Evangelien
vanden spinrocke.
Afbeeldingen uit http://www.dbnl.org/tekst/_voo013199601_01/_voo013199601_01_0026.php
Die euangelien Vanden
spinrocke metter glosen bescreuen ter eeren vanden vrouwen 1 Hier beginnen
deuangelien vanden spinroc metter glosen ter eeren vanden vrouwen bescreuen Ueel lieden sijnder huden sdaechs die haer tael ende reden allegeren ende
autorizeren bider euangelien van den spinrock die luttel weten watse in heuet
noch niet geweest en hebben vanden insetters ende vinders Ende dat meer is si
allegerense meer in spot in geckernie dan si doen met begeerten die si hebben
in de groote substancie die si begripen in verminderingen ende verachteringe
vanden vrouwen dwelc grote scande is want si niet en bekennen die grote
edelheit der vrouwen ende de grote duecht die van hem coemt Want om deswille
dat die eerste vrouwe in hoger plaetsen was gemaect ende gescapen daerom sijn
alle vrouwen edel van naturen net huesch ende volleuens licht vindender ende
soe subtijl dat si bi na weten watter gescieden sal biden gemerken die si
nemen vanden lieden voegelen beesten ende ander dingen alsoet biden veruolge
des boecs bliken sal. Om dan dat ongelijc ende die spotternie te niete te
doen ende in contrarie van dien die vrouwen te verheffen ende haer euangelien
te exalteren Soe heb ick die van ioncx haer oetmoedich clerck ende dienaer
gheweest ben ter begherten van eenigen minen lieuen vriendinnen geset in
gescrift dit tractaet dat in hem begrijpt den text vander euangelien vanden
spinroc met een deel van der glosen ende postillen daer op verclaert bi eenigen
vroeden vrouwen der welker namen hier na bi ghescriften volgen sellen |
Het evangelie van de
spinrok met de uitlegging en beschreven ter eren van de vrouwen. Hier begint de
evangelie van de spinrok met de uitlegging ter eren van de vrouwen
beschreven. Veel lieden zijn er
tegenwoordig die hun taal en reden als beeldspraak gebruiken en autoriseren
bij het evangelie van de spinrok die weinig weten wat het in heeft of nog
niet geweest is van de inzetters en vinders. En dat meer is dat ze deze
beeldspraak meer in spot en in gekheid doen dan ze doen met begeerten die ze
hebben in de grote substantie die ze omgrijpen in vermindering en
achterstelling van de vrouwen wat een grote schande is want ze bekennen niet
de grote edelheid van de vrouwen en de grote deugd die van hen komt. Want
omdat de eerste vrouw in hoge plaatsen was gemaakt en geschapen daarom zijn
alle vrouwen edel van natuur met heus en vol levend licht te vinden en zo
subtiel dat ze bijna weten wat er geschieden zal bij de opmerkingen die ze
nemen van de lieden, vogels, beesten en andere dingen zoals het in het
vervolg van het boek blijken zal. Om dan dat ongelijk en de spotternij te
niet te doen en in tegenstelling die van de vrouwen te verheffen en hun
evangelie te openbaren. Zo heb ik, die van jongs af aan hun ootmoedige klerk
en dienaar geweest ben, ter begeerten van enige van mijn lieve vriendinnen
gezet in geschrift dit traktaat dat in hem heeft de tekst van het evangelie
van de spinrok met een deel van de uitlegging en noten daarop verklaart bij
enige verstandige vrouwen waarvan de namen hierna bij geschrift volgen
zullen. |
Die namen vanden
vrouwen die den text vander euangelien gemaect hebben. Om te openbaren die
woerden ende autoriteiten van den vrouwen van hier voertijts. ende dat si met
allen oec 2 niet en veruaren die vrouwen ter tijt van nv. ende
behouden ymmers daer af verssche memorie ende gedenkenisse So is te weten hoe
daer geweest zijn ses matronen wijs ende vroet om die voerseide euangeien te
lesen ende te vertellen daer af deerste gehieten was vrou ysengrijn van eycke
Die tweeste vrouwe Franskure van crock Die derde vrou Abonde vanden ruen Dye
vierde vrou Sibille vanden marasch. Dye vijfste Gomberde wel geraecte Ende
dye seste vrou Berte vanden horen Dese ses vrouwen waren so vroet ende wijs
in harer tijt al hadder gheweest om den blauwen duuel te besweren oft te
binden op een cussen soe waren sijer abel ghenoech toe ende expart Wie dat was die eerste
vrouwe die dese euangelien stelde ende hoe die meester van desen boecke
bedwongen wert dit te bescriuen Na datic vinde in
sommige registeren. so waren dese euangelien vonden in doude werelt. ten
tijde als regneerde die moghende coninc serastes die eerste werf die const
van nigromancien vant welcke const hi eens deels leerde der coninghinnen
sijnder huysvrouwen ghehieten Harmofodrita welck daer of maect een schoen
beghin van desen euangelien so dat si nader hant vermenichfuldicht sijn biden
begripenden geesten vander vrouwen die sindert geweest sijn na die gemercken
die si genomen hebben so inder iucht so inder aerden van wijchlingen Ende so
en heeft oijt sindert niemant ghweest. dye ghepijnt hadde die te bescriuen Ja
daer af ic gheweten heb hoe wel nochtan si niet en sijn van misterie Om dan
te weten hoe ick mi aldus verstout heb ende vermeten die 3|Aiij| te
bescriuen Soe is te weten hoe op eenen auont nae den eten als ic my woude
gaen vertreden. ende den tijt verdriuen in die lange auonstonden tusscen
kermisse ende lichtmisse soe quam ick ten huyse van eender werder ouder
ioncfrouwen in mijn ghebuerte daer ic gewoenlike plach te gaen clappen want
dair veel vanden gebueren te vergaderen plagen ende comen. spinnen ende
couten van genuechten daer ic mi bi vermaecte Maer te desen mael so waren
daer vergaedert dese ses vrouwen die seer besich waren met diuerscen redenen
Ende van groter haest die si dick hadden haer reden te seggen brachten si
malcander so dat si alte hoepe clapten. Ic die eens deels bescaemt viel dat
ic hem soe ouer den hals quam trat weder achterwaert orlof nemende om weder
van daer te gaen mer ter stont wert ick weder geroepen van hem ende mitten
slippen gehouden so dat ic mits dien ende oec tharer beden onder hem neder
sadt biddende hem dat si mi vergauen dat ic so stoutelick onder hem neder
sloech. Een van hem diet woert
voerde voer hem allen seide mi dat ic hem met allen willecom was badt dan
iement ter werelt ende hielden dat mi god daer ghesent moest hebben om hem te
helpen op dat stuck daer si mede besich waren gemerct dat ic onderwilen
vanden vrouwen gescreuen had tharer eeren mi biddende dat ick dat noch weder
doen woude van daer si onledich mede waren si of haer naecoemelingen soudens
mi lonen Dats dat ick doch bescriuen woude die euangelien vanden spinrock tot
haer eewige ghedenckenisse ende bereitscapen van allen de genen die nae comen
souden Ic die in manieren bescamet viel van dat si mi prijsden meinde mi
tontsculdigen. 4 mer ter stont wert ic van hem mit talen so
ouerwasscen ende omleit dat ic al bescaemt den last van desen anuerden moest
Int welc ofter iet in versumet is dat wiltmen hemlieden doch aen tyden welcke
so groten haest hadden doe sijt mi op deden dat ic
geen moeyte en hadde te verstaen ende so geringe te bescriuen den last by my
aengenomen sijnde dancten si mi allegader ende namen den dach ende vre des
ander daechs tsauens. nae den eten daer weder te sine ende belasten mi
grotelix dat ic papier inct. ende pennen veel met mi brengen soude want si
grote dingen beslichten wouden. |
De namen van de vrouwen die de tekst van het
evangelie gemaakt hebben. Om te openbaren de
woorden en autoriteiten van de vrouwen van hier voortijds en dat ze met allen
ook niet verschrikken de vrouwen van
nu ter tijd en behouden immer daarvan verse memorie en gedachte. Zo is het te
weten hoe daar geweest zijn zes matronen, wijs en verstandig om die voor
vermelde evangelies te lezen en te vertellen, waarvan de eerste geheten was
vrouw Ysengrijn van Eik. De tweede vrouw Franskure van Krok. De derde vrouw Abonde
van Rouaan. De vierde vrouw Sibille van het Moeras. De vijfde Gomberde goed
Geraakt. En de zesde vrouw Berte vanden Horen. Deze zes vrouwen waren zo
verstandig en wijs in hun tijd als er hadden er geweest om de blauwe duivel
te bezweren of te binden op een kussen, zo waren zij er in staat en expert
genoeg toe. Wie dat de eerste
vrouw was die dit evangelie stelde en hoe de meester van dit boek gedwongen
werd dit te beschrijven. Naar dat ik vind in
sommige registers zo waren deze evangelies gevonden in de oude wereld ten
tijde toen regeerde de vermogende koning Serastes die de eerste maal de kunst
van nigromantie vond welke kunst hij eensdeels leerde van de koningin, zijn
huisvrouw, geheten Harmofodrita, die daarvan maakte een mooi begin van deze
evangelies zodat ze naderhand vermenigvuldigd zijn bij de begrijpende geesten
van de vrouwen die sinds geweest zijn naar de opmerkingen die ze genomen
hebben, zo in de lucht, zo in de aarde van wichelaars. En zo is er ooit sinds
niemand geweest die gedacht had die te beschrijven. Ja, daarvan ik weet,
hoewel nochtans ze niet zijn van verborgenheid. Om dan te weten hoe ik me
aldus verstout heb en vermeten die te beschrijven zo is te weten hoe op een
avond na het eten toen ik me wou gaan vertreden en de tijd verdrijven in die
lange avondstonden tussen Kerstmis en Lichtmis zo kwam ik ten huize van een
van de waardige oudere jonkvrouwen in mijn buurt daar ik gewoonlijk plag te
gaan praten want daar veel van de buren te vergaderen plagen en te komen
spinnen en kouten van geneugte daar ik me bij vermaakte. Maar deze maal zo
waren daar vergaderd deze zes vrouwen die zeer bezig waren met diverse
redenen. En van de grote haast die ze vaak hadden om hun reden te zeggen
brachten ze elkaar zo dat ze geheel door elkaar spraken. Ik, die een deel
beschaamd was dat ik hen zo op de hals kwam trad weer naar achteren en nam
verlof om weer vandaar te gaan, maar terstond werd ik weer geroepen van hen
en met de slippen vast gehouden zodat ik mitsdien en ook door hun beden onder
hen neerzat biddende hen dat ze mij vergaven dat ik zo dapper onder hen kwam.
Een van hen die het
woord voerde voor hen allen zei me dat ik geheel welkom was en beter dan
iemand ter wereld en hielden het erop dat God me daar gezonden moest hebben
om hen te helpen op dat stuk daar ze mee bezig waren, gemerkt dat ik
ondertussen van de vrouwen geschreven had tot hun eer en me baden dat ik dat
nog weer doen zou van waar ze druk mee waren en zij of hun nakomelingen
zouden het me belonen. Dat is dat ik toch beschrijven wou dat evangelie van
de spinrok tot hun eeuwige gedachtenis en bereidschap van al diegenen die na
komen zouden. Ik, die in manieren beschaamd viel van dat ze me prezen, meende
me te verontschuldigen, maar terstond werd ik van hen met taal zo overdonderd
en omgepraat zodat ik geheel beschaamt de last van deze aanvaarden moest.
Waarin als er iets verzuimd is dat wil men die lieden toch aanrekenen die
zo’n grote haast hadden toen zij het me opzadelden zodat ik geen moeite had
te verstaan en zo gering te beschrijven de last door mij aangenomen zijnde
bedankten ze me allemaal en noemden de dag en uur van de andere dag ‘s avonds
na het eten daar weer te zijn en belasten me zeer dat ik papier, inkt en
pennen veel met mij brengen zou want ze grote dingen beslechten wilden. |
Die ordinancie van
desen boecke ghestelt in terminen bi vrou ysengrine Des anderdaechs ter
beteikender vren soe quam ic daer. daer alrede die vi. vrouwen vergadert
waren ende mi wachten so aen haer ghelaet scheen Nae dat si mijn plaetse
gemaect hadden om tot minen gemake te sitten horende ende scriuende haer
leeringhen Soe seider een van hem douste geheeten vrou ysengrine orlof
nemende aen haer gheselscap om te spreken Mijn herde lieue ghebueren ende
ghesellen hier gheroepen sijnde ghi siet ende tis oeck openbaer dat die
mannen nv hem vorderen te scriuen ende te dichten dingen die smettelic sijn
ende nopende onser sexen eere Hoe wel si ende wi nochtans gemaect sijn van
eenen meester ende van malcander gedescendeert Ende als ic immer seggen moet
soe sijn wi gecomen van veel hoger stat dan si ende gemaect van reynder
materien ende claerder dan si. Aldus waer mijn auys onder correctien van v
allen dat wi bider hulpen van desen onse clerc maecten een tractaet vanden
capittelen die wi hou\den 5 willen van tgene des bi onse grote
moederen ende oudemoederen beuonden is geweest Te dien einde dattet niet
vergeten en bliue ende dattet comen mocht ten handen vanden genen die na ons
comen sullen welc tractaet houden sal die capittelen vanden euangelien vanden
spinroc mitter glose. die zommige wise ende vroede matronen daer toe geuoecht
hebben ende noch doen sellen ende om in die materie te treden ghi weet datter
sijn vi. wercdagen in die weke ende wi zijn onser vi. die dit begrepen hebben
ende die van ons ouders veel dingen gesien ende gehoret hebben vanden ouden
ende oec vanden niewen testamente ende veel goeder ende warachtiger leren so
ware ten slote mijns auijs dat wi en maendage vergaderden ten huse van maroy
ployaerde daermen gewoen is de spininge te houden tsauons ontrent vi. vren
ende daer sal op dattet v goet dunct een van ons beginnen hair lesse ende
uerhalen daer haer capittelen. inder tegenwoerdicheit van alle den anderen
die daer vergadert sullen wesen. om die te houden ende te stellen in eewiger
memorien. Die ander spraken al ghelijck dat vrou ysengrine wel geseit hadde
ende baden haer dat si doch dye eerste lesen soude ende si souden dair alle
wesen ende om haer capittelen te bat te ghewarigen soe souden si bidden
sommigen van noch anderen haren mede gebueren oudt ende ionck. dat si dan
daer oec comen wouden Vrou ysengrine nam den last herde geerne ende kerende
haer te mywaert badt my vriendelick dat ic doch haer secretarius wesen woude
ende insghelijcs vanden anderen oec si soudens mi loonen van sommigen van hem
vanden ioncsten tot mijnen kuere Des ic haer dancte ende seer wel daer af te
vreden was.6 |
De ordening van dit boek gesteld in termijnen door
vrouw Ysengrine. De volgende dag op het
genoemde uur zo kwam ik daar waar alreeds de 6 vrouwen vergaderd waren en op
me wachten zo het aan hun gelaat scheen. Nadat ze voor mij plaats gemaakt
hadden om op mijn gemak te zitten om te horen en te schrijven hun leringen.
Zo zei er een van hen, Douste geheten,
die van vrouw Ysengrine verlof nan aan het gezelschap om te spreken.
Mijn erg lieve buren en gezellen die hier geroepen zijn, ge ziet en het is
ook openbaar dat die man zich nu bevordert te schrijven en te dichten dingen
die besmettelijk zijn en nopen tot onze sekse eer. Hoewel zij en wij nochtans
gemaakt zijn van een meester en van elkaar afkomen. En zoals ik immer zeggen
moet zo zijn we gekomen van veel hoger plaats dan zij en gemaakt van reinere
materie en klaarder dan zij. Aldus is mijn advies onder correctie van u allen
dat we met de hulp van deze onze klerk een traktaat maken van de hoofdstuks
die we houden willen van datgene dat bij onze moeders en grootmoeders
bevonden is geweest. Tot dat doel zodat het niet vergeten blijft en dat het
komen mag in de handen van diegenen die na ons komen zullen, welk traktaat
bevatten zal de hoofdstuks van het evangelie van de spinrok met de uitlegging
die sommige wijze en verstandige matronen daar toe gevoegd hebben en nog doen
zullen en om in die materie te treden weet ge dat er zijn 6 werkdagen in de
week en er zijn van ons 6 die dit begrepen hebben en die van onze ouders veel
dingen gezien en gehoord hebben van de ouden en ook van het nieuwe testament
en veel goede en waarachtige leringen en zo is tenslotte mijn advies dat we
maandag vergaderen ten huize van Maroy Ployaerde daar men gewoon is te
spinnen ‘s avonds omtrent 6 uur en daar zal, als het u goed dunkt, een van
ons beginnen haar les en verhalen daar haar hoofdstuk in de tegenwoordigheid
van alle anderen die daar vergaderd zullen wezen om die te houden en te
stellen in eeuwige memorie. De andere spraken al gelijk dat vrouw Ysengrine
goed gezegd had en baden haar dat ze toch de eerste les zou geven en ze
zouden daar allen wezen en om haar hoofdstuk beter te verwaardigen zo zouden
ze sommigen van nog andere van hun mede buren, oud en jong, bidden dat ze dan
daar ook komen zouden. Vrouw Ysengrine nam de last erg graag en keerde zich
tot mij waart en bad me vriendelijk dat ik toch haar secretaris wezen zou en
insgelijks van de anderen ook, ze zou het me belonen van sommigen van hen van
de jongste tot mijn keur. Dus ik haar bedankte en zeer goed daarvan tevreden
was. |
Die ordinancie vander
eerster dachuaerde van ysengrine ende hoedanich si was. Des maendaechs omtrent
den vij. ende viij. vren na den auontmael so vergaderden die voerscreuen ses
vrouwen alle die gebueren die ghewoenlijc waren te comen ende meer ander die
daer op ghenoodt waren om taenhoren dat misterium. ende werck datmen daer
doen sonde. Vrou ysengrine quam
daer verselscapt met vele van harer kennissen die alle mit hem brachten haer
spinrocken vlas spillen standaerden haspelen. ende wes si daer toe meer
behoeuen mochte Ende metten corsten gheseyt 7 het sceen een merct te
wesen daermen niet dan woerden ende redenen vercoft van cleinen effecten ende
waerden. Den stoel van vrou ijsegrine was geset ter eenre siden wat hoger dan
der andere stoel. ende den minen daer neffens ende voer mi een rondeel daer
op een lampe om mi mede te lichten ende alle dander hadden daensichte te vrou
ysegrijn waert. die welcke begonste te segghen in deser manieren Maer al eer
ic beginne haer capittelen te scriuen so wil ic vertellen haren staet ende
haren afcoemst Vrou ysegrine was oudt lxv. iaren oft daer omtrent. ende hadde
een scoon wijf gheweest in haren tijt. maer si was seer verrompen si hadde
dye oghen hol ende dien mont groot ende wijdt si hadde ghehadt vijf mans.
behaluen die si hadde ghehadt ondertusschen Sy behalp haer in haer oude
daghen met ionghe kinderen op te houden maer in haer ioncheit hielt si groote
kinderen op Sy was konstich in veel dinghen. Haer man was ionck ghenoech daer
om dat si sijnder seer ialoers was ende haers dies menichweruen beclaechde
haren ghebueren |
De ordening van de eerste dag van Ysengrine en
hoedanig ze was. De maandag omtrent 7
en 8 uur na het avondmaal zo vergaderden de voor beschreven zes vrouwen alle
buren die gewoonlijk waren te komen en meer andere die daarop uitgenodigd
waren om te aanhoren dat mysterie en werk dat men daar doen zou. Vrouw Ysengrine kwam
daar vergezelschapt met veel van haar kennissen die allen met hen brachten
hun spinrok, vlas, spillen, standaards en haspels en wat ze daartoe meer
behoeven mochten. En in het kort gezegd, het scheen een markt te wezen daar
men niets dan woorden en redenen verkocht van kleine effecten en waarden. De
stoel van vrouw Ysengrine was gezet aan de ene zijde en wat hoger dan de
andere stoelen en de mijne daarnaast en voor me een rondte waarop een lamp
was om me mee te verlichten en alle anderen hadden het aanzicht tot vrouw
Ysengrine waart die begon te zeggen in deze manier. Maar al eer ik begin haar
hoofdstukken te schrijven zo wil ik vertellen haar plaats en haar afkomst.
Vrouw Ysengrine was oud 75 jaren of daar omtrent en was een mooi wijf geweest
in haar tijd, maar ze was zeer gekrompen en had de ogen hol en de mond groot
en wijd en had gehad vijf mannen, behalve die ze gehad had ondertussen. Ze
behielp zich in haar oude dagen met jonge kinderen op te voeden, maar in haar
jeugd hield ze grote kinderen op. Ze was kunstig in veel dingen. Haar man was
jong genoeg, daarom dat ze op hem zeer jaloers was en zich dus menig maal
beklaagde bij haar buren. |
Hier beghinnen die
capittelen van vrou ysegrinen euangelien opten maendach Mijn lieue geburen ende geselscap daer
en is niemant van v hi weet wel. dat ic loeske mine man meer nam om sijn
scoonheit dan om sijns goets wille. want het was een scamel geselle Ic en
hebs gisteren noch huden niet gesien voerwaer hy heeft grote neringhe metten
goede dat mijn ander mans besuert hebben. ic gelouen datter mi die doot in
bringen sal Tot die propoeste seg ic voer mijn eerste capittel. also waer als
8 deuangelie is Een man die onbehoirliken ouerbrenct ende verteert
sijns vijfs goet sonder haren danc ende oerlof hi salder reden af geuen voer
god gelijc van gestole goet (Glose) Op dat capittel seide een ouder matrone
gehieten griele Voerwaer die man die tegen dat capittel doet is na sijnre
doot int vegeuier vanden quaden mans vol bernende solfers. hien heuet
ghebetert met penitencien in deser werlt van gasthuys tot gasthuyse |
Hier beginnen de hoofdstukken van vrouw Ysengrine’s
evangelie op de maandag. Mijn lieve buren en gezelschap, daar is
niemand van u hij weet wel dat ik Loeske, mijn man, meer nam om zijn
schoonheid dan vanwege zijn goed want het was een schamele gezel. Ik heb hem
gisteren, nog heden niet gezien, voorwaar hij heeft grote nering met het goed
dat mijn andere mannen bezuurd hebben. Ik geloof dat hij me de dood inbrengen
zal. Tot dat streven zeg ik voor mijn eerste hoofdstuk alzo waar als het
evangelie is. Een man die onbehoorlijk doorbrengt en verteert zijn wijfs goed
zonder haar dank en verlof, hij zal er reden van geven voer God gelijk van
gestolen goed. (uitlegging) Op dat hoofdstuk zei een oude matrone geheten
Griele; Voorwaar die man die tegen dat hoofdstuk doet is na zijn dood in het
vagevuur van de kwade mannen vol brandend zwavel totdat hij het heeft
verbeterd met penitentie in deze wereld van gasthuis tot gasthuis. |
Het tweede capittel’ Daer en is niet
sekerder der seluer pinen dan die man die altijt contrarie valt sijnen wiue
in dat gene. datsi raet of doen wilt ende wat si seit in dien hy daer tegens seit
so is hy valsch ongetrou ende meynhedich (Glose) Voerwaer seide gomberde
vander graft van die daer tegens daden heb ic ghesien veel miraculen. ia mijn
stief vader bracker sijn been om / om dat hi mijns moeders raet niet
gheloouen en woude |
Het tweede hoofdstuk. Daar is niets zekerder
van dezelfde pijnen dan die man die altijd tegenover zijn wijf staat in
datgene dat ze aanraadt of doen wil en wat ze zegt, indien hij daartegen zegt
zo is hij vals, ontrouw en meineedig (Uitlegging). Voorwaar, zei Gomberde van
de Graft, van die daar tegen deden heb ik gezien veel mirakels, ja mijn
stiefvader brak er zijn been om omdat hij mijn moeders raad niet geloven wou. |
Het derde capittel Een man die sijn wijf
slaet waerom dattet oeck is en sal nemmermeer bede hebben an ons lieue vrouwe
ia sijn wijf en vergeuet hem (Glose) Maroye ployaerde seide op dat capittel
dat die gene die zijn wijf slaet doet also grote sonde als of hi hemseluen
bederuen woude want na dat ic onse prochiaen heb horen seggen so en sijnt maer
een lijf vereenicht metten houwelike |
Het derde hoofdstuk. Een man die zijn wijf
slaat, waarom dat het ook is, zal nimmermeer bede hebben aan onze lieve
vrouw, ja zijn wijf vergeeft het hem.
(Uitlegging) Maroye Ployaerde zei op dat hoofdstuk dat diegene die zijn wijf
slaat doet alzo grote zonde alsof hij zichzelf bederven wou want na dat ik
onze priester heb horen zeggen zo zijn ze maar in een lijf verenigd in het
huwelijk. |
Het iiij. capittel. Een man die iet doet
sonder sine wiue dat te kennen te geuen ic seg v also waer als deuangeli dat
hi inder consciencien arger is dan een dief diet wel soude deruen segghen
(Glose) De oude matronen hebben dat inder waerheit vercregen dat de kinderen
van alsulken huwelike in dese werlt nemmermeer rijc 9 worden en sellen |
Het 4de hoofdstuk. Een man die iets doet
zonder zijn wijf dat te kennen te geven, ik zeg u alzo waar zoals het
evangelie, dat hij in het geweten erger is dan een dief die het wel zou
durven zeggen. (Uitlegging) De oude matronen hebben dat in de waarheid
verkregen dat de kinderen van zo’n huwelijk in deze wereld nimmermeer rijk
worden zullen. |
Het v. capittel. Mijn vriendinnen ic
seg v voerwaer dat geene verdriet oft wee des ghelijc en is als dat een man
tsine elders draecht datmen thuys wel behoeuen soude bisonder dat goet dat
van sinen wiue comt (Glosa. Voerwaer seyde daer een oude ghehieten Florette
die swarte die ghene die sijn houwelic breket in ouerspel is min tachten dan
een iode of sarasijn want hi is meyneedich |
Het 5de hoofdstuk. Mijn vriendinnen, ik
zeg u voor waar dat er geen verdriet of pijn dergelijk is als dat een man het
zijne elders draagt dat men thuis wel behoeven zou, bijzonder dat goed dat
van zijn wijf komt. (Uitlegging) Voorwaar, zei daar een oude geheten Florette
de Zwarte, diegene die zijn huwelijk breekt in overspel is minder te achten
dan een Jood of Sarasijn, want hij is meineedig. |
Het vi. capittel. Die wil weten den naem
van sine toecomende man sal voer zijn dore spannen den eersten draet die si
vanden dage spinnen sal ende alsulken naem als hebben sal die ierste man die
daer voerbi liden sal so sal haer man oec hebben (Glose) Met dien woerde so
hief haer op een vanden geselscape ghehieten geffrine ians de blau wijf ende
seide dat si dat geproeft had. ende dattet haer so gebuert was des si die vre
vermaledide van alsulke gemoet van ene man die alle verwe ende scoenheit
verloren had ende so is hi so crancken huysman dat hi anders niet en weet dan
slapen |
Het 6de hoofdstuk. Die wil weten de naam
van zijn toekomende man zal voor zijn deur spannen de eerste draad die zij
van die dag spinnen zal en al zulke naam zoals die hebben zal de eerste man
zijn die daar voorbij gaan zal zo zal haar man ook hebben. (Uitlegging) Met
die woorden zo verhief zich een van het gezelschap, geheten Geffrine Jans,
Blauws wijf, en zei dat ze dat beproefd had en dat het haar zo gebeurd was,
dus zij dat uur vermaledijde van al zulke ontmoeting van een man die alle
kleur en schoonheid verloren had en zo is hij zo’n zwakke huisman dat hij
niets anders weet dan slapen. |
Het vij. Capittel Als een vrou kint
draecht ende men weten wil weder si een sone draecht oft een dochter so
salmen op haer hoeft wat souts leggen als si slaept dats sijs niet en weet
ende den naem die si eerst noemt na dat si ontsprinct yst een man so salt een
soen sijn. ende ist een vrou so salt een dochter sijn (Glose) Dat selfde
gebuerde mi doen ic droech lizen vroech rype mijn dochtere Doen seide griele
vanden solder dat leerde mi mijn grote moeder. dye seer out ende wijs was |
Het 7de hoofdstuk. Als een vrouw een kind
draagt en men weten wil of ze een zoon draagt of een dochter dan zal men op
haar hoofd wat zout leggen als ze slaapt zodat zij het niet weet en de naam
die ze eerst noemt nadat ze ontwaakt is het een man zo zal het een zoon zijn
en is het een vrouw zo zal het een dochter zijn. (Uitlegging) Datzelfde
gebeurde me toen ik vroeg rijp droeg Lizen, mijn dochter. Toen zei Griele
vanden Zolder; dat leerde me mijn grootmoeder die zeer oud en wijs was. |
Het viij. Capittel Men en sal genen iongen meiskens teten geuen:
die hoefden van hazen op dat sijs niet en gedencken alsi ge\huwet 10
sijn sonderlinge als si kint dragen want hair kinder souden gesplitte lippen
hebben (Glose) Margotte seide daer op dat gebuerde noch cortelinghe een
mijnre nichten want om dat si gegeten hadt thoeft van eenen haze so bracht
haer dochter dair si af groot ginc iiij. lippen ter werelt |
Het 8ste hoofdstuk. Men zal geen jonge
meisjes te eten geven de hoofden
van hazen zodat zij er
niet aan denken als ze gehuwd zijn
en vooral als ze een kind
dragen want hun kinderen zouden
gespleten lippen hebben. (Uitlegging)
Margotte zei daarop;
dat gebeurde nog kortelings
een van mijn nichten want omdat ze gegeten had het hoofd
van een haas zo bracht haar dochter daar
ze zwanger van was 4 lippen ter wereld. |
Het ix. Capittel Men en soude genen
iongen meyssens laten eten de hoefden van scapen of van hane kammen oft alen
op datsi niet en vallen in sinte lupus ongemack (Glose) Voer waer seide beele
mitten tuten dat is een groot hinder. want om deswil datter mijn moeder adt
soe heb icker drie licteiken af behouden die mi nemmermeer vergaen en sellen.
Teerste dat ick dicwil op minen rugghe val Tweeste dat ic mi gaerne stote
Tderde dat ick heymelic gebreck lide |
Het 9de hoofdstuk. Men zou geen jonge
meisjes laten eten de hoofden van schapen of van hanenkammen of paling zodat
ze niet vallen in Sint Lupus ongemak. (1) (Uitlegging) Voorwaar zei Beele met
de Tuten; dat is een groot hinder want omdat er mijn moeder van at zo heb ik
er drie liktekens van behouden die me nimmermeer vergaan zullen. Ten eerste
dat ik vaak op mijn rug val. Ten tweede dat ik me graag stoot. Ten derde dat
ik heimelijk gebrek lijdt. |
(1) vallende ziekte,
meest van Sint Cornelis genoemd.
Het x. capittel Ic sweer v ghelijc
dewangelie als een meysken van costumen gaerne eedt ghesoden melck in die
panne of wt aerden potten dattet reghent als si de bruyt is ende si crijcht
gaerne eenen ongenuechliken man ende haer ghebuert gaerne datsi dicwilen
becladt gaet ende onbereyt (Glose) Vrou abonde seide die reghel en liecht
nemmermeer alst wel scheen op mijn bruyloft daer uwer doch vele waren |
Het 10de hoofdstuk. Ik zweer u gelijk het
evangelie, als een meisje uit gewoonte graag eet gekookte melk in de pan of
uit aarden potten dat het regent als ze de bruid is en ze krijgt gaarne een
onaangename man en haar gebeurt het graag dat ze dikwijls bekladt gaat en
onverzorgd. (Uitlegging) Vrouw Abonde zei; die regel liegt nimmermeer zoals
het wel scheen op mijn bruiloft daar van u er toch veel waren. |
Het xi. capittel. Also waer als
deuangelie is als een man gaet slapen bi sijn wijf oft lief mit vulen of
stinckende voeten ende hi een sone wint die sone sal hebben eene stinckende
adem ende ist een dochter. so sal si achter eenen quaden adem hebben (Glose)
Maroye ployaerts seider op dat capittel dattet also gebeurde haer nichten
want waerse ghinc altoes roecmense van achter |
Het 11de hoofdstuk. Alzo waar zoals het
evangelie is, als een man gaat slapen bij zijn wijf of lief met vuile of
stinkende voeten en hij een zoon wint, die zoon al hebben een stinkende adem
en is het een dochter zo zal zij later een kwade adem hebben. (Uitlegging)
Maroye Ployaerts zei op dat hoofdstuk dat het alzo gebeurde haar nicht want
waar ze ging altijd rook men haar van achter. |
Het .xij. capittele Also waer als
deuangelie 11|Bi| seg ic v als een ionc knecht. en een ionc meisen
tsamen vergaderen beide maecht sijnde dat eerste kint dat si crighen is gaern
sot (Glose) Beerte die nauwe seyde daer op dattet waer geuiel van haer
dochter die si huwede aenden verken sweender si moeste hem wisen hoe si doen
souden ende haer eerste kint is puyr sot |
Het 12de hoofdstuk. Alzo waar als het
evangelie zeg ik, u als een jonge knecht en een jong meisje tezamen komen en
beiden maagd zijn, dat eerste kind dat ze krijgen is graag zot. (Uitlegging)
Beerte de Nauwe zei daarop dat het waar gebeurde van haar dochter die ze
huwde aan de varkenshoeder, ze moest hen wijzen hoe ze doen zouden en hun
eerste kind is puur zot. |
Het xiij. capittel. Mijn gebueren ende gesellinnen
ic seg v voerwaer als een kint eerst geboren is ist datmen hem teten geeft
van een gebraden appel eert de borst suget so en salt nemmermeer aen die
tafel onmanierliken eten noch drincken ende het sals ter seger sijn in sijn
werken ende int spreken onder de vrouwen (Glose) maroie morelle seide op dien
text. Alst nieu geboren kint heeft een cleijn dermken totten hoefde toe so
ist lancliuich ende heeft een soeten adem een goede stemme ende gracelike
sprake |
Het 13de hoofdstuk. Mijn buren en gezellinnen,
ik zeg u voor waar als een kind net geboren is en is het dat men hem te eten
geeft van een gebraden appel voor het de borst zuigt zo zal het nimmermeer
aan de tafel ongemanierd eten nog drinken en het zal ter zeggelijker zijn in
zijn werken en in het spreken onder de vrouwen. (Uitlegging) Maroie Morelle
zei op die tekst; Als het nieuw geboren kind heeft een klein darmpje tot het
hoofd toe zo is het lang levend en heeft een zoete adem, een goede stem en
gracieuze spraak. |
Het xiiij. capittel. Ic verseker v also
waer als dewangelie. dat om den kinderen te hebben gecrolt haer terstont als
si geboren sijn so salmen haer hoeft wasscen met witten wijn ende datmen in
haer bat doe rancken vanden witten wijngarde (Glose). Vrou hermofride seyde
daer op. so wie dede dragen twe scone blancke zwaerden aen elke side van eene
iongen kinde eerment kersten dede. dat dat kint sijn leefdaghe scoen ende
koen wesen soude. ende onder dedel wel ghesien |
Het 14de hoofdstuk. Ik verzeker u alzo waar
als het evangelie, dat om de kinderen te hebben gekruld haar terstond als ze
geboren zijn zo zal men hun hoofd wassen met witte wijn en dat men in hun bad
doet ranken van de witte wijngaard. (Uitlegging). Vrouw Hermofride zei
daarop; zo wie liet dragen twee schone blanke zwaarden aan elke zijde van een
jong kind eer men het christelijk deed, dat dit kind zijn levensdagen schoon
en koen wezen zou en onder de edelen goed gezien. |
Het xv. Capittele Nu hoert ende verstaet
wel alle gader ic waerschu v dat men geen mes oft snyende wapen wt trecken en
sal voer vrouwen met groten buken men en gae voir alle werken ende raecse
daer mede suuerliken te dien eijnde dat si te vrijer si ende dat haer vruchte
te koenre bliue Glose) Pernette buette seide daerop om deswille 12 dat
haer moeder dat niet en dede doe si van haer groot ginc So hadde si oyt
bloode geweest ende noch was datsi niet alleen sonder mans geselscap en
dorste slaepen |
Het 15de hoofdstuk. Nu hoor en versta goed
allemaal, ik waarschuw u dat men geen mes of snijdend wapen uittrekken zal
voor vrouwen met grote buiken, men gaat voor alle werken en raakt ze daarmede
zuiver tot dat doel zodat ze vrijer is en dat haar vrucht koender blijft.
(Uitlegging) Pernette Buette zei daarop; omdat haar moeder dat niet deed toen
ze van haar groot ging zo was ze ooit bang geweest en nog was zodat ze niet
alleen zonder mans gezelschap dorst te slapen. |
Het xvi. capittele. Ic segge voerwaer also
waer als deuangelie vanden spinroc dat die ionghe meissens nemmermeer en
behoren teten om die leste criecke met haren vrijers want het valt dicwijl
dat die gene dien die leste kerze ghebeurt blijft alderlaest te huwen (Glose.
Vrou sibille vanden marassce seide daer dat die ionge meissens niet en souden
clappen met haren vriers want het valt dicwilen dat die mans bispelen hebben.
ende dye vrouwen niet |
Het 16de hoofdstuk. Ik zeg voorwaar alzo
waar zoals het evangelie van de spinrok dat de jonge meisjes nimmermeer
behoren te eten om de laatste kriek met hun vrijers want het gebeurt dikwijls
dat diegene die de laatste kers verbeurt blijft allerlaatst te huwen.
(Uitlegging) Vrouw Sibille van het Moeras zei daar dat de jonge meisjes niet
zouden klappen met hun vrijers want het gebeurt vaak dat de mannen
voorbeelden hebben en de vrouwen niet. |
Het xvij. Capittele Noch seg ic v: god
ende die redenen verbieden aldaer eenige ioncfrouwen sijn dye beurucht sijn
te spreken oft verhalen van eenigherlei dingen die niet en sijn te crigen.
want dye vrucht haers lichaems mochtes misquaem hebben (Glose) Vrou abonde
vanden houene seide daer op dat quaet waer die vrouwen. dye kint drogen te
worpen met kerzen oft besien of roden wyne want tkint souder een teyken af
bringhen. |
Het 17de hoofdstuk. Nog zeg ik u: God en
de redenen verbieden aldaar enige jonkvrouwen zijn die bevrucht zijn te
spreken of te verhalen van enigerlei dingen die niet te krijgen zijn want de
vrucht van hun lichaam mocht er miskwam hebben. (Uitlegging) Vrouw Abonde van
de Hof zei daarop dat het kwaad was de vrouwen die kind droegen te werpen met
kersen of bessen of rode wijn want het kind zou er een teken van brengen. |
Het achtiende capittel Weet voerwaer dat een
man die hem ontgaet. in sijn huwelijck nyet waerdich en is tot eenigher digniteit
gecoren te werden ende al waert dat hem zijn wijf van den geliken dade hi
waer een sake van harer beider quaet ende si soude met rechte quijt gewesen
werden. Glose. Vrou yseret de corte seide geenen anderen vrouwen en verselle
die doe dri maendagen misse singen van sinte anoye Ic segge v certeijn dat
die vrouwen van parijs also haer mans onderhouden |
Het achttiende hoofdstuk. Weet voor waar dat een
man die zich ontgaat in zijn huwelijk niet waardig is tot enige waardigheid
gekozen te worden en al was het dat hem zijn wijf iets dergelijks deed, het
was een zaak van hun beider kwaad en ze zouden het met recht kwijt gewezen
worden. (Uitlegging) Vrouw Yseret de Korte zei; die andere vrouwen en
gezellen die laten drie maandagen mis zingen van Sint Anthonius. Ik zeg u
zeker dat de vrouwen van Parijs alzo hun mannen onderhouden. |
Het xix. Capittel 13 |Bij| Alsmen een kint
doopt ist een knechtken ende het .ij. peteren heeft so en salt niet meer
wijfs hebben dan een Ende ist een meysken ende het ij. peten heeft so sal si
niet meer mans hebben dan eenen. (Glose) Voerwaer seide Ampulinne stuckette
Ick mach wel vermaledien dye vre datter willeken mijn mans oyt so veele hadde
want hi heeft drie biwijfs. sonder die ghene die ic niet en weet |
Het 19de hoofdstuk. Als men een kind doopt
en is het een jonhetje en het 2 peten heeft zo zal het niet meer wijven
hebben dan een. En is het een meisje en het 2 peten heeft zo zal ze niet meer
mannen hebben dan een. (Uitlegging) Voorwaar, zei Ampulinne Stuckette; ik mag
wel vervloeken dat uur dat mijn man wijlen ooit zoveel had want hij heeft
drie bijwijven uitzonderd diegene die ik niet weet. |
Het xx. Capittel Alsmen die ionge
kinderen siet opte straten met speerkens ende wimpels riden ende striden dat
is een gewarich teiken van orlogen ende tweedrachticheit inden lande toe
comende (Glose) Pierine huyle cotte seide daer op als die kinderen dragen
banieren ende crucen dat is een teiken van sterften |
Het 20ste hoofdstuk. Als men de jonge
kinderen ziet op de straat met speertjes en wimpels rijden en strijden is dat
een waar teken van oorlog en tweedracht in het land toe komend. (Uitlegging)
Pierine uit de Kot zei daarop; als de kinderen banieren en kruisen dragen is
dat een teken van sterfte. |
Het xxi. capittel. Wilt een vrou weten
oft haer man wtslaept so sie ende wachte oft hi een volle mane laet voerbi
liden sonder haer te naken voerwaer yst also soe en yst gheen wonder al heuet
si quaet vermoeden Glose) Dese euangelie is waer. want tis meer dan twee
maenscynen geleden dat ian ployaert mijne man noch dit noch dat en dede. ende
ben nochtan wijfs genoch om hem te verduwen |
Het 21ste hoofdstuk. Wil een vrouw weten of
haar man uitslaapt zo zie en wacht of hij een volle maan laat voorbij gaan
zonder haar te genaken, voorwaar is het alzo dan is het geen wonder al heeft
ze een kwaad vermoeden. (Uitlegging) Dit evangelie is waar want het is meer
dan twee maan schijnen geleden dat Jan Ployaert, mijn man, nog dit nog dat
deed en ik ben nochtans wijf genoeg om hem te verduwen. |
Het xxij. capittel. Men sal geen vrouwen
grof gaende teten geuen hoefden van visscen op datsi dair op niet en peisen
ende haer kint geenen hogen mont en bringhe. Glose Perette fayots seide dat
si veel kinderen gehouden hadde die den nase veel langer hadden dan
costumelic is |
Het 22ste hoofdstuk. Men zal geen vrouwen
die zwanger zijn te eten geven hoofden van vissen zodat ze daarop niet
peinzen en haar kind geen hoge mond brengen. (Uitlegging) Perette Fayots zei
dat ze veel kinderen gehouden had die de neus veel langer hadden dan
gebruikelijk is. |
Het xxiij. capittel. Ist dat een man sijn
wijf smijt of mette voet stoot als si kint draecht si sals veel te swaerder
arbeit hebben ende dicwil steruen syer om. Glose. Vrou har\mofrode 14
seide dat daer tegens gheen remedien en waren anders dan datmen de scoen
moeste hebben dye hi aen hadde als hi dat dede ende soe salsy lichtelijck
ghenesen |
Het 23ste hoofdstuk. Is het dat een man
zijn wijf smijt of met de voet stoot als ze kind draagt dan zal ze veel
zwaardere arbeid hebben en vaak sterft ze er om. (Uitlegging). Vrouw
Harmofrode zei dat daartegen geen remedies waren, anders dan dat men de
schoen moest hebben die hij aanhad toen hij dat deed en zo zal ze lichtelijk
genezen. |
Het xxiiij. Capittel Ist dat yemant een
kint ouerscrijt soe en salt nemmermeer wassen ten si datmen ouerscrijdt
wederom. Glose) Voerwaer seide sibille daer af comen dese cleyn mannekens
ende wijfkens |
Het 24ste hoofdstuk. Is het dat iemand een
kind beschreidt zo zal het nimmermeer groeien tenzij dat men het wederom
beschreidt. (Uitlegging) Voorwaar zei Sibille; daarvan komen deze kleine
mannetjes en wijfjes. |
Het xxv. Capittel Ist dat eenre vrouwen
oft meyssen haer cousse ontbint opter straten ende si haren coussen bant
verliest dats een teyken dat haer man of vryer haer niet getrou en is.
(Glose) Ouermits desen soe hielt daer eene stille ghehieten Transsie die
.lxvij. iaer oudt was. ende seide dat dat waer was want sindert dinxdach
datic mine cousebant verloes opt strate so en sach ic mine vryere blide |
Het 25ste hoofdstuk. Is het dat een vrouw
of meisje haar kous ontbindt op de straat en ze haar kousenband verliest is
dat een teken dat haar man of vrijer haar niet getrouw is. (Uitlegging)
Vanwege dit zo hield daar een stil geheten Transsie die 67 jaar oud was en
zei dat het waar was want sinds dinsdag dat ik mijn kousenband verloor op
straat zo zag ik mijn vrijer blijde. |
Het xxvi. Capittel Ten eynde van minen
capittelen so seg ic v als een vrou een quade borst heeft soe en derf sy
anders nyet doen dan dat haer man daer om drie ringen make met sinen vinger
(Glose) Sandrine saengereet seit datmen verstaen soude dese drie ringen
behoren gemaect te worden beneden den buycke onder die gordel stadt Mitds dier conclusien
begosten alle die daer saten te lachen ende presen seer hoochlijck vrou
ysengrine dat sy haer ewangelien soe wel achteruolghet had ende ghedeilt in
xxvi. articulen ende geloefdent dat sise souden onthouden om voert te
kundigen an deren dye te dyer lessen nyet gheweest en hadden Ick haecte seer
nae deynde want mij papier ende keersen ghebraken ende den slaep verwan mij
wantet bider middernacht was. ende so woudick nemen orlof 15|Biij|
maersy baden mi dat icker een kiesen soude tegen des ander daghes die dan
lesen soude haer euangelien Ende soe vielen si bi een ende kosen eendrachteliken
een ioncfrouwe gheheeten Transselyne die croeck die welck den last aen nam my
seere biddende dat ick haer in dien stuck oeck dienen woude. |
Het 26ste hoofdstuk. Ten einde van mijn
hoofdstukken zo zeg ik u als een vrouw een kwade borst heeft zo hoeft ze
niets anders te doen dan dat haar man daarom drie ringen maakt met zijn
vinger. (Uitlegging) Sandrine Samengereed zegt dat men verstaan zou dat deze
drie ringen behoren gemaakt te worden beneden de buik onder de gordel plaats. Met die conclusie
begonnen allen die daar zaten te lachen en prezen zeer hooglijk vrouw
Ysengrine dat ze haar evangelie zo goed gevolgd had en gedeeld in 26
artikelen en beloofden dat ze die zouden onthouden om voort te verkondigen
aan die er bij die lessen niet geweest waren. Ik haakte zeer naar het einde
want me papier en kaarsen ontbraken en de slaap overwon mij want het bij
middernacht was en zo wou ik nemen verlof. Maar ze baden mij dat
ik er een kiezen zou voor de volgende dag die dan lezen zou haar evangelie.
En zo kwamen ze overeen en kozen eendrachtig een jonkvrouw geheten
Transselyne de Kruik die de last aannam en me zeer bad dat ik haar in dat
stuk ook dienen wou. |
Dit euangelium
ghelesen bi vrouwe Transselyne der croeck opten disendach Hier volget tveruolch
vanden euangelien ghelesen bi vrou Transselinen de croec disendaechs DEs dysendaechs tsauents omtrent vijf vren 16 begonsten hem daer te
vergaderen dye vrouwen out ende ionc van allen canten. want sy haddent
alreede bereyt tghene dat des maenendaghes gedaen was ende datmen des
dizendaechs wedere doen soude by vrou transeline dye wel vernaemt was want si
was edelachtich out lx. iaeren lanc ende mager Si hadde in haer ioncheyt
gewoent met eender edelder vrouwen dye eens deels nigromancie wiste ende waer
seggen daer bi si veel wijchlingen leerde daer si nader hant bi verheuen was.
Maer om deswil datsi eens mit venus gespot had opten ketel van der minnen so
en hielt si nie sinderdt op venus te dienen met haren ondersaten Ende in haer
oude dagen had si haer geslagen aen den prochiaen vanden dorpe die nacht ende
dach haer biechte hoorde. ende daer om hadden die gebueren haer in groter
waerden Vrou Transselijn
gecomen sijnde vraechde si mij oft ic bereet was om te scriuen ende begonst
aldus |
Dit evangelie gelezen door vrouw Transselyne de
Kruik op de dinsdag. Hier volgt het vervolg
van het evangelie gelezen door vrouw Transselyne de Kruik dinsdag. Die dinsdag ‘s avonds
omtrent vijf uur begonnen zich daar te vergaderen de vrouwen, oud en jong en
van alle kanten want ze hadden het alreeds bereid hetgeen dat de maandag
gedaan was en dat men te dinsdag weer doen zou door vrouw Transselyne die wel
voornaam was want ze was edelachtig en oud 60 jaar, lang en mager. Ze had in
haar jeugd gewoond met een edele vrouw die een deel nigromantie wist en
waarzeggen waarbij ze veel van wichelaars leerde daar ze naderhand bij
verheven was. Maar omdat ze eens met Venus gespot had op de ketel van de
minnen zo hield ze niet op sindsdien Venus te dienen met haar onderzaten. En
in haar oude dagen had ze zich geslagen aan de priester van het dorp die
nacht en dag haar biecht aanhoorde en daarom hadden de buren haar in grote
waarde. Vrouw Transselyne die
gekomen was vroeg mij of ik bereid was om te schrijven en begon aldus; |
Het eerste capittele Hoort mijn goede
gebueren ende gesellen Ic bid v dat ghi swigen wilt also waer als deuangeli
segic v als een vrou wil wesen wel gemint van haren man oft lieue datsi hem
teten geue catten cruyt. Glose. Dat is waer seide berthe de brune want dat
dedic minen man ende ick maecter hem een salaet af maer die liefde en duerde
mer vi. weken ende also meyn ic dattet dicwil vernieut moet sijn |
Het eerste hoofdstuk. Hoort mijn goede buren
en gezellen. Ik bid u dat ge zwijgen wilt, alzo waar zoals het evangelie is
zeg ik u; als een vrouw wil wezen goed bemind van haar man of gelieve dat ze
hem te eten geeft kattekruid. (Uitlegging). Dat is waar, zei Berthe de
Bruine, want dat deed ik mijn man en ik maakte hem er een salade van, maar
die liefde duurde maar 6 weken en alzo meen ik dat het wel dikwijls vernieuwd
moet zijn. |
Het ij. Capittel Ic seg v die gecrighen
konde warachtich mandragora ende leyt in een wit cleet ende boet hem seluen
twe weruen daechs teten ende te drincken al ist dat hijs niet 17|Biiij|
en etet noch en drinct die soude in corten tiden rijck worden (Glose)
Voerwaer seide ianne wasteluere men seit dat alexius vanden houe also rijc
werden is Ic seg v voerwaer als dewangelie als een op sinen wech gemoet eenen
hase dat is een quaet teiken ende om dat perikel te scuwen so sal hem een
driewerf om keren van daer hi comt ende dan is hi vten perikel (Glose. Mits
dien so hief haer op maroie brante ende seide dattet waer was want hair
stiefvader brac zijn been van eenen paerde na dat hi eenen hase gemoete Mer
die een wolf of een hert oft beer gemoet dat is een goet teiken |
Het 2de hoofdstuk. Ik zeg u die krijgen
kon echte Mandragora en leg die in een wit kleed en bied hem twee maal per
dag te eten en te drinkenaan en al is
het dat hij het niet eet, nog drinkt, die zou in korte tijden rijk worden.
(Uitlegging) Voorwaar zei Janne Wasteluere, men zegt dat Alexius vanden Hove
alzo rijk geworden is. Ik zeg u voor waar zoals het evangelie, als een op
zijn weg ontmoet een haas, dat is een kwaad teken en om dat gevaar te schuwen
zo zal hij een drie maal omkeren vandaar hij komt en dan is hij uit het
gevaar. (Uitlegging). Mitsdien zo hief haar op Maroie Brante en zei dat het
waar was want haar stiefvader brak het been van zijn paard nadat hij een haas
ontmoette. Maar die een wolf of een hert of beer ontmoet, dat is een goed
teken. |
Het vierde capittel Noyt wijs man en sat op
eenen esel ter eeren van onsen heere dier op sadt want alsmen vanden esel
valt soe seit hi berst mer die vanden paerde valt so seitet stant op (Glose)
Op dat artikel arguerden si want ons vrouwe op eenen esel sadt. doen si in
egipten vloet nochtan so en ghebuerde haer gheen quaet. Daer op antwoerde
vrou sibille vander graft. datter ons lieue here noch niet op geseten en
hadde. Daer op so repliceerde een oude quene geheeten perette dontrou datse
onsen here hadde op haren scoot Hierom gherees groot gescille onder die ghene
die daer saten also dat deene haer hielt aenden text vander euangelien ende
dander aen die glose. Ende so lude riepen si datmen en hoerde noch en sach
noch en verstont So stont op vrou ysegrine ende dede so vele dat sise stilde |
Het vierde hoofdstuk. Nooit zat een wijs man
op een ezel ter eren van onze Heer die er op zat, want als men van de ezel
valt zo zegt hij; barst maar, die van het paard valt zo zegt hij; sta op.
(Uitlegging) Op dat artikel redetwiste ze want toen onze vrouw op een ezel
zat toen ze in Egypte vlood, nochtans zo gebeurde haar geen kwaad. Daarop
antwoordde vrouw Sibille vander Graft dat onze lieve Heer er nog niet op
gezeten had. Daarop zo repliceerde een oude kween, geheten Perette Dontrou,
dat ze had onze Heer op haar schoot. Hierom rees groot geschil onder diegene
die daar zaten alzo dat de ene zich hield aan de tekst van het evangelie en
de ander aan de uitlegging. En zo luid riepen ze zodat men hoorde nog zag,
nog verstond. Zo stond op vrouw Ysengrine en deed zoveel dat ze hen stilde. |
Het v. capittel Maer om alle twist te
vellen so seg ick v die synen roester opt vier set sonder yet daer op te
leggen dat die out wert ende verrompen (Glose) Seyde een vander 18
spinnersen gheheeten piate metten langen noese die gaet slapen. ende sinen
stoel niet en versedt. daer hi hem op ontcoust heeft. die is in sorgen datten
dien nacht die mare riden sal |
Het 5de hoofdstuk. Maar om alle twist te
vellen zo zeg ik u die zijn rooster op het vuur zet zonder iets daarop te leggen
dat die oud wordt en rimpelig. (Uitlegging) Zei een van de spinsters, geheten
Piate met de lange Neus, die gaat slapen en zijn stoel niet verzet daar hij
zijn kousen uitgetrokken heeft die is in zorgen dat hem die nacht de mare
berijden zal. |
Het vi. capittel. Die tsauons sinen
stoel oft treeft metten voeten laet opwaert staen also langhe sidt die duuel
scardelinghe opt huys (Glose) Ysoree temperine seyde dat haer grote moeder
seyde datter soe veel gheelder duuelen op elcken voet sitten als daer voeten
sijn |
Het 6de hoofdstuk. Die ‘s avonds zijn
stoel of treeft (1) met de voeten laat omhoog staan, alzo lang zit de duivel
schrijlings op het huis. (Uitlegging) Ysoree Temperine zei dat haar
grootmoeder zei dat er zoveel gele duivels op elke voet zitten als daar
voeten zijn. |
(1) driepoot.
Het seuenste capittel. Ic verseker v wanneer
die extren scateren op huys voer die noen ende mense van voer siet dat is een
teiken van goeder niemaren toecomende mer alst nader noen ghebuert ende mense
van achter siet daer volcht altijt quaet na mer ist datter die musscen op
garren oft haer nesten maken dats een teiken van goeden weder (Glose)
Geertrut dobbel seide als een oyuaer sine nest maect op yemans schorsteen dat
is een teiken dat die meester vanden huse lange leuen sal ende rijc worden |
Het zevende hoofdstuk. Ik verzeker u wanneer
de eksters schateren op het huis voor noen en men ze van voor ziet is dat een
teken van goed nieuws aankomend, maar als het na de noen gebeurd en men ze
van achteren ziet daar volgt altijd kwaad na, maar is het dat de mussen
snateren of hun nesten maken, dat is een teken van goed weer. (Uitlegging)
Geertrut Dubbel zei; als een ooievaar zijn nest maakt op iemands schoorsteen
is dat een teken dat de meester van dat huis lang leven zal en rijk worden. |
Het viij capittel Als een sijn oren
tuten soe weet voer waer ist die rechter oer so sellent goede dinghen sijn
mer ist de slincker dat beteikent quade dingen (Glose) Ysabel vander rooder
kammen seide daer op als eene sijn nase iuecket dat is een teiken van rode
wijn te drinken oft geuesten te rieken |
Het 8ste hoofdstuk. Als een zijn oren
tuiten, zo weet voor waar, is het de rechteroor zo zullen het goede dingen
zijn, maar is het de linker dat betekent kwade dingen. (Uitlegging) Ysabel
vander Rode Kammen zei daarop; als een zijn neus jeukt is dat een teken van
rode wijn te drinken of geeft het te ruiken. |
Het ix. capittel. Wanneer die erweten of
wermoes siedet alst vanden vier geset is soe weet voerwaer dat in dat huys
geen touerie en is (Glose) Perette saen gecleet seide dat die maren geen dinc
meer en ontsien in een huys. dan een pot die vanden viere siedt |
Het 9de hoofdstuk. Wanneer de erwten of
warmoes kookt als het van het vuur gezet is zo weet voorwaar dat in dat huis
geen toverij is. (Uitlegging) Perette gelijk Gekleed zei dat de maren geen
ding meer ontzien in een huis dan een pot die van het vuur kookt. |
Het x. capittel. Nu hoort alle ende
verstaet wel dit capittel. die sorghe 19|Ci| heuet dat die mare tsinen
bedde comen sal die sal nemen een eyken berdeken ende leggent voer dat vier
yst dat si daer comt ende op yement sidt si en sal van daer niet kounen
gheraken ten sal schoen dach wesen ende dat is gheproeft (Glose Jannette saen
ghereet seide dat si dat eens vergat maer als si slapen was so taste si
wattet wesen mochte ende bauant dattet was een rou dinc met saechten hare |
Het 10de hoofdstuk. Nu hoort allen en
versta goed dit hoofdstuk; die zorgen heeft
dat de mare tot zijn bed komen zal die zal nemen een eiken berd (plank) en
leggen het voor dat vuur en is het dat het daar komt en op iemand zit, het
zal vandaar niet kunnen raken, het zal een mooie dag wezen en dat is
beproefd. (Uitlegging) Jannette gelijk Gereed zei dat ze dat eens vergat,
maar toen ze aan het slapen was zo taste ze wat het wezen mocht en bevond dat
het was een ruw ding met zacht haar. |
Het xi. Capittel Die des saterdaechs
laet te volspinnene tvlas dat opten spinroc is den draet die smaendaechs daer
afgesponnen is en sal nemmermeer goet zijn noch bleiken Glose. Maroye de blau
seide om dat die vrouwen in duytslant tvlas op haren spinroc laten so en is
haer laken nemmermeer wit ende dat blijct aen die hemden die de mans van daer
brengen |
Het 11de hoofdstuk. Die ‘s zaterdags te
laat volspinnen het vlas zodat op de spinrok zal de draad die ‘s maandags
daarvan afgesponnen is nimmermeer goed zijn nog bleken. (Uitlegging). Maroye
de Blauw zei; omdat de vrouwen in Duitsland het vlas op hun spinrok laten zo
is hun laken nimmermeer wit en dat blijkt aan de hemden die de mannen van
daar brengen. |
Het .xij. capittele. Die hem wacht sinen
aers te veegen met crude oft bladeren of ander groen opter aerden gewassen en
sal nemmermeer pijn hebben in zijn lenden of lancken Glose. Piate de groue
seide daer op die dat onderhout en sal nemmermeer den hoeftsweer hebben mer
sal in die stede van dien het hemde verguldt dicwils hebben |
Het 12de hoofdstuk. Die zich wacht zijn achterwerk
te vegen met kruid of bladeren of ander groen dat op de aarde gegroeid is zal
nimmermeer pijn hebben in zijn lenden of flanken. (Uitlegging) Piate de Grove
zei daarop; die dat onderhoudt zal nimmermeer hoofdpijn hebben, maar het zal
in de plaats zijn van die het hem vergold vaak hebben. |
Het xiij. capittel. Die niet en werpt noch
en laet werpen de beenren int vier alst vleesch afgegeten is. en sal
nemmermeer tansweer hebben ter eeren van sinte laureis. Glose Marotte
swartgat seide dat in die stede van dien de honden daer om vechten |
Het 13de hoofdstuk. Die niet werpt, nog
laat werpen de beenderen in het vuur als het vlees afgegeten is zal
nimmermeer tandpijn hebben ter ere van Sint Laurentius. (Uitlegging) Marotte Zwartgat
zei dat in de plaats van die de honden daarom vechten. |
Het xiiij capittel Die geen ghelt in sijn
borse en heeft wacht hem dat hi die niewe mane niet en besiet. oft anders soe
en sal hi geen gelt hebben also lange als die mane sal dueren Glose Robinette
swartsnede seide op dat capit\tel 20 die de niewe maen ghewaer wort
als si wasset. met volder borsen die sal die mane groeten. ende oetmoedelick
toe neighen soe sal sijn ghelt dat maenscijn wassen ende vermeerderen |
Het 14de hoofdstuk. Die geen geld in zijn
beurs heeft wacht hem dat hij de nieuwe maan niet beziet of anders zo zal hij
geen geld hebben alzo lang als de maan zal duren. (Uitlegging) Robinette
Zwartsnede zei op dat hoofdstuk; die de nieuwe maan gewaar wordt als ze wast
met volle beurs die zal de maan begroeten en ootmoedig toe neigen en zo zal
zijn geld in de maanschijn groeien en vermeerderen. |
Het xv. capittel. Die een clauerbat met
vier bladers vint die salt met waerden houden. ende hi sal zijn leuen lanc geluckich
ende rijc wesen (Glose) Sybille de roye seide hier op. Ist dat een man treet
bloots voets op een cleuerblat met vier bladers die en sal niet missen hi en
sel de witte cortse hebben ende ist een vrou so sal haer man achter wt slaen |
Het 15de hoofdstuk. Die een klaverblad met
vier bladeren vindt die zal het met waarde houden en hij zal zijn leven lang
gelukkig en rijk wezen. (Uitlegging) Sybille de Rooie zei hier op; Is het dat
een man treedt blootsvoets op een klaverblad met vier bladeren dat zal niet
missen, hij zal de witte koorts hebben en is het een vrouw, zo zal haar man
achteruit slaan. |
Het xvi. capittel. Als een op sinen
tabbaert vint een copspinne, dats een teiken dat hi dien dach geluckich wesen
sal. Des ghelijcs die vint een hoefyser oft een stuc daer af die sal goede
auentuer hebben (Glose). Doen hief haer op Franskine saechthoot alsmen
smergens voerden inbite vint gelt op de aerde dats ongeluc op datter geen
hout onder en is |
Het 16de hoofdstuk. Als een op zijn tabbaard
vindt een spin, dat is een teken dat hij die dag gelukkig wezen zal.
Desgelijks die vindt een hoefijzer of een stuk daarvan die zal goed avontuur
hebben. (Uitlegging). Toen hief haar op Franskine Zachthoofd; als men ‘s
morgens voor het ontbijt geld op de aarde vindt, dat is ongeluk omdat er geen
hout onder is. |
Het xvij. capittel. Die een exteroge
wrijft op sint ians auont met vlierbladeren ende steect de bladeren int
aerde. so veer als die rotten so verre sal die exteroge verdrogen. Glose. Ysabeel
vanden couter seide daer op dattet betere ware die exteroge gewreuen met
eenen crude dat melc in heeft |
Het 17de hoofdstuk. Die een eksteroog
wrijft op Sint Jans avond met vlierbladeren en steekt de bladeren in de
aarde, zo ver als die verrotten zal zover zal die eksteroog verdrogen.
(Uitlegging). Ysabeel vanden Kouter zei daarop dat het beter was de eksteroog
te wrijven met een kruid dat melk in zich heeft. (Euphorbia) |
Het xviij. Capittel Als een man vint opt sine
een swarm byen in sijn boomen dat is een quaet teiken ten si dat hijse
hantghift met een stuc ghelts. Glose. Vrou gorghette seide dair op een die de
bien anders nae hem naeme en souden hem nemmermeer goet doen |
Het 18de hoofdstuk. Als een man vindt op
het zijne een zwerm bijen in zijn bomen, dat is een kwaad teken, tenzij dat
hij ze schenkt met een stuk geld. (Uitlegging). Vrouw Gorghette zei daarop;
een die de bijen anders naar hem nam dat zou hem nimmermeer goed doen. |
Het xix. Capittele Die op sinte vincents
dach die boemen van sinen houe bint met eenen stroobant sal dat iaer veel
co\rens 21|Cij| hebben. Glose. Emmeken de becladde seide daer op die
sinen boem opten groten vastenauont snoeyde die en sullen binnen iaers geen
rupzemen oft wormen hebben |
Het 19de hoofdstuk. Die op Sint Vincentius
dag de bomen van zijn hof bindt met een stroband zal dat jaar veel koren
hebben. (Uitlegging) Emmeken de Bekladde zei daarop; die zijn bomen op de
grote vastenavond snoeit die zullen binnen het jaar geen rupsen of wormen
hebben. |
Het xx. capittel. (Die sijn vrijster
hantgift opten iarsdach mit messen die minne sal vercouwen (Glose. Colette
vanden kerue seide dair op die sijn vrijtster hantgift met spellen mit groten
hoefden de minne wordes te heeter ende te gheduerigher |
Het 20ste hoofdstuk. Die zijn vrijster
geschenken geeft op de verjaardag met messen, die minne zal verkoelen.
(Uitlegging) Colette vanden Kerve zei daarop; die zijn vrijster geschenken
geeft met spellen met grote hoofden, de minne wordt heter en standvastiger. |
Het xxi. Capittele Die vrij riden mach
negenwerf eenen beer. sonder op houwen die is versekert van ix. paer siecten
(Glose) Daer op seide een oude tandelose dat si dat wel geloefde maer si
meende vander siecten daermen achterwaert af valt opten rugge |
Het 21ste hoofdstuk. Die vrij rijden mag
negen maal om een beer zonder ophouden, die is verzekerd van 9 paar ziekten. (Uitlegging)
Daarop zei een oude tandeloze dat ze dat wel geloofde, maar ze meende van de
ziekten daar men van achterover valt op de rug. |
Het xxij. capittel. Wanneer als ghi siet
een katte sitten opter vensteren in die sonne die den eers lect ende haren
poet ouer hair ooren niet en strijct sonder twifele dien dach en sal niet
liden sonder reghene (Glose) Mits dien hief haer op vrou calotte ende seide
dat aen dat geen faute en was. want noch lagen haer clederen in die weyckuyp
ende en dorste niet wasscen om dat haer catte niet op en hielt haren aers te
lecken |
Het 22ste hoofdstuk. Wanneer als ge een kat
ziet zitten in het venster in de zon die de aars likt en haar poot over haar
oren niet strijkt, zonder twijfel zal die dag niet voorbijgaan zonder regen.
(Uitlegging) Mitsdien hief zich op vrouw Calotte en zei dat aan dat het geen
fout was, want nog lagen haar klederen in de weekkuip en durfde niet te
wassen omdat haar kat niet ophield zijn aars te likken. |
Het xxiij. Capittel Die metten vinger oft met
enen stoc in dasscen scrijft oft metten vier speelt dat is een teyken dat hi
in sijn bedde ghepist heeft of pissen sal (Glose). Peronne die onstekene
seide die sinen wiue dat vier siet decken voer sijn scenen sal alle die nacht
ronken. ende ist een ionc meissen noch te huwen so en salsi van dien iare
noch geene man crigen |
Het 23ste hoofdstuk. Die met de vinger of
met een stok in de as schrijft of met het vuur speelt, dat is een teken dat
hij in zijn bed gepist heeft of pissen zal. (Uitlegging). Peronne de
Onstokene zei; die zijn wijf dat vuur ziet bedekken voor zijn schenen zal de
hele nacht ronken en is het een jong meisje noch te huwen en dan zal ze in
dat jaar nog geen man krijgen. |
Het xxiiij. capittel. Die anxt heeft dat
sijn hont van eenen verwoeden honden gebeten mochte worden. die doe sinen
hont eten ende drincken doer eenen treeft so is hi dien dach daer af 22
behoed (Glose. Willemijne metten bult seide daer op die zijn catte of hinne
thuys behouden wilt dat si niet wt en lopen die drayse drie weruen om den
hale ende wriue haren aers daer tegens dien muer vander scouwen so bliuet si
eweliken thuys |
Het 24ste hoofdstuk. Die angst heeft dat
zijn hond van een dolle hond gebeten mocht worden die laat zijn hond eten en drinken
door een zeef zo is hij die dag daarvan behoed. (Uitlegging). Willemijne met
de Bult zei daarop; die zijn kat of hennen thuis houden wil zodat ze niet
weglopen die draait ze drie maal om de haal (van de haard) en wrijft hun aars
daar tegen de muur van de schouw, dan blijven ze eeuwig thuis. |
Het slot van denser
dachuaert Om deser euangelien wille begonsten si al te lachen dat si haer spinnen
lieten ende presen vrou transelinen seer vanden beleide van harer euangelien
ende dancten mede dander doctoressen ende vroede vrouwen die den text
gegloseert hadden Ic die bi na moede was ende gedacht te slapen begonste mi
te heffen mer noch woude ick ierst sien wie des anderdaechs lesen soude ende
so kosen si alle ghemeine vrou abonde vanden ouene.23|Ciij| Het veruolch vander
euangelien des woensdaghes tsauons ghelesen bi vrou abonde DEs woensdaechs auons ter gewoenliker vren. so vergaderden die vrouwen
alle so si plagen. ende daer na quam vrou abonde ende begonst hair euangelien
wt te leggen mer ten eersten is te weten hoe dese vrou abonde in haren iongen
dagen de goede gesellen gheriefde met eenen tsmaels mer daer nae hielt si
herberge te brugge voer die coepluden int gros. den wijn ende die goede
morselen die si dicwil gegeten had haddense gemaect so vet datsi bi na so
ront was als lanc ende metten cortsten geseit si hadde in haer een groot deel
vanden vij. consten. want si had te parijs ter scolen gelegen vij. iaer van
daer si menige diepe konst gebracht hadde. Als si dan geseten was ende stille
doen sitten begonste si haer theme aldus in deser manieren |
Het slot van deze dag. Vanwege dit evangelie
begonnen ze alle te lachen zodat ze hun spinnen lieten en prezen vrouw
Transelynen zeer van het beleid van haar evangelie en bedankten mede de
andere doctoressen en verstandige vrouwen die de tekst uitgelegd hadden. Ik
die bijna moe was en gedacht te slapen begon me op te heffen maar nog wou ik
eerst zien wie de volgende dag lezen zou en zo kozen ze algemeen vrouw Abonde
van de Oven. Het vervolg van het
evangelie van de woensdag avonds gelezen bij vrouw Abonde. De woensdagavond te
gewone uur zo vergaderden al de vrouwen zo ze plagen en daarna kwam vrouw
Abonde en begon haar evangelie uit te leggen, maar ten eersten is te weten
hoe deze vrouw Abonde in haar jonge dagen de goede gezellen geriefde met een
maal, maar daarna hield ze herberg te Brugge voor de kooplui in het groot. De
wijn en de goede stukjes die ze vaak gegeten had hadden haar zo vet gemaakt
zodat ze bijna zo rond was als lang en in het kort gezegd; ze had in haar een
groot deel van de 7 kunsten want ze was te Parijs ter school gegaan 7 jaar
vandaar dat ze menige diepe kunst gebracht had. Toen ze dan gezeten was en
stil laten zitten begon ze haar thema aldus in deze manier; |
Het eerste capittel. Ick verseker v voer
mijn eerste capittel so wie dat pisset tusscen twe huysen of tegens die sonne
dat die daer af criget die twerne op die oge of roye ogen. (Glose) Beatrijs
flabaude seide daer op dat si meijnde dat die siecten quamen van te vele
hebben ghedroncken wt der fonteynen der minnen |
Het eerste hoofdstuk. Ik verzeker u voor
mijn eerste hoofdstuk; zo wie er pist tussen twee huizen of tegen de zon dat
die daarvan krijgt dat draaien op de ogen of rode ogen. (Uitlegging) Beatrijs
Flabaude zei daarop dat ze meende dat die ziekten kwamen van te veel hebben
gedronken uit de fontein der minne. |
Het tweede capittel Die tfledercijn scuwen
wil in sijn hoeft ende in die lenden die wacht hem van catten hoefden oft
vleesch teten ende van beren (Glose). Beerte corthiele seide ter stont daer
op dat daer tegens goet waer te slapen opten rugge den vrouwen ende den man
anders. |
Het tweede hoofdstuk. Die de jicht schuwen
wil in zijn hoofd en in de lenden die wacht hem van kattenhoofden of vlees te
eten en van beren. (Uitlegging). Beerte Korthiel zei terstond daarop dat
daartegen goed was te slapen de vrouwen op de rug en de mannen het
tegenovergestelde. |
Tderde capittel Die tegens eenen
kercmuer pist oft opt kerchof 24 tes wonder dat hi vander popelcien
niet gheraeket en wort eer hi sterft ten minsten sal hi tgraueel crighen
Glose) Voerwaer seide Jacomine galoyse die den prochiaen lange gedient had
Die opt kerchof pist oft sijn gheuoech doet het wiwater dat hy des sondaghes
neemt en sal hem die weke gheen stade doen tegens den donder |
Het derde hoofdstuk. Die tegen een kerkmuur
pist of op het kerkhof, het is een wonder dat hij van de m.s. niet geraakt
wordt eer hij sterft, tenminste zal hij niergruis krijgen. (Uitlegging)
Voorwaar, zei Jacomine de Gallier die de priester lang gediend had, die op
het kerkhof pist of zijn gevoeg doet, het wijwater dat hij ‘s zondags neemt
zal hem die week geen bijstand doen tegen de donder. |
Het iiij. Capittel Vernaem een vrou eene wolf
haer volghende soe soude si ter stont haer gordel late slepen ende segghen
Wacht v wolf dat v die moeder gods niet en slae ende terstont sal hi wech
lopen als veruaert (Glose) Janne die wilde seide daer op waert dat een den
wolf saeghe eer hi hem saghe. soe en dorste dye mensche daer af niet gruwelen
of veruaret wesen dat hem eenich quaet van dien seluen wolf ghescieden sal. |
Het 4de hoofdstuk. Vernam een vrouw dat
een wolf haar volgt zo zou ze terstond haar gordel laten slepen en zeggen;
wacht u wolf dat u de moeder Gods niet slaat en terstond zal hij weg lopen
als verschrikt. (Uitlegging) Janne de Wilde zei daarop; was het dat een de
wolf zag eer hij hem zag zo behoeft die mens daarvan niet te gruwelen of bang
te wezen dat hem enig kwaad van diezelfde wolf geschieden zal. |
Het v. capittel Als een raue comt
roepen opten scoersteen oft opt huys daer die meestere of vrou sieck leit dat
es een teiken dat die siecke van dier siecten steruen sal (Glose. Mechtel
tsweuers seide daer op als daer op comen scateren die exteren dats een teiken
dat die sieke ghenesen sal |
Het 5de hoofdstuk. Als een raaf komt
roepen op de schoorsteen of op het huis daar de meester of vrouw ziek ligt,
dat is een teken dat die zieke van die ziekte sterven zal. (Uitlegging) Mechtel
Wevers zei daarop; als daar op de eksters komen schateren de dat is een teken
dat de zieke genezen zal. |
Het vi. Capittel Als die wint is noert
zuden so souden dye wise vrouwen afsniden een eyndeken van haren iongen caluer
rechter oore ende werpen dat tegen den wint. op dattet calf wassen ende dijen
mocht (Glose) maroie die verbrande seyde ick meen voerwaer. die sinte
bertelmeeusen geloefde sijn rechter oere dattet oec dien soude |
Het 6de hoofdstuk. Als de wind is noordzuid
zo zouden de wijze vrouwen afsnijden een eindje van hun jonge kalveren
rechteroor en werpen dat tegen de wind zodat het kalf groeien en gedijen mag.
(Uitlegging) Maroie de Verbrande zei; ik meen voor waar; Sint Bartholomeus
beloofde zijn rechteroor dat het ook dienen zou. |
Het vij. Capittel Gebueren ic wil v nv
seggen dat meeste secreet dat ick nv in sauoyen leerde. als een tempeest
rijst in die 25 lucht so suldi een vier ter stont maken van vier
eycken stocken cruyswijs onder de wint ende makender een cruys op ende het
onwed sal ter stont ter siden keeren. ende v goet niet geraken (Glose)
Baudine kaennoese seide dat in sauoyen met alle wijse vrouwen sijn want om
scoen oft leelic weder te maken. daer af sijnse groote meesterssen |
Het 7de hoofdstuk. Buren, ik wil u nu
zeggen het grootste geheim dat ik nu in Savoye leerde; als een tempeest rijst
in de lucht zo zal ge een vuur terstond maken van vier eikenstokken
kruisgewijs onder de wind en maken er een kruis op en het onweer zal terstond
terzijde keren en uw goed niet raken. (Uitlegging) Baudine Kaanneus zei dat
in Savoye er wijze vrouwen zijn want om schoon of lelijk weer te maken
daarvan zijn ze grote meesteressen. |
Het viij. Capittel Als die enden het
onweder in die lucht gheuoelen ist datse quelen ende vliegen opt water dats
een teiken dattet regenen sal tempeest mer swigen si so duchten si donder
(Glose. Mabelie die genuechlike seide hier op. Als die swanen oft gansen hem
seluen bayen of wasschen int water so sal dienseluen dach reghenen |
Het 8ste hoofdstuk. Als de eenden het
onweer in de lucht voelen is het dat ze kwelen en vliegen op het water is dat
een teken dat het regenen zal uit de tempeest, maar zwijgen ze zo duchten ze
donder. (Uitlegging) Mabelie de Genoeglijke zei hier op; Als de zwanen of
ganzen zichzelf baden of wassen in het water zo zal het dezelfde dag regenen. |
Het ix. Capittel Alsmen die honden
hoert hulen soe behoortmen de ooren te stoppen want si bringen quade tijnge maer
die paerden behoortmen te horen neyen ende roepen Glose). Marion berquette
seyde daer op. Alsmen die woluen hoert hulen. so soude een hem seluen stellen
in goeden stade want het is een teiken van groter pestilencien toecomende bi
orloge oft dieren tijt |
Het 9de hoofdstuk. Als men de honden
hoort huilen zo behoort men de oren te stoppen want ze brengen kwade tijding,
maar de paarden behoort men te horen hinniken en roepen. (Uitlegging). Marion
Berquette zei daarop; Als men die wolven hoort huilen zo zou een zichzelf
stellen in een goede plaats, want het is een teken van grote pest toekomende
bij oorlog of dure tijd. |
Het x. capittel Als die woluen haer
aes comen halen bi die steden of inden dorpen dats een teiken van dieren tide
(Glose. Janne bagette seide daer op wanneer herten hinden oft enden comen
weyen bi de dorpen of husen dat is een teiken van vollen iare |
Het 10de hoofdstuk. Als de wolven hun aas
komen halen bij de steden of in de dorpen, dat is een teken van dure tijden. (Uitlegging)
Janne Bagette zei daarop; wanneer herten, hinden of eenden komen weiden bij
de dorpen of huizen, dat is een teken van goed jaar. |
Het xi. capittel. Ick segge v voerwaer
dat die gene dye als hi dobbelt ende metten rugge ter manen sit en sal sonder
verlies niet op staen. Glose. Vrouwe metken metter bul\te 26 seide
daer op Die ghene die des daechs winnen wil met taerlingen die moet die
contrarie doen. |
Het 11de hoofdstuk. Ik zeg u voor waar dat
diegene die als hij dobbelt en met de rug naar de maan zit zal zonder verlies
niet opstaan. (Uitlegging). Vrouwe Metken met de Bult zei daarop; Diegene die
des dags winnen wil met teerlingen (dobbelsteen) die moet het
tegenovergestelde doen. |
Het xij. Capittel Ic segghe v mijn ghebueren
alsmen wit laken leit in een bedde soe rust den enghel daer op. tottertijt
toe datmer op vijst of anders doet. (Glose) Maroye vuylgat seyde daer op.
also saen als dye ynghel van daer sceydt so comter die duuel in die dicwil
groote tempeest maect tusscen man ende wijf. |
Het 12de hoofdstuk. Ik zeg u mijn buren,
als men een wit laken legt in een bed zo rust de engel daarop tot de tijd toe
dat men er op samengaat of anders doet. (Uitlegging) Maroye Vuilgat zei
daarop; alzo gelijk als de engel vandaan scheidt zo komt er de duivel in die
vaak grote tempeest maakt tussen man en wijf. |
Het xiij. Capittel Die des sondaechs
onder die hoechmisse dwiwater neemt van dier weken en mach hem die duuel niet
tempteren noch op vij. voeten na ghenaken. (Glose) Beerte die onghemaecte
seide daer op die des sondaechs twiwater niet en neemt dien mach de duuel
nacht ende dach ontsienlick op die scouderen sitten ende dies van des
priesters hant niet en neemt. so en heuet cracht noch macht. |
Het 13de hoofdstuk. Die zondags onder de
hoogmis het wijwater neemt van die week mag hem die duivel niet in verzoeking
brengen nog op 7 voeten na genaken. (Uitlegging) Beerte de Ongemaakte zei
daarop; die dat zondags wijwater niet neemt die mag de duivel nacht en dag
onzichtbaar op de schouders zitten en die het van de priesterhand niet neemt
dan heeft hij kracht nog macht. |
Het xiiij. capittel. Die gene die dicwil
benedidet die sonne die mane. ende sterren sijn goet sal dubbeleren ende
vermenichfuldigen (Glose) Jozine saen ghereet seide die tsynen slape gaen
groet die visch sterre. die en sal geen kiekene verliesen ende si sullen
vermenichfuldighen |
Het 14de hoofdstuk. Diegene die vaak dankt
de zon, de maan en sterren, zijn goed zal verdubbelen en vermenigvuldigen.
(Uitlegging) Jozine gelijk Gereed zei; die tot zijn slaap gaat en groet de
vis ster, (1) die zal geen kuikens verliezen en ze zullen vermenigvuldigen. |
(1) teken van de
dierenriem.
Het xv. capittel. Die des merghens tsynen
opstane voer hem een cruys maket ende sijn handen wasschet eer dat hy wt den
huyse gaet so en sal hem die duuel van dien dage niet moghen scaden oft
hinderen ende ist sake dat hijs oec niet en doet so en sal sinen arbeit niet
dyen wat hi oec doet wantet waer beuonden is. (Glose) Daer op seyde geffrine
Die sijn benedicite niet en 27 seyt ouer sijn maeltijt daer sidt die
duuel onsienlijc aen die tafel ende eet ende drinct |
Het 15de hoofdstuk. Die ‘s morgens bij
zijn opstaan voor hem een kruis maakt en zijn handen wast eer dat hij uit het
huis gaat zo zal hem de duivel die dag niet mogen beschadigen of hinderen en
is het zaak dat hij het ook niet doet dan zal zijn arbeid niet gedijen wat
hij ook doet want het waar bevonden is. (Uitlegging) Daarop zei Geffrine; Die
zijn zegening niet zegt aan zijn maaltijd daar zit de duivel onzichtbaar aan
de tafel en eet en drinkt. |
Het xvi. capittel. Wanneer een vrou enich
dinc draecht ter mert wart heeft si den raet dat si tsmergens haren rechteren
voet eerst scoeyt so sal si wel vercopen (Glose Vrou vroech rijp seide dattet
haer dicwijl ghebuert was Als een vrou smergens
om haren stal gaet die koeyen melcken en seit si niet god hoedt v ende sinte
brye. soe smiten coeyen garne achter wt of breken den pot of storten tmelc
(Glose) mits dien hief haer op een oude quene ende seide. alst claf niet eten
een wil noch metten vinger noch anders dats een teiken dat de styer diet wan
geen liefde totter moeder en hadt |
Het 16de hoofdstuk. Wanneer een vrouw enig
ding draag ter markt waart heeft ze de raad dat ze ‘s morgens haar
rechtervoet eerst schoeit, zo zal ze goed verkopen. (Uitlegging) Vrouw
Vroegrijp zei dat het haar vaak gebeurd was. Als een vrouw ‘s
morgens naar haar stal gaat om de koeien te melken en zegt ze niet; God hoed
u en Sint Brie, zo trappen koeien graag achteruit of breken de pot of storten
de melk. (Uitlegging) Mitsdien hief zich op een oude kween en zei; als het
kalf niet eten wil nog met de vingers nog anders, dat is een teken dat de
stier die het won geen liefde tot de moeder had. |
Het xviij. Capittel Ist datmen de wolf
sijn lam niet toe en scicket wt den groten houen daer veel scapen wt gaen nae
dien dat die tiendelammers betaelt zijn so salt die wolf selue nemen hoe
nauwe dat ment wacht (Glose Emmeken vanden stroo seide daer op ist datmen die
wolf niet en biet een lam in die eere vanden lam gods so sullender binnen
dien iare veel siec worden |
Het 18de hoofdstuk. Is het dat men de wolf
zijn lam niet toe beschikt uit de grote hof daar veel schapen uitgaan, nadat
de tiende lammeren betaald zijn zo zal die wolf het zelf nemen, hoe goed dat
men het bewaakt. (Uitlegging) Emmeken van de Stro zei daarop; is het dat men
de wolf niet aanbiedt een lam in de eer van het lam Gods zo zullen er binnen
dat jaar veel ziek worden. |
Het xix. Capittel Die saterdaechs naeder
noenen wermoes pluct om tsondaechs teten die crijget gaerne die stupen
daermen achter rugge af valt (Glose. Janne corthiele seide dattet haer eens gebuerde
in haer ioncheit mer een ionc medicijn genasse daer af soetelic |
Het 19de hoofdstuk. Die zaterdag na de
noen warmoes plukt om zondag te eten die krijgt gaarne de stuipen daar men
van achterover valt. (Uitlegging) Janne Korthiel zei dat het haar eens
gebeurde in haar jeugd, maar een jonge dokter genas haar daarvan zacht. |
Het xx. Capittel Als een man bereet is
te paerde te scriden soe en sa hi lijn swaert niet nemen van sijns wijfs hant
noch geen ander harnas want had hijs te doen het soud hem hinderen. Glose.
Engel groenader seide dattet haren man eens gebuerde want op eenen nacht daer
hy 28 reed sach hi wat quaets ende hi en konde zijn mes niet wt
trecken |
Het 20ste hoofdstuk. Als een man gereed is
te paard te rijden zo zal hij zijn zwaard niet nemen van zijn wijfs hand, nog
geen ander harnas, want zou hij het doen het zou hem hinderen. (Uitlegging).
Engel Groenader zei; dat het haar man eens gebeurde want op een nacht daar
hij reed zag hij wat kwaads en hij kon zijn mes niet uittrekken. |
Het xxi. capittel. Die tegen die son pist
die werdt graueelachtich. Glose. Aecht de roye seide ic meen dattet graueel
coemt van onclaren wijn of anderen dranck te drincken ende alder meest van
riden sonder zadele. |
Het 21ste hoofdstuk. Die tegen de zon pist
die wordt niersteenachtig. (Uitlegging). Aacht de Rode zei; ik meen dat het
niergruis komt van onzuivere wijn of andere drank te drinken en allermeest
van rijden zonder zadel. |
Die conclusie van
deser dachuaert Met desen liet vrou
abonde werc want si niet meer gespreken en konste vanden gerufte der
spinsterssen Ende daer na als si gestilt waren dancten si vrou abonde van
haren leeren ende gheloefdense wel tonthouwen Mer al eer si scheiden kosen si
vrou sibille vanden marassche om tsanderdaechs ter gewoenliker vren te lesen.
Die wyle datsi dus besich waren soe nam ick mijn reescap ende pijnde mi
slapen.29 |Ciiij| DEs
donredaechs tusscen vi. ende vij vren naden auontmale so vergaderden hem de voerscreuen
matronen met noch veel ander dier niet geweest en hadden om te horen vrou
sibillen euangelie Dese vrou sibille was van haer oude moeder gecomen wt
sauoien vander plaets diemen vaudoys hiet van daer dye vaudoysen eerst quamen
van welcker konst si veel onthouden had si was out lvij. iaren magher ende
lanc. In wat vergaderingen datse quam had si ghaerne tdlaetste woert ende so
was si oec een vertelster waerom so waren daer veel meer vrouwen gecomen om
hair te hooren. Gheseten sijnde begonsten si haer theme aldus |
De conclusie van deze dag. Met deze liet vrouw
Abonde het werk want ze kon niet meer spreken van het geroep van de
spinsters. En daarna toen ze gestild waren bedankten ze vrouw Abonde van haar
leer en beloofden die goed te onthouden. Maar al eer ze scheiden kozen ze
vrouw Sibille van het Moeras om de volgende dag ter gewoonlijke uren te
lezen. De tijd dat ze aldus bezig waren zo nam ik mijn gereedschap en dacht
er aan om te slapen. De donderdag tussen 6
en 7 uur na het avondmaal zo vergaderden zich de voor beschreven matronen met
nog veel anderen die er niet geweest waren om te horen vrouw Sibille’s
evangelie. Deze vrouw Sibille was van haar grootmoeder gekomen uit Savoye van
de plaats die men Vaudoys noemt vanwaar de Vaudoysen eerst kwamen van welke
kunst ze veel onthouden had. Ze was oud 57 jaren, mager en lang. In welke
vergaderingen dat ze kwam had ze graag het laatste woord en zo was ze ook een
vertelster waarom er daar veel meer vrouwen gekomen waren om haar te horen.
Gezeten zijnde begon ze haar thema aldus; |
Het eerste capittel Die wil dat sijn
kinder niet bloede en werden so sal de vader als si gedoept sijn hem een
sweert in die hant geuen ende so selense koen sijn haer leuen lanc. Glose.
Vrou vanden maracssh haer suster die bi eenen priester daer ouer deuangelie
liet lesen vanden drie coningen oft gebet van kaerle de groote soe soudet
tkint koen ende victorioes wesen |
Het eerste hoofdstuk. Die wil dat zijn
kinderen niet bang worden zo zal de vader als ze gedoopt zijn hem een zwaard
in de hand geven en zo zullen ze koen zijn hun leven lang. (Uitlegging) Vrouw
van het Moeras, haar zuster, die bij een priester daarover het evangelie liet
lezen van de drie koningen of het gebed van Karel de Grote, zo zou het kind
koen en zegevierend wezen. |
Het ij. Capittel Als twee ionghe lieden
een knecht ende een meissen tsamen een kint heffen so sal die priester
tusscen hem beide staen want gebeurdet dat si namaels malcanderen te houwelic
namen nemmermeer souder vrede tusscen hem beiden zijn. Glose. Een oude quene
seyde daer op dattet waer was ende noch meer waert datse kinder cregen si
souden alle quade sijn doen |
Het 2de hoofdstuk. Als twee jonge lieden,
een knecht en een meisje, tezamen een kind heffen (1) zo zal de priester
tussen hen beide staan want gebeurde het dat ze later elkaar te huwelijk
namen, nimmermeer zou er vrede tussen hen beiden zijn. (Uitlegging) Een oude
kween zei daarop dat het waar was en nog meer als ze kinderen kregen, ze
zouden alle kwaad zijn in het doen. |
(1) bij de doop.
Het iij. Capittel Die vleeschelic sijn
gheuader bekent wetende. en mach nemmermeer in hemelrijck ten si dat dat kint
al willens daer voer penitencie doe eerst voer sijn 30 pete ende na voer
sinen vader (Glose) Cristine die wilde seide dair op Die sijn gheuader te
houwelic neemt also dicke als si vergaderen so dondertet gaerne oft tis
onweder inder zee oft opt aerde |
Het 3de hoofdstuk. Die vleselijk zijn
peetvader bekent wetend mag nimmermeer in het hemelrijk, tenzij dat dit kind
al willens daarvoor penitentie doet, eerst voor zijn peet en erna voor zijn
vader. (Uitlegging) Cristine de Wilde zei daarop; Die zijn peetvader te
huwelijk neemt alzo vaak als ze samen komen zo dondert het graag of het is
onweer in de zee of op de aarde. |
Het iiij. Capittel Die vleeschelic nonnen
bekent. oft gewide vrouwen bi toe doen van enigen priester. weet dat hy
steruet met staende leden ende met meerder pinen dan andere (Glose) Filette
die enge seide waert dat daer af kinder quamen. dat die geneycht waren tot
veel quader auentueren |
Het 4de hoofdstuk. Die vleselijk nonnen
bekent of gewijde vrouwen bij toedoen van enige priester weet dat hij sterft
met staande leden en met meer pijnen dan anderen. (Uitlegging) Filette de
Enge zei; was het dat daarvan kinderen kwamen dat die geneigd waren tot veel
kwade avonturen. |
Het vijfste capittele Eens pape meissen die
in haer sonden verduert totter doot weet datsi tsduuels paert is ende men en derf
voer haer niet bidden (Glose) Een oude quene seide dat die sonde mocht
afgewasscen worden bi bede van den priester ende bi die kinderen die si
crigen al waert datse selden goet eijnde namen |
Het vijfde hoofdstuk. Een priester meisje
die in haar zonden volhardt tot de dood weet dat ze het duivelspaard is en
men durft voor haar niet te bidden. (Uitlegging) Een oude kween zei dat die
zonde afgewassen mocht worden bij bede van de priester en bij die kinderen
die ze krijgen, al was het dat ze zelden goed einde namen. |
Het vi. capittel. Ist dat een waerlic
priester oft een ander bekent een gehude vrouwe nemmermeer en wordt hem die
sonde vergeuen ten si sake dattet hem haer man vergeue (Glose Dat geloue ic
wel sprac daer een oude quene. want ons lieue heere en vergheeft eens anders
recht niet. mer hi vergheuet wel behoudelic partijen haren rechte |
Het 6de hoofdstuk. Is het dat een echt
dat een priester of een andere een gehuwde vrouw bekent, nimmermeer wordt hem
die zonde vergeven tenzij het zaak is dat het hem haar man vergeeft.
(Uitlegging) Dat geloof ik wel, sprak daar een oude kween, want onze lieve
Heer vergeeft een ander zijn recht niet, maar hij vergeeft wel als partijen
hun recht behouden. |
Het vij. Capittele Een man bekennende
twijf van sinen gebuere of anders iemende die sluyt hem seluen die porte van
hemelrijck voer thoeft ende hoe stijf hi clopt so en maecher nochtans niet in
(Glose) Margot clappeye seide datse het nemmermeer geopent en soude werden
dan biden genen die hi verongeliket hadde. |
Het 7de hoofdstuk. Een man bekent het
wijf van zijn buren of iemand anders, die sluit zichzelf de poort van het
hemelrijk voor het hoofd en hoe stijf hij klopt zo mag hij er nochtans niet
in. (Uitlegging) Margot Klapper zei dat het nimmermeer geopend zou worden dan
bij diegenen die hij ongelijk gedaan had. |
Het viij. capittel. Als die priester misse
gesongen heeft. ende enige daer den outaer gaen cussen die en behoren vander
weken 31|Di| vrou te cussen si en hebbense ghetrout Glose. Voer waer
seide daer een oude spinners die daer tegens niet en doen die en selen geen
gebrec hebben van tantswere oft hoeftswere |
Het 8ste hoofdstuk. Als die priester mis
gezongen heeft en enige daar het altaar gaan kussen, die behoren van de week
de vrouw te kussen die ze hebben getrouwd. (Uitlegging) Voorwaar, zei daar
een oude spinster, die het daartegen niet doen die zullen geen gebrek hebben
van tandpijn of hoofdpijn. |
Het negenste capittel. Als een vrou met kinde
haer kint meer draghet in die rechte side ende dat si gaerne venisoen etet
ende gevolget ende datsi gaerne hoert spreken van ternoien ende steecspelen
weet voerwaer dat si eene sone draget Glose) mabelie seide daer op als een
vrou meest kint in haer slincke side draget ende datsi begeert te dansen ende
te horen spelen op eenich instrument. dat is een teiken datsi een dochter
draecht |
Het negende hoofdstuk. Als een vrouw met kind
haar kind meer draagt in de rechter zijde en dat ze graag wildbraad eet en
gevogelte en dat ze graag hoort spreken van toernooien en steekspelen, weet
voor waar dat ze een zoon draagt. (Uitlegging) Mabelie zei daarop; als een
vrouw het meest een kind in haar linkerzijde draagt en dat ze begeert te
dansen en te horen spelen op enig instrument, dat is een teken dat ze een
dochter draagt. |
Het x. capittel. Begeert een vrou die
draget te weten wat vruchten dat si draget so hoortse spreken. ende ghi
sullet by haer seluen weten want als si vraget wat kint dunct v dat ic drage
ende ghi antwoert eenen sconen sone ist datse dan niet root en wert so weet
dattet een dochter is (Glose) Laurette die spinster seide daer op. Eest dat
dye vrouwe den rechten voet meer voertset dan den slincken so draecht si
eenen sone ende anders een dochter |
Het 10de hoofdstuk. Begeert een vrouw die
draagt te weten welke vrucht dat ze draagt zo hoor haar spreken en gij zal
het bij haarzelf weten want als ze vraagt welk kind denkt u dat ik draag en
gij antwoord een mooie zoon, is het dat ze dan niet rood wordt zo weet dat
het een dochter is. (Uitlegging) Laurette de Spinster zei daarop; Is het dat
de vrouw de rechtervoet meer voortzet dan de linker zo draagt ze een zoon en
anders een dochter. |
Het xi. Capittel Als een man natuerlic
een kint wint. const hem dan gedencken hoe hem doe te moede was ende daer na
men en behoefde niemens anders raet wat kint sijn wijf droege dan hem want
wint hi een sone hi en verkeerter maer een luttel af om deswil dat hi sijns
gelijc wint mer als hi een dochter wint die is buyten sijnre complexien so
wint hi hem seluen verkeert ia ij. oft drie daghen lanc (Glose) Perotte
galoise seyde als een vrou een knapelkint ontfaen heeft soe draecht si
deerste iij. maenden scoon mer dander ses maenden 32 vallet haer
swaerder dan van een dochter Nochtans boet haer die dochter meer lidens aen
dye eerste dry maenden |
Het 11de hoofdstuk. Als een man natuurlijk
(1) een kind wint kon hij zich hem dan bedenken hoe het hem toen te moede
was, daarna behoeft men niemand anders raad welk kind zijn wijf droeg dan
hem, want wint hij een zoon en hij verandert er maar weinig van omdat hij
zijn gelijke wint, maar als hij een dochter wint en hij is buiten zijn
karakter en zo vindt hij zichzelf veranderd, ja 2 of drie dagen lang.
(Uitlegging) Perotte Gallier zei; als een vrouw een knaapje ontvangt zo
draagt ze het de eerste 3 maanden mooi, maar de andere zes maanden valt het
haar zwaarder dan van een dochter. Nochtans geeft haar de dochter meer lijden
aan de eerste drie maanden. |
(1) getrouwde man.
Het xij. Capittel Als ghi die hoenderen
siet yewers onder vergaderen. ende sculen dats een teiken van vulen weder.
(Glose) Nadat wi van hoendren spreken seide Emmekijn trumeliere so sal icker
v wonder afseggen want als ghi hoenderen gecopt wilt hebben so moet ghi op v
hoeft eenen sack setten metten hoeken op waert als ghi v eyeren te broeden
settet ende die kuken sullen al ghecopt wesen. |
Het 12de hoofdstuk. Als ge de hoenders
ziet ergens onder verzamelen en schuilen, dat is een teken van slecht weer.
(Uitlegging) Nadat wij van hoenders spreken, zei Emmekijn Trumeliere, zo zal ik
er u wonder van zeggen want als gij hoenderen gekopt wil hebben zo moet ge op
uw hoofd een zak zetten met de hoeken opwaarts als gij uw eieren te broeden
zet en de kuikens zullen alle gekopt wezen. |
Het xiij. Capittel Mijn lieue vriendinnen
ende gebueren als ghi opter heimelicheit gaet so wacht uwen aers te vagen met
bladeren ende ghi en sult nemmermeer gequelt sijn vanden ongemake datmen de
wolf heet. Glose) Kalle cortehiel seide dat sijt eens dede ende si en konde
nyet gedueren vander spenen si meynde dat die duuel int cruyt was |
Het 13de hoofdstuk. Mijn lieve vriendinnen
en buren als ge op het toilet gaat zo wacht uw aars te vegen met bladeren en
ge zal nimmermeer gekweld zijn van het ongemak dat men de wolf (1) noemt.
(Uitlegging) Kalle Korthiel zei dat zij het eens deed en ze kon het niet
verduren van de aambeien, ze meende dat de duivel in het kruid was. |
(1) naam van een om
zich vretend ongemak.
Het xiiij. Capittel Als een kint eerst
geboren is. so wacht dathet opten slincken arm eerst geleyt si want inder
waerheit het soude sijn leefdage slincx wesen. Glose. Martine seide te desen
propoeste doet ghi uwen man daensichte keren ten oesten waert als hi int werc
ter minnen onledich is wint hi een kint dat sal een sone wesen. |
Het 14de hoofdstuk. Als een kind net
geboren is zo wacht dat het op de linkerarm eerst gelegd wordt want, in de
waarheid, het zou zijn leven lang links wezen. (Uitlegging). Martine zei tot
dit voorstel; laat ge uw man het aanzicht keren ten oosten waart als hij in
het werk der minnen bezig is en wint hij een kind dan zal dat een zoon wezen. |
Het xv. capittel. Die hem tsnachts
spiegelt in eene spiegel voerwaer hi siet den duuel ende hi wordes te
leeliker. Glose. Beele kaennose seide datter spiegelen sijn met bruynen
glazen mer si rieken qualijck |
Het 15de hoofdstuk. Die hem ‘s nachts
spiegelt in een spiegel, voorwaar hij ziet de duivel en hij wordt lelijker.
(Uitlegging) Beele Kaanneus zei dat er spiegels zijn met bruine glazen, maar
ze ruiken kwalijk. |
Het xvi. capittel. Die victorieus wesen
wil in stride oft gheluckich in comenscapen die doe sijn hemde aen dachterste
voren 33|Dij| of auerechts (Glose) Dese regel en liecht nemmermeer op dat
de man geen orloge en heeft tegen sijn wijf want woude hi die smiten so soude
hijt verliesen. |
Het 16de hoofdstuk. Die overwinnend wezen
wil in strijd of gelukkig in koopmanschap die doet zijn hemd aan achterste
voren of omgekeerd. (Uitlegging) Deze regel
liegt nimmermeer opdat de man geen oorlog heeft tegen zijn wijf want
wou hij die smijten zo zou hij het verliezen. |
Het xvij. Capittel Als een vrouwe eenen
hane heeft die traech ende luyachtich is so sal si hem enyuijn doen eten ende
smeren hem daer mede sinen kam so sal hi cloec worden. ende sijn recht vanden
hinnen wachten Glose) Die vinden conde seide marotte ridder cruyt dat dye
trage mannen wacker maecte ick souts crighen al waert dat my mijn hemde
costen soude |
Het 17de hoofdstuk. Als een vrouw een haan
heeft die traag en luiachtig is zo zal ze hem ui laten eten en besmeren hem
daarmee zijn kam dan zal hij kloek worden en zijn recht van de hennen
wachten. (Uitlegging) Die vinden kon, zei Marotte Ridder, kruid dat de trage
mannen wakker maakte, ik zou het krijgen al was het dat het me mijn hemd
kosten zou. |
Het xviij. Capittel Die cleijn hondekens
ophouden ende voeden wilt dye sal smergens sijn hande wasscen in een deel
waters ende in dat water salmen tbroot nat maken dat si eten. ende geuen hem
van dien water oec te drinken so en sullen si niet meer wassen Glose) Ic
geloue wel dattet waer is seide daer een mermarot pelee mijn oude moeder
plachse te houden in eenen pot ende dan en konsten si niet meerder gewassen
dan den pot en was |
Het 18de hoofdstuk. Die kleine hondjes
ophouden en voeden wil die zal ‘s morgens zijn handen wassen in een deel
water en in dat water zal men het brood nat maken dat ze eten en geven hen
van dat water ook te drinken, zo zullen ze niet meer groeien. (Uitlegging) Ik
geloof wel dat het waar is, zei daar Mermarot Pelee, mijn oude moeder plag ze
te houden in een pot en dan konden ze niet meer groeien dan de pot groot was. |
Het xix. Capittel Als een wijf op staet des
nachts pissen eer den haen driewerf gecrayt heeft ende si ouer haren man
scrijt weet voerwaer al had hi eenigen lust om haer vrienscap te doen het
soude hem vergaen ten si dat si haer wederkeerde in de plaetse van daersi
ouerscrijde. Glose) Maroye ployaert seyde dat dat is naden eersten crayene
vanden haen ende si mach haer sonder begrijp keeren daer si wilt |
Het 19de hoofdstuk. Als een wijf opstaat
‘s nachts om te pissen eer de haan drie maal gekraaid heeft en ze over haar
man schrijdt, weet voor waar, al had hij enige lust om haar vriendschap te
doen het zou hem vergaan tenzij dat ze weerkeerde in de plaats van daar ze
hem overschreed. (Uitlegging) Maroye Ployaert zei; dat dit is na de eerste
kraai van de haan en ze mag zich zonder aanval keren daar ze wil. |
Het xx. capittel. Voerwaer mijn gebueren
als ghijt seer hoort wayen dats een teiken van verraderien oft van quade
tidingen Glose) Dat is een teiken dicwil geproeft 34 |
Het 20ste hoofdstuk. Voorwaar mijn buren als
gij het zeer hoort waaien dat is een teken van verraad of van kwade
tijdingen. (Uitlegging) Dat is een teken vaak beproefd. |
Het xxi. Capittel Als een man den wech
henen rijdt ende hem een vrou te gemoet coemt al spinnende dat is een quaet
gemoet ende daer om sal hi keeren ende riden een anderen wech Glose) Jaquette
seide daer op waert dat dye vrou haren spinroc bercht in haren scoot of
achter haer in die manier en mochtet niet hinderen mer viel hy van sinen
paerde soe moecht hi hem wel seer doer. |
Het 21ste hoofdstuk. Als een man de weg
heen rijdt en hem een vrouw tegemoet komt al spinnende, dat is een kwade
ontmoeting en daarom zal hij keren en rijden een andere weg. (Uitlegging)
Jaquette zei daarop; was het dat die vrouw haar spinrok verborg in haar
schoot of achter haar, op die manier mocht het niet hinderen, maar viel hij
van zijn paard zo mocht hij zich wel bezeren erdoor. |
Het xxij. Capittel Ic seg v voer mijn
conclusie wilt een vrou dat haer haer man oft boel hertelic minne dye leg in sijn
slincken scoe een blat van een notboem geraept op sint ians auont tot datmen
noen luyt ende hy salse wonderlick lief hebben Mettien begonsten de vrouwen
te lachen ende te verwonderen vanden seer notablen euangelien die vrou sibil
wt geleit had ende voirwaer hem docht wel dat de werrelt noch namaels bi dese
capittelen geleert soude werden Nv hoort seide dair een oude seer crom was
het is donderdach dat een dach is van recreatien die vetste vander weken het
waer goet dat wi een cleijn bancket maecten om ons te vermaken ter eeren van
onse meesterssen die ons tot hier toe geinstrueert hebben van goede leringen
daer wi naemaels grotelick ghepresen sellen worden ende bouen dye mans noch
blidelike domineren Voerwaer seide daer eene ghi segt wonderlyke wel ic wil
gaen sien oft ployaert mijn man slaept ende bringen een dousijn eyeren mede
Doe seide daer een ander ende ic gae om meel ende boter soe moghen wi wafelen
backen. Een ander oude geheten florette vanden velde ginc om een pot wijns.
Een yegelijc ga hem stellen die wijle si dus besich waren verloes 35 |Diij| ic mi want mi
den groten vaeck verwan |
Het 22ste hoofdstuk. Ik zeg u voor mijn
conclusie; wil een vrouw dat haar man of geliefde je hartelijk bemint leg in
zijn linkerschoen een blad van een notenboom geraapt op Sint Jans avond
totdat men noen luidt en hij zal haar wonderlijk lief hebben. Meteen begonnen
de vrouwen te lachen en te verwonderen van het zeer notabele evangelie die
vrouw Sibil uitgelegd had en voorwaar ze dachten wel dat de wereld nog later
bij dit hoofdstuk geleerd zou worden. Nu hoor, zei daar een oude die zeer
krom was, het is donderdag dat een dag is van verpozing en de vetste van de
week, het was goed dat we een klein banket maakten om ons te vermaken ter
eren van onze meesteressen die ons tot hier toe geïnstrueerd hebben van goede
leringen daar we later groots van geprezen zullen worden boven de mannen en
nog blijde domineren. Voorwaar, zei daar ene, ge zegt wonderlijk goed, ik wil
gaan zien of Ployaert, mijn man slaapt en breng een dozijn eieren mee. Toen
zei daar een andere; en ik ga om meel en boter en zo mogen we wafels bakken.
Een andere oude, geheten Florette van de Velde, ging om een pot wijn.
Iedereen ging zich stellen en de tijd dat ze bezig waren verloor ik mij want
me de grote vaak (slaap) overwon. |
Het veruolch vander
dachuaert des vridaechs ghedaen bi vrou Gomberde Als die vridach quam al eer vrou gombaerde comen was so vertelden si haer
goede chiere. die si tsauonts gemaect hadden na dat ic wech was vrou mabelie
sprac tot Floretten vanden velde. Segt ghebuer hoe voerdi ghisternauont doen
ghi de derde pinte so wel getoeft had Si antwoerde ser wel mer die slaper
mijn man sliept al doere sonder hem iet te verruren al soudi ramp hebben.
ende ghi vrou mehaute hoe 36 mocht ghi doen want het sceen al v te
wesen en wecte ghi ployaert uwen man niet doe ghi slapen quaemt Aylacen
antwoerde vrou mehaute men machen voertaen wel met gemake laten wanttien
doech niet meer ia min dan niet dat hi qualic varen moet want hi is so cout
ende so traech al waer hy van stene ghemaect Doe seide dair noch een ionc
meissen. Vrou mehaute ghi die so out sijt soudi noch willen alsulc dinc
gedaen hebben hebdi noch aderen die derwers trecken Doe seide vrou mehaute als
seer gestoert stellende haer handen in hair side Voerwaer ic heb noch een
ader daertoe ende om dat te begeren en derfmen niet sien na douderdom mer
naden goeden wil. Weet oec voerwaer dat mi noch die boter inden mont smelt al
ist saec dat ic niet wel en can noten gecraken om datic maer eenen tandt en
heb Doe quam vrou gombeert die fraye om te bestaen haer euangelie. van welker
comst si hem begonsten te stillen al vielt hem suer want vrou mehaute was so
ontset ende verbolgen om deswil datsi die mer lxxvij. iaer out was geheeten
was out te syne Ten laetsten doch so sweech si als sijer lange genoech om
gebeden was Ende so nam ic mijn penne bereet om voert te scriuen tghene dat
my vrou Gombeerte seggen soude mer al eer ick voerder vare wil ic v eerst
segghen wie dese doctoresse vrou gombeerde was si was van harer moeder weghen
van auensuen ende van haers vaders wegen wt peemont ende was genoech van
sconen ende simpelen manieren vore die lieden. want si scaut haer seluen edel
te wesen Mer die wat verloren had dien wijsde sijt ende die yewerts een
heymelic meissen te doen 37 hadde dien gheriefde si om heusschen loon
ende met dier practiken onderhielt si haer meest. si was subtijl soe hierna
bi haren lessen wel schinen sal. Als si was gheseten begonste si aldus |
Het vervolg van de dag van vrijdag gedaan door vrouw
Gombeerd. Toen de vrijdag kwam
al eer vrouw Gombeerd gekomen was zo vertelden ze hun goede sier die ze ‘s
avonds gemaakt hadden nadat ik weg was. Vrouw Mabelie sprak tot Floretten van
de Velde; Zeg buur, hoe ging je gisteravond toen ge de derde pint zo goed
geproefd had? Ze antwoordde; zeer goed, maar die slaper, mijn man, sliep
geheel door zonder zich iets te verroeren al zou hij ramp (1) hebben. En gij
vrouw Mehaute, hoe mocht gij doen want het scheen al op te wezen en wekte gij
Ployaert, uw man, niet toen gij slapen kwam? Aylaas, antwoordde vrouw
Mehaute, men mag hem voortaan wel met gemak laten want hij deugt niet meer,
ja minder dan niet dat hij slecht moet gaan want hij is zo koud en zo traag
al was hij van steen gemaakt. Toen zei
daar noch een jong meisje; Vrouw Mehaute, gij die zo oud bent zou ge nog
willen al zulke dingen gedaan hebben, heb je nog aderen die derwaarts
trekken? Toen zei vrouw Mehaute, als zeer verstoord en stelde haar handen in
haar zijde; Voorwaar, ik heb nog een ader daartoe en om dat te begeren durft
men niet om te zien naar de ouderdom, maar naar de goede wil. Weet ook
voorwaar dat me nog de boter in de mond smelt, al is het zaak dat ik niet
goed kan noten kraken omdat ik maar een tand heb. Toen kwam vrouw Gombeerd de
Fraaie om te bestaan haar evangelie, van wiens komst ze hen begonnen te
stillen, al viel het hen zuur want vrouw Mehaute was zo ontzet en verbolgen
omdat ze, die maar 77 jaar oud was, geheten oud werd genoemd. Tenslotte toch
zo zwegen ze toen zij er lang genoeg om gebeden waren. En zo nam ik mijn pen
bereidt om voort te schrijven hetgeen dat me vrouw Gombeerd zeggen zou, maar
al eer ik verder ga wil ik u eerst zeggen wie deze doctores vrouw Gombeerd was.
Ze was van haar moeders kant van Avensuen en van haar vaders kant uit
Piedmont en was genoeg van schone en eenvoudige manieren voor de lieden, want
ze beschouwde zichzelf edel te wezen. Maar die wat verloren had die wees zij
het en die ergens een heimelijke meisje te doen had die geriefde ze om heus
loon en met die praktijken onderhielt ze zich meest. Ze was subtiel zoals
hierna bij haar lessen wel schijnen zal. Toen ze was gezeten begon ze aldus; |
(1) ziekelijk
verschijnsel, kramp of vallende ziekte
Het eerste capittel Nv hoert ende laet
wesen v gherufte ende laet ons beginnen ter eeren vanden vridach daer wy inne
sijn te sprekene vanden heilighen sacramente des huwelics, wantic heb vij.
mans ghehadt ende nyet te min quame die achte na minen passe ic souder na
luysteren. Ende op dat hi mi seer lief mocht crigen soe soude ic hem teten
geuen wermoes des noens op sint ians auont ghepluct ende voerwaer hi en soude
mi niet konnen gelaten om eenighe ander hoe ionc die oec waren (Glose) Daer
op seide beelken corthiele stake een wijf in haers mans ore capoene plumen
die kieken geleit had ende thaer vanden rechteren voet ende thaer van sinen
hoefde. ende thaer vander kattensteerte hi en mocht nemmermeer haer liefde
vergeten |
Het eerste hoofdstuk. Nu hoort en laat wezen
uw gerucht en laat ons beginnen ter eren van de vrijdag daar we in zijn om te
spreken van het heilige sacrament van het huwelijk want ik heb 7 mannen gehad
en niettemin kwam de achtste naar mij hierna, ik zou er naar luisteren. En
zodat hij me zeer lief mocht krijgen zo zou ik hem te eten geven warmoes in
de noen op Sint Jans avond geplukt en voorwaar hij zou me niet kunnen
verlaten om enige andere, hoe jong die ook waren. (Uitlegging) Daarop zei
Beelken Korthiel; stak een wijf in haar mans oren kapoenenpluimen (1) die
kuikens gelegd had en het haar van de rechtervoet en het haar van zijn hoofd
en het haar van de kattenstaart, hij mocht nimmermeer haar liefde vergeten. |
(1) gecastreerde haan
kan geen kuikens krijgen.
Het ij. capittel. Wil een wijf besorgen
datse haer man niet en smite soe moet si nemen alle sijn hemden ende leggense
onder den outaer als die prochiaen die passie leest. opten goeden vridach
ende doen hem dye cleeden tsonnendaechs also lange als hi die gecleet heeft.
so sal hi sinen wiue goetelick wesen ende niet smiten. |
Het 2de hoofdstuk. Wil een wijf bezorgen
dat haar man haar niet smijt zo moet ze nemen al zijn hemden en leggen ze
onder het altaar als de priester de passie leest op Goede Vrijdag en doen hem
die klederen zondag aan, alzo lang als hij zo gekleed is zo zal hij zijn wijf
goedaardig wezen en niet smijten. |
Het derde capittel Wil een wijf dat een
man sijn een kint lieuer heeft dan dander. soe doe hem eten beide deynden
vanden oren van sinen honde deen helft ende dander helft den kinde si sullen
malcanderen so lief hebben dat si deen 38 vanden anderen niet en
sullen connen gedueren |
Het derde hoofdstuk. Wil een wijf dat een
man zijn ene kind liever heeft dan de andere zo laat hem eten beide einden van
de oren van zijn hond, de ene helft en de andere helft het kind, ze zullen
elkaar zo lief hebben dat ze de een van de andere niet zullen kunnen
verduren. |
Het iiij. capittel. Wil een wijf haren man
alle zijn kinder doen liefhebben bouen mate so neme van alle dier kinder
pisse ende schone claer water ende laet hem daer inne onwetens sijn handen
ende sijn aensichte dwaen negen dagen lanc ende hi salse bouen maten
liefhebben. |
Het 4de hoofdstuk. Wil een wijf haar man
al zijn kinderen bovenmate laten liefhebben, zo neem van alle die kinderen
pis en schoon helder water en laat hem daarin onwetend zijn handen en zijn
aangezicht wassen negen dagen lang en hij zal ze bovenmate liefhebben. |
Het v. capittel Die sinen hont behouden
wilt dat hi niet verwoet en worde die gheue hem alle dage tsmergens teten een
broc of twee vanden seluen brode. dat des sondaechs lest leden ter
offerhanden is ghedragen gheweest. |
Het 5de hoofdstuk. Die zijn hond behouden
wil zodat hij niet dol wordt, die geeft hem alle dagen ‘s morgens te eten een
brok of twee van hetzelfde brood dat ‘s zondag laatst geleden ter offerhanden
is gedragen geweest. |
Het vi. Capittel Wil een wijf dat haer
coyen so veel melcx gheuen als haer gebueren coyen soe sal si alle daghe als
si haer coyen melct de selue wriuen mit goeden crude. dat op sint ians auont
gepluct is tot datmen noene luyt (Glose) Ic meene seide ianne hoelkake. die
dat cruyt also op sint ians auont ghepluct leide bouen der doren vanden stal
daer die coyen slapen. seggende dat se god ende die goede sinte brye behoeden
wille datse alle daghe melc gheuen sullen soe langhe soe badt |
Het 6de hoofdstuk. Wil een wijf dat haar
koeien zo veel melk geven als haar buren koeien, zo zal ze alle dagen als ze
haar koeien melkt die wrijven met goede kruiden dat op Sint Jans avond
geplukt is totdat men noen luidt. (Uitlegging) Ik meen, zei Janne Hoelkaak,
die dat kruid alzo op Sint Jans avond geplukt legt boven de deur van de stal
daar de koeien slapen en zeggen dat ze God en de goede Sint Brye behoeden wil
dat ze alle dagen melk geven zullen zo lang ze zo bid. |
Het vij. Capittel Die van sine coyen wil
hebben versce boter winters ende somers die salse leiden als si lopich sijn
drieweruen om den stier ende latense hem beriecken sonder raken ende laten
daer na bespringen soe hebdi altijt winter ende somer versce boter |
Het 7de hoofdstuk. Die van zijn koeien
wil hebben verse boter, winters en zomers, die zal ze leiden als ze lopig
zijn drie maal om de stier en laat ze hem ruiken zonder aan te raken en laat
ze daarna bespringen, zo heb je altijd winter en zomer verse boter. |
Het viij. capittel. Een vrouwe die haer
catte niet verliesen en willet die smere haer vier voeten dri auonde met
botere. soe en sceidet si nemmermeer van dien huyse 39|Diij| |
Het 8ste hoofdstuk. Een vrouw die haar kat
niet verliezen wil die besmeert haar vier voeten drie avonden met boter, zo
scheidt ze nimmermeer van dat huis. |
Het ix. Capittel Ist dat eenich persoen
etet van eender beesten die de wolf verworget heeft oft af gheten die persone
en sal ter nauwer noot niet versceiden connen ten si dat dye wolf eerst doot
is (Glose) Ymmers ten minsten en sal hi niet konnen ghespreken ten si dat hi
sine beuaert ghedaen heeft tot sinte lupus |
Het 9de hoofdstuk. Is het dat enig
persoon eet van een beest die de wolf gewurgd heeft of afgegeten, die persoon
zal ternauwernood niet verscheiden kunnen, tenzij dat die wolf eerst dood is.
(Uitlegging) Immers tenminste zal hij niet kunnen spreken, tenzij dat hij
zijn bedevaart gedaan heeft tot Sint Lupus. (wolf) |
Het x. capittel Alsmen witte monicken
siet gaen of riden achter lande so en salmen des weechs niet reisen wanttet
dan gaerne leelick weder is. (Glose). Sommighe vroede vrouwen seide mariotte
pelee hebben geseit dattet ghemoet van eenen witten monnick smergens een
quaet teyken is mer van eenen swarten monnick isset goet op dat hi niet wits
en heuet |
Het 10de hoofdstuk. Als men witte monniken
ziet gaan of rijden in achter landen zo zal men die week niet reizen want het
dan graag lelijk weer is. (Uitlegging). Sommige verstandige vrouwen, zei
Mariotte Pelee, hebben gezegd dat het ontmoeten van een witte monnik ‘s
morgens een kwaad teken is, maar van een zwarte monnik is het goed opdat hij
niets wits heeft. |
Het xi. Capittel Als een bruyt ghaet wt
haren huyse ter kercken waert om te trouwen haren brudegom dye beste bede
ende wensch diemen haer doet ende biedt dye blijft haer. ia op dat si ter
stont daer af danct anders en soudet niet baten (Glose) Daer op seyde een
goede ghesellinne gheheeten pierine blaulippe Dat capittel heb ic niet al
warachtich beuonden want doen ic ginc trouwen Jan blaulip myne man groette
mi. mijn grootmoeder biddende dat ic moest hebben goet stijf gemoet dies icse
dancte mer nochtans gebuerddet mi anders god betert. |
Het 11de hoofdstuk. Als een bruid gaat uit
haar huis ter kerk waart om te trouwen haar bruidegom, het beste bede en wens
die men haar doet en biedt die blijft haar, ja opdat ze terstond daarvan
bedankt, anders zou het niet baten. (Uitlegging) Daarop zei een goede gezellin
geheten Pierine Blauwlip; Dat
hoofdstuk heb ik niet al waarachtig bevonden want toen ik ging trouwen Jan
Blauwlip, mijn man, groette me mijn grootmoeder biddende dat ik moest hebben
goed stijf gemoed, dus ik bedankte haar, maar nochtans gebeurde het me
anders, God betert. |
Het xij. Capittel Men en soude
nemmermeer hinnen oft enden eyeren te broeden setten des vridaechs. want die
kieken dier af comen worden gaern vanden vogelen of dieren verbeten 40
Glose) Voerwaer seide maroye pollaerts. Ic heb horen seggen datmen geen eyer
en sal te broeden setten. tdaechs voer dat dye mane ontfaet. ende tsdaechs
daer na want si selden wel eynden |
Het 12de hoofdstuk. Men zou nimmermeer
hennen of eenden eieren te broeden zetten op vrijdag want de kuikens die er
van komen worden graag van de vogels of dieren gebeten. (Uitlegging)
Voorwaar, zei Maroye Pollaerts; Ik heb horen zeggen dat men geen eieren zal
te broeden zetten de dag voordat de maan ontvangt en de dag daarna, want ze
zelden goed eindigen. |
Het xiij. Capittel Als een der vrouwen
dye kele ioket dat is goede maer want si corts ter bruloft of ten kinderbedde
gaen sal maken gode chier. maer als haer thoeft iucket dat is quade maer want
daer geern slagen na volgen glose Perette lange mamme seide als een man sijn
kele ioket die onderwilen zijn wijf heeft geslagen gehad dat is een teken van
hangen mer als si hem ioket na dien dat hi vrienscap met haer gedaen heeft
dat is een teiken van wijn te drincken |
Het 13de hoofdstuk. Als van een van de
vrouwen de keel jeukt is dat goed nieuws want ze zal kort daarna ter bruiloft of te kinderbed gaan en
zal maken goede sier, maar als haar het hoofd jeukt dat is slecht nieuws,
want daar graag slagen na volgen. (Uitlegging) Perette lange Mammen zei; Als
een man zijn keel jeukt die ondertussen zijn wijf heeft geslagen, dat is een
teken van hangen, maar als ze hem jeukt nadat hij vriendschap met haar gedaan
heeft is dat een teken van wijn te drinken. |
Het xiiij. capittel. Alsmen die vledermusen
vliegen siet omtrent een huys van daer waert goet vertrocken. want dat es een
teiken datmer tydeliken tvier in steken sal. |
Het 14de hoofdstuk. Als men die
vleermuizen vliegen ziet omtrent een huis weg is het goed te vertrekken want dat
is een teken dat men er gauw het vuur in steken zal. |
Het xv. Capittel Die tsauons zijn
tafellaken laet liggen gedect op dye tafel so dat die musen die crumen comen
eten die daer af smorgens etet sal swarte tanden crigen ende selen hem daer
na rotten (Glose. Guldemont seide daer op datmen swarte tanden criget van
heete pottagie teten ende sonderlinge heete koolen of wermoes |
Het 15de hoofdstuk. Die ‘s avonds zijn
tafellaken laat liggen gedekt op de tafel zodat de muizen de kruimels komen
eten en die daarvan ‘s morgens eet zal zwarte tanden krijgen en zullen hem
daarna verrotten. (Uitlegging) Goudenmond zei daarop dat men zwarte tanden
krijgt van hete stamppot te eten en vooral hete kolen of warmoes. |
Het xvi. Capittel Als een ionc knapelkint
ierst geboren is. so salment den vader dragen ende stotent metten voeten voir
sijn borst ende dat kint en sal nemmermeere quaet eynde doen Glose) Fremine
die vale seyde daer op als een vrou gelegen is van een dochter so salmen die
dochter setten opter vrouwen borst seggende god make v een berue vrouwe ende
nemmermeer en salse scaem\te 41|Diiij| hebben van haren lichaem |
Het 16de hoofdstuk. Als een jonge knaap
net geboren is zo zal men het naar de vader dragen en stoten het met de
voeten voor zijn borst en dat kind zal nimmermeer kwaad einde doen.
(Uitlegging) Fremine de Vale zei daarop; Als een vrouw gelegen is van een
dochter zo zal men die dochter zetten op de vrouwenborst en zeggen God maakt u een brave vrouw en
nimmermeer zal ze schaamte hebben van haar lichaam. |
Het xvij. Capittel Als een vrou bi haren
man leit ende lieuer een sone hadde dan een dochter so salse haer hant
gesloten houden also lange als die man daer ouer onledich is. ende het sal
eyntelic een soen wesen (Glose) Sommighe oude matronen houden dat die eenen
sone maken wilt des mergens metten dage moet hien maken mer een dochter
tsauons metter nacht |
Het 17de hoofdstuk. Als een vrouw bij haar
man ligt en liever een zoon had dan een dochter zo zal ze haar hand gesloten
houden alzo lang als de man daarmee bezig is en het zal uiteindelijk een zoon
wezen. (Uitlegging) Sommige oude matronen houden het erop dat die een zoon
maken wil ‘s morgens met de dag moet hij hem maken, maar een dochter ‘s
avonds met de nacht. |
Het xviij. Capittel Een vrou die wil hebben clein kinderen
dye wile dat si draget die sal haer tsmergens onnuchteren met eenre
gheroester crumen wittebroets in wine ende het kint dat si draecht sal clein
wesen Een oude die daer was seide ic geloue best dat die cleyne kinderen
comen meest bi gebreke vander maen want dye mans hebben dan minst merch inne. |
Het 18de hoofdstuk. Een vrouw die wil hebben kleine kinderen
en de tijd dat ze draagt zal ze zich ‘s morgens ontnuchteren met een
geroosterde kruim witte brood in wijn en het kind dat ze draagt zal klein
wezen. Een oude die daar was zei; Ik geloof best dat de kleine kinderen komen
meest bij gebrek van de maan want de mannen hebben dan het minste merg
binnen. |
Die conclusie vander
spinninge des vridaechs Om deser glosen wil wert groot ghescal
van lachen ende anders sonder dat si deen den anderen verstonden also dat ic
mijn papier opuoude ende ic meende hem wel ontslopen hebben mer ic en const
van enige die mi versaegen ende so baden si mi dat ic bi hem doch weder comen
woude des ander daechs auonts ter gewoenliker vren om hair dingen te eynden
ende dat ouerscot vanden euangelien te bescriuen so vrou berte vanden horen
die lesen soude ende daer si haer articulen souden sluten ic bedenckende dat
die ghene die dient ende nyet en voldient. sijnen loen verliest ende
consenteerdet willichliken. Ende soe liet ickse daer packen haer kudzen ende
bagagyen. ende ghincker mijnre varden 42 |
De conclusie van het spinnen van vrijdag. Vanwege deze uitlegging werd groot geschal
van lachen en anders zonder dat de een de ander verstond alzo dat ik mijn
papier opvouwde en ik meende hen wel ontslopen te hebben, maar ik kon niet
van enige die me zagen en zo baden ze me dat ik bij hen toch weer komen wou
de volgende dag ‘s avonds ter gewoonlijke uur om hun dingen te eindigen en
dat overschot van het evangelie te beschrijven zo vrouw Berte van de Horen
die lezen zou en daar ze hun artikels zouden sluiten. Ik bedenk dat diegene
die dient en niet ten einde dient zijn loon verliest en stemde het gewillig
toe. En zo liet ik ze daar pakken hun koetsen en bagage en ging er mijn vaart. |
Hier beghint
dewangelie des saterdaechs ghedaen bi vrou berte vanden horen DEs saterdaechs auonts omtrent den ses vren nae dat ic mijn gereescap gemaect
had so vondic daer van onsen scolieren die algereet begonsten haer spillen
tonthaspelen wantsi en mochten niet spinnen om des saterdaechs ende onser
lieuer vrou wille Ende cortelinge quam daer vrou beerte vanden horene
verselscapt met veel van haren vriendinnen ende gebueren om haer euangelien
te lesen mer eer ic daer mede voert vare wilic v segghen van harer geboerten 43|Ei|
Vrou beerte was vanden ouderdom. omtrent van lxxx. iaren of meer Si was
dochter voertiden. reinaerts vanden horen dat een wonderlic seer wijs man was
in konst van gramarien ende daer na was hi te mompeliers daer hi medicine
gestudeert heeft. daer vrou berte sijn dochter sterclijc af leerde Vrou berte
doe si gehoer hadde vercregen soe seide sy mijn gebueren ende vriendinnen na dien
dattet mijn behoerte is in onsen dinghen te sluten so sal ic mi quiten nae
mijn beste van des ic onthouwen heb aengaende medicinen twelc wilt onthouwen
ende uwen memorien beuelen wantet dies waerdich is. |
Hier begint het evangelie van de zaterdag gedaan bij
vrouw Berte van de Horen. Die zaterdagavond
omtrent zes uur nadat ik mijn gereedschap gemaakt had zo vond ik daar van
onze scholieren die alreeds begonnen hun spillen te onthaspelen want ze
mochten niet spinnen vanwege de zaterdag en onze lieve Vrouw. En gauw kwam
daar vrouw Berte van de Horen in gezelschap met veel van haar vriendinnen en
buren om haar evangelie te lezen, maar eer ik daarmee voort ga wil ik u
zeggen van haar geboorte. Vrouw Berte was van de ouderdom omtrent van 80
jaren of meer. Ze was dochter vroeger van Reinaerts van den Horen die een
wonderbaarlijk zeer wijs man was in kunst van grammatica en daarna was hij te
Montpelliers daar hij medicijnen gestudeerd heeft waar vrouw Berte, zijn
dochter, zeer veel van leerde. Vrouw Berte, toe ze gehoor had gekregen zo zei
ze; mijn buren en vriendinnen, nadien dat het mij behoeft om onze dingen te
sluiten zo zal ik me kwijten naar mijn beste van dat ik onthouden heb
aangaande medicijnen wat u wil onthouden enin
uw memorie aanbevelen want het dus waardevol is. |
Het eerste capittel Ende voer mijn eerste
capittel soe seg ic v soe wye den quaden meester heeft ende den eersten
sonnendach vastet na dat hijen bestaen heeft hi salder vorewaer af verlost
werden |
Het eerste hoofdstuk. En voor mijn eerste
hoofdstuk zo zeg ik u zo wie de kwade meester (menstruatie) heeft en de
eerste zondag vast nadat hij het gekregen heeft, hij zal er voorwaar van
verlost worden |
Het tweeste capittel Soe wie de terciaen
heeft ende aen sinen hals draget in een luttel siden dye hoge naem dye salder
af genesen. |
Het tweede hoofdstuk. Zo wie de derde daagse
malariakoorts heeft en aan zijn hals draagt in weinig zijde de hoge naam die
zal er van genezen. |
Het derde capittel Hebt ghi eenen quaden man
oft crighelen. dye v qualic ghelt gheuen wilt tot uwer behoeften so nemet den
eersten knoep van eenen stroo nader aerden op sint ians auont ghepluct tot
datmen noene luydt ende steect dat int gat vanden slote des koeffers ende het
sal open gaen |
Het derde hoofdstuk. Hebt ge een kwade man
of kregelig die u kwalijk geld geven wil tot uw behoeften zo neem de eerste
knoop van een stro bij de aarde op Sint Jans avond geplukt totdat men noen
luidt en steek dat in het gat van het slot van de koffer en het zal open
gaan. |
Het vierde capittel Dye de quarteyn heeft
doe soe veele dat hy cryghe een clauerblat met vier blaren ende onnuchtert of
44 ontbite daer af vier dagen ende hi salder af genesen. |
Het vierde hoofdstuk. Die de vierdaagse malariakoorts
heeft doe zoveel dat hij krijgt een klaverblad met vier bladeren en
ontnuchtert of ontbijt daarvan vier dagen en hij zal er van genezen. |
Het vijfste capittel Een vrouwe dye sieck
is sal nemen wiwatere dat des sondaechs ghemaect is ende maken daer af een
supen ende supen dat ende si sal genesen |
Het vijfde hoofdstuk. Een vrouw die ziek is
zal nemen wijwater dat ‘s zondags gemaakt is en maken daarvan een soep en
drinken dat en ze zal genezen. |
Het vi. Capittel Veel luden spreken van
die witte febres die luttele weten wat si seggen si sijn quader dan dobbel
quarteyne nochtans soe machmer af ghenesen met een soppe te maken in sint
ioris vat. |
Het 6de hoofdstuk. Veel lieden spreken
van de witte koorts die weinig weten wat ze zeggen, die is kwader dan dubbel
vierdaagse malariakoorts, nochtans zo mag men er van genezen met een sap te
maken in Sint Joris vat. (1) |
(1) met
Sint Joris vischop begoten sijn, belust zijn op mingenot
Het vij. Capittel Om te ghenesen den
daghelicxsen corts soe moetmen scriuen die eerste drie woerden vanden pater
noster op een sauien blat ende eten dat dri merghenstonden nuchter ende hi
sal ghenesen. |
Het 7de hoofdstuk. Om te genezen van de
dagelijkse koorts zo moet men schrijven de eerste drie woorden van de
rozenkrans op een salie blad en eten dat drie morgenstonden nuchter en hij
zal genezen. |
Het viij. Capittel Eest dat een vrouwe
haren voet vertreedt soe dat hi wter leden is soe moet haer man pelgrimagye
gaen tot sinte mertens. ende dat hy met hem bringhe vanden voetwater van
sinte mertens paerde ende dat si ter stont daer mede haren voet wassche ende
si sal ghenesen |
Het 8ste hoofdstuk. Is het dat een vrouw
haar voet vertreedt zodat hij uit het lid is zo moet haar man pelgrimage gaan
tot Sint Martinus en dat hij met hem brengt van het voetwater van Sint
Martinus paard en dat ze terstond daarmee haar voet wast en ze zal genezen. |
Het ix. Capittel Een wijf die de pocken
heeft so sal hair man nemen een vel van eenen swarten lam van dien iare. ende
bindense daer warm in ende si sal ghenesen. |
Het 9de hoofdstuk. Een wijf die de pokken
heeft, dan zal haar man nemen een vel van een zwart lam van dat jaar en
binden haar daar warm in en ze zal genezen. |
Het x. capittel Heeft hem een paert
vertreden soe salment rijden spapen huse waert ende werpen den pape wt. ende
wtgheworpen sijnde ter stont weder om doen keeren sonder hem toe te spreken
ende voerwaer tpeert 45|Eij| sal wel gaen sonder eenige wee. |
Het 10de hoofdstuk. Heeft zich een paard
vertreden zo zal men het rijden naar een priesters huis en werpen de priester
er uit en uitgeworpen zijnde terstond wederom laten keren zonder hem toe te spreken
en voorwaar het paard zal wel gaan zonder enige wee. |
Het xi. Capittel Ick soude v wonder
segghen vanden paerden ende van haren medicinen mer om deswil dat het dye
mannen nemen tot haren voerdeele so sal icker af swighen ende spreken van
anderen dinghen. Nochtans wil ic wel dat ghijt weet so wanneer dat ghy siet
een paert dat hem niet en wilt laten bescrijen noch in een scip gaen so segt
hem in die ore dese woerden paert also waerlijc als papen meyssen des duuels
paert is so laet v van mi bescriden ende ter stont sult ghijt tot uwen wille
hebben. |
Het 11de hoofdstuk. Ik zou u wonder zeggen
van de paarden en van hun medicijnen, maar omdat de mannen het nemen tot hun
voordeel zo zal ik er van zwijgen en spreken van andere dingen. Nochtans wil
ik wel dat gij het weet zo wanneer dat ge ziet een paard dat hem niet wil
laten berijden nog in een schip gaan, zo zeg hem in het oor deze
woorden; paard alzo waarachtig als
priestersmeisje het duivels paard is zo laat u zich van mij berijden en
terstond zal gij het tot uw wil hebben. |
Het xij. Capittel Een man die ten stride
gaet sal ouer hem hebben dese woerden Taey va loing. te tien. sonte combat si
ten reuuieng |
Het 12de
hoofdstuk. Een man die ten
strijde gaat zal over hem hebben deze woorden; Taai van beloning totdat Sint
Combat ze te roving. (1) |
(1) openbaring?
Onduidelijk of gewoon de hele tekst?)
Het xiij. Capittel Ick en kan my niet
ghewachten te spreken. aldus veel vanden mans voerdeele nochtans weet icke
wel dat si ons lieden luttel achten ende maken daer mede haer ghenuechte
Aldus segghe ic v een vrouwe die nyewelinghen dye cortse ghecreghen heeft ist
datse alle haer conduten smeert met honinge. si sellen ter stont quijt wesen |
Het 13de hoofdstuk. Ik kan me niet wachten
te spreken aldus veel van de mannen voordeel, nochtans weet ik wel dat ze ons
lieden weinig achten en maken daarmee hun genoegen. Aldus zeg ik u een vrouw
die net de koorts gekregen heeft en is het dat ze al haar openingen smeert
met honing, ze zal het terstond kwijt wezen. |
Het xiiij. Capittel Als ghi yewers die
swaluwen siet nestelen. in een huys is een teeken van armoeden. maer als daer
die musscen nestelen is een teiken van gelucke |
Het 14de hoofdstuk. Als ge ergens de
zwaluwen ziet nestelen in een huis is het een teken van armoede, maar als
daar de mussen nestelen is het een teken van geluk. |
Het xv. Capittel Ick segge v noch die alderleie
manier van te wijn willen drincken ende oeck met eenen yegheliken son\der 46
te worden droncken die en derf maer hem ontnuchteren met eenen sueren appel
smorgens ende drincken een toghe versche waters die en sal voer waer niet
droncken worden (Glose) Ghenuechte moeschalien dochter seide opt voerseyde
propoest als dat haer vader noyt droncken en was. hoe veel wijns hi dranc mer
hi aenriep altoes sinte claes in sinen ghebeden. |
Het 15de hoofdstuk. Ik zeg u nog die
allerlei soorten van wijn willen drinken en ook meteen iedereen zonder
dronken te worden, die behoeft zich maar te ontnuchteren met een zure appel
‘s morgens en drinken een teug vers water en die zal voor waar niet dronken
worden. (Uitlegging) Genoegelijke Moeschalien’s dochter zei op het voor
vermelde onderwerp; dat haar vader nooit dronken was hoeveel wijn hij dronk,
maar hij aanriep altijd Sinterklaas in zijn gebeden. |
Het xvi. capittel. Mijn vriendinnen voer
mijn slot ic v seggen moet een wonderlick secreet also vast naket den heiligen
sondach dat luttel luyden weten. Ick segghe v dat die oyuaders die hier comen
tsomers ende des winters weder keeren in haer lant dwelc is biden berghe van
synay sijn in haer lant. creaturen als wij sijn Ende het blijct oec wel dat
sij verstant hebben want si betalen gode altijt tiende van haren iongen
(Glose). Mits desen soe rechte haer op vrou breye die wonderliken out was
ende seide dattet waer was. want si hadde dicke haren heer horen segghen die
geheeten was claes van triere doe hi tot sinte katerinen was ten berge van
sinay so hadde hi bider sterften al sijn geselscap verloren ende al gaende
doer die wildernisse so sach hi van verre eenen mensch totten welken hi ghinc
ende begonst hem te vragen in duytsche na den berch ende hij weessen hem.
ende met dien so ghinc die mensche met hem. ende seide hem van sinen staet.
ende dat hi herwerts ouer een oydeuaer was ende maect sinen nest in vlaendren
op sijns ghebueren huys. Claes die dit niet gheloouen en woude badt hem dat
hi hem doch een litteiken ghe\uen 47 wilde op dat hi hem daer af
dancken mochte. alsoe verre als hy ymmermeer wederom quame tot sinen lande
Doe toechde die oydeuaer eenen gulden rinck die hi in anderen tiden op dye
plaetse daer in vlaenderen geraept had ende also schiere als dien claes sach
so kende hi hem. want het was den rinck daer hi slap ghegordt sijn wijf mede
ghetrouwet had. Ende die oydeuaer gaf hem den rinck weder op dye vorwaerde
dat hij den verkenwachters ende dien coywachters van sinen huse verbieden
soude. datsi hem geen quaet meer en daden also si plaghen Ende na desen nam
mijn heerken orlof ende keerde weder te brugghe daer hij na dien so wel
leefde dat hij wel xiiij. palmen dicke was doen hi sterf Hiermede was daer
groot gelach onder dander. die al gereet haer spillen af gehaspelt hadden
ende begonsten haer bagagien te trossen daer mi na verlangede want my des
wercx begonste te verdrieten niet te min ic voechde mi met hem al lachende.
ende om orlof te hebben so sette ic mi int gesichte van hemlieden Doe quamen
tot mi dese ses vrouwen die gepresidereert ende aldus gelesen hadden die
euangelien ende dancten mi herteliken van mijnre moyten die ic angenomen
hadde ende geloefden mi begeerdicx. dat si mijn woert doen souden an eenige
ioncfrouwen daer ic begeerde Daer op ic antwoerde soe men te seggen pleecht
een paert dat alleen gaet te drincken sonder datment derf beriden ende een
man die ter kerken gaet met eenen stocke die hebben beide haer beste dagen
leden. ende van dien seidic mi een te sijne |
Het 16de hoofdstuk. Mijn vriendinnen, voor
mijn slot moet ik u zeggen een wonderlijk geheim alzo vast naakt de heilige
zondag dat weinig lieden weten. Ik zeg u dat de ooievaars die hier komen
zomers en ‘s winters weerkeren in hun land, wat is bij de bergen van Sinaï,
ze zijn in hun land creaturen zoals wij zijn. En het blijkt ook wel dat zij
verstand hebben want ze betalen God altijd tiende van hun jongen.
(Uitlegging) Met deze zo richtte zich op vrouw Breye die wonderlijk oud was
en zei dat het waar was want ze had vaak haar heer horen zeggen, die geheten
was Claes van Trier, toen hij tot Sint Catharine was ten berge van Sinaï zo
had hij door sterfte al zijn gezelschap verloren en al gaande door de
wildernis zo zag hij van verre een mens die hij tegemoet ging en begon hem te
vragen in Diets naar de berg en hij wees het hem en met die zo ging die mens
met hem en zei hem van zijn staat en dat hij herwaarts een ooievaar was en
maakt zijn nest in Vlaanderen op zijn buren hun huis. Claes, die dit niet
geloven wou, bad hem dat hij hem toch een teken geven wilde zodat hij hem
daarvan bedanken mocht alzo ver als hij immermeer wederom kwam in zijn land.
Toen toonde die ooievaar een gouden ring die hij in anderen tijden op die
plaats daar in Vlaanderen geraapt had en alzo gauw als Claes dat zag zo
herkende hij hem want het was de ring daar hij slap omgord en zijn wijf mee
getrouwd had. En die ooievaar gaf hem de ring weer op die voorwaarde dat hij
de varkenshoeders en de koeienbewakers van zijn huis verbieden zou dat ze hem
geen kwaad meer deden alzo ze deden. En na deze nam mijn heer verlof en
keerde weer te Brugge daar hij na dien zo goed leefde dat hij wel 14
handpalmen dik was toen hij stierf. Hiermee was daar groot
lachen onder de anderen die al gereed hun spillen afgehaspeld hadden en
begonnen hun bagage te trossen, daar het me naar verlangde want me dat werk
begon te verdrieten, niettemin ik voegde me met hen al lachend en om verlof
te hebben zo zette ik hetzelfde gezicht van hen. Toen kwamen tot mij deze zes
vrouwen die gepresideerd en aldus gelezen hadden de evangelies en bedankten
me hartelijk van mijn moeiten die ik aangenomen had en beloofden me begeerde
ik dat ze mijn woord doen zouden aan enige jonkvrouwen die ik begeerde.
Daarop ik antwoordde zo men te zeggen pleegt; een paard dat alleen gaat te
drinken zonder dat men het durft berijden en een man die ter kerk gaat met
een stok, die hebben beide zijn hun beste dagen geleden en van die zei ik er
een te zijn. |
Conclusie Mijn heren ende
vrouwen wilt dit nemen voer een tijtcortinge. ende al ist dat ghijs also nyet
en beuint dies en wilt den vrouwen niet te wersser doen want sijt sekerlic na
haer best gedaen hebben. ende al en geloefdijs niet ghi en blijft daerom niet
onghelouich. Elck pijnt hem wel
tonthouwen Het is ter eeren vanden
vrouwen Ende oec Tantwerpen
gheprent Elc wacht hem van veel
betrouwen So en crijcht hi geen
berouwen Men geeftet voer een
present Bi mi. Michiel van
hoochstraten. |
Conclusie. Mijn heren en vrouwen wil
dit nemen voor een tijdverdrijf en al is het dat gij het alzo niet bevindt,
dus wil de vrouwen niet te dwars doen want zij het zeker naar hun best gedaan
hebben en al gelooft gij het niet, gij blijft daarom niet ongelovig. Elk pijnigt zich goed
te onthouden Het is ter eren van de
vrouwen En ook te Antwerpen
geprent Elk wacht hem van veel
te vertrouwen Zo krijgt hij geen
berouw Men geeft het voor een
present. Bij mij, Michiel van
Hoochstraten. |
Auteur: Onbekend
Aard: Proza
BRON München,
Bayrische Staatsbibliothek, sign. ?
Datum: 1510-1530
Omvang: 11767 woorden
Opm.: Druk in 4o, 26 bladen, 31 regels
per bladzijde. Gedrukt in Antwerpen bij Michiel Hillen van Hoochstraten ca.
1520 (?).
EDITIE Die euangelien
Vanden spinrocke metter glosen bescreuen ter eeren vanden vrouwen.
Facsimile met een bijschrift van G.J. Boekenoogen. ‘s-Gravenhage, 1910.
Status: Diplomatisch
MNW-nr: 421
Opm.: De lay-out van de hier gepresenteerde tekst verschilt
enigszins van de tekst in het boek: er werden tussen de verschillende capittels
en evangelies witregels aangebracht, en er werd een paginering
toegevoegd; de afkortingen zijn opgelost.
BRONNEN München, Bayrische
Staatsbibliothek, sign. ?
Zie verder:
http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl
en : http://www.volkoomen.nl/