen
sere vanden viere; 315ende sonder twivel
ane den drake lach betekenesse van
groter sake, want tfier dat hem
vter kelen scoet dat betekende martilie
groet van lieden doet te
slane met, 320ins coninc Arturs
tiden, dat wet; ende dat sijn stert
gewrongen was betekent groet
verraetnesse na das 63 dat in sijns selfs
liede was mede; doe si iegen hen
keerden ter stede 325ende met Mordiette
waren algader, daer hi oem af was
ende vader |2rc| Met [..............] Wt ere crebben ghers,
seggic u, ende omdat den
onghecroenden leeu ter stede 330dochte dat beter
weyde, waermede ten ghecroenden leeuwe
waert [....] ep hi hem op
metter vaert |2va| [........] hem
daer met Arture wal’ vore
waer 335ende die XL
ghesellen mede ende die XVIIJ nuwe
ridders ter stede ende die vander
Tafelronden en casteel [..] |
Hoor hier tussen koning
Ban de strijd en tussen Claudas die droeg nijd. 145 Het avontuur zegt
toen Merlijn was van koning Arthur
gescheiden na dat, dat Arthur ging toen
daarnaar, en Bliobleris voer
voren daar, want hij de passen kon
zonder vragen; 150 die nacht voeren
ze tot de dag; daar kwamen ze op I
schoon plein gereed daar een rivier nevens
lag, die de Loire heet, en
ze waren daar dat leger nu gekomen
alzo na 155 men had te u maal
mogen nu wel overschieten, dat
zeg ik u; doen verdeelden ze
hen, om dat ze wilden zien dat teken daar hen van
zei voor die Merlijn, dat was van
de brand mede 160 die in de lucht
zou vliegen ter plaatse, en van de horen die ze
zouden horen; en binnen deze kwam
daar te voren 58 een spion die ze
heeft gezien, en ging in het ander
leger zeggen meteen; 165 en toen dit de
andere vernamen wapenden ze hen en
trokken tezamen te velde en maakten
bataljons daar. En Ponces Antonys trok
daarnaar aan het einde van een
bos ter plaatse, 170 en daarna kwam de
hertog mede van Duitsland; daarna
kwam Rodoen, en Claudas van Deserte
kwam toen en lag met zijn lieden
nevens [...] en [..] de tijd
[.............] 175 dat ze derwaarts voeren,
kwam Merlijn, die hier allemaal van
wist het zijne, en hij blies de horen
toen en liet de brand
vliegen daartoe. Toen Arthur de horen
hoorde [....] 180 en de brand zag
vliegen daarnaar sloegen ze alle te
leger waart, en heer Walijn
verzamelde met een vaart; Antrolles de hertog,
zeg ik u, en koning Ban
verzamelde nu 185 aan koning Claudas
ter plaatse, en koning Bohort
verzamelde mede aan Pontes Antonys nu
ter plaatse, en koning Arthur
verzamelde na dat [...............] 190[...............] [...............] die met zo’n nijd
reden beiden zodat de beide storten
daar neer; maar ze waren beide
volledig op weer 195 59 en togen hun
zwaard en sloegen daar de ene op de andere
slagen zwaar; en toen hij Wallijn te
voet zag Sagrimor sloeg hij al
dat hij mag; daar [...] een Ulfijn
ook mede, 200 die zijn banier
voerde ter plaatse, en aan de andere zijde kwamen daar o |