Liber magistri Avicenne.
uit; https://nl.wikipedia.org/wiki/Avicenna
Aboe Ali Al-Hoessein Ibn Sina, in
Latijn Avicenna, 980-1037.
Uitgegeven en becommentarieerd door
L. J. Vandewiele, doctor in
de farmaceutische wetenschappen. 1965, Paleis der Academi‘n, Hertogsstraat 1,
Brussel. Dit is het eerste deel en de Herbarijs is het tweede deel.
Inleiding.
De kopiist van
het handschrift heeft eigenhandig bovenaan de tekst geschreven; Liber magistri
Avicenne, omdat de aanhef luidt; ÔAvicenna die wise meester seitÕ en zo zullen
we het werk verder noemen. Dit wil absoluut niet zeggen dat dit werk een
vertaling is van of zelfs maar ge•nspireerd werd door de geschriften van
Avicenna. De naam van Avicenna is volstrekt overbodig om het scheppingsverhaal
te kennen; Ôdat de mensce es gemaect van der aerden; . Ook de humorale
pathologie, dat de mens Ôes besmet met .4. humoren alse heet, cout, droge &
verschÕ is geen uitvinding van Avicenna, die zelf deze theorie van Hippocrates
heeft geassimileerd, een Arabisch verschijnsel zonder meer. Doch naar
tijdsgebruik wordt geschermd met een aantal mensen uit de geneeskundige wereld
en dat alleen maar om effect te maken.
De Liber
magistri Avicenne neemt de plaats No 5, fol. 27r-45v, in onder de 17
verhandelingen die het bekende, zogenaamde van Hulthemse handschrift uit de
Kon. Bibliotheek te Brussel uitmaken. Voor de beschrijvingen ervan verwijzen
wij naar Dr. E. C. van Leersum, ÔDe CyrurgieÕvan Meester Jan Yperman en naar Dr. L.
J. Vandewiele, ÔHerbarijsÕ
Het staat vast
dat er geen verband bestaat tussen de verschillende verhandelingen die in het
hs. Voorkomen, een en dezelfde oorsprong hebben. Op weinige uitzonderingen na
worden alle ingredi‘nten die we in de Liber Avicennae ontmoeten beschreven in
de Herbarijs. Soms is de gelijkenis in de beschrijving te frappant om hiervan 2
verschillende auteurs te kunnen bedenken. Zo bv. noemt de Liber Avicennae r.
3395; Pilocella of nepita; r. 3059 Pilocella, dats tcrudekijn metten
hare dat plat opt aerde leget &de es ru met vele haers; r. 3346 tcrudekijn
metten hareÕ. De Herbarijs bespreekt in kapittel 142 dezelfde plant met
deze woorden; ÔPilocella of nepita of musore, dats tcrudekijn metten hare
dat plat op deerde lechtÕ. Sommige Vlaamse benamingen van planten, in beide
werken vermeld, zijn zo specifiek op elkaar gelijkend en vinden we onder die
naam zelden in enig ander geschrift uit die tijd terug, zoals doreginge,
hindelope, oude rape enz. De therapeutische eigenschappen aan de kruiden
toegekend zijn in hun hoofdtrekken in beide werken aan elkaar gelijk. De taal
in beide handschriften is zeker West Brabants; volgens Dr. M. Gysseling hoogstwaarschijnlijk
uit de streek van Mechelen.
De meest voor
de hand liggende conclusie luidt dan ook dat de Herbarijs als glossarium van de
Liber Avicennae dient te worden beschouwd.
Deze beide
verhandelingen zijn hoogstwaarschijnlijk oorspronkelijke werken. Het
Antidotarium Nicolai uit hetzelfde ms is een vertaling uit het Latijn; de
verzen van Jacob van Maerlant werden ingegeven door de natura rerum van Thomas
van Cantimpre, doch de Liber Avicennae noch de Herbarijs kunnen wij als
vertalingen beschouwen, zeker niet van de schrijvers waar ze naar verwijzen;
Avicenna, Dioscorides en Platearius, al heeft Platearius ongetwijfeld hier en
daar als inspiratiebron gediend bij het opstellen van de Herbarijs.
Hiermede
beweren wij geenszins dat door oorspronkelijke werken nieuwe theorie‘n dienen
verstaan te worden. In beide werken komt niet nieuws voor, zij zijn alleen een
synthese van de gangbare opinie over de geneeskunde in de late middeleeuwen in
onze gewesten. Het is duidelijk dat zij het werk zijn van een chirurgijn voor
de chirurgijns; het zwaartepunt ligt bij de manuele ingrepen en recepten die
worden aangegeven [Kapittel 41-47] zijn bestemd voor het samenstellen van
geneesmiddelen die vooral tot de bevoegdheid van de chirurgijns behoorden;
zalven, pleisters en wonddranken. Aangezien de chirurgijs, in tegenstelling tot
de apothekeressen, geen Latijn diende te kennen, wordt voor de Latijnse
benaming van planten naar de apotheker verwezen; ÔNemt cortex buggle, dat es
tcortste datmen vint in dapotekeÕ[r. 1678] , ÔDie gi in latine hebt die
souct in die specerieÕ [apotheek] [r. 2063].
Al met al
geeft de Liber Avicennae een prachtbeeld van de medische chirurgie uit de
middeleeuwen in onze streken. Zo vinden wij er een beschrijving in van de
Kruidenbaden [r. 336]; een gedetailleerde beschrijving van het zetten van een
klysma, een Ôganse pipeÕ [r. 550]; van een volledige operatie van de steen bij
een kind [r. 2130] en van een breukoperatie [r. 2218]. We leren er het verschil
tussen een klysma en zetkaars [een subponitorie, een vinger lang en zo dik als
een kers] [r. 436] en hoe een subponitorie moet bereid en toegepast worden [r.
441, r. 565].
We treffen er
ook bekende en onbekende medische toepassingen aan zoals kruiden op de slaap en
beide polsen binden tegen slapeloosheid [r. 391, r. 395], of een pleister
leggen op het voorhoofd en slaap tegen dezelfde kwaal [r. 395]; kruiden op de
pols binden tegen hoofdpijn [r. 393]; het slijm van de tong afscheren met een
houten mes of afvegen met een zakje psylliumzaad in lauw water geweekt [r. 436,
r. 585]; melk van een vrouw die van een jongen bevallen is wordt op de
pijnlijke plaats gemolken en met de hand open gewreven [r. 714]; de oorlel
wordt doorboord met een gloeiend ijzer, een snoer wordt erdoor getrokken en dit
snoer wordt lang gedragen, dit geldt als een middel tegen oogziektes [r. 1628];
een snoer op een gelijkaardige manier in de huid aangebracht bij kleine
kwetsuren wordt dagelijks eens over en weer getrokken tot de wond gezuiverd is
[r. 2201]; om neusbloeden tegen te gaan zal men zijn eigen bloed branden en de
rook opsnuiven; hetzelfde kan men doen met paardenhoeven, Ôdie men af stect
ter smessenÕ[r. 1818].
We leren er in
hele kapittels het aderstelsel kennen naar de begrippen van die tijd en de
manier van bloed laten, van laatkoppen zetten of blaartrekkende middelen
toepassen.. wonden worden afgedekt met een rode koolblad of met een blad van
weegbree. Schurftige hoofden genezen niet als er haar op staat, daarom zal men
dit verwijderen met de barbaarse methode, Ôdite de la calotteÕ[r. 1427].
Sommige
ziektebeelden worden typisch beschreven; zo bij ÔspasmusÕ krijgt men het gevoel
alsof de vingers bevroren zijn en alsof de lippen te kort zijn om woorden te
formeren [r. 697]; als men bij ÔalcitenÕ op het lichaam klopt geeft dit
hetzelfde geluid alsof men op een halfvolle leren wijnzak zou kloppen [r. 861],
terwijl bij ÔtimpanitenÕ dit geluid eerder lijkt op de klop van een trommel [r.
864]; mensen besmet met ÔelefanciaÕ hebben een vette huid en giet men er water
op en ze worden niet nat net alsof men er olie op gesmeerd had. [r. 946]
Opvallend
talrijk zijn de geneesmethodes aangegeven tegen oogziektes en de
haargroeimiddels; twee gevreesde kwalen. Deze methodes zijn niet altijd
kieskeurig en soms om ervan te griezelen als men bedenkt hoe met de ogen gesold
werd; zo wordt wierook gebrand onder een glas, de roet ervan wordt verzameld en
in de ogen gedaan [r. 1622], of men kauwt komijn, dit wordt in een doek
gespuwd, uitgewrongen en het sap ervan wordt als collyrium gebruikt [r. 1765];
een rode slak Ômet haren huseÕ wordt tot poeder verbrand en in de ogen
geworpen, dit is en zeer goede remedie want, Ômen zal in .4. dagen die bate
zien, Ôdits dicken geproeftÕ[r. 1772]. Voor de toepassing van
haargroeimiddelen is men alles behalve kieskeurig; muizendrek of verbrande
bijen, verbrande oude schoenen, verbrandt perkament of verbrande koeiendrek,
dit alles met honing gemengd wordt ernstig aangeprezen [r. 1079, r. 1081, r.
1477, r. 1494].
Dat de
schrijver een kind van zijn leeftijd is hoeft niet gezegd te worden, de
generatio spontanea is, zoals het nog lang na hem zal blijven, een
vanzelfsprekend feit. Wormen ontstaan in het lichaam uit zware, moeilijk te
verteren spijzen [r. 1984]. Luizen ontstaan in de pori‘n die verstopt zijn door
opgehoopte humores; rode luizen zijn te wijten aan hete materie, witte aan
flegma en zwarte aan zwarte gal [r. 1513]. Hier worden dus drie van de vier
levenssappen als materies peccans aangeduid; waarschijnlijk omdat er geen gele
luizen bestaan wordt de gal overgeslagen; heel het traktaat door bemerken wij
duidelijk een tendens om de vier levenssappen evenveel schuld te geven aan de
onderscheiden ziektes. Er wordt een handig middel aan de hand gedaan om luizen
te vangen; Ômen legge een prop watten, waarop staverzaad en terpentijn, in de
schoot, de luizen zullen alle daar naartoe lopen [r. 1530].
Bijgeloof en
wetenschap zijn in die tijd nauw verwant; een pioenwortel aan de hals gedragen
geldt als een onfeilbaar middel tegen epilepsie [r. 658]. Koortskruid [betonie]
wordt in het bed gelegd van een mens die veel denkt en zwaar droomt en dit
helpt zeer, van zodra de betonie verwarmd is door die mens. Bijvoet helpt tegen
de duivel [r. 2425]. Malum mortuum [een huidziekte] mag niet verbonden worden Ôop
mesdage no op gene feeste dageÕ [r. 1555]; sommige geneesmiddelen moeten
bereid worden met Ôcruce botrenÕ, dit is boter die gemaakt werd
gedurende de Kruisdagen [r. 3260]
In hetzelfde
handschriftenbundel vinden we een hele verhandeling over de tekenen van de dood.
Ook in Liber Avicennae wordt dikwijls hierover gesproken; ÔMen sal merken
&de besien of die zieke sterven sal, dit siin tekene vander doot. Alse
sinen mont hanget &de open es &de sine nagle suldi oec bescouwenÕ
[r. 461]. Wil men nagaan of iemand binnen het jaar sterven zal, dan laat men
wat van zijn bloed in een ketel water vallen, daalt het bloed naar de bodem,
dan betekent zulks dat hij niet sterven zal, doch blijft het in het midden als
een druppel hangen, dan is dit een teken van de dood [r.2673]. Als een
gekwetste een wonddrank uitbraakt, dan berekent zulks de dood [r. 3354]. Als
bij ÔcausaonÕ- koorts de urine na de 7de dag bleek wordt Ôdats die
doot Õ[r.480].
Soms ontmoeten
we curiosa die dikwijls vreemd aandoen of uitspraken die versteld doen staan.
Het schot, scheut, wordt ÔgescotÕ geheten Ôomdat het sciet van eenen lede in
dandereÕ[r. 745] . LaserieÕ een huidziekte, ontstaat uit rot bloed en dit
bloed is rot omdat de mens rot voedsel heeft ingenomen [r. 920]. Ziekenkamers
en bedden worden bestrooid met lis, wilgentakken, wingerdbladeren of met water
om te verkoelen [r. 153, r. 407]. Bij warm weer werken purgeermiddelen
gemakkelijker dan bij koud weer; wanneer vloeibare medicijnen ingenomen worden
zal men in beweging blijven, dan is de uitwerking sneller. Vaste medicijnen
neemt men het beste bij dageraad en daarop mag men nog een weinig slapen [r.
2468]. Wie droomt van rode dingen is hoognodig bloed gelaten [r. 2778]. Door
distillatie van oude urine wordt levend water verkregen [r. 820]. Oleum tartaricum
is het distillaat van wijnsteen met azijn [r. 1218]. Het linimentum oleo-calcar
was reeds bekend [r. 1332]. Olijfolie en azijn worden overhands bij beetjes
samen gegoten en door elkaar geroerd ; als .1. sause tote dat dicke becomtÕ
[r. 3287]. Wie beweert nog dat mayonaise modern is! De neerwaartse distillatie
of destillatio per descendum was reeds van veel vroeger bekend, doch om
recipient en alembiek af te sluiten wordt het lutum alchemistorum vervangen
door klei en paardenvijgen, van parts torten Õ[r. 1345].
Een
uitzonderlijke rijke bron van inlichtingen zal de Liber Avicenne zijn voor
diegene die de geschiedenis van de di‘ten wil schrijven. Wie bloed gelaten werd
moet licht verteerbare spijzen innemen; zachte eieren, vlees van een
speenvarken of van jonge hennen, licht tarwebrood, zuivere zachte wijn en
gebraden appelen. Hem zijn verboden melk, kaas en olie.
Bij koorts
zijn toegelaten; hennenvlees met druivensap of azijn bereid, koeken met komijn
en peper, fazanten, kleine magere jonge riviervis zoals snoek, baars, pril,
stekelbaars met druivensap bereid, wit gezift tarwebrood en als drank witte
tamelijk sterke wijn, als fruit pruimen, krieken, peren en perziken, als
groenten koude kruiden zoals spinazie, postelein, sla, pompoen en augurkjes.
Zijn verboden gezouten spijzen, look, peper en varkensvlees.
Die aan
epilepsie lijden mogen eten; kuikens, fazanten en alle jong vlees, eierdooiers,
testikels van een bever of van een ram, ezellever; als drank witte klare en
niet sterke wijn. Zijn verboden; vlees van ossen, van koeien, van hazen, van
geiten, van zeugen en van stieren, verder bonen, erwten, vitsen, look, ui,
prei, rode kolen; ook vogels die in broekachtige plaatsen wonen, weiden en
staande waters, riviervissen en vooral de koppen van alle besten, van alle
vissen en van alle vogels.
Reumalijders
zullen zich voeden met kuikens, fazanten, lammeren van geiten, zuiver
tarwebrood en drinken klare, niet te sterke wijn.
Aan
waterzuchtige wordt een heet en droog dieet voorgeschreven; hoendervlees,
lamsvlees gekookt met peterselie, komijn en peper, zuiver tarwebrood, witte
klare wijn, hazelnoten en amandelen. Zijn verboden; gezouten vlees en vis.
Die lijden aan
huidziekte mogen eten; jonge kuikens, fazanten, patrijzen, jonge duiven.
Verboden zijn; vogels die in staande waters of broekachtige grond wonen,
erwten, bonen, peper, ui, look en mosterd.
De ooglijders
moeten vermijden; look, peper, prei, ui en mosterd en wie veel uit de neus
bloeden worden verboden; bonen, erwten, vlees van koeien, van herten, van hazen,
doch ze mogen gebuild brood eten, kuikens, lamsvlees, veldhoenen en klare
zuivere witte wijn drinken.
Bij
darmontstekingen en buikloop worden toegelaten; ramsvlees in gerstewater
gekookt, een oude hen gekookt met was en een eierdooier, tuinkers met kaneel en
kruidnagels in azijn en waterig afkooksel van tarwe, melk met eierdooier, fruit
dat stoppende is als mispels en peren.
Tenslotte wil
ik er nog op wijzen dat deze uitgave van het manuscript in drie delen wordt
onderverdeeld. Vooreerst een algemeen overzicht waarin in het kort ieder
kapittel wordt samengevat, daarna volgt de diplomatische tekst [de
abbreviaturen werden opgelost] met woordverklaringen en notaÕs en het derde
deel bestaat uit lijsten van de auteursnamen die in het handschrift genoemd worden,
van de simplicia en van de composita die er in vermeld worden. Voor de
simplicia wordt telkens verwezen naar het kapittel in de Herbarijs waar
dezelfde stof besproken wordt wat meteen de verwantschap tussen beide werken
evident maakt. De keus der composita wijst erop dat vooral het Antidotarium
Nicolai als werkboek door de chirurgijns in onze streken werd gebruikt; dit kan
zo een antwoord zijn op de vraag hoe het komt dat in onze gewesten zo vele [een
zestal werden nu teruggevonden] Middelnederlandse handschriften ervan hier in
omloop zijn geweest. In het originele ms is de Liber magistri Avicenne
ingedeeld in 48 hoofdstukken; de regels zijn niet genummerd; de nummering in
deze uitgave werd bijgevoegd met de bedoeling het citeren te vergemakkelijken.
Bij het ter
perse leggen van mijn werk voel ik mij gedrongen mijn dank te betuigen aan de
heren Prof. Dr. P. van Oye, Prof. Dr. J. Gillis, Prof. Dr. A. Louis en de
overige hooggeleerde leden van de Bestendige Commissie voor de Geschiedenis der
Wetenschappen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Wetenschappen, Letteren
en Schone Kunsten van Belgi‘ omdat zij bereid waren deze studie uit te geven en
te patroniseren. Een bijzonder woord van dank ben ik verschuldigd aan Dr. M.
Gysseling die het op zich heeft genomen de drukproeven te collationeren met het
originele handschrift.
Het gaat mij
toch meest om de planten en het gebruik, maar dit werk is zo goed en verklaart
zo veel dat ik dat op de computer zet. Zo ook met het boek zelf, maar
Vandewiele heeft nog een hele inleiding over het toenmalig gebruik en geeft een
inzicht in de ziektebeelden die er toen heersten. Die inleiding staat nu onder
elk kapittel. Ook geeft Vandewiele onderaan het kapittel een hele rij
verklaringen voor moeilijke woorden zodat dit werk gemakkelijk gedaan kan
worden. Dat wil ik allemaal meenemen want ik heb de tijd en hoop dat het voor
een ander zo wat gemakkelijk er is. Het is ook meer een eerbetuiging aan
Vandewiele. Vergelijk van Beverwijck voor medische indicatie en Herbarius in Dyetsche.
Nederlandse
vertaling door Nico Koomen.
Dits die tafele van Avicennea omme elke ziecheit te vindene biden
getale datter op .1. staet. Ende ierst vanden tekenen daer men die complexie
mede bekent .2.
van der pinen en vander rusten .3.
van bloet latene simpel .4.
van der dyeten. die gelaten siin .5.
van enen rede die effimera heet .6.
van drien simplen reden dagelijx .7.
van tercianen cortse .8.
van der quartanen cortse .9.
van enen rede die cynocus heet .10.
van causon of terciana continua .11.
van den cotidiane .12.
van vele reden int gemeine .13.
vanden groten evele .14.
van crampe .15.
van artetiken .16.
vanden watere .17.
van lazerien .18.
van morfea .19.
van gutta rosaces .20.
van zetere .21.
van dropen .22.
van scorftheiden & lusen .23.
van malum mortum .24.
van zeren ogen .25.
van bloeden ten neze .26.
van dissenteria menisoen .27.
van lienteria .28.
vander sciten .29.
van wormen in den buuc .30.
vanden steene .31.
van gravelen .32.
vanden stene te snidene .33.
van den gescorden .34.
van antrax apostema .35.
van cruden &de medicinen .36.
van ripene humoren .37.
van aexterogen .38.
van bloetlatene .39.
noch van latene .40.
van venteusene .41.
vanden plaestere van jherusalem .42.
vander cleinre gracia dei .43.
vander groter gracia dei .44.
vanden plaster van orient ende dertoe .2. .45.
van zalven diere es 3. .46.
van dranken te wonden diere es .6. .47.
van dattie crude werken in den dranc .48.
van den vede raet |
[43] Dit is de tafel van Avicenna om
elke ziekte te vinden bij het getal dat er achter de cijfer staat. En eerst van de
tekens waarmee men de samengesteldheid herkent. 2.
van de inspanning en van het rusten. 3.
van bloed laten, enkelvoudig. 4.
van de di‘ten voor hen die bloed gelaten hebben. 5.
van een koorts die effimera febre heet. 6.
van drie enkelvoudige dagelijkse koortsen. 7.
van derdedaagse malariakoorts. 8.
van de vierdaagse malariakoorts. 9.
van een koorts die cynocus heet. 10.
van causon of terciana continua. 11.
van de dagelijks aanhoudende koorts. 12.
van vele koortsen in het algemeen. 13.
van de vallende ziekte. 14.
van kramp. 15.
van jicht. 16.
van het water. 17.
van huidziektes. 18.
van huidplekken. 19.
van Sint Antoniusvuur. 20.
van huidziekte die zeter heet. 21.
van schurft. 22.
van schurftheid en luizen. 23.
van een lepra-achtige aandoening. 24.
van zere ogen. 25.
van bloeden uit de neus. 26.
van bloedloop. 27.
van diarree. 28.
van buikloop. 29.
van wormen in de buik. 30.
van de steen. 31.
van steengruis. 32.
van de steen te snijden. 33.
van de breuken. 34.
van de blaar antrax. 35.
van kruiden en medicijnen [44] 36.
van levensssappen te laten rijpen. 37.
van eksterogen. 38.
van bloed laten. 39.
noch van laten. 40.
van koppen plaatsen. 41.
van de pleister van Jeruzalem. 42.
van de kleine pleister gracia dei. 43.
van de grote pleister gracia dei. 44.
van de pleister van de Ori‘nt en nog 2. 45.
van 3 zalven die er zijn. 46.
van 6 wonddranken. 47.
van hoe kruiden in een drank werken. 48.
van de raad voor de roede. |
LIBER
MAGISTRI AVICENNE Avicenna die wise meester
seit dat de mensce es gemaect van der aerden. Ende es beset met .4. humoren
[5] Alse heet. cout. droge ende versch. Ende dit siin si. sanguis. colera.
fleuma. melancolia. Daer omme cureert men thete met den couden. ende tcoude
metten heten. Entie de- [10] se .4. humoren niet en kent hi nes geen goet
phisisiin ¦
Die mensce die gesont wesen wille &de verweren wille die ziecheiden hi es
hem des jaers een werf sculdech te purgierene. In den linten. of in den
herfst [15] want dese .2. tiden siin wel getempert van hitten &de van
couden ¦
Ende wet alse dese humoren overtullech werden of vorttech of versmacht in die
adren. so wert de mensce ziec. Ende hier omme sal de mensce hem vor- [20] sien
dien tijt met purgacien te nemene ende met latene ter adren. so blijft hi
gesont ¦
Al es de mensce beset met .4. humoren. het es te wetene dat elc mensce vanden
enen vanden vieren meest heeft. &de dats die [25] meester sculdech te
kennene. In dorine ende in den puls ende int bloet dat men laet ter adren.
Ende oec es hijt sculdech te wetene bi der varwen &de bi der gedaenten
van den mensce &de bi der hebbingen vanden licha- [30] men ¦
Die complexie die heet es ende versch haer orine es grof of dicke. &de
root in die varwe. Die grove substancie dats die verscheit vander orinen.
Want die natuerlike hitte verhittet dbloet met harer [35] sode &de
conforteert &de maecse in de varwe root. Die verscheit es grof entie
grofheit maect dorine turbel. want dbloet es heet &de versch ¦
Die complexie heet &de droge geeft der orinen rootheit in die var- [4] we
ende subtijl in die droocheit. want de hitte maect dorine root in die varwe.
die droocheit maect die verscheit vander orinen subtijl &de dunne &de
claer. So wie meest es van coleren. sine orine es herde [45] gelu in die
varwe. dunne &de claer inde droocheit. Want colera rubea es heet &de
droge ¦
Die complexie die cout es &de versch maect dorine wit in die varwe
&de turbel inde verscheit. Want die coutheit [50] benemt der naturen haer
hitte. Alse werbi dat si dbloet niet sieden en mach no volmaectelike dorine
varwen met haren siedene &de blijft wit ende bleec. Entie verscheit van
der complexien maect dorine turbel. want [55] die fleumaet es cout &de
versch ¦
Die complexie cout &de droge maect dorine wit in de varwe. claer in de
verscheit want die coutheit verkeert dorine haer varwe. Entie droocheit
vander complexien [60] maect dorine claer. So wie meest es van melancolien.
hi es cout &de droge. Ende daer bi verlet hi der naturen haer
verteerlicheit. ¦
Die heet es &de versch. siin puls die slaet haestelike. &de sine
adren siin vol [65] &de slaet sachte met hogen slagen &de moru. ¦ Die heet es &de droge siin puls
slaet dapperlike. &de hi es verdech. entie slage siin hart &de scarp
hortende of stekende ¦
Die cout es &de versch siin puls es [70] trage &de slaet luttel slage
entie slage siin sachte ¦
Die cout es &de droge. sijn puls slaet tragelike &de luttel met
scarpen slagen ¦
Die sangwijn es root int ansichte &de heeft .1. vol anscijn &de ront
[75] &de gestaden sin ¦
Die colerijn es gelu int ansichte &de mager &de haestech van sinne ¦
Die fleumaet es meest wit int ansichte &de een luttel ront ende vet ¦
Die melancolijn es bleec int ansich- [80] te alse asscen welna &de mager ¦
Die heet es &de droge. siin bloet es wel root &de claer. Die heet
&de versch es. siin bloet nes niet so root. Die cout ende versch es. siin
bloet es wit als vercout visch sop. Die cout &de droge es. sijn [85]
bloet es dicke ende swart. |
[45]
LIBER MAGISTRI AVICENNE Avicenna die wijze meester
zegt dat de mens van aarde gemaakt is en vervuld is met 4 levenssappen zoals
heet, koud, droog en vochtig. En dit zijn ze, sanguis,
colera, fleuma en melancolia. Daarom geneest men de hete met het koude en de koude met de
hete. En die deze 4 levensssappen (vochtvermenging) niet kent, hij is geen
goede dokter. Die
mens die gezond wil wezen en zich beschermen wil tegen ziektes moet zich 1
keer per jaar laten purgeren in de lente of in de herfst, want deze twee
tijden zijn goed gematigd van hitte en van koude. En
weet als deze levensssappen overtollig worden of rot of versmachten in de
aderen dan wordt de mens ziek. En hierom zal de mens zich voor die tijd
beschermen door purgatieven te nemen en door de ader te laten en zo blijft
hij gezond. Al
is de mens bezet met 4 levensssappen, het is te weten dat elk mens een van de
vier het meest heeft en dat moet de dokter weten. In de urine en in de pols
en in het bloed dat men laat in de aderen. En ook moet hij het naar de kleur
en naar de vorm van de mens weten en naar het uiterlijk van het lichaam. Die
heet en vochtig van samengesteldheid is
heeft een grove of dikke urine en rood van kleur. De grove substantie,
dat is de vochtigheid van de urine. Want de natuurlijke hitte verhit het
bloed met haar warmte en verbetert en maakt het rood van kleur. De
vochtigheid is grof en die grofheid maakt de urine troebel want het bloed is
heet en vochtig. Die
samengesteldheid heet en droog geeft de urine zijn roodheid in de kleur en
dun in de droogte want de hitte maakt de urine rood van kleur, de droogte
maakt de vochtigheid van de urine subtiel en dun en helder. Zo wie het meeste
gal heeft, zijn urine is hard geel van kleur, dun en helder in droogte. Want
rode gal is heet en droog. De
samengesteldheid die koud en vochtig is maakt de urine wit van kleur en
troebel in de vochtigheid. Want de koudheid beneemt de hitte van de natuur.
Zo ook waarbij ze het bloed niet koken kan, kan ze de urine niet goed dooreen
verven met haar kooksel en blijft wit en bleek. En vochtigheid van de
samengesteldheid maakt de urine troebel want de flegmaticus is koud en
vochtig. De
koude en droge samengesteldheid maakt de urine wit van kleur en helder in
vochtigheid want de koude verandert de urine haar kleur. En de droogte van
haar samengesteldheid maakt de urine helder. Zo wie de meeste melancholie
heeft, die is koud en droog. En daarbij verhindert hij de natuur haar
vertering. Die heet is en vochtig, zijn pols slaat snel en zijn aderen zijn
vol en slaat zacht met hoge slagen en murw. Die
heet is en droog, zijn pols slaat zeer goed en snel en de slagen zijn hard en
horten of steken duidelijk. Die
heet is en droog zijn pols slaat flink en het is goed waar te nemen en de
slagen zijn hard en scherp hortende of stekende. Die
koud is en vochtig, zijn pols is traag en slaat weinig slagen en de slagen
zijn zacht. Die
koud is en droog, zijn pols slaat traag en weinig met scherpe slagen. De
volbloedige is rood in het aanzicht een heeft een vol en rond aangezicht en
heeft een gestadig geest. De
galachtige is geel in het aanzicht en mager en haastig van geest. Die
flegmaticus is meestal wit in het aanzicht en wat rond en vet. De
melancholische is bleek in het aanzicht bijna asgrauw en mager. Die
heet is en droog, zijn bloed is goed rood en helder. Die heet en vochtig is,
zijn bloed is niet zo rood. Die koud en vochtig is, zijn bloed is wit als
koud vissap. Die koud en droog is, zijn bloed is dik en zwart. |
ALGEMEEN
OVERZICHT 1. De mens is
volgens de wijze meester Avicenna uit aarde gemaakt en heeft in zich 4
levenssappen [humoren], die heet, koud, droog of vochtig zijn. Deze
levenssappen zijn; bloed, gal, flegma [slijm] en zwarte gal. Om
gezond te blijven zal men eens in het jaar purgeren, in de lente of in de
herfst en ook bloed laten. In
ieder mens is en van de 4 humoren predominant en de kunde van een goed
geneesheer bestaat erin deze te kunnen aanduiden. Daartoe staan hem verscheidene
criteria ten dienste; de urine, de pols, het bloed dat gelaten wordt, verder
de kleur, het uitzicht en de karakteristieke eigenschappen van ieder mens.
|
[2]
Nu so hebdi gehort een deel van den tekenen daer men bi mach kennen
die complexie vanden mensce. &de nu suldi [90] horen vander pinen &de
vander rusten ¦ Pine &de arbeit verhit &de
droocht. &de daer omme eist hen goet sonderlinge die cout &de versch
siin ¦
Ruste coelt &de verscht daer omme essi goet sonderlinge den colerijn.
[95] Ende die bi naturen versch siin. corten slaep es hen goet. want langen
slaep ververscht den lichame ¦
Pine &de arbeit hulpt dien die cout ende droge siin. Ruste hulpt hen die
heet &de droge siin. &n [100] hen die cout &de versch siin. ¦ Baden hulpt hen die droge siin. Ende
deert hen die versch siin ¦
Goyen hulpt hen die versch siin. mer niet te vele. Somegen deret zere. ja die
cole- [105] rijn siin. Want het brinct in tysike alse de nature verdroocht ¦
Alle toevalle doen den mensce verdrogen. sonder allene bliscap die maect den
mensce versch ¦
Verbolgentheit toren &de gramscap es [11] goet den genen die meest van
melancolien siin. Ende deert hen die meest van coleren siin ¦
Ende die lucht vullet diegene die versch siin. &de si ydelt diegene die
droge siin. |
[2] Nu zo heeft u een deel van
de tekens gehoord waaruit men de samengesteldheid van de mens kan kennen en
nu zal u horen van de inspanning en van de rust. Inspanning
en arbeid verhit en verdroogt en daarom is het goed vooral voor die koud en
vochtig zijn. Rust
verkoelt en bevochtigt en daarom is het vooral goed voor de galachtige. En
voor hen die van naturen vochtig zijn, korte slaap is voor hen goed want
lange slaap bevochtigt het lichaam. Inspanning
en arbeid helpt diegene die koud en droog zijn. Rust helpt hen die heet en
droog zijn en deert hen die koud en vochtig zijn. Baden
helpt hen die droog zijn. En deert hen die vochtig zijn. Gemeenschap
helpt hen die vochtig zijn, maar niet teveel. Sommigen deert het zeer, ja die
galachtig zijn. Want het brengt tering in als de natuur verdroogt. Alle
onverwachte gebeurtenissen laten de mens verdrogen, uitgezonderd alleen
blijdschap, die maakt de mens vochtig. Verbolgenheid,
toren en gramschap is goed voor diegene die het meest melancholisch zijn en
deert hen die het meeste galachtig zijn. En
de lucht vult diegene die vochtig zijn en ze leegt diegene die droog zijn. |
Over
inspanningen en rusten
|
[3]
[115] In der ouder manen sal hem de mensce ydelen met bloet latene ter
adren. Ende wet dat men .3. adren stect in den arm met ere vliemen. Die hooft
adre die hertte adre entie milte adre. Ende [120] in den slinken arm die
levere adre mer in den rechten arm die hooft adre jegen alle ongemake vanden
hoofde. Die herte adre iegen alle ongemake vander middelt vanden lichame. Die
levere adre [125] jegen die pine vander leveren ende iegen alle ongemake die
beneden den navele siin. Ouden lieden &de kindren sal men min bloets
laten. dan andren lieden ¦
Ende wet dat men meest bloets behoort [130] te latene in den lintijn &de
in den herfst want dese .2. tiden siin getempert gelijc van hitten &de
van couden ¦
Ende wet dat men kindren niet bloet laten en sal onder .14. jaer. Maer boven
.14. iaer salmen- [135] se laten ter adren es in hen vele bloets entie
lintijn getempert si. &de dbloet in hen vloyende es. &de men noet
heeft van bloet latene. Ende alder meest eist dat hen pine an comt. men salse
ydelen van [140] haren bloede ¦
Wet dat men gesonde lieden &de zieke lieden bloet laten sal jegen dat si
starc siin &de nature eischt hets ene gemeine regule dat men wachten moet
om datmen te zere cranken [145] mochte &de in onmacht vallen van te vele
bloet latene. want die herte beswiken mochte ¦
Wet oec dat men altoes laten mach. en ware in al te heten tiden of in al te
couden tiden. Ende waert oec te doene in al te heten tiden. so soude men den
mensce doen in couder steden &de dien vloer bestroyen met lissce &de
met risen van wilgen &de met wijngert bladren &de men soude dien
vloer begieten met cou- [155] den watere. Ende wert oec te doene in al te
couden tide. so soude men den mensce doen in warmen steden &de bi den
viere &de sluten alle die gaten datter die coude lucht niet in en come.
&de also .3. dage bli- [160] ven ¦
Ende alse de meester iemen doet laten sal hi merken of dat bloet swert uut
comt. So sal ment laten lopen tote dat dunne wert. Eist waterachtech &de
dunne. men saelt laten lopen tote dat dicke wert. [165] Sulke vallen in
onmacht als mense laet ter adren. eist in den winter men sal hen springen int
ansichte warmen borne. Ende eist in den zomer cout water |
[3]
Bij volle maan zal de mens zich legen door bloed
te laten uit de aderen. En weet dat men 3 aderen in de arm met een vliem steekt. De
hoofdader, de hartader en de miltader. En in de linkerarm de leverader, maar
in de rechterarm de hoofdader tegen alle ongemak van het hoofd. De hartader
tegen alle ongemakken van het middelste van het lichaam. De leverader tegen de
pijn van de lever en tegen alle ongemakken die beneden de navel zijn. Oude
lieden en kinderen zal men minder bloed laten dan andere lieden. En
weet dat men het meeste bloed behoort te laten in de lente en in de herfst
want deze 2 tijden zijn gematigd gelijk van hitte en van kou. En
weet dat men kinderen niet bloed laten zal onder 14 jaar. Maar boven 14 jaar
zal men ze laten in de ader als
er in hen veel bloed en de lente gematigd is en het bloed in hen vloeit en
men nood heeft van bloed laten. En het allermeest als er bij hen pijn aankomt
dan zal men ze legen van hun bloed. Weet
dat men gezonde lieden en zieke lieden bloed laat naar gelang of ze sterk
zijn en de natuur het eist. Het is een algemene regel dat men wachten moet
bij te zeer zwakken omdat die in onmacht zouden vallen van teveel bloed laten
want het hart zou bezwijken kunnen. Weet
ook dat men altijd laten mag al tenzij in al te hete tijden of in al te koude
tijden. En zou men het doen in al te hete tijden dan zou men de mens in een
koude plaats doe de vloer bestrooien met lis en met twijgen van wilgen en met
wijngaardbladeren en men zou de vloer begieten met koud water. En zou men het
ook doen in al te koude tijden dan zou men de mens in warme plaatsen en bij
het vuur doen en alle gaten sluiten zodat er geen koude lucht inkomt en zo er
3 dagen laten blijven. En
als de dokter iemand zal laten zal hij merken of dat bloed er zwart uitkomt.
Dan zal men het laten lopen totdat het dun wordt. Is het waterachtig en dun,
men zal het laten lopen totdat het dik wordt. Sommigen vallen in onmacht als
men aderlaat, is het in de winter zal men hen in het aanzicht sprenkelen met
warm bronwater. En is het in de zomer met koud water. |
Hier
wordt slechts een summier overzicht gegeven over bloed laten, meer gedetailleerde
en uitgebreide beschrijving over bloed laten vindt men in hoofdstuk 38. Bij
volle maan moet bloed gelaten worden. Men
laat de hoofdader, in de rechterarm, tegen hoofdziekten; de hartader tegen
kwalen van hoofd tot navel; de lever- of miltader in de linkerarm, bij
leverpijn en tegen de kwalen van de lichaamsdelen beneden de navel. Oude
lieden en kinderen worden minder bloed gelaten; kinderen beneden de 14 jaar
helemaal niet. Alle
tijdstippen zijn goed om bloed te laten; doch de voorkeur wordt gegeven in de
lente en in de herfst. Is het noodzakelijk bloed te laten bij warm weer,
breng dan de pati‘nt in een koude plaats, bestrooi de vloer met lis,
wilgentakken en druivenbladeren en besproei hem met water. Bij koud weer zal
de pati‘nt in een verwarmde goed afgesloten plaats gebracht worden waarin hij
3 dagen zal blijven. Zieken en
gezonden komen in aanmerking voor bloed laten, doch de eerstgenoemde mogen
niet te zeer verzwakt zijn; vallen zij toch in onmacht dan zal men hun
gezicht besprenkelen met water, Õs winters warm, Õs zomers koud. |
[4]
Die gene die gelaten siin. si selen [170] eten morwe eyeren gebraden.
ende bergen vleesch. jonge kiekene of jonge hinnen. &de licht tarwen
broot wel geheven. Ende drinke suver wit wijn ende sachte. dat hi die mage
niet en quetse. [175] &de dies luttel. Applen gebraden sal men eten om
dat si vallen in den bodem van der magen ¦
Ende melc no case en salmen niet eten no generande olie. want daer af gadert
fleume in die mage. &de dat doet [180] walgen ende keren ende bedruct die
herssenen Ende men sal niet slapen opten iersten dach want slaep bringet
dbloet ten ogen. ende qualijcheit ter herten ¦
Bloet laten claert den sin. &de verdrijft qualicheit. &de purgiert
[185] die mage. &de doet wel verteren. Het maect lichte stemme &de
scarpt den sin. het doet goyen &de licht die begerte. ende maect corten
slaep. Het houdet enen lange jonc. &de werpt uten sinne vremde dinge
[190] Ende dient ten langen levene met gesontheiden ¦
Het es te wetene dat laten meest ydelt van overtullegen bloede. Nochtan suldi
weten dat die andre .3. humoren hulpt purgieren. mer sonderlinge purgieret
[195] bloet ¦
Alse wi sien vette lieden ende root. entie grote dicke adren hebben ende die
orine root es &de dicke. so jugiert se te bloet latene. Alse gi yemen
siet die root es int ansichte &de herden puls [200] heeft &de starc.
&de dorine root es ende dunne so suldine purgieren met medicinen die
colera purgieren ¦ Ende siedi yemen die danscijn wit heeft &de root een
luttel. entie orine luttel gevarwt bleec of wit. &de [205] den puls trage
&de niet dapper. &de sachte slaende so suldine purgieren met
medicinen die fleume purgieren. Ende siedi yemen gevarwt int anscijn alse
asscen welna of alse lood &de mager. entie puls trage ende [210] hart. so
purgierten met medicinen die melancolie purgieren. Welc die medicinen siin.
&de hoe mense geven sal suldi horen hier na in desen boeke temet dat haer
steden gevallen. want dit vorseide behort [215] gesonden lieden toe |
[50]
[4] Diegene die gelaten
zijn
zullen murwe gebraden eieren en vlees eten van een speenvarken, jonge kuikens
of jonge hennen en licht tarwebrood dat goed gerezen is. En drinken zuivere
witte wijn en zacht zodat hij de maag niet kwetst en dit weinig. Gebraden
appelen zal men eten omdat ze in de bodem van de maag vallen. En
geen melk of kaas zal men eten en geen olie, want daarvan verzamelt men
fluimen in de maag en dat laat walgen en braken en bedrukt de hersens. En men
zal niet slapen op de eerste dag want slaap brengt het bloed naar de ogen en
ongesteldheid naar het hart. Bloed
laten verheldert de geest en verdrijft ongesteldheid en purgeert de maag en
laat goed verteren. Het maakt lichte stem en scherpt de geest, het laat
gemeenschap hebben en verlicht de begeerte en maakt korte slaap. Het houdt
lang jong en werpt uit de geest vreemde dingen. En dient voor lang leven met
gezondheid. Het
is te weten dat laten meest leegt van overtollig bloed. Nochtans zal u weten dat
de andere 3 levensssappen helpen purgeren, maar vooral purgeert het bloed. Zoals
we zien bij vette en rode lieden en die grote dikke aderen hebben en bij hen
die de urine rood en dik hebben, dan raadt ze aan bloed te laten. Als ge
iemand ziet die rood is in het aanzicht en een harde en sterke pols heeft en
de urine is rood en dun, dan zal ge hem purgeren met medicijnen die gal
purgeren. En
zie je iemand die het aanzicht wit heeft en wat rood en de urine weinig
gekleurd, bleek of wit en de pols traag en niet dapper en slaat zacht, dan
zal ge hem purgeren met medicijnen die fluimen purgeren. En zie je iemand
askleurig gekleurd, bijna als lood, in zijn aanschijn en mager en de pols
traag en hard, purgeer hem met medicijnen die melancholie purgeren. Welke medicijnen
het zijn en hoe men ze geven zal u hierna horen in dit boek naar gelang de
gelegenheid zich voordoet, want dit voor vermelde behoort gezonde lieden toe. |
Dieet
voor hen die gelaten zijn; Zacht
gebakken eieren, vlees van speenvarkens, jonge kuikens, jonge hennen, licht
tarwebrood, zuivere witte zachte wijn, doch met mate, gebraden appels. Verboden
zijn; melk, kaas en olie. De
eerste dag zal men niet slapen. Voordelen van
het laten; het klaart en scherpt de zin en verdrijft de muizenissen, het wekt
op tot bijslaap, het verheldert de stem, het maakt korte slaap, het houdt de
mens jong en het zal hem lang in gezondheid doen leven. Het zuivert vooral
het bloed; de andere drie levensvochten halen er ook voordeel bij, doch om
die te zuiveren bestaan er meer specifieke medicijnen die eerder in het boek
besproken zullen worden. |
[5]
Avicenna die wise meester leert hier hoe men zieken lieden dienen sal
&de cureren. Ende ierst selen wi spreken van enen cort- [220] se die comt
van tsmenscen toevalle ¦
Effimera febre es .1. corts die comt van tsmenscen toevalle. die comt van
couden van hitten van vresen. van dronkenscape. van pinen van wakene. van
bitterheiden. Dese corts [225] geneest bi hem selven. Ende men geneesten met
badene. &de met dat hi hem wacht van quaden etene &de van drinkene.
Hier toe roept men selden meesters. want opten derden dach so gaet hi en
wech. En si dat hem [230] die zieke versmoort met enegen dingen die quaet
siin ¦ Meneger tieren cortse so wassen in den mensce also ghi horen selt.
Some cortse siin simpel. some siinse geminct. Die maer van enen humore siin
comen. die siin sim-[235] pel. Entie van meer humoren comen sijn geminct |
[5]
Avicenna de wijze meester
leert hier hoe men zieke lieden bedienen zal en genezen. En eerst zullen we
spreken van een koorts die van een ziekelijke
aandoening van de mens komt. Lichte
koorts is een koorts die van een ziekelijke aandoening van de mensen komt die
van koude komt, van hitte, van vrees, van dronkenschap, van inspanning, van
waken en van bitterheid. Deze koorts geneest van zichzelf. En men geneest het
met baden en met dat hij zich wacht van slecht eten en van drinken. Hierbij
roept men zelden dokters want op de derde dag gaat het weg, tenzij dat de
zieke zich versmoort met enige dingen die slecht zijn. Vele
soorten koortsen groeien in de mens waarvan ge zelden hoort. Sommige koortsen
zijn enkelvoudige en soms zijn ze gemengd. Die maar van een levenssap zijn
gekomen die zijn enkelvoudig en die van meer levensssappen komen zijn
gemengd. |
Nu
zal worden gehandeld over het verzorgen van zieken, volgens de leer van
Avicenna. Vooreerst wordt gesproken over de ; effimera febreÕ[febris
intermittens], een lichte koorts waarvan de etiologie aan allerhande
ÔtoevalleÕ wordt toegeschreven als bitterheid, dronkenschap, vrees etc.
Gewoonlijk wordt de geneesheer niet geraadpleegd, daar de koorts reeds op de
derde dag verdwenen is. Er groeien
echter verscheidene koortsen in de mensen, de simpele waarvoor een van de
humoren aansprakelijk wordt gesteld, de gemengde die door meer dan een
levensvocht veroorzaakt is. |
[6]
Simple reden siin van ere manieren ende .3. die op haren dach toe
comen ende vergaen. Andre .4. cortse siin die altoes siin sonder ruste. Die
.3. die op haren dach [24] comen ende gaen. die comen van verteger materie
buten adren. oec scelt mense vaten. Die andre .4. cortse die altoes geduren
die comen van verteger materien van binnen den vaten of adren ¦
Die cortse die op haren [245] dach comen &de gaen diere es .3. deen heet
cotidiana. dander terciana. die derde quartana. Cotidiana dats dagelijx corts
die alle dage comt. Terciana comt opten derden dach. quartana comt opten vierden
dach [25] ¦
Cotidiana comt altoes tenen tide op sinen dach. &de geduert .18. uren
&de .6. uren heeft men vrede of ruste. Hi comt met cleinen couden ende
met cleinre hitten. &de sonder dorst of met cleinen dorste. Haer orine es
vet [255] dats turbel &de luttel gevarwt. Int beginsel es die puls trage
&de sachte ¦ Men sal hen geven tetene hinnen
&de kiekenen met comine &de met pepere. &de limogien. &de
ionge vischen uten verscen rivieren entie smal siin &de mager [260] alse
snoekelkine. baersekine. lamproyen stekelinge &de der gelike. Ende wit
tarwen broot gebudelt. Ende drinke witten wiin die een luttel starc si ¦
Men sal die materie purgieren met oximel gesoden met wortelen [265] van
merradeke. van apien. van persine. van venkele. want dit rijpt coude humoren.
Ende alse die humoren ripe siin dat seldi bekennen bider orinen. Alse dorine
es root ende claer. die tevoren was bleec &de turbel. [270] so es die
materie ripe. Daer na suldi purgieren die materie met medicinen die fleume
purgieren |
[6] [52] Enkelvoudige koortsen zijn van een soort en er zijn 3 die op hun dag opkomen en
vergaan. Er zijn 4 anderen soorten koortsen die altijd zonder rust zijn. De 3
die op hun dag opkomen en vergaan die komen van verrotte materie buiten de
aderen, ook noemt men ze vaten. De 4 andere koortsen die altijd aanhouden die
komen van verrotte materi‘n van binnen de vaten of aderen. De
koortsen die op hun dag opkomen en gaan daarvan is er 1 die men cotidiana
noemt, de andere terciana en de derde quartana. Cotidiana, dat is dagelijkse
koorts die elke dag komt. Terciana komt op de derde dag, quartana komt op de
vierde dag. Cotidiana
komt altijd op een tijd op zijn dag en duurt 18 uren en 6 uren heeft men
vrede of rust. Hij komt met een kleine kou en met kleine hitte en zonder
dorst of met kleine dorst. Haar urine is vet, dat is troebel en weinig
gekleurd. In het begin is de pols traag en zacht. Men
zal hen te eten geven hennen en kuikens met komijn en met peper en fazant en
jonge vissen uit verse rivieren en die smal zijn en mager zoals snoeken,
baarzen, lamprei, stekelbaars en dergelijke. En wit gebuild tarwebrood. En
drinken witte wijn die wat sterk is. Men
zal de materie purgeren met honingwater gekookt met wortels van mierikswortel, van Apium, van
peterselie en van venkel want dit rijpt koude levensssappen. En als die
levensssappen rijp zijn dat zal u zien door de urine. Als de urine rood en
helder is, die tevoren bleek en troebel was, dan is de materie rijp. Daarna
zal ge die materie met medicijnen purgeren die fluimen purgeren. |
Bij
de simpele of enkelvoudige koortsen zijn er 3 soorten die regelmatig opkomen
en afnemen waarvan rottende levenssappen buiten de aderen de oorzaak zijn.
hun namen; de cotidiana [febris quotidiana, met dagelijkse aanvallen], de
terciana [febris tertiana, met koortsstoppen om de twee dagen] en de quartana
[febris quartana, met koortsstoppen elke derde dag]. Verder bestaan er nog 4
soorten van simpele koortsen die gedurig aanhouden en waarvoor de materies
peccans binnen in de aderen steekt. De
cotidiana- koorts is te herkennen aan volgende symptomen; komt
iedere dag op en duurt 18 uur, de overige 6 uur stopt de koorts; de pati‘nt
voelt kleine koude of kleine hitte en de dorst is dragelijk. De urine is
troebel en weinig gekleurd; de pols slaat traag en zacht. Dieet ; kuikens, jonge riviervissen, gebuild
tarwebrood, witte en nogal sterke wijn. Medicatie; de materies wordt gezuiverd met
honingwater gekookt samen met bepaalde kruiden die koude humoren laten
rijpen. |
[7]
Terciana es die derde dach corts entie comt van coleren die vort es
[275] buten vaten ¦
Dit siin die tekenen. die orine es root &de dunne of geluroot Die puls
slaet dapperlike &de hart ende dicke. Ende hi begint met groten coude
&de derna comt grote hitte. Ende hi comt ten derden [280] dage. ende
altoes comt hi in enen poent ¦
Haer spise sal siin cout &de versch. Alse crumen van brode in couden
borne. Ende hi sal eten fruut alse prumen. krieken &de peren. Ende heeft
hi gesont thooft. of [285] hitte int hooft. hi sal eten coude cruden. alse
spinacia. portulaca. latuwe cucurbite. Ende opten dach van rusten sal hi eten
kiekenen met wijnbesien of met aysine. of jonge lammeren. of jonc swi- [290]
nen vleesch. vanden voeten. dat es best geten metten zope van wiinbesyen of
met aysine. Men sal eten visscen uut verscen rivieren. alse cleine snoeken.
baersen. stekelinge. lompen &de diere gelike met aysine [295] of metten
sope van wijnbesien ¦
Somwile gevallet dat dese corts geneest metter spisen sonder medicine. Ende
heeft men die bate binnen .3. accessen of binnen .4. so sal men dien zieken
geven Dyaprumis lacsa- [300] tivum. Ende gef hem .1. latuwarie die hetet
triasandali. ja vore den acces van desen cortse .13. uren |
[7]
Terciana is de derdedaagse malariakoorts en die komt van gal die verrot is buiten de
vaten. Dit
zijn de tekens, de urine is rood en dun of geelrood. De puls slaat snel en
hard en dik. En hij begint met grote koude en daarna komt grote hitte. En het
komt op de derde dag en altijd komt het op hetzelfde tijdstip. Hun
spijs zal koud en vochtig zijn zoals kruim van brood in koud bronwater. En
hij zal fruit eten zoals pruimen, krieken en peren. En heeft hij een gezond
hoofd of hitte in het hoofd, hij zal koude kruiden eten zoals spinazie,
postelein, sla en kauwoerde. En op de rustdag zal hij kuikens met wijnbessen
of met azijn eten of jonge lammeren of voeten van jong varkensvlees, dat is
het beste te eten met sap van wijnbessen of met azijn. Men zal vissen uit
verse rivieren eten zoals kleine snoeken, baarzen, stekelbaarzen, lamprei en
dergelijke met azijn of met sap van wijnbessen. Soms
gebeurt het dat deze koorts met de spijzen zonder medicijnen geneest. En
heeft men die baat binnen 3 aanvallen of binnen 4, dan zal men die zieke sap
van laxerende pruimen laxativum geven. En geef hem 1 likkepot die triasandali
heet, ja, 13 uur voor de aankomst van deze koorts. |
De
tweede soort enkelvoudige koorts die regelmatig opkomt en afneemt is de terciana;
deze wordt veroorzaakt door de gal, buiten de aderen. Symptomen; urine; rood en dun of geelrood. Polsslag;
rap, hard en dik. Begint
met grote koude en daarna grote hitte. Komt
iedere derde dag op. Dieet; kruim van brood in water, fruit,
koude kruiden; de dag van de koortsstop; kuikens of lamsvlees of varkenspoten
of riviervis, alles met druiven of azijn. Medicatie; somtijds nihil, dank zij het dieet;
zo nodig; diaprunis laxativum of Electuarium triasandalum. Dat is een
likkepot van drie soorten van gepoederd sandaalhout. |
[8]
Quartana es ene corts diemen scelt den .4. dach corts. &de comt
vanden humo- [305] re van melancolien ¦
Dit siin de tekene Dorine es dunne &de wit int begin. ende staphans na
den acces essi root. Die puls es trage &de slaet hart. Dese corts comt
ten .4.den dage. &de .2. dage heeft men [310] pays. Ende hi comt altoes
tenen tide opten dach ¦ Haer diete sal siin heet &de
versch alse kiekenen &de ionge hinnen met comine Ende van allen vogelen
mach men eten sonder die wonen in broeken &de in staenden wa- [315] tere.
Men sal scuwen gesouten spise &de looc &de peper. swinen vleesch sal
men eten Ende starken wiin salmen drinken daer in getempert es ypericum of
polyon calamentum origanum. ysopus &de deser gelike ¦
In den [320] beginne salmen geven oximel omme die materie te ripene of
gingbere conditum dat meer ripet die materie. Men sal geven ene latuwarie die
heet dyacalamentum. Ende wet datmen vore die .6. of vore die .7. [325] acces
gene medicine geven en sal. die materie en sal ierst ripe siin. dat men
kennen sal bider orinen. dat si zere gevarwt es &de dicke. Hier na salmen
purgieren die materie met medicinen die daer toe horen. die gi [330] hier na
horen sult ¦
Ende en geneest die zieke hier met niet. so suldine baden &de geven hem
int bat triacle. Ende en hebdi geen bad gereet. so legt den zieken iegen
tfier. ende besmeerten met marciatum of met dyanteyt [335] sterkelike alden
rugge van boven toten teen &de beide die ziden ¦
Men sal zieden in enen pot. coelne. rute. averone. mente. byvoet. nepte
&de boven wel decken ende int decsel sal .1. gat siin daer .1. pipe in
steken [340] sal. &de dander ende sal gaen in .1. cupe daer die zieke in
baden sal &de stoven so dat hi swete. die cupe sal boven siin gedect
entie zieke sal thooft buten houden. Ende es die hitte te groet men sal tfier
mind- [345] ren iegen datmen hitte hebben wille ¦
Nu hebdi gehort van .3. simplen cortsen die comen van vorten humoren van
buten vaten Ende nu suldi horen van .4. cortsen die comen van vorten humoren
van binnen vaten entie pine [35] es altoes durende al toter tijt dat men
bekeert |
[8]
Quartana is een koorts die men
de vierdedaagse malariakoorts noemt en komt van de
levensssappen van melancholie. Dit
zijn de tekens; de urine is dun en wit in het begin en terstond na de
aankomst is het rood. De pols is traag en slaat hard. Deze koorts komt de
vierde dag en 2 dagen heeft men rust. En hij komt altijd op een tijd op een
dag. Hun
dieet zal heet en vochtig zijn zoals kuikens en jonge hennen met komijn. En
van alle vogels mag men eten uitgezonderd die in broekachtige plaatsen en in
staande waters wonen. Men zal schuwen gezouten spijs en knoflook en peper,
varkensvlees zal men eten. En sterke wijn zal men drinken waarin getemperd is
hertshooi of polei, akkermunt, Origanum, Hyssopus en dergelijke. In
het begin zal men honingwater geven om de materie te rijpen of gember
specerij dat de materie meer rijpt. Men zal een likkepot geven die sap van
Calamentha heet. En weet dat men voor de 6de of voor de 7de
aankomst geen medicijn geven zal, de materie zal eerst rijp zijn en dat zal
men weten doordat de urine dan zeer gekleurd en dik is. Hierna zal men de
materie purgeren met medicijnen die daartoe behoren die ge hierna zal horen. En
geneest die zieke hiermee niet dan zal ge hem baden en hem in het bad een
teriakel geven. En hebt ge geen bad gereed leg de zieke dan tegen het vuur en
besmeer hem dan de hele rug sterk met marciatum of met dyanteyt van boven tot
de tenen en beide zijden. Men
zal in een pot koken bonenkruid, ruit, averone, munt, kattenkruid, bijvoet en
boven goed bedekken en in het deksel zal een gat zijn waarin een pijp steken
zal en het andere eind zal in een kuip gaan daar de zieke in baden en stoven
zal zodat hij zweet, die kuip zal boven bedekt zijn en de zieke zal het hoofd
buiten houden. En is de hitte te groot, men zal het vuur verminderen zodat
men de hitte krijgt die men hebben wil. Nu
hebt u gehoord van 3 enkelvoudige koortsen die van verrotte levensssappen van
buiten de vaten komen. En nu zal u horen van 4 koortsen die van verrotte levensssappen
komen van binnen de vaten en de pijn houdt altijd aan tot de tijd toe dat men
beter wordt. |
Marciatum;
Unguetum marciatum is een zalf die genoemd is naar een geneesheer van die naam.
Dyanteyt; Unguentum de Anthera; zalf van rozenzaad, nu bekend als zaad van
meeldraden. De
derde enkelvoudige koorts die op regelmatige tijdstippen aanvalt is de quartana;
deze wordt veroorzaakt door de zwarte gal. Symptomen; urine dun en wit in het begin, wordt
na een koortsaanval rood. Polsslag;
traag en hard. Komt
iedere 4de dag; twee dagen heeft men rust. Dieet; kuikens met komijn, alle vogels die
in broekachtige plaatsen wonen en stilstaande waters, varkensvlees, sterke
kruidenwijn; te mijden; gezouten en gekruide spijzen. Medicatie; In het begin honingwater, zingiber
conditum of electuarium diacalamentum. Als
de materie rijp is, wat te zien is aan de urine die donker gekleurd en dik
geworden is, zal men deze purgeren met medicijnen waarvan de beschrijving
later komt. Is
de ziekte weerspannig dan baden en teriakel geven of de zieke inwrijven met
revulsieve zalven. Een
gedetailleerde beschrijving wordt hier gegeven van het baden; men kookt
kruiden in een pot en langs een pijp wordt de damp in het bad geleid. |
[9]
Cortse siin die comen van .4. simplen humoren die vort siin in die
adren. Den enen heet men cynocus &de hi comt van vortten bloede binnen
adren [355] Dandere heet causon of terciana continua &de hi comt van
coleren. Die derde heet cotidiana continua. &de comt van couden vorten
humoren van binnen adren ¦
Cynocus comt van vorten bloede. dit siin die tekene. Dorine es [360] int
beginsel root &de dicke. Die puls es haestech &de dapper. Die pine
geduert al tenen sonder enech op houden of sonder coude. nochtan comt in
somen lieden groet coude int begin. mer het es selden ¦
Dit siin haer dye- [365] ten. Nemt die crumen van tarwen brode &de legse
in couden borne &de laetse wel in drinken &de dan doet boven af.
&de doet also .3. werf ende dit salmen eten. Men sal eten coude frute
alse prumen. krieken. persekers. [370] men sal eten coude cruden rou of
gesoden alse spinacia. portulaca. cucurbite latue hi sal eten gerkiin met
borne gesoden. hi sal drinken tyseine. dats borne op gerste gesoden. dat
hulpt meest ¦ Dierste [375] hulpe wert. dat men sal
die levere adre laten opten iersten dach. of opten andren. of opten derden of
opten .4. dach ten meesten dat si beletten den tijt. of andere toevalle die
quaet siin. Comt den zieken quade toevalle. men [380] salre iegen gaen
&de wederslaense ¦
Dit siin quade toevalle. onnatuerlike hitte. vele te drinkene. quaelike spise
te nemene. hooftswere. vele te wakene. die puls haestech &de dicke
slaende. die tonge droge &de vasten [385] lichame ¦ Jegen
den hooftswere smeret thooft met popelioene. of met olien van rosen of met
aysine. ja die olie geminct metten aysine Oec hulpt die voeten gedwegen met
watere daer in gesoden es latuwe bladen. olie blade [390] wijngert vorken.
van allen desen suldi die upperste sprocken nemen. Oec es goet een luttel van
desen opten puls gebonden ¦
Jegen waken. latue saet. olie saet. belde saet. &de sillij. dats oec .1.
saet. dese [395] tempert met rose watere. &de plaestert ant vorhooft
&de opten slaep. dit hulpt oec ane die .2. pulse gebonden. Ende wacht dat
gijt niet en legt optie dage datmen bekeren soude. want die gaetkine vander
huut [400] souden der met stoppen. &de dat bekeren souder mede verlingen.
Oec en salmen die coude medicinen niet geven in den winter iegen die hitte
vanden hoofde ¦
Ende iegen den dorst salmen geven cyroop rosaet. Heeft hi met vasten lichame
[405] bestopt. so sal men hem geven cyroop vyolaet. of dyaprunis. Die stede
daer die zieke leget suldi bestroyen met wilge bladren &de den vloer
begieten met fonteinen. &de siin bedde bestroyen met wijngert bladren ¦
[410] Doet oec een ander. Settet een becken biden zieken. &de boort vele
gaten in den bodem van enen erdenen potte. ende stect in elc gat een coren
haer. &de giet den pot vol borns. ende hancten boven den beckene &de
latet daer in drupen [415] Dese loge es beter dan medecine van binnen
genomen. om die redene dat de corts dat herte heeft so verhit. Ende om die
redene dat die loge die cout es ten iersten ter herten slaet. om datse cout es
vanden watere [420 &de getempert vander lucht. Die medicinen die men
binnen nemt vallen ten iersten in die mage. &de daerna in die levere.
Ende hieren binnen comet ter herten eer dat dese steden die nature ontfangen.
Vander couder lucht of van [425] der coutheit vander logen so coelt dat herte
¦
Jegen den vasten lichame. Nemt tamarindi cassia fistula. &de tempert
&de minget met borne ende geziet &de gedronken. dit weict die feces
in die darme. feces siin die subtile [430] humoren uten lichame ¦
Of men sal nemen papple. mercuriael. dats een groene cruut &de siedet in
borne &de wringet dor enen doec &de derna doet in enen pot &de
doeter toe olie hier sal de zieke liggen over sine knien [435 &de bucken
metten erse hoge. dan salmen hebben .1. clisterie gereet ¦ Een
ander maniere Nemt zeem .2. lepel vol &de doet zieden &de doeter toe
terdendeel zout. &de ziedet tote dat dicke si. &de dan nettet .1.
bert &de gietet daer op al heet [440] &de walket met uwer natter
hant. also cleine alse .1. kersse vingers lanc. &de dan steket in den
eers. dit trect oec quade humoren uten lichame. Ende wildijt zere doen
werken. so wintelt die subponitorie al warm in pulver [4445] van senien
&de esule. dese werken treckende &de daer omme trecken si die humoren
nederwert ¦
Ende leget den zieken op de tonge lijm. So salmen maken .1. houtijn mes.
&de daer met suldi sceren al dlijm af vander tongen. Ende [450] es die
tonge droge &de hart &de scarp. so suldi maken .1. cleine sackelkiin
also groot als tforste led van uwen dume &de daer in doet sillium half
vol vanden sade. &de dan stect .1. stockelkiin int sacskiin. &de
bindet [455] saxkiin opt stoxkijn. &de dan legget saxkiin in ene scotele
met lauwen borne &de latet weyken. &de dan steket optie tonge op
&de neder. dit suvert die tonge &de maecse sachte &de versch Ende
die tanden salmen wriven met witten [460] brode. ende den mont salmen dwaen
met warmen borne ¦ Men sal merken &de besien of die zieke sterven sal.
dit siin tekene vander doot. alse sinen mont hanget &de open es. &de
sine nagle suldi oec bescouwen |
[9] Koortsen die van 4 enkelvoudige levensssappen komen die
verrot zijn in de aderen. De ene noemt men cynocus en het komt van
verrot bloed binnen de aderen. De andere heet causon of terciana continua en
het komt van gal. De derde heet cotidiana continua en komt van koude verrotte
levensssappen van binnen de aderen. Cynocus komt
van verrot bloed, dit zijn de tekens; de urine is in het begin rood en dik.
De pols is snel en stevig. De pijn duurt steeds zonder enig ophouden of
zonder koude, nochtans komt in sommige lieden grote koude in het begin, maar
dat is zelden. Dit zijn hun
di‘ten; neem de kruimen van tarwebrood en leg ze in koud bronwater en laat ze
goed inweken en giet dan het bovenste eraf en doe het zo 3 maal en dit zal
men eten. Men zal koud fruit eten zoals pruimen, krieken en perziken, men zal
koude kruiden eten, rouw of gekookt, zoals spinazie, postelein, kauwoerde en
sla, hij zal eten augurken gekookt met bronwater, hij zal drinken ptisane,
dat is bronwater met gerst gekookt, dat helpt het meest. De eerste hulp
verder is dat men de leverader zal laten op de eerste dag of op de volgende
of op de derde of op de 4de dag, tenminste of dat het de tijd
belet of andere ziekelijke aandoening die slecht zijn. Komt er bij de zieke
een kwade ziekelijke aandoening dan zal men ertegen gaan en terugdringen. Dit zijn kwade
ziekelijke aandoeningen; onnatuurlijke hitte, veel drinken, slecht kunnen
eten, hoofdpijn, slapeloosheid, de pols die snel en dik slaat, de tong is
droog en vaste loop. Tegen de
hoofdpijn; smeer het hoofd in met populierzalf of met rozenolie of met azijn,
ja de olie gemengd met azijn. Ook helpt het de voeten te wassen met water
waarin gekookt is slabladeren, papaverbladen, wijngaardranken en van al dezen
zal ge die bovenste twijgen nemen. Ook is goed om hiervan wat op de pols te
binden. Tegen
slapeloosheid; slazaad, papaverzaad, bilzekruidzaad en psyliumzaad, (Plantago
psyllium) dat is ook een zaad, temper die met rozenwater en pleister het op
het voorhoofd en op de slaap, dit helpt ook aan de twee polsen gebonden. En
let op dat ge het niet op de dag legt dat men beteren zou, want de gaatjes
van de huid zouden er door verstoppen en het beteren zou men ermee vertragen.
Ook zal men de koude medicijnen niet in de winter geven tegen de hitte van
het hoofd. En tegen de
dorst zal men geven siroop van rozen. Kan hij slecht naar toilet gaan dan zal
men hem siroop van violen of sap van pruimen geven. De plaats daar de zieke
ligt zal u bestrooien met wilgenbladeren en de vloer begieten met bronwater
en zijn bed bestrooien met wijngaardbladeren. Doe ook nog
een ander ding. Zet een bekken bij de zieke en boor vele gaten in de bodem
van een aarden pot en steek in elk gat een korenaar en giet de pot vol
bronwater en hang het boven de bekken en laat het daarin druipen. Deze loog
is beter dan medicijn van binnen ingenomen omdat de koorts het hart zo verhit
heeft. En om die reden dat de loog die koud is het eerste naar het hart slaat
omdat ze koud is van het water en getemperd van de lucht. De medicijnen die
men binnen neemt vallen ten eerste in de maag en daarna in de lever. En
hierbinnen komt het naar het hart eer dat deze plaatsen die natuur ontvangen.
Van de koude lucht of van de koudheid van de loog zo verkoelt dat het hart. Tegen de vaste
loop; Neem Tamarindus, Cassia fistula en temper en meng het met bronwater en
zeef en drink het, dit weekt de faces in de darmen. Faces zijn de subtiele
levensssappen uit het lichaam. Of men zal
nemen kaasjeskruid, bingelkruid, dat is een groen kruid, en kook het in
bronwater en wring het door een doek en doe het daarna in een pot en doe er
olie bij, hier zal de zieke liggen op zijn knie‘n en buik met de aars omhoog,
dan zal men een klysma gereed hebben. Een andere
manier; neem 2 lepels vol honing en laat het koken en doe er het derdedeel
zout bij en kook het totdat het dik is en dan nat het op een plank en giet
het er al heet op en vorm het met uw natte hand zo klein als een kaars vinger
lang en steek het dan in de aars. Dit trekt ook kwade levensssappen uit het
lichaam. En wil ge het zeer laten werken, wentelt de klisma al warm in poeder
van Cassia senna en Euphorbia esula, deze werken trekkende en daarom trekken
ze de levensssappen naar beneden. En ligt er bij
de zieke lijm op de tong; dan zal men een houten mes maken en daarmee zal ge
alle lijm van de tong afscheren. En is de tong droog en hard en scherp; dan
zal ge een klein zakje maken net zo groot als het voorste lid van uw duim en
die doe je de helft vol van Plantago psylium zaad en dan steek het stokje in
het zakje en bind je het zakje op het stokje en dan leg je het zakje in een
schotel met lauw bronwater en laat het weken en dan steek je het op de tong
op en neer, dit zuivert de tong en maakt die zacht en vochtig. En de tanden
zal men wrijven met witbrood en de mond zal men wassen met warm bronwater. Men zal merken
en bezien of de zieke sterven zal; dit zijn de doodstekens, als zijn mond
hangt en open is en zijn nagels zal ge ook aanschouwen.. |
Benevens
de drie voornoemde bestaan er nog 4 enkelvoudige koortsen. Deze komen voort
uit ieder van een van de 4 humoren die rotten in de aderen; de koorts blijft
aanhouden. 1. Cynocus
[bedoeld wordt febria synochalis, febris sthenica, koorts waarbij de
hartwerking onverminderd intact blijft] wordt veroorzaakt door rottend bloed
in de aderen. Ziektebeeld; urine rood en dik. Polsslag
rap. Meestal
weinig koude. Dieet; kruim van tarwebrood in water gewekt,
koud fruit, koude kruiden, gestewater. Medicatie; ader laten. Indien de
ziekte gepaard gaat met; Hoofdpijn;
hoofd insmeren met populierzalf of rozenolie of azijn of azijn + olie.
Voetbaden in kruidenaftreksel [men mag dezelfde kruiden ook op de pols
binden. Slapeloosheid;
voorhoofd of slapen bepleisteren met een papje gemaakt van verschillende
zaden in rozenwater [men mag deze 2 kruiden ook op de pols binden] Dorst;
rozensiroop. Obstipatie;
viooltjessiroop of E. Diaprunis [de ziekenkamer bestrooien met
wilgenbladeren, het bed met wingerdbladeren, de vloer begieten met bronwater]
ofwel neem een aarden pot met doorboorde bodem waar in iedere opening een
korenaar steekt, vul de pot met water, het doorsijpelende water drinken. Of
een aftreksel van tamarinden en Cassia fistula. Of een klysma. Of zetkaarsjes
opsteken. Slijmerige
tong; met een houten mes de tong afscheren ofwel de tong afschuren met een
zakje waarin psyllium in lauw water geweekt zit. Tanden poetsen met wit brood
en de mond spoelen met warm water. Is de dood
ermee gemoeid, dat kan men hieraan herkennen; zijn mond hangt op en ook zijn
zÕn nagels te bezien. |
[10]
[465] Causon of terciana continua. dats een corts die altenen geduert
met groter hitten tote dat men bekeert of stervet Die lieden sceldent die
hitte of theete ongemac ¦ Hi comt van vorten humoren van [470]
binnen adren. alse van colera die heet es &de droge. Men bekeerter af
opten oneffenen dach. opten .7. of opten .9. of opten .11. of opten .13.
dach. Dicwile gevallet als men niet en bekeeret opten .7. dach. dat es [475]
vrese. op dat dorine bleec es die te voren root was. Ende oec eist tontsiene
van frenesyen alsi bleec wert achter den .7. dach. die te voren root was.
dats .1. teken dat nature opwert trect [480] daerbi blijft si bleec &de
dats die doot. Alse der orinen vele es &de dicke &de turbel root.
dats een teken dat nature haer purgiert metter orinen van haren quaden
humoren. ¦
Wet dat alle die werken &de alle die me- [485] dicinen die ten andren
cortse daer voren gescreven siin sal men tote desen doen. sonder datmen in
den andren corts meer bloets moet laten ter adren dan in desen corts. Ende
men moet couder dingen antieren dan in den [490] andren corts. &de merder
hope. &de couder water ¦
Dit siin die tekenen hoe dat men bekennen sal causon of terciana continua iegen
cynocus. Die orine es rodere &de min vet dan in cynoco. Verstaet aldus.
In cynoco [495] es dorine root. &de in causon rodere &de dickere.
entie puls hardere slaende. entie lichame es hetere &de bernender.
&de heeft utermaten groten dorst. &de begert te drinkene altoes. Ende
meest comt dese corts in colerine [500] &de in heten tiden ende in heten
landen |
[10]
Causon of terciana continua,
dat is een koorts die altijd blijft met grote hitte totdat men
beter wordt of sterft. De lieden noemen het de hitte of hete ziekte. Het
komt van verrotte levensssappen van binnen de aderen zoals van gal die heet
en droog is. Men wordt er beter van op een oneffen dag, op de 7de
of op de 9de of op de 11de of op de 13de dag.
Vaak gebeurt het als men niet beter wordt op de 7de dag dat het te
vrezen is, omdat de urine bleek is die tevoren rood was. En ook kan men een
dolle (razende) koorts verwachten als het bleek wordt na de 7de
dag die tevoren rood was, dat is een teken dat de natuur opwaarts trekt en
daarbij blijft het bleek en dat is de dood. Als er veel urine is en dik en
troebel rood, dat is een teken dat de natuur zich purgeert met de urine van
haar kwade levensssappen. Weet
dat alle werken en alle medicijnen die voor de andere koortsen die hiervoor
beschreven zijn men voor deze zal gebruiken, uitgezonderd dat men in de
andere koortsen meer bloed moet laten uit de aderen dan in deze koorts. En
men moet koudere dingen hanteren dan in de andere koortsen en meer hoop en kouder
water. Dit
zijn de tekens hoe dat men weten zal of het causon of terciana continua is
tegenover cynocus. De urine is roder en minder vet dan in cynocus. Begrijp
het aldus; in cynocus is de urine rood en in causon roder en dikker en de
pols slaat harder en het lichaam is heter en brandt meer en hij heeft
uitermate grote dorst en begeert altijd te drinken. En meestal komt deze
koorts in galachtige en in hete tijden en in hete landen. |
2. Causon
of terciana continua, vulgo Õtheete ongemacÕ. [van χαύσων;
hete koorts; terciana continua; aanhoudende koorts met koortsstoppen om de 2
dagen]. Wordt veroorzaakt door rottende gal in de aderen. Ziektebeeld; hoge koorts [Ôgrote hitteÕ]. Men
geneest ervan op een oneffen dag. Wordt
de urine na de 7de dag bleek in plaats van rood, dan bestaat er
gevaar voor frenesie; blijft ze bleek dan betekent dit de dood. Dieet en
medicatie; zoals bij
cynocus. Verschil
cynocus en causon; Bij
causon is de urine roder en minder dik Slaat
de pols harder. Is
het lichaam warmer [hogere temperaturen] Causon komt
meest voor bij cholerici, bij warm weer en in warme landen. |
[11] Cotidiana es .1. corts &de
comt vander fleumen. Ende meest es dese orine bleec &de luttel gevarwt.
die puls en slaet niet zere. mer sachte met moruwen slagen [505] Entie pine
geduert altenen dach ende nacht. mer .18. uren es die pine meest &de .6.
uren heeft men meest rusten entie pine es minst. die hitte niet groet noch
die hooftswere. Ende also andre toevalle [510] Die zieke es somtijt dat hi
niet en gevoelt alse een die in commeringen van slape leget ¦ Haer diete sal siin aldus Maect hem .1.
caudeel van wine &de van tarwen bloemen ¦ Een ander. Siedt ene [515] hinne al geheel.
&de daer na salmen te stucken stoten tfleesch ende been dan doeter in een
luttel soops &de wringet dor .i. cleet. &de in dat sop doet wijn
&de bloeme &de maecter af .1. caudeel. &de brocter in tarwen
broot [520] &de dat salmen supen. Ende in desen cortse so moet men meest
eten dingen die conforteren dan in andren cortsen ¦ Die zieke sal drinken gesoden water op
crumen van tarwen brode. Of hi sal drinken [525] mussa. dats van zeeme
&de van borne gesoden. Ende es dorine luttel gevarwt of niet. so siedt
die wortele van apien van persijn. al die sapen van desen alst gesoden es sal
ment perssen dor enen doec. &de dan [530] ziedet te gadere met zeme .1.
o. &de van den sape .9. o. &de dit sal hi drinken ¦ Ende wet dat in alle die cortse die altenen
geduren dach &de nacht sonder rusten. datmen daer sal laten ter adren
opten iersten dach. of op [535] den andren. of opten .3. of opten .4. Of het
en belette die crancheit vanden zieken. of die tijt vanden iare. of dat die
materie al te cout es ¦
Ende weromme dat laten ter adren hulpt in eenperliken cortsen dat sul- [540]
di verstaen. het nes niet om dat die humoren in die adren bedruct siin. dat
si uut gaen het es om dat wint die ter adren uut gaet die de humoren binnen
versmacht. werbi dat die adren lucht in gewint dat si niet en [545] vorten ¦ Men sal niet geven medicinen die purgieren.
men sal ierst die humoren doen ripen. no in eenperliken cortse. vore dat die
zieke bekeert ¦ Hets ene gemeine regule. so wat humore dat
men purgieren [550] sal beneden den navele. datmen clisterien setten sal ten
fundamente aldus gemaect ¦
Siedet papple. mercuriael in borne. &de persset tsap ute dor .1. cleet
&de vanden sope salmen nemen also vele als men wille. of [555] .1.
virendeel. &de doeter toe swinen smout &de olie. &de een hantvol
souts. &de gietet in ene ganse pipe of clisterie pipe meer dan .1. pinte
al laeu. Die zieke sal hoge stupen metten sterte. &de men sal hem de pipe
ste- [560] ken int fundament. entie zieke salse houden in sinen lichame. Die
zieke sal oec houden daer in dat mer in giet. also lange als hi mach. &de
sal sitten op enen stoel met enen gate. Aldus purgiert men humoren die in den
licha- [565_ me vloyen ¦ Een ander. Nemt .1. lepel vol zeems. &de
.1. s. lepel vol souts. &de siedet dat zeem so dat welna dicke werde.
&de dan doeter toe tsout ende latet een luttel zieden. dan gietet op .1.
nat bert. &de walket metter palmen [570] cleine alse .1. kersse. daerna
wentelet in pulvere van senien. derna steket int fundament Dit heet men .1.
subponitorie &de trect oec die quaede humoren uten lichame ¦ Wet dat die clisterien best siin in vasten
lichame [575] van heter ziecheiden. Die subponitorien van zeemen die siin
beest in couder ziecheit die den lichame vast hebben. het verhit die viscose
humoren van fleumen &de suvert den lichame ¦ Die [580] meester moet nerenstelike merken
in den corts weder die humoren heet siin inden corts &de die den lichame
vast hevet hem es die clisterie best. In de welke dat die humoren vloyen.
dien suldi subponitorien onder geven. op dat die lichame vast es ¦ Ende es die [585] tonge limech. so suldi
ierst in den mont houden sachten aysiin enten mont suldi dwaen met warmen
watere. &de sceren die tonge met enen houtenen messe. &de screpen wel
al die limecheit vander tongen. Ende dat roest suldi wel va- [590] gen met
.1. linen clede ¦ Ende men sal wachten dat men in dese cortse
en gene coude medicine leggen en sal opt hooft iegen den hooftswere. Want men
mochte lichte vallen in een ongemac datmen heet litargie ¦ Ende eist [595] te doene alse de zieke
bekeert es. men salne purgieren metten selven dat men doet cotidiane corts.
&de metten selven dat men doet quarteine die altenen geduert. Ende some
die lieden walgen &de keeren &de dat hulpt [600] hen lieden want die
mage purgiert daer mede |
[11] Cotidiana
is een koorts en komt van fluimen. En meestal is de urine
bleek en weinig gekleurd, de pols slaat niet erg, maar zacht met murwe
slagen. En de pijn blijft de hele nacht en dag en nacht, meer dan 18 uren is
de pijn het meest en 6 uren heeft men meestal rust en is de pijn het minst.
De hitte is niet groot en ook de hoofdpijn niet. En netzo de andere
ziekelijke aandoeningen. De zieke is soms zo dat hij niets voelt als een die
in bekommering van slaap ligt. Hun dieet zal aldus zijn; maak voor hem een
kandeel van wijn en van tarwebloem. Een andere; kook een hen geheel en daarna zal
men het vlees en been in stukken stampen, doe er dan wat sap bij en wring het
door een kleed en in dat sap doe je wijn en bloem en maak er een kandeel van
en verkruimel er tarwebrood in en dat zal men drinken. En in deze koorts moet
men het meest dingen eten die verbeteren dan in andere koortsen. De zieke zal drinken water gekookt op kruim
van tarwebrood. Of hij zal mussa drinken, dat is van honing en van gekookt
bronwater. En is de urine weinig gekleurd of niet; kook dan de wortels van
Apium en peterselie, alle sappen hiervan als het gekookt is zal men door een
doek persen en kook het dan tezamen met honing, 1 ons en van het sap 9 ons,
en dit zal hij drinken. En weet dat in alle koortsen die altijd
blijven dag en nacht zonder rusten dat men daar de aderen zal laten op de
eerste dag of op de volgende of op de 3de of op de 4de,
of het wordt belet door de zwakheid van de zieke of de tijd van het jaar of
dat de materie al te koud is. En waarom dat aderlaten helpt in aanhoudende
koortsen dat zal ge begrijpen, het is niet omdat de levensssappen in de
aderen bedrukt zijn, dat ze uitgaan, het is omdat de wind uit de aderen gaat
die de levensssappen binnen versmachten waarbij de aderen lucht inwinnen zodat
ze niet verrotten. Men zal geen geven medicijnen die purgeren,
men zal in aanhoudende koorts eerst die levensssappen laten rijpen voordat de
zieke beter wordt. Het is een algemene regel welke levensssappen
dat men purgeren wil beneden de navel dat men klysmaÕs in het fundament
zetten zal die aldus gemaakt worden; Kook heemst en bingelkruid in bronwater en
pers het sap er uit door een kleed en van het sap zal men nemen zoveel als
men wil of een vierde en doe er varkensvet bij en olie en een hand vol zout en
giet meer dan 1 pint in een ganzenpijp of klysma pijp, lauw. De zieke zal
hoog staan met het achterste en men zal hem de pijp in het fundament steken
en de zieke zal die houden in zijn lichaam. De zieke zal het er ook houden
als men het er in giet, net zo lang als hij kan, en zal zitten op een stoel
met een gat. Aldus purgeert men levensssappen die in het lichaam vloeien. Een andere; neem 1 lepel vol honing en 1 lepel
vol zout en kook die honing zodat het bijna dik wordt en doe er dan zout bij
en laat het wat koken en giet het dan op 1 natte plank en vorm het met
handpalm klein als een kaars, wentel het daarna in poeder van senna, steek
het daarna in het fundament. Dit noemt men een suppoost en trekt ook de kwade
levensssappen uit het lichaam. Weet dat de klysmaÕs het beste zijn in vaste
loop van [62] hete ziektes. De klysmaÕ s van honing die zijn het beste in
koudere ziektes die de loop vast hebben, het verhit de viskeuze levensssappen
van fluimen en zuivert de loop. Die dokters moeten er in de koorts zeer goed
opletten of de levensssappen heet zijn in de koorts en die de loop vast
heeft, voor hem is de klysma het beste. In diegene waar de levensssappen
vloeien die zal ge een suppoost van onder geven zodat de loop vast is. En is de tong lijmachtig, dan zal ge eerst in
de mond zachte azijn houden en de mond zal ge wassen met warm water en de
tong scheren met een houten mes en goed alle lijmerigheid van de tong
schrapen. En het gehemelte zal ge goed vegen met een linnen kleed. En men zal wachten dat men in deze koorts geen
koude medicijnen leggen zal op het hoofd tegen de hoofdpijn. Want men mocht
gemakkelijk in een ongemak vallen dat men lethargie [slaapzucht] noemt. En dit is te doen als de zieke beter is, men
zal hem purgeren met hetzelfde dat men doet in de cotidiane koorts en met
hetzelfde dat men doet in de quarteine die steeds blijft. En sommige lieden
walgen en braken en dat helpt die lieden want de maag purgeert daarmee. |
3. Cotidiana
[dagelijks aanhoudende koorts] wordt veroorzaakt door het flegma. Symptomen; urine is bleek. Polsslag
traag en zacht. De
koorts houdt heel de dag aan doch 18 uren is hij hevig en 6 uren minder
hevig. Dieet; zacht drankje van wijn en tarwebloem. Kippenbouillon
met tarwebloem en wijn. Versterkende
middelen innemen. Als
drinken; water waarin kruim van tarwebrood werd gekookt of mulsa, Medicatie; afkooksel van selderie- en
peterseliewortels en honing. Ader
laten op een van de 4 eerste dagen na de aanval. KlysmaÕs
[een gedetailleerde beschrijving wordt gegeven] Zetkaarsjes;
honig + zout = poeder van sennabladeren. Er
wordt opgemerkt dat men het beste een klysma zet bij verstoppingen die door
hete ziekten veroorzaakt zijn en bij verstoppingen die uit koude ziektes
voortkomen. Is
de tong slijmerig, dan zal men de mond spoelen met verdunde azijn, de tong
scheren met een houten mes en het gehemelte afvegen met een lapje. Bij
hoofdpijn geen koude medicijnen op het hoofd leggen, want dan is er gevaar
voor lethargie. |
[12]
Vele reden of cortsen so siin noch. der es .1. valsch cotidiaen.
&de een valsch terciaen. &de een valsch quartaen. Daer siin gemingde
cortse meer dan van enen humore. sulc van [605] tween sulc van drien &de
sulc van .4. humoren. Sulc cortsen comen in enen humore van binnen adren Ende
sulc van .2. humoren van buten adren. Hoe dat men dese cortse genesen sal
&de bekennen die werke daer af sal men verstaen. Men salse [610] genesen
na dat dorine toent entie puls. &de die toevalle die menegerande siin ¦
Orine herde root entie puls haestech den enen slach achter den andren. ende
die complexie vanden mensche heet es. entie tijt vanden iare oec heet [615]
si. so suldine genesen met couden medicinen ¦ Ende es dorine luttel gevarwt
entie puls trage &de die complexie vanden zieken cout si. men salne
genesen met couder medicinen |
[12]
Vele reden of koortsen zijn er nog, er is een
valse cotidiaan en een valse terciaan en een valse quartaan. Er zijn gemengde
koortsen met meer dan 1 levensssappen, sommige van twee, sommige van drie en
sommige van 4 levensssappen. Sommige koortsen komen in een levenssap van
binnen de aderen en sommigen van 2 levensssappen van buiten de aderen. Hoe
men deze koortsen genezen zal en herkennen de geneeswijze daarvan zal men
leren; men zal ze genezen naar dat de urine toont en de pols en de ziekelijke
aandoeningen die veelvuldig zijn. Urine
hard en rood en de pols snel, de ene slag na de andere en de samengesteldheid
van de mens is heet en de tijd van het jaar is ook heet dan zal ge hem
genezen met koude medicijnen. En
is de urine weinig gekleurd en de pols traag en de samengesteldheid van de
zieke koud, dan zal men ze genezen met koudere medicijnen. |
Men zou nu de
beschrijving kunnen verwachten van de vierde aanhoudende koorts die
veroorzaakt wordt door een rottende humor in de aderen, de melancholie
ontbreekt nog, doch het kapittel over de koortsen schijnt de schrijver [of
kopiist] het nu welletjes te zijn en hij besluit in een kort hoofdstuk door
te zeggen dat er nog veel andere koortsen bestaan; valse cotidiaan, -
terciaan of – quartaan koortsen; verder zijn er nog de gemengde of
samengestelde koortsen. Men zal deze genezen naar de urine, de pols en andere
ÔtoevalleÕ uitwijzen. In zijn haast om te eindigen verkondigt hij tenslotte
de ketterij dat zieken met koude complexie moeten genezen met koude
medicijnen. We lezen wat dat aangaat in de Ortus sanitatis; ÔEnde hyer omme
sal een yeghelijck medecijn ofte meestere ende elck cranck mensche
bemerckinghe hebben opt ghene dat zijnder natueren bequaem i.s Ende god
almachtich heeft menigherhande cruyt verleent, niet om dat alle cruyt allen
menschen bequaem wesen soude Maer alleene den menschen dye dat van noode
hebben. Ghelijck cruyden die van haer natueren cout zijn, zijn goet om die
hitte dar mede te benemen ende te verdriven/Ende die cruyden dye heet zijn om
die coude daer mede te benemene Ende hier om en salmen niet besighen cout
by cout of heet bi heet, want dye siecheden daer mede vermeerdert worden
ende nommermeer tot ghesontheden en comen Als ons Galienus ende Avicenna in
vele plaetsen bescrijvenÕ. |
[13]
Epilencia es .1. ongemac daer die lieden [620] af vallen. entie lieden
sceldent dat vallendevel. Some hebbent .1. werf siaers. ende some .1. werf de
maent. some .1. werf de weke. &de some ene werf of .2. werf of .3. werf
of .4. werf des dags ¦
Drie manieren siin van [625] desen ongemaken. epilencia. catalempcia. analempcia.
Dierste es epilencia. &de port uten herssenen. Dit siin die tekenen. die
zieke en gevoelt niet vor den acces. het comt met groten coude &de met
bevingen. &de men spertelt [630] met handen &de met voeten. &de
men scumet metten monde ¦
Haer spise sal siin licht te verterne. alse kiekenen. limoegien. ionc vleesch
vet van jongen entie doders van eyeren hulpen meest. entie cullen van den
[635] bever. entie cullen vanden weder. Haer dranc sal siin wit wiin &de
claer. sachte &de niet starc &de claer borne ¦
Men salse wachten van spisen die doen wassen grove humoren van melancolien.
alse van ossen vlesce van coyen [640] van hasen. van geyten. van zogen van
stieren &de der gelike. men salse wachten van bonen van erweten. van
vitsen van loke. van enioene. van poret loke. van roden colen. van gansen.
van allen vogelen die in broeken wo- [645] nen &de in merscen &de in
staenden watere. Maer si selen eten cleine viscen die in rivieren wonen of in
lopenden watere. alse snoeken barsen lompen &de der gelike ¦
Het es te wetene dat alle hoofden van allen beesten van allen vis- [650] scen
&de van allen vogelen hen lieden deren die dat groet ongemac hebben ¦
Men salse oec wachten van goyene. van badene. van roepene. van scildene. van
vastene. van te vele hitten. van te vele couds. [655] want die materie
vergrammet van al desen &de bringet den acces toe dat hi vallen moet ¦ Nemt die levere vanden esel &de
braedse &de geeftse hem tetene. Ende snijt in stucken den wortel vander
pyonien &de bindet al in .1. doexkiin ende [660] hanget hem an sinen
hals. &de dit hulpt meest den kindren ¦
Nemt die galle van den hase. bevercul. wierooc. mirre. elcs .1. dr. &de
tempert dit in aysine wel dicke ende stotet ierst wel. &de maecter af
ronde dingen alse [665] haselnoten. &de gevet hem te drinkene met mulsa.
dats borne gesoden met zeeme tegadere. 9. o. borns & .1. o. zeems
versoden terdendeel ¦
Men sal oec geven oximel geminct met bevers culle ¦
Nemt oec mos- [670] staert saet. venkel. euforbium. pertrec. &de tempert
dit met ruten sope. ende doet hem sceren thooft. &de legget hem daer
boven. Men sal hem oec geven triacle. Ende men sal ierst die materie ripen
met oximel dureticum sal de [675] zieke drinken. Daerna salmen purgieren met
yera pigra of met benedicta die gi achter in den boec vinden sult ¦
Dandere specie van desen ongemake heeten die meesters catalempcia. &de
begint ierst in die bene [680] &de in handen &de in armen. Dit siin
die tekene eer die acces comt so gevoelt men met .1. cortse. &de en loept
geen scume uten monde. Men sal eten spise die int grote ongemac bescreven
staet. In dese [685] ziecheit hulpt laten meest. &de den zieken sal men
dicken warmen handen &de voeten ¦
Die 3. specie heetmen analempcia. &de dit purgiert ierst uter magen. Men
sal hem geven dranc daer dese wortelen in gesoden siin. van [690] apien. van
persine. van vencle &de der gelike Ende purgiert die materie met dat
dorine toget. |
[13]
Epilepsie is een ongemak daar de lieden van
vallen en de
lieden noemen dat vallende euvel. Sommige hebben het 1 maal per jaar en
sommige 1 maal per maand, sommige 1 maal per week en sommige 1 maal of 2 maal
of 3 maal of 4 maal per dag. Drie
soorten zijn er van dit ongemak, epilencia, catalempcia en analempcia. De
eerste is epilepsie en spruit uit de hersens. Dit zijn de tekens; de zieke
voelt niets voor de aankomst, het komt met grote koude en met bevingen en men
spartelt met handen en met voeten en men schuimt uit de mond. Hun
spijs zal zijn licht te verteren zoals kuikens, fazant, jong vlees, vet van
jongen en dooiers van eieren helpen het meest en de ballen van de bever en de
ballen van de ram. Hun drank zal zijn wit, helder, zacht en niet sterke wijn
en zuiver bronwater. Men
zal ze wachten van spijzen die grove levensssappen van melancholie laten
groeien zoals van ossenvlees, van koeien, van hazen, van geiten, van zeugen
van stieren en dergelijke. Men zal ze wachten van bonen, van erwten, van
vitsen, van knoflook, van ui, van prei, van rode kolen, van ganzen, van alle
vogels die in broekachtige plaatsen wonen en in meren en in staande wateren.
Maar ze zullen kleine vissen eten die in rivieren wonen of in lopende wateren
zoals snoeken, baarzen, lamprei en dergelijke. Het
is te weten dat alle hoofden van alle beesten van alle vissen en van alle
vogels die lieden deren die dat grote ongemak hebben. Men
zal ze ook wachten van gemeenschap, van baden, van roepen, van schelden, van
vasten, van teveel hitte, van teveel koude, want de materie vergramd van al
deze dingen en breng de aankomst toe dat hij vallen moet. Neem
de lever van de ezel en braad die en geeft het hen te eten. En snijdt de
wortel van de pioen in stukken en bindt alles in 1 doekje en hang het hem aan
zijn hals en dit helpt de kinderen het meest. Neem
de gal van de haas, bevergeil, wierook, mirre, van elk 1 drachme en temper
dit in azijn, goed dik, en stamp het eerst goed en maak er ronde dingen van
als een hazelnoot en geef het hem te drinken met mulsa, dat is bronwater
tezamen gekookt met honing, 9 ons bronwater en 1 ons honing verkookt tot het
derdedeel. Men
zal ook honingwater geven gemengd met bevergeil. Neem
ook mosterdzaad, venkel, Euphorbia en peterselie en temper dit met ruitsap en
laat bij hem het hoofd scheren en leg het erop. Men zal hem ook teriakel
geven. En men zal eerst de materie rijpen en honingwater dureticum
(plaswater, plaspil) zal de zieke drinken. Daarna zal men purgeren met yera
pigra of met benedicta die ge achter in het boek vinden zal. De
andere soort van dit ongemak noemen de dokters catalempcia en die begint
eerst in de benen en in de handen en in de armen. Dit zijn de tekens; voor de
aanval komt voelt men een koorts en er loopt geen schuim uit de mond. Men zal
spijs eten die in het grote ongemak beschreven staat. In deze ziekte helpt
het laten het meest en de zieke zal men goed de handen en voeten warmen. De
3de soort noemt men analempcia en dit purgeert eerst uit de maag.
Men zal hem drank geven daar deze wortels in gekookt zijn, van Apium, van
peterselie, van venkel en dergelijke. En het purgeert die materie naar gelang
de urine laat zien. |
Er bestaan
drie soorten van vallende ziekte; deze aanvallen kunnen zich voordoen van
eens in het jaar tot 4 maal per dag. 1] Epilencia
of groot ongemak [bedoeld wordt epilepsia, vallende ziekte, chronische aandoening
gekenmerkt door aanvallen van bewusteloosheid, gepaard met convulsies] spruit
voort uit de hersenen. Ziektebeeld; de aanval komt plots; de zieke heeft
koud, beeft en spartelt met handen en voeten en heeft schuim op de mond. Dieet; lichte goed verteerbare spijzen;
kuikens, fazant, eierdooiers, bever en ramtestikels, riviervissen. Als
drank; zachte witte wijn en water. Verboden
zijn; vlees van ossen, koeien, hazen, geiten, zeugen en stieren, bonen,
erwten, vitsen, look, uit, prei, rode kool, ganzen en alle gevogelte dat in
broekachtige plaatsen, meren en staande wateren leeft; vooral geen koppen
geven van vissen, vogels en andere dieren. Medicatie; verboden; vleselijke gemeenschap,
baden, zich opwinden, vasten, zich bloot stellen aan te hevige hitte of te
grote koude; goed; gebraden ezellever eten; een zakje met pioenwortels om de
hals hangen; hazengal, wierook, mirre, honingwater met castoreum; op het glad
geschoren hoofd een papje leggen van mosterdzaad en andere kruidenÕverder
teriakel, honingwater diureticum en purgatie met Hiera picra of met
Benedecita lacativa. 2] Catalempcia
[bedoeld wordt catalepsia, het innemen van standen en houdingen gedurende
abnormaal lange tijd, zonder dat van vermoeidheid sprake schijn te zijn.
Blankaart spreekt van ÔZinvang, leden-styvingÕ]. Ziektebeeld; men voelt in armen en benen en handen
de aanval aankomen; de zieke heeft koorts en er staat geen schuim op de mond. Dieet; zoals bij epilencia. Medicatie; bloed laten; handen en voeten
verwarmen. 3] Analempcia
[bedoeld wordt analepsia, het brengen van het lichaam of van de ledematen in
een hangende of zwevende houding bij wervel- resp. ruggenmergaandoeningen en
bij ontstekingen aan de extremiteiten] komt voort uit de maag. Medicatie; afkooksel van selderie- venkel- en peterseliewortels,
purgeren naar gelang de urine aantoont. Yera betekent
heilig, pigra komt van een Grieks woord dat bitter betekent. Benedicta zal
wel van Carduus benedictus komen |
[14]
Spasmus. es een ongemac dat men heet die crampe dat es dat die zenewen
op werden getrect iegen smenscen wille. &de [695] dit ongemac comt van
ydelheiden. &de somtijt van vervulten. &de somtijt van couden also
men sien mach an die lieden dat hen haer vingren vervriesen so dat sise niet
tegadere en mogen dwingen so siin die zenewen ontcrompen van [700] couden.
die lippen vanden monde werden oec somtijt so cort dat de mensce sine worden
niet formeren en mach. so siin die zenewen ontcrompen van couden. mer die specie
comt te haer selven sonder hulpe van meesters [705] ¦
Comt spasmus van ydelheiden. dit siin die tekenen. het comt somtijt van dat
die lichame vloyt. het comt van al te vele keren ten monde. het comt van
medicinen die men te scarp geeft. of van te vele te bloede- [710] ne. of
vanden cortse die van colera comt of van ongemaken die den lichame doen
drogen. Ende in wien dat dese tekenen lange geduren hine mach niet genesen ¦ Es die ziecheit nuwe. so nem wijfs
melc van enen [715] knechtkine. ende si sal melken optie stede &de opten
hals &de opt ruggebeen toten lendenen ende men salne wriven metter hant.
Dit dicken gedaen doet ververscen den lichame ¦
Een ander Nemt boom griet. lijnsaet. Sil- [720] lium. &de stotet wel. dan
nem wortele van musemaluwen. &de doet in die gestotene saden mer die
wortele salmen ierst stoten alsi gesoden siin. &de derna weder zieden
metten saden Dit legt op .1. plaester van stoppen. &de dat legt [725]
opten hals &de om die kele &de vanden halse toten lendenen. dit
ververscht die zenewen vanden lichame. Een ander. Nem droge wolle &de
netse in laeuwen watere &de in olien &de legse op dat ongemac of op
die zeerheit. [730] ¦
Ende comt spasmus van vervulten. so sal men laten ter adren met vliemen. Of
men sal stellen bussen vanden halse toten scoudren. ende hicken gate met .1.
vliemen. Of men sal smeren den hals ent ruggebeen met olien [735] van ruten.
Of men sal stellen bussen achter an thooft ¦ Ende comet van andren humoren
nadien dat dorine toent. Comet van couden humoren. Nemt oppopanac. bevercul.
assa fetida. serapinum. gingbere. Men saelt smeren [740] met heter salven.
alse arragon. marciatom men sal hem geven dyacastoreum. Ende en heeft mens
niet. so geeft hem bevercul met zeme |
[14]
Spasmus is een ongemak dat men kramp noemt, dat is dat de zenuwen
opgerekt worden tegen de wil van de mensen en dit ongemak komt van leegte en
soms van volheid en soms van koude zoals men zien kan bij die lieden dat bij
hen de vingers bevriezen zodat ze die niet samen kunnen dwingen, zo zijn de
zenuwen verkrampt van koude, de lippen van de mond worden ook soms zo kort
dat de mens zijn woorden niet vormen kan zo zijn de zenuwen verkrompen van
koude, maar die soort komt tot zichzelf zonder hulp van de dokters. Komt
spasmus van leegheid zijn dit de tekens; het komt soms van dat de loop
vloeit, het komt van al teveel braken uit de mond, het komt van medicijnen
die men te scherp geeft of van teveel bloeden of van de koorts die van gal
komt of van ongemakken die het lichaam laten verdrogen. En in wie deze tekens
lang duren, hij kan niet genezen. Is
de ziekte nieuw; neem vrouwenmelk die een jongetje gebaard heeft en ze zal
melken op die plaats en op de hals en op de ruggenmerg tot de lendenen en men
zal het met de hand wrijven. Dit vaak gedaan laat het lichaam verfrissen. Een
andere; neem katoenzaad, lijnzaad, Plantago sylium en stamp het goed, neem
dan wortels van heemst en doe het in de gestampte zaden, maar de wortels zal
men eerst stampen als ze gekookt zijn en daarna weer koken met de zaden. Dit
leg je op een pleister van pluksel en dat leg je op de hals en om de keel en
van de hals tot de lendenen, dit bevochtigt de zenuwen van het lichaam. Een
andere; neem droge wol en nat het in lauw water en in olie en leg het op dat
ongemak of op de zeerheid. En
komt spasmus van volheid dan zal men de ader laten met vliemen. Of men zal
koppen zetten van de hals tot de schouders en gaten hakken [scherven] met een
vliem. Of men zal de hals en de ruggenmerg besmeren met olie van ruit. Of men
zal koppen zetten achter aan het hoofd. En
komt het van andere levensssappen naar dat de urine aantoont. Komt het van
koude levensssappen; neem Opopanax, bevergeil, asa foetida, sagapenum en
gember. Men zal het smeren met hete zalven zoals arragon of marciatom en men
zal hem sap van bevergeil geven. En heeft men het niet geef hem dan bevergeil
met honing. |
Spasmus wordt in de Ortus sanitatis
gedefinieerd; Ôdats crimpen of grymen int lyfÕen Herbarius in Dyetsche zegt;
ÔSpasmus dats vertrecking der leenÕ. Spasmus komt
voort van te weinig of van te grote ophoping van levensssappen of van koude. 1] Spasmus van
ÔydelheidÕ. Diarree,
braken, te sterke medicijnen, bloedverlies, galkoorts zijn hiervan de
oorzaken. Kuur; melk van
een vrouw die bevallen is van een jongen zal men wrijven op de pijnlijke
plaatse en op het rugbeen; maak een pleister van pluk gedrenkt in afkooksel
van bepaalde kruiden en leg de pleister van nek tot lenden; op de pijnlijke
plaats wol leggen die gedrenkt wordt in olie en lauw water. 2] Spasmus van
ÔvervultenÕ. Kuur; ader
laten, koppen zetten met of zonder scarificatie; hals en rugbeen met ruitolie
insmeren. 3] Spasmus van
ÔcoudeÕ. Kuur; insmeren
met verwarmende zalven; een versterkend en verwarmend middel ingeven zoals
Electuarium diacastoreum. |
[15]
Artetica es ene ziecheit die men scelt die artetike. oec scelt ment
fleder- [745] cijn. Ende oec heet ment gescot. om dat het sciet van enen lede
in dandere. &de om dat gerne comt in die arterien vander hant &de van
den voeten. so heet ment artecke. Alse dese ziecheit es in die hant. so scelt
ment cyrogra [750] Ende alsi es in den voeten. so heet ment podagra.
Gemeinlike so heet ment artetike ¦
Dese ziecheit es van .2. manieren. heet &de cout. Dat van hitten comt es
oec van .2. manieren. van coleren &de van bloede [755] Dat van couden
comt es oec van .2. manieren van fleumen &de van melancolien ¦ Artetike
comt in zenewen &de in adren &ende in arterien dat si vol siin
&de vloyen van overtullegen humoren ¦
Comt die artetike van overtul- [760] legen bloede. so es dorine root &de
dicke. die puls slaet dapperlike ende vol &de een luttel zoete of sachte.
entie zieke es root int ansichte. Die beste medicine die men doen mach hier
iegen dats [765] laten ter adren. &de derna legt dit plaester op die stede ¦
Nemt belde. machtscade. donderbar. oliblade. dit salmen stoten &de mingen
in gersten meel. &de een luttel wieroocs &de den lichame met te
wederstane die vloyende [770] humoren ¦
Ende comt die artetike van heter colere. so es dorine root of gelu root. die
puls es dicke &de hart. Dese sal die materie ripen &de purgieren met
medicinen die colera purgieren Ende derna salmen plaestren [775] leggen van
dien dat daer voren staet. Of men salre zalve af maken. van beilde. van
nachtscaden. van donderbar van olibladen. ende was &de .1. deel wieroocs
&de mastic. ende hier met sal men smeren die stede ¦
Een [780] ander. Nemt mastic. &de opij. elx .1. o. dese salmen pulveren.
dan nemt .1. lb. beilde &de oliblade. mastic &de nachtscade &de
cocte ende latuwe. &de dit salmen zieden in swinen smoute &de derna
purgieren dor .1. cleet [785] daer na salmer in mingen dat pulver. &de
zalven daer met. Ende men sal maken baden van ossen die effen ¦
Ende comt die artetike van couder fleumen so es dorine wit &de dicke
&de turbel. Men [790] sal die materie ripen int begin &de derna
purgieren met medicinen die fleume purgieren Ende als die materie gepurgiert
es. so sal men die materie antieren met dingen die daer toe behoren ¦
Ende comet van melancolien so sal [795] men die materie ripen &de derna
purgieren met medicinen die melancolie purgieren ¦
Nu suldi verstaen die werken die buten behoren op die coude artetike beide
van plaestren &de van zalven. Men sal weten dat die mee- [800] steren
seggen. eist datmen die stede buten plaestert of smeert datter die humoren
toe trecken selen. entie pine salre af meeren entie sweringe. Es die pine
gerijpt van binnen &de derna gepurgiert dats best [805] ¦ Men sal nemen
euforbium. pertrec. mostert saet elx .1. o. &de stotent herde wel in
pulvere Ende derna salmen nemen. savie. rute. cocte averone. elx .2. o.
&de dan salmen dat stoten &de doenre toe starken wiin &de swinen
smout [810] &de siedent. &de dan salmer in doen .1. luttel was entie
pulveren vorseit. &de bevercul wel gepulvert. &de men saelt perssen
dor .1. doec. Dit es goede zalve op vercoudde lede. of op zenewen. Ende
agrippa. es oec goet ge- [815] smeert. &de so es oec marciatom. &de
aragon. dit siin alle .3. heete zalven ¦
Olie van bayen es oec goet. ende ceronum. dats een plaester geleit op .1. led.
Levende calc gestoten met swinen smoute es oec goet [820] ¦
Dits oec goet. Nemt oude orine ende gietse in enen pot. &de legter op .1.
hulle met enen gate. &de daer in stect .1. pipe met vele lopens die
coperen si. of van iode. ende set den pot opt vier. &de ontfanget dat
dore [825] die pipe comt. Ende dat salmen .3. werf dor die pipe doen lopen
&de in den pot weder gieten &de in diere manieren aldus disteleren
.3. werf. met desen watere salmen devel bestriken. Ende in deser manieren so
nemt levende water [830] ¦
Ende en mogen dese dingen niet hulpen so salmen brande maken. Es die artetike
in de hant. so salmen enen brant maken vor dled vander hant. Ende es de pine
boven den ellenboge. so salmen enen [835] brant setten cruus wijs boven den
ellenboge. Ende es die artetike int been so salmen .1. cauterie maken onder
dat knie buten of binnen ¦
Men sal weten datmen die materie sal setten so men [840] naest mach onder
dongemac om die materie met te treckene nederwert. Ende men sal altoos die
materie ierst purgieren eer dat men plaestren of zalve buten leget op
dongemac ¦
Galienus seit dat haer dyete [845] sal siin subtijl. alse kiekine. jonge
hoendren. limogien. lammeren vleesch van geyten Ende drinken witten wijn
claer &de niet te starc &de eten suver tarwen broot |
[15]
Artetica is een ziekte die men jicht noemt en
ook noemt men het fledercijn. En ook noemt men het gescot omdat het van het ene lid in het
andere schiet en omdat het graag in de gewrichten van de hand en van de
voeten komt, dan noemt men het artecke. Als deze ziekte in de hand is dan
noemt men het cyrogra. En als het in de voeten is dan noemt men het podagra.
Gewoonlijk noemt men het jicht of reuma. Deze
ziekte is er in 2 soorten, heet en koud. Dat van hitte komt is er ook in 2
soorten, van gal en van bloed. Dat van koude komt is er ook in 2 soorten, van
fluimen en van melancholie. Jicht
komt in zenuwen en in aderen en in gewrichten als ze vol zijn en vloeien van
overtollige levensssappen. Komt
jicht van overtollig bloed dan is de urine rood en dik, de pols slaat snel en
vol en is wat zoet of zacht en de zieke is rood in het aanzicht. De beste
medicijn die men hiertegen doen kan is de ader te laten en leg daarna een
pleister op die plaats. Neem
bilzekruid, nachtschade, donderbaard, papaverbladeren en dit zal men stampen
en mengen in gerstemeel en wat wierook om het lichaam te beschermen tegen de
vloeiende levensssappen. En
komt jicht van hete gal dan is de urine rood of geelrood, de pols is dik en
hard. Die zal de materie rijpen en purgeren met medicijnen die gal purgeren.
En daarna zal men pleisters leggen van die dat hiervoor staat. Of men zal
zalf van maken, van bilzekruid, van nachtschade, van donderbaard, van
papaverbladeren en was en 1 deel wierook en mastiek en [68] hiermee zal men
de plaats besmeren. Een
andere; neem mastiek en opium, van elk 1 ons, deze zal men verpoederen en
neem dan 1 pond bilzekruid en papaverbladeren, mastiek en nachtschade en
scheerling en sla en dit zal men koken in varkensvet en daarna door een kleed
duwen en daarna zal men dat poeder er in mengen en daarmee zalven. En men zal
baden van maken zouten die verkwikken. En
komt de jicht van koude fluimen dan is de urine wit, dik en troebel. Men zal
de materie in het begin rijpen en daarna purgeren met medicijnen die fluimen
purgeren. En als de materie gepurgeerd is dan zal men de materie hanteren met
dingen die daartoe behoren. En
komt het van melancholie dan zal men de materie rijpen en daarna purgeren met
medicijnen die melancholie purgeren. Nu
zal u horen van de geneesmiddelen die buiten op koude jicht gebruikt worden,
beide van pleisters en van zalven. Men zal weten dat de dokters zeggen dat
als men de plaats van buiten bepleisterd of besmeert dat de levensssappen er
naartoe trekken zullen en de pijn en de zweren zullen vermeerderen. Is de
pijn gerijpt van binnen en daarna gepurgeerd, dat is het beste. Men
zal Euphorbia, peterselie en mosterdzaad nemen, van elk 1 ons en het goed tot
poeder stampen. En daarna zal men nemen; salvia, ruit, scheerling en averone,
van elk 2 ons en dan zal men dat stampen en er sterke wijn bij doen en
varkensvet en kook het en dan zal men er wat was in doen en die verpoederen
als gezegd is en bevergeil, goed verpoedert, en men zal het door een doek
persen. Dit is een goede zalf op verkouden leden of op zenuwen. En agrippa is
ook goed gesmeerd en zo is ook marciatom en aragon, dit zijn alle 3 hete
zalven. Olie
van [69] laurierbes is ook goed en ceronum, dat is een pleister die op 1 lid
gelegd wordt. Ongebluste kalk gestampt met varkensvet is ook goed. Dit
is ook goed; neem oude urine en giet het in een pot en leg het er een deksel
op met een gat en steek daarin 1 pijp die zeer helt die van koper is of van
lood en zet de pot op het vuur en ontvang dat door die pijp komt. En dat zal
men 3 maal door die pijp laten lopen en weer in de pot gieten en op die
manier aldus 3 maal distelleren, met dit water zal men de kwaal bestrijken.
En op deze manier noemt men het levend water. En
mogen deze dingen niet helpen dan zal men cauterisatie of brand maken. Is de
jicht in de hand dan zal men een brand maken voor dat lid van de hand. En is
de pijn boven de ellenboog dan zal men een brand zetten kruisvormig boven de
elleboog. En is de jicht in het been dan zal men 1 cauterisatie maken onder
die knie, buiten of binnen. Men
zal weten dat men die cauterisatie zo dicht als men kan onder het ongemak zal
zetten om de materie mee naar beneden te trekken. En men zal altijd de
materie eerst purgeren eer dat men pleisters of zalven buiten op het ongemak
legt. Galenus
zegt dat hun dieet dun zal zijn zoals kuikens, jonge hoenderen, fazant,
lammeren en vlees van geiten. En drinken heldere en niet te sterke witte wijn
en eten zuiver tarwebrood. |
Artetica,
fledercijn of gescot,
komt voort of van hitte of van koude en wordt veroorzaakt door een van de
vier levensssappen. 1] van hitte
komt het van; a)
overtollig
bloed in de zenuwen, aderen en slagaderen. Kenmerken;
urine rood en dik. Polsslag
vlug en zacht. Aangezicht
rood. Medicatie; ader
laten en daarna een pleister van bepaalde kruiden op de pijnlijke plaats
leggen. B]
gal. Kenmerken;
urine rood of geelrood. Pols
dik en hard. Medicatie;
medicijnen die gal purgeren. Pleister
zoals voorgaande of insmeren met zalf, samengesteld uit nagenoeg dezelfde
ingredi‘nten; Verkwikkende
baden. 1] van koude
komt het van; a)
flegma kenmerk;
urine wit, dik en troebel. Medicatie;
medicijnen die flegma laten rijpen en purgeren b)
zwarte
gal. Medicatie;
medicijnen die zwarte gal laten rijpen en purgeren. Voor deze
beide laatste worden dan nog voorschriften gegeven van uitwendige toepassing;
pleisters en zalven, waarvan een typische, nl. destillatie van oude urine tot
levend water. Helpt dit
alles niet, dan zal men cauteriseren. Als dieet wordt
aanbevolen; licht voedsel zoals kuikens, jonge hoentjes, fazant,
lammerenvlees, geiten vlees, lichte wijn en zuiver tarwebrood. |
[16]
Idrops es water. &de een man die dwater [850] in heeft heet
ydropicus. Het siin .4. manieren van watere. want water comt bi der cracht
vander onverteerlijcheit vander leveren ende doet die levere swillen. Dese
onverterlijcheit comt in die levere van ontempertheiden van hitten [855] of
van couden. In die levere onverterlijcheit die van hitten comt bringet in .2.
manieren van watere. dene heet men alciten. dandere timpaniten ¦ Alciten dat comt van bloede &de
heeft meer waters dan winds. &de alse [860] men slaet opten lichame. so
ludet alse een barizeel dat van ledre ware &de dat half vol winds ware.
&de daerna hevet sinen name alciten dats .1. barizeel in latine ¦
Timpaniten es .1. water dat van coleren [865] comt. &de hevet meer winds
dan waters. ende als men opten lichame slaet so ludet alse .1. tambure
&de het heeft sinen name daerna In dese .2. watere tonet haer die orine
root die buuc es geswollen entie handen &de [870] die armen entie been.
Dese en mogen niet genesen. men salse jugieren over doot oec es haer ansichte
mager ¦
Noch siin .2. watere van ontemperden coude in die levere deen heetmen
leucofleumancia. &de dander [875] yposarca. Leucofleumancia es een water
dat van fleumen comt &de heeft meer waters dan winds ¦
Dit siin die tekene die orine es wit. &de al die lichame es geswollen.
&de alse men den vinger daer in stect [880] so blijfter in enen putte.
&de als die vinger af es. so comt hi weder te hem selven ¦ Haer dyete sal siin heet &de
droge. alse hoendren. kiekinen. lammeren vleesch met persine gesoden met
comine met pepere. &de hi [885] sal drinken witten wiin &de claer.
&de hi sal eten suver tarwen broot van gruse &de wel gebacken.
&de haselnoten. amandelen. maer gesouten vleesch no visce en sal hi niet
eten. want hem soude dorsten ¦ Hi sal drin- [890] ken pusoene dus gemaect.
Nemt die wortelen van venkele. van apien &de van persine enti zaden. ende
nemt speragus. daucus creticus. bolle saet. genivere. anijs. sent ians cruut.
clavere. Dit suldi stoten &de zie- [895] den met wine. &de gevent
drinken. dit doet ripen die materie. Ende daer na suldine purgieren van den
humoren van fleumen. In den dranc suldi doen brem saet. &de dit sal hi
drinken .8. dage of tote die materie ripe [900] si. Ende wert hi dunne na der
purgacien. so geeft hem heete latuwarien. alse dyalacca. dyareuberbarum ¦
Men sal oec den zieken stoven aldus. Nemt die bladere van vliedere. van
adeke. dese suldi stoten ende [905] sieden in wine &de in borne. dit siin
die beste cruden in te badene. Hier na sal men bade maken van gesoutenen
watere of van zee watere ¦
Yposarca heeft meer winds dan waters tusscen vel ende [910] vleesch. &de
het comt van melancolien. &de tgeswel in den lichame es hardere dan van
fleumen. Ende dorine es meer gevarwet dan si es in dandere. mer die werken
siin beide aleens in dit &de in dandre [915] ¦
In beide dese watere es goet looc. enioen. poret looc. peper. kersse.
bevenelle. Some die lieden willen hebben dwater gesteken dat machmen oec doen
|
[70]
[16] Hydrops is water en een man die het water
laadt heet
Hydropicus. Er zijn 4 soorten van water want water komt vanwege de kracht van
de onverteerbaarheid van de lever en laat de lever zwellen. Deze
onverteerbaarheid komt in de lever van onjuiste verhouding van hitte of van
koude. De onverteerbaarheid in de lever die van hitte komt brengt 2 soorten
van water in, de ene noemt men alciten en de andere timpaniten. Alciten
dat komt van bloed en heeft meer water dan wind en als men op het lichaam
slaat dan klinkt het als een leren wijnzak die half vol wind is en daarnaar
heeft het zijn naam alciten, dat is wijnzak in het Latijn. Timpaniten
is een water dat van gal komt en heeft meer wind dan water en als men op het
lichaam slaat dan klinkt het als een tamboer [trommel] en het heeft zijn naam
daarnaar. In deze 2 waters toont de urine zich rood, de buik en de handen en
de armen en de benen zijn gezwollen. Die kunnen niet genezen, men zal ze
berichten over de dood en ook is hun aangezicht mager. Noch
zijn er 2 waters van ongetemperde koude in de lever, de ene noemt men
leucofleumancia en de andere hyposarca. Leucofleumancia is een water dat van
fluimen komt en heeft meer water dan wind. Dit
zijn de tekens; de urine is wit en het hele lichaam is gezwollen en als men
de vinger er in steekt dan blijft er een put in staan en als de vinger er af
is dan komt hij weer tot zichzelf. Hun
dieet zal heet en droog zijn zoals hoenderen, kuikens, lamsvlees met
peterselie en gekookt met komijn en peper en hij zal witte heldere wijn
drinken en hij zal [71] zuiver gebuild tarwebrood eten en goed gebakken en
hazelnoten en amandelen, maar gezouten vlees of vis zal hij niet eten want
dat zou hem dorstig maken.. Hij
zal een drankje drinken dat aldus gemaakt wordt; neem de wortels van venkel,
van Apium en van peterselie en de zaden en neem asperge, Daucus creticus, papaverzaad,
jenever, anijs, St. Janskruid en klaver. Dit zal ge stampen en met wijn koken
en geef het te drinken, dit laat de materie rijpen. En daarna zal ge hem
purgeren van de levensssappen van fluimen. In de drank zal ge bremzaad doen
en dit zal hij 8 dagen drinken of tot de materie rijp is. En wordt hij dun na
de purgatieven geef hem dan hete likkepot zoals sap van lak (Phytolacca) of
sap van rababar. Men
zal ook de zieke aldus stoven; Neem de bladeren van vlier en van kruidvlier
en die zal je stampen en in wijn en in bronwater koken, dit zijn de beste
kruiden om in te baden. Hierna zal men bad maken van gezouten water of van
zeewater. Hyposarca
heeft meer wind dan water tussen vel en vlees en het komt van melancholie,
het gezwel in het lichaam is hardere dan van fluimen. En de urine is meer
gekleurd dan ze is in de andere, maar de geneeswijzen zijn gelijk in deze en
de andere. In
beide deze waters is het goed knoflook, ui, prei, peper, kers en bevernel.
Sommige lieden willen het water afgetapt hebben, dat mag men ook doen. |
Hydropsie
wordt aan de lever geweten en kan veroorzaakt zijn door onjuiste verhouding
tussen hitte en koude. 1] Van hitte. A)
Alciten [ascites, buikwaterzucht] komt uit het
bloed, heeft meer water dan wind; slaat men op het lichaam dan klinkt het
alsof men op een halflege leren wijnzak zou slaan, vandaar de naam
[άσχός; leren wijnzak, waarom de schrijver of
kopiist het steeds heeft over alciten is me niet duidelijk] B)
Timpaniten
[tympanites,
opgeblazen buik] komt van de gal; heeft meer wind dan water; slaat men op het
lichaam klinkt het alsof men op een trommel slaat. In beide
gevallen is de urine rood; buik, handen, armen en benen zijn gezwollen. Deze
ziekten zijn ongeneeslijk. 1] Van koude. A]
Leucofleumancia [leucophlegmasia, gegeneraliseerd oedeem; Ôde witte
zugt, slym-zucht/ongendaantheid;. Blankaart en Herbarius in Dyetsche zeggen;
ÔLeucolofleumencia dats die watersucht van witte flumen die alt lichaem doer
verspraeyt komt van het flegmaÕ; heeft meer water dan wind. De urine is wit
en heel het lichaam staat gezwollen, een vingerdruk maakt een put. Dieet;
heet en droog, t.t.z. kuikens, lammerenvlees gekookt met peterselie, komijn
en peper; witte wijn, tarwebrood, hazelnoten, amandelen. Verboden;
vlees en vis. Medicatie;
zachte drank met kruiden; verwarmende likkepotten; hete baden, eerst in
gekruid water, daarna in zout water. B]
Yposarca [hyposarca, anasarca, ÔÔt Lyfwater, tusschen vel en vlees
liggende water/leden-zugtÕ] komt van de zwarte gal, heeft meer wind dan water
tussen vel en vlees. De urine is donker gekleurd. Dieet
en medicatie zoals bij leucofleumancia. Indien de
zieke zelfs zulks verlangt mag het water afgetapt worden. |
[17]
Elefancia es ene ziecheit die men [920] scelt lazerie. &de comt van
vorten bloede. Ende dbloet heeft ontfaen vortheide vanden vortten voetsele
daer de mensce bi levet. of dat hi geten heeft. Alle manieren van lazerien es
dbegin van vorten [925] humoren van melancolien ¦
Lazerie es van .4. manieren overmits den derden humore dat es geminct met
melancolien binnen adren. Dierste specie es van den bloede van melancolien.
&de men sceldet ele- [930] fancia. naer .1. beeste diemen heet olifant.
&de hi es meere dan andre dieren &de dese ziecheit es leliker te siene
dan die andre. Dandere maniere van melancolien es geminct met fleumen &de
heet tyria. [935] Die .3. specie es geminct met melancolien &de met
bloede. &de es geheten alepicia. Die .4. specie es geminct met coleren ¦
Elefancia ende tyria die comen van grover materien entie werken in die .2.
ongemanier- [940] like aleens. Dit siin die tekenen. die orine es wit met
vele faucis &de claer Ende in tyria es dorine dickere entie huut es
grover &de geberkelt. Dat van coleren comt es van bloede. Ende eist van
couder ma- [945] terien het en heeft die ogen niet so root entie wintbrauwen
vallen. &de haer vleesch es vet. &de giet men water optie huut sine
wert niet nat. alse of si gesmeert ware met olien. &nde in die been
gevoelt [950] men ofter mieren in cropen. &de of si oec niet en
gevoelden. so siin si somegen lieden ontslapen. Ende some joocsel met dropen
&de some joocsel sonder drope. Ende some hebben si roven ane die been
entie en ge- [955] nesen niet ¦ Ende wet dat men meest die tekenen
verstaen mach int ansichte &de an handen &de an voeten. &de an
die dyen &de ane de been. wat haer huut es gelsterachtech &de spreken
dor haren nese. Ende [960] si gevoelen onder die huut ketelinge &de hen
dunct dat hen die zenewen roeren onder die huut. &de haer nagelen siin
bleec Ende gietmen water optie huut het es stappans droge. &de si spreken
alse of si [965] heesch waren. Haer adem stinct &de haer vleesch &de
haer huut stinct. &de haer sweet stinct. Ende haer vleesch tusscen den
vingeren en es niet alse gesonden lieden. Ende al bernt mense met enen ysere
sine sou- [970] dent niet gevoelen alse gesonde lieden ¦
Daerbi seget albucasis dat haer lichame ontslapen es &de ongevoelijc.
&de luttel tranen lopen uut haren ogen. &de si siin nidech entie
haere die in haer wintbrauwen staen [975] siin cleine &de verdeluwet.
&de si werden licht gram. Sulden hebben si den corts. ende hadden sine
het ware hen goet. want het ware hen die beste medicine die hebben mochten.
mer die corts en mach [980] in hen niet lange duren. Si begeren vele te goyene
&de verhitten zere in goyene &de cranken zere daer af ¦
Men salse laten ter adren &de dwaen haer bloet met borne het sal blicken
vleesch. haer stemme [985] verwandelt grof &de si spreken droge ende si
siin trage &de swaer. ende hen dunct dat hen haer lede ontvallen ¦ Dit
sal siin haer dyete. Si selen eten jonge kiekene. limogien. pertricen. jonge
duven &de des ge- [990] like. Men salse wachten van alre spisen die
melancolie voeden. &de van allen vogelen die in staenden watere of in
broeken wonen. ende van erweten van bonen van pepere. van enioene. van loke ¦
Cin- [995] gle of zetere openbaren hen gerne in desen lieden. Ende vest in
hen zeter of cingle. die stede blijft sonder haer. op dat in steden van hare
si. &de al waster haer in si bliven cleine ¦
Es die cingle of zeter [1000] groet &de het vele bevangen heeft van den
leden &de het lange geduert heeft. ende also breet als ene palme of meer.
een root ansichte &de opgeblasen. dat seit galyenus trect hen ter
laserien wert. Ende [1005] drope al den lichame dore of in ene stede. es
droge die drope. het es een geslachte van lazerien. Die zieke sal eten .2.
werf des dages seit galienus. &de enewerf ware te luttel. Ende men moet
scuwen te [1010] vrouch tetene of te spade ¦
Lazerie die van bloede comt. so hulpt meest laten ter adren. Dit siin die
tekene. Die orine es root &de vet. dansichte root &de al die lichame
es rootachtech. Ende [1015] al die werken vander lazerien siin eens sonder
dbloet laten dat hulpt meest in die specie vanden bloede. Hoe dat men dese
materie ripen sal &de andre humoren &de purgieren. dat sal men hier-
[1020] na horen ¦
Dit siin die werke van buten. Nemt enen linen doec &de nettenne in aysine
&e in dien doec suldi wijnsteen winden. &de legten onder vierege
asscen &de doeter op levende colen. dit suldi laten liggen ene [1025]
wile. &de derna suldi dien wijnsteen leggen in .1. glasen vat .3. dage
&de dan drinke Dit suldi steken optie stede of opt rode ansichte tote dat
die stede begint te scorne die rootheit. Es die stede [1030] root &de
niet scoren en wille. so suldi sniden die stede cruuswijs met enen scerse dor
die huut. &de dan suldire op leggen die vorseide zalve so dat etter
geeft. &de houdet suver ende open. Ende eist [1035] te doene men saelt
dwingen metter hant om dat te bat siin etter uut soude senden ¦ Een ander.
Nemt comijn een deel &de cantarides de .2. deel. dat suldi wel pulveren
&de mingent met wit van den eye. dit esser [1040] goet op. want het doet
af gaen die rootheit of die rode huut vanden vlesce Ende dan suldi die huut
wel doen dragen omme die lazerie uut te doen dragene Ende als detter wel uut
getrocken es. so [1045] suldi die stede doen huden hier met. ¦
Ghi sult wel pulveren. wierooc. mastic &de temperent met wederen smoute
&de leggent daer op. dit doet wel huden ¦
Een ander Nemt wierooc &de wormmele van eykenen [1050] houte &de wit
van den eye &de minget te gadere ende legget daer op. dit doet de huut
wassen. Ende wit van spaengien doet oec huden Unguentum fuscum doet oec huden
&de wel vleesch wassen ¦
Ende swillet dansichte [1055] vander plaestren entie huut doet scoren van den
humoren die derwert trecken. so nemt galle &de wierooc &de pulveret
wel met wit van den eye &de doeter toe gersten meel. dit suldi daer op
leggen. Ende alse men wille die o- [1060] bescermen datsi niet en swillen so
nemt mastic &de wierooc. wit van spaengien. dit pulvert ende minct met
wit van den eye. Dit bescermt dogen van swillene Wet dat die witte zalve oec
goet [1065] es met te dwingene geswil vanden ansichte ¦
Ende wilmen al dat ansichte bedwingen. men tempre fiinoleam met aysine. dats
aerde die comt uut spaengien dit suldi plaestren .2. werf sdages [1070] ¦
Ende siin in den zieken noch quade toevalle so dat tanscijn root es. &de
dat die wintbrauwen vallen entie nese bestopt es. &de haer stemme heesch
es &de si dan gevoelen ioocsel in den lichame &de meest in die [1075]
been. Ende in somen die qualike gevoelen de haer leden ontslapen siin. Men
salse bloet laten tusscen die brade vanden bene enter hyelen. Dits goet iegen
root ansichte ¦ Musen
stronte geminct met zeme [1080] doet haer wassen in die wintbrauwen Gebernde
byen geminct met zeme doet tselve. Ende so doet oec lapdanum geminget met
zeme &de met aysine ¦
Ende es die nese opgeblasen of bestopt dat van bloe- [1085] de of van fleumen
comt. of van viscoser fleumen. dat die lichame alse bestopt es. of die nese
sonderlinge. Men sal mingen muskeliaet met bevercullen &de maken pillulen
alse bonen. entie in den nese steken [1090] ¦
Grove stemme &de heesce die van lazerien comt die en mach niet genesen.
Nochtan salmen leggen onder die tonge dyadragantum Een ander. Nemt lijn saet.
peniden. amandelen. eppe saet. semen citrulli. cucurbite [1095] elx .2. dr.
gomme van arabien. ricolissie. elcs .1. dr. dit suldi temperen metten zope
van poret loke. &de maecter af pillulen entie houden onder die tonge ¦
Ende iegen die joocte vindi zalven gnouch daer men van dropen [1100] sprect
van alden lichame. Nochtan siin goet gedwegen voeten &de handen in borne
daer sulfer in gesoden es ¦
Ende wet oec die ontslapen siin. cume of nemmermeer mogen si genesen daer af.
Nochtan suldise [1105] smeren met arragon of marciatom. of olie van bayen
&de met bernden watere. of met olium benedictum &de des gelike die
heet siin. Men moet den zieken wachten van voet couden. &de men moet hem
maken lammeren vellen ane te doene |
Elefancia is een ziekte die men melaatsheid noemt en komt van verrot
bloed. En het bloed heeft verrotting ontvangen van verrot voedsel daar de
mens van leeft of dat hij gegeten heeft. Alle soorten van huidziekte beginnen
van verrotte humoren van melancholie. Huidziekten
zijn er in 4 soorten vanwege het derde levenssap die gemengd is met
melancholie binnen de aderen. De eerste soort is van het bloed van
melancholie en men noemt het elefancia naar een beest die men olifant noemt
en die is groter dan andere dieren en deze ziekte is lelijker om te zien dan
de andere. De andere soort van melancholie is gemengd met fluimen en heet
tyria. Die 3de soort is gemengd met melancholie en met bloed en
heet alepicia. De 4de soort is gemengd met gal. Elefancia
en tyria komen van grove materi‘n en die werken in die 2 kwalen gelijk. Dit
zijn de tekens; de urine is wit met veel schuim en helder. En in tyria is de
urine dikker en de huid is grover en gekloven. Dat van gal komt is van bloed.
En is het van koudere materi‘n en heeft de ogen niet zo rood en de
wenkbrauwen vallen en hun vlees is vet en giet men water op de huid dan wordt
het niet nat alsof het besmeerd is met olie en in de benen voelt men of er
mieren in kruipen en als ze het soms niet voelen dan zijn sommige leden in
slaap. En soms jeuk en vlekken [huidziekte] en soms jeuk zonder vlekken. En
soms hebben ze roven aan de benen en die genezen [73] niet. En
weet dat men meest die tekenen verstaan mag in het aanzicht en aan handen en
aan voeten en aan de dijen en aan de benen, want hun huid is vettig stinkend
en ze spreken door hun neus. En ze voelen onder de huid kriebeling en ze
denken dat de zenuwen zich roeren onder de huid en hun nagels zijn bleek. En
giet men water op de huid, het is direct droog en ze spreken alsof ze hees
waren. Hun adem stinkt en hun vlees en hun huid stinkt en hun zweet stinkt.
En hun vlees tussen de vingers is niet zoals bij gezonde lieden. En al brandt
men ze met ijzer, ze zouden het niet voelen zoals bij gezonde lieden. Daarbij zegt
Albucasis dat hun lichaam slaapt is en ongevoelig en weinig tranen lopen uit
hun ogen en ze zijn nijdig en de haren die in hun wenkbrauwen staan zijn
klein en verflenst en ze worden gauw gram. Zelden hebben ze koorts en hadden
ze het, het was goed voor hen want het is voor hen de beste medicijn die ze
hebben mochten, maar de koorts blijft niet lang bij hen. Ze begeren veel
gemeenschap en verhitten zeer in gemeenschap en verzwakken er zeer van. Men
zal ze ader laten en hun bloed wassen met bronwater, het zal vlees lijken,
hun stem verandert naar grof en ze spreken droog en ze zijn traag en zwaar en
ze denken dat al hun leden ontvallen. Dit
zal hun dieet zijn. Ze zullen jonge kuikens eten, fazanten, patrijzen, jonge duiven
en dergelijke. Men zal ze wachten van allerhande spijzen die melancholie
voeden en van alle vogels die in staande wateren of in broekachtige plaatsen
[74] wonen en van erwten, van bonen, van peper, van ui en knoflook. Cingle
of schurft openbaart zich graag in deze lieden. En vestigt in hen schurft of
huidziekte, die plaats blijft zonder haar dat in plaats van haar is en al
groeit er haar in, die blijft klein. Is
de schurft of huidziekte groot en heeft het veel van de leden bevangen en het
heeft lang geduurd en zo breed als een palm of meer en een rood aanzicht en
opgeblazen, dat zegt Galenus, het trekt dan naar melaatsheid. En de vlekken
het hele lichaam door of in een plaats en als die vlek droog is, het is een
soort van melaatsheid. De zieke zal 2 maal per dag eten, zegt Galenus, en 1
maal is te kort. En men moet schuwen te vroeg te eten of te laat. Huidziekte
die van bloed komt, dan helpt het meest ader laten. Dit zijn de tekens; de
urine is rood en vet, het aanzicht rood en het hele lichaam is roodachtig. En
alle geneeswijzen van de huidziekte zijn gelijk uitgezonderd het bloed te
laten, dat helpt het meest in die soort van het bloed. Hoe dat men deze
materie en andere levensssappen rijpen zal en purgeren, dat zal men hierna
horen. Dit
zijn die geneeswijzen van buiten; neem een linnen doek en nat het in azijn en
in die doek zal ge wijnsteen winden en leg het onder vurige as en doe er
brandende kolen op, dit zal ge een tijdje laten liggen en daarna zal ge de
wijnsteen 3 dagen in een glazen vat leggen en dan drink het. Dit zal ge op de
plaats of op het rode aanzicht steken totdat op die plaats de roodheid begint
open te breken. Is die plaats rood en wil het niet openbreken dan zal ge die
plaats kruisgewijs snijden met een schaar [75] door de huid en dan zal ge er
de voor vermelde zalf op leggen zodat het etter geeft en houdt het zuiver en
open. En is het te doen, men zal het met de hand dwingen omdat het beter zijn
etter uit zal uitzenden. Een
andere; neem een deel komijn en Spaanse vlieg een 2de deel, dat
zal ge goed verpoederen en meng het met het witte van een ei, dit is er goed
op want het laat de roodheid weggaan of de rode huid van het vlees. En dan
zal ge die huid goed laten dragen om die huidziekte uit te laten komen. En
als de etter goed uitgetrokken is dan zal ge op die plaats huid laten groeien
en hiermee. Ge
zal goed verpoederen, wierook, mastiek en temper het met geitenvet en leg het
er op, dit laat de huid goed groeien. Een
andere; neem wierook en wormmeel van eikenhout en het wit van een ei en meng
het tezamen en leg het er op, dit laat de huid groeien. En Spaans wit laat
ook huid groeien. Unguentum fuscum (bruinachtige zalf) laat ook huid en vlees
groeien. En
zwelt het aanzicht op van de pleister en laat de huid scheuren van de
levensssappen die daar naartoe trekken, neem dan gal en wierook en verpoeder
het goed met het wit van een ei en doe er gerstemeel bij, dit zal ge daarop
leggen. En als men de ogen goed wil beschermen zodat ze niet opzwellen, neem
dan mastiek, wierook en Spaans wit, dit verpoederen en mengen met het wit van
een ei. Dit beschermt de ogen van opzwellen. Weet dat de witte zalf ook goed
is met het bedwingen van het gezwel van het aanzicht. En
wil men dat hele aanzicht bedwingen, men tempert fiinoleam met azijn, dat is
aarde die uit Spanje komt, en dit zal ge 2 maal per dag pleisteren. En
zijn er in de zieke noch kwade ziekelijke aandoeningen [76] zodat het
aanschijn rood is en dat de wenkbrauwen vallen en de neus verstopt is en zijn
stem hees en ze dan jeuk in het lichaam voelen en het meest in de benen en in
sommigen die weinig gevoel hebben en hun leden dood zijn; men zal ze bloed
laten tussen de kuiten van de benen en de hielen. Dit is goed tegen een rood
aanzicht. Mussenstront
gemengd met honing laat haar groeien in de wenkbrauwen. Gebrande bijen
gemengd met honing doet hetzelfde. En zo doet ook laudanum gemengd met honing
en met azijn. En
is de neus opgeblazen of verstopt dat van bloed of van fluimen komt of van
viskeuze fluimen, dat de loop ook verstopt is en de neus vooral. Men zal
muskus mengen met bevergeil en pillen maken zoals bonen en die in de neus
steken. Grove
en hese stem die van huidziekte komt die kan niet genezen. Nochtans zal men
onder de tong sap van Tragacantha leggen. Een andere; neem lijnzaad,
kristalsuiker, amandelen, eppe zaad, zaden van Citrullus en kauwoerde, van
elk 2 drachme, gom van Arabi‘ en zoethout, van elk 1 drachme, dit zal ge
temperen met het sap van prei en maak er pillen van en die onder de tong
houden. En
tegen de jeuk vind u zalven genoeg waar men van druppels spreekt van het hele
lichaam. Nochtans is het goed om voeten en handen te wassen in bronwater waar
zwavel in gekookt is. En
weet ook die dood zijn, zelden of nooit kunnen ze ervan genezen. Nochtans zal
ge ze besmeren met arragon of marciatom of olie van laurierbes en met
brandend water [zeepsop of gedistilleerd water] of met olie van Carduus
benedictus en dergelijke die heet zijn. Men moet de zieken wachten [77] van
voetkoude en men moet voor hem lamsvellen maken om aan te doen. |
970;
Albucasis, Arabisch geneesheer uit de 10de-11de eeuw,
vooral beroemd door zijn beschrijving van chirurgische instrumenten. Elefancia
[elefantiasis, elephantisis] vulgo lazerie. Lazerie is een huidziekte die niets
met melaatsheid volgens de huidige begrippen van doen heeft. Herbarius in
Dyetsche noemt iemand die lazers is Ôlasarus van verbart bloetÕ, Deze en
andere huidaandoeningen uit de oude geneeskunde zijn steeds zeer verwarrend
en moeilijk te identificeren. [het lijkt wel een ziekte die uit moederkoren
ontstaan is] Alle
ÔlazerieÕ spruit voort uit rotte zwarte gal. Er bestaan verschillende soorten
al naar gelang de menging van rotte zwarte gal met een der andere
levensssappen. 1.
Zwarte gal alleen; elefancia, aldus genaamd naar de olifant omdat die
groter is dan andere dieren en omdat deze ziekte afschuwelijk is om te zien.
Volgens Thomas Scellinck in zijn Ôderden boec capmXII vander laserien die
cuere daer afÕis de etymologie alsdus te verkalren; Ôolefancia na een dier
dat heit olifant ende het es dat alrestercste dier dat men vint. Ende alsoe
is dit onghemacÕ. Elefantiase of olifantsziekte veroorzaakt bij sommigen
overmatige zwelling in de armen of benen. 2.
Zwarte gal + flegma; tyria [tyriasis]. Volgens Scellinck komt de naam
Ôna een serpent ende es gheheeten tijrus. Ende dat serpent doet dicke siin
sluiif [vel] af alsoe doet die sieke hem scellet dicke siin huiit ende siin
wiinbrauwen vallen uut ende hi stinct herde seerÕ. 3.
Zwarte gal + gal. De specifieke naam wordt niet gegeven, doch Scellinck noemt
deze Leoninana [leontiasis leprosa] , na eenen leeuwe omdat hij is anxteliic
[angswekkend] ende ranpende [steigerend]. 4.
Zwarte gal + bloed; alepicia. Scellinck noemt deze Ôallopicia na den wolf
allopes dat siin wolvenÕ. Dieet en
medicatie, vooral uitwendige, worden breedvoerig behandeld. |
[18]
Morfea es ene smette die comt in die huut. &de si comt van vorten
voetsele ende daer die plecke staet in de huut dat es lazerie int vleesch.
Some die plec- [1115] ken siin wit. some root ende some siin si swert. Die
swerte plecken comen van melancolien. entie witten comen van fleumen entie
genesen node. Ende die rode comt van bloede of van coleren. &de mogen si
ge0 [1120] nesen dat machmen dus proeven. Men steke .1. naelde in de huut
vander plecken ende comter bloet ute so mogen si genesen &de gaeter water
uut. so en mogen si niet genesen. Ende wet dat men in die witte [1025]
plecken die materie sal ripen &de derna purgieren ¦
Comt die rode plecke van bloede dit siin die tekenen. die orine es root. ende
alse die lichame gelijc root es. so suldine dicken doen laten [1130] ter
adren. of het en verbiedet die crancheit van den lichame. of die outheit. of
die tijt vanden iare. Hier na nemt die wortele van affodillus &de van
meeden &de tarwen gruus. dit suldi stoten &de derna laten staen
[1135] .3. dage in starken aysine. ende .4. dage suldire wel met wriven die
plecken opwert &de nederwert so dattie stede wel root wert. hier na suldi
geven dingen die bloet purgieren ¦
Comt die materie van [1140] coleren. so es die stede gelu. so salmen die
materie ripen &de daerna purgieren. &de derna den zieken stoven met
enen potte &de met .1. pipen. Ghi sult nemen dese cruden. alsene. averone.
lange perteke. Ellecampa- [1145] na. Dese cruden doet sieden in enen pot opt
vier. ende laet den doem slaen in die cupe dat de zieke wel swete. hier na
salmen optie stede venteuse bussen setten die dat quade bloet trecken selen
[1150] ¦
Wet dat men den zieken wachten moet van allen scarpen dingen. alse peper.
mosstaert. looc. &de van alre gecorumperder spisen. &de van allen
vogelen die wonen in broeken ¦ Dit siin werken van buten [1155] men sal
pulveren aloe &de mingen met zeme &de dat suldi smeren op morfea dat
nuwe es dat geneest. Wet dat zere hulpt dicken venteusen geset. &de
dicken gedwegen met logen gemaect van weed- [1160] asscen dat hulpt zere.
ende oec in zeteren &de in cingulen. Ende pulver gemaect van cristale
ende van ciceren hulpt oec zere ja getempert met sope van ouden rapen. ende
daer met tseer bestreken es goet in allen plec- [1165] ken &de iegen
alrehande drope ¦
Es die materie van fleumen. men salse ripen. &de purgieren alden lichame.
Een ander. Nem sop van spatula fetida. dats goet iegen morfea zeter. cingle.
&de iegen malum mortum ende [1170] joocsel &de iegen drope ¦ Een
ander men sal leggen ruptorien die de huut selen scoren &de derna
besmeren met ungwentum citrinum ¦ Een ander. Nemt ungwentum fuscum. citrinum.
&de album. Dese .3. zalven seldi te gadere [1175] mingen met opermente
&de wit aluun &de pulver van stafisagria &de daer met besmeren ¦
Een ander men sal sulfer wel wriven met starken edeke &de dat salmen
laten staen .3. dage enten .4. dage salmen die huut lange [1180] smeren iegen
die zonne tote dat bloet blict. of tote dat wel root wert |
[18]
Morfea is een smet die in de huid komt en ze komt van verrot
voedsel en waar de plek in de huid staat, dat is huidziekte in het vlees.
Sommige plekken zijn wit, sommige rood en sommige zijn zwart. De zwarte
plekken komen van melancholie en de witte komen van fluimen en die genezen
slecht. En de rode komt van bloed of van gal en mogen ze genezen, dat kan men
aldus proberen; men steekt een naald in de huid van de plek en komt er bloed
uit dan mogen ze genezen en gaat er water uit, dan kunnen ze niet genezen. En
weet dat men in de witte plekken de materie zal rijpen en daarna purgeren. Komt
de rode plek van bloed, dit zijn de tekens; de urine is rood en als de loop
gelijk rood is dan zal ge hem vaak aderlaten of het betekent de zwakte van
het lichaam of de ouderdom of de tijd van het jaar. Neem hierna de wortels
van affodil en van meekrap en tarwegruis, dit zal ge stampen en daarna 3
dagen in sterke azijn laten staan en 4 dagen zal ge er de plek naar boven en
naar beneden goed mee wrijven zodat die plaats goed rood wordt, hierna zal ge
dingen geven die bloed purgeren. Komt
de materie van gal dan is die plaats geel en dan zal men de materie rijpen en
daarna purgeren en daarna de zieken stoven met een pot en met een pijp. Ge
zal deze kruiden nemen; alsem, averone, lange zuring en alant. [78] Laat deze
kruiden in een pot koken op het vuur en laat de damp in de kuip slaan zodat
de zieke goed zweet, hierna zal men op die plaats koppen zetten die dat kwade
bloed wegtrekken zullen. Weet
dat men de zieken wachten moet van alle scherpe dingen zoals peper, mosterd,
knoflook en van alle gekruide spijzen en van alle vogels die wonen in
broekachtige plaatsen. Dit
zijn geneesmiddel voor buiten, men zal alo‘ verpoederen en het met honing
mengen en dat zal ge smeren op morfea dat nieuw is, dat geneest. Weet dat
vaak koppen zetten zeer helpt en vaak gewassen met loog dat gemaakt is van
meekrapas, dat helpt zeer en ook in schurft en in huidziekte. En poeder gemaakt
van kristal en van cicer helpt ook zeer, ja getemperd met sap van Bryonia en
daarmee het zeer bestreken is goed in alle plekken en tegen allerhande
druppels. Is
de materie van fluimen, men zal ze rijpen en het hele lichaam purgeren. Een
andere; neem sap van Iris foetidissima, dat is goed tegen morfea, schurft,
huidziekte en tegen malum mortum [zie kapittel 23] en jeuk en tegen druppels. Een
andere; men zal een bijtend geneesmiddel leggen die de huid zal scheuren en
daarna besmeren met unguentum citrinum of citroenzalf. Een
andere; neem unguentum fuscum, citrinum en album (witte zalf). Deze 3 zalven
zal ge tezamen mengen met arsenicum en wit aluin en poeder van Delpinium
staphisiagra en daarmee besmeren. Een
andere; men zal zwavel goed wrijven met sterke azijn en dat zal men 3 dagen
laten staan en de 4de dag zal men de huid lang besmeren in de zon
totdat bloedens toe of totdat het goed rood wordt. |
Morfea
[een pigmentanomalie waarbij vlekken op de huid ontstaan] is volgens
Herbarius in Dyetsche Ôeen pleckinghe die wit of zwert int vel es; en Ortus
sanitatis definieert; ÔMorphea dats die quade seericheit inder huyt die der
melaetscheyt ghelijck isÕ. Volgens
het handschrift kunnen de vlekken wit zijn, dan zijn deze veroorzaakt door
het flegma en genezen moeilijk; ofwel zijn ze rood, als ze veroorzaakt zijn
door het bloed of gal, in het laatste geval kunnen ze zelfs geel zijn; deze
zijn te genezen als er bloed uit vloeit wanneer men er met een naald in
prikt; komt er water uit dan is de genezing uitgesloten. De vlekken kunnen
ook zwart zijn; deze worden veroorzaakt door de zwarte gal. Aldus zijn we
weer rond en zijn de 4 levensssappen even aansprakelijk; een theorie die door
de schrijver van de Liber Avicenne veel meer nog dan veel andere oudere
schrijvers voorgestaan wordt. De meeste schrijvers kennen alleen voor morfea
witte en zwarte vlekken. Verschillende
geneeswijzen worden gepreconiseerd; baden, ader laten, strooipoeder, laat
koppen, blaartrekkende middelen en zalven. |
[19]
Gutta rosaces. dats een ongemac dat men scelt de rose. &de men
hevet oec met puustkinen int ansichte [1185] Men sal mingen met swinen smoute
mele van ciceren. &de doeter toe sop van ouden rapen. &de der met des
avonts smeren. Ende des morgens wel dwaen met warmen borne der in geminct si
crumen van witten brode ¦ [1190] ¦ Een ander men sal mingen versch case met
aysine &de dat salmer op striken ¦ Een ander men sal mingen met swinen
smoute tsop van langer perteken &de met ruggen mele. ende dat leggen
optie puusten ¦ Een ander [1195] doet lood smelten in enen yseren lepel ende
roeret met enen stocke vander wedewinden die rode besien draget tote dat
dlood al tasscen wert. dan suldi dat wel cleine malen in .1. mortier &de
budelent dor enen [1200] budel. ende dat in den mortier blijft men maecht
weder opt vier setten &de versmeltent wilt men. &de altoes roeren
metten stocke tote hi verbernt tasscen. Ende die asscen suldi houden want si
ontfaen cracht vanden lo- [1205] de. &de tstuc van den houde suldi werpen
int lood &de verbernt tasscen. Dits goet op puusten. jn cankeren. in
fistelen &de op zetere &de in ongemaken ¦
Een ander men sal pulveren borax. peper. met enioenne zope geminct [1210]
&de gescuumt zeem. dits goet op swerte puusten &de sproeten die int
ansichte risen. ¦
Een ander. men sal wijnsteen winden in een root coolblat &e netten in
aysine. &e derna winden in stoppen genet in aysine. &e derna [1215]
leggen ene lange wile onder bernende asscen. &e derna salment wringen. of
disteleren dor ene pipe. Entie verscheit diere uut comt heet men oleum
tartareum &e sijs goet iegen swerte plecken &e iegen [120] sproeten ¦
Dits goet iegen puusten die root siin. Nemt canfer .3. dr. borax .2. dr.
&de rode ciceren .4. dr. dese suldi pulveren &de mingen met rouwen
zeme. &de maecter af coekelkine &de bestadet. Ende als gise [1225]
besegen wilt. so seldire af nemen &de mingent met enioene zope &de
met roden zeme dat gescuumt es. &nde hier met salmen dansichte smeren
alse men slapen gaet. &de des morgens suldijt dwaen met lauwen borne
[1230] &de drogen met enen clede. Dit maect de huut dunne &de doet af
die vulheit &de maket dansichte gleinsterende |
[79]
[19] Gutta rosaces, dat is een
ongemak dat men roos noemt en men heeft het ook
met puistjes in het aanzicht. Men zal met varkensvet meel van cicer mengen en doe er sap van
de wortel van Bryonia bij en daarmee Ô s avonds smeren. En Ôs morgens goed
wassen met warm bronwater waarin kruim van witbrood gemengd is. Een
andere; men zal vochtige kaas met azijn mengen en dat zal men er opstrijken. Een
andere; men zal met varkensvet het sap van lange zuring mengen en met
roggemeel en dat op die puisten leggen. Een
ander laat lood smelten in een ijzeren lepel en roert het met een stok van
kamperfoelie die rode bessen draagt totdat het lood geheel as wordt, dan zal
ge dat goed klein malen in een mortier en zeef het door een zeef en dat in de
mortier blijft kan men weer op het vuur zetten en versmelten als men wil en
altijd roeren met de stok tot hij verbrandt tot as. En die as zal ge houden
want ze ontvangt kracht van het lood en het stuk van het hout zal ge in het
lood werpen en verbranden tot as. Dit is goed op puisten, in kanker, in
blaren en op huidziekte en in ongemakken. Een
andere; men zal borax en peper verpoederen en mengen met uiensap en
geschuimde honing, dit is goed op zwarte puisten en sproeten die in het
aangezicht komen. Een
andere; men zal wijnsteen in een rode koolblad winden en nat maken in azijn
en daarna in pluksel winden die genat is in azijn en daarna zal men het een
lange tijd onder brandende as leggen en daarna zal men het wringen of
distilleren door een pijp. En die vochtigheid die er uit komt noemt men oleum
tartareum en dat is goed tegen zwarte plekken en tegen [80] sproeten. Dit
is goed tegen rode puisten; neem 3 drachme kamfer, 2 drachme borax en 4
drachme rode cicer, dit zal je verpoederen en mengen met rauwe honing en maak
er koekjes van en berg het op. En als ge het gebruiken wilt dan zal ge het er
afnemen en het met uiensap mengen en met rode honing dat geschuimd is en
hiermee zal men het aanzicht smeren als men slapen gaat en Ôs morgens zal ge
wassen met lauw bronwater en drogen met een kleed. Dit maakt de huid dun en
laat de volheid afvallen en maakt het aanzicht [glanzend] glinsterend. |
Gutta rosacea vulgo de rose. Er wordt geen beschrijving van de
ziekte gegeven. Bedoeld wordt erysipelas, belroos, Sint Antoniusvuur. [St.
Antonius vuur, zie kapittel 17] Herbarius in Dyetsche zegt; ÔErispille dats
een apstonie van vierechtegher colerenÕ en Ortus sanitatis; ÔHerispula dat is
een rode hittighe lopende seericheytÉ dye int lijf lopet van dat een lidt aen
dat andereÕ. ÔMen hevet oec met puustkine int ansichte;. Blankaart zegt Ôsi
occupaverit faciem la Rose au visage dicitur. A. St Anthonis fireÕ. Hiertegen
werden vooral zalven aangewend waarvoor verschillende recepten worden
aangegeven. Een eigenaardigheid is de beschrijving van de oleum tartaricum,
verkregen door distillatie van gebrande wijnsteen met azijn. |
[20]
Serpigo es een ongemac dat men heet zeter &de jnpigo. Ende wet
[1235] dat dese .2. ongemake comen van heter materien &de siin bernde
&de zere gevarwt Nochtan es tusscen dese .2. ongemake ondersceet. want
zeter verwandelt vander ere stat op dandre &de gaet vorwert &de
achterwert &de [1240] hi bedruct die stede al omtrent ¦
Single es van grover materien &de en es niet so root gevarwet &de het
gaet meer alomme die stede vander ere steden ter andere &de besittet.
Dese .2. specien siin vanden geslachte van laserien [145] &de van morfea.
en ware dat si comen van couder materien. &de zeter &de single comen
van heeter materien die al te heet es. want die stede vanden zetere &de
vander singlen es verbernende met ioocsele &de ru ¦
Men sal ierst [1250] doen laten ter adren met .1. vliemen. Ende dien dongemac
houdt &de het hem verbaert in vele steden an den lichame en geneest
nemmermeer ¦
Dus suldi van buten werken optie stede Gi sult stoten scarpe perteke den
wortel [1255] met starken aysine &de dat der op plaesteren Een ander
Minget witte zalve &de zepe te gadere dat die zieke niet en wete. dit
doet men om te genesene serpigo. &de jnpigo. ¦ Een ander. doet swinen smout.
terbentine [1260] quiczilver. &de tsop van scarper perteken tegadere
zieden. Dit doet genesen ¦
Men sal oec zieden tsop van scarper perteken met swinen smoute tote dat sop
versoden si. dan salment af doen &de doenre in terbentine. Dits goet
[1265] jegen zeter. single. morfea. &de dwitte ende tswerte &de trode
¦
Een ander Nem gans smout. apie sop &de ziedet tot dat sop versoden si.
dan nemt wit zeem &de mele van wieroke &de minget metten gans smoute
&de doeter [1270] in tarwen bloeme .1. luttel. dit salmen mingen. dits
sonderlinge goet iegen zeter ¦
Een ander. Nemt scarpe perteke. grisecom. scabiose. dese suldi stoten &de
gieter op starken aysiin &de latet also staen .4. dage ende opten .5.
dach [1275] doet te viere smout &de doeter in die vorseide cruden.
&de doet zieden tote die aysiin versoden si. &de derna perssen dor
een cleet. Dit es goede salve iegen drope. &de rudecheit &de op
puusten vanden ansichte &de men saelt sme- [1280] ren tilike &de
spade. Men saelt dwaen met sape van grisecom. Ende men saelt oec met warmen
watere wasscen. Ende men salne wachten van spisen die te vele gesouten si
&de van al te heten dingen. want dese maken [1285] swert bloet &de
verbernt ¦
Wet dat bussen onder den kin geset hulpen zere iegen puusten int ansichte.
Ende men sal ierst die materie ripen. &de derna purgieren met medicinen
die verbernt bloet purgieren. Men sal oec sni- [1290] den die adre die tranen
brinct ten ogen. ¦
Men sal oec weten dat alle die werken die ten zetere behoren. die behoren ten
ansichte. &de iegen lazerie &nde drope &de salsum fleume ¦
Men sal oec nemen ene tange met tween [1295] bladen dorgaet. &de gelauwen
tfel &de tfleesch tusscen de tange. ende dor die gate suldi steken ene
grote elsene. &de trecken der dore .1. snoer also men doet enen parde.
ende dit salmen lange dragen. want hets sonderlinge goet [1300] iegen die
ogen. &de iegen puustkine int ansichte &de iegen lasers ansichte.
Ende wet dat pusoene gemaect van grisecom van bornagien. van brionien. die
siin sonderlinge goet in allen vorten bloede &de verbernt [1305] Men sal
altoes drinken van aristologien of tsap van scarper perteken |
[20]
Serpigo is een ongemak dat men zeter (schurft)
en jupigo noemt.
En weet dat deze 2 ongemakken van hete materie komen en brandend en zeer
gekleurd zijn. Nochtans is er tussen deze 2 ongemakken verschil, want zeter
verandert van de ene plaats naar een andere en gaat voorwaarts en
achterwaarts en hij bedrukt de hele plaats daaromtrent. Single
is van grovere materie en is niet zo rood gekleurd en het gaat meer alom de
plaats van ene plaats naar de andere en neemt ruimte in. Deze 2 soorten zijn
van het geslacht van huidziekte en van morfea tenzij dat ze van koudere
materi‘n komen en zeter en single komen van hetere materi‘n die al te heet is
want de plaats van zeter en van single is brandend met jeuk en ruw. Men
zal eerst ter ader laten gaan met een vliem. En die het ongemak houdt en het
hem in vele plaatsen aan het lichaam verbrandt geneest nimmermeer. Dus
zal ge van buiten werken op die plaats. [81] Ge zal de wortel van scherpe
zuring stampen met sterke azijn en dat er op pleisteren. Een andere; meng het
witte zalf en zeep tezamen zodat die zieke het niet weet, dit doe je om
serpigo en jupigo te genezen. Een
andere; kook varkensvet, terpentijn, kwikzilver de het sap van scherpe zuring
tezamen. Dit laat genezen. Men
zal ook het sap van scherpe zuring met varkensvet koken totdat het sap
verkookt is en dan zal men het er af doen en er terpentijn in doen. Dit is
goed tegen schurft, single, morfea en het witte en het zwarte en het rode. Een
andere; neem ganzenvet, Apium sap en kook het totdat het sap verkookt is en
neem dan witte honing en meel van wierook en meng het met het ganzenvet en
doe er wat tarwebloem in, dit zal men mengen, dit is vooral goed tegen zeter. Een
andere; neem scherpe zuring, aardrook, schurftkruid, die zal ge stampen en
giet er sterke azijn op en laat het zo 4 dagen staan en doe op de 5de
dag het vet op het vuur en doe er de voor vermelde kruiden bij en laat het
koken totdat de azijn verkookt is en pers het daarna door een kleed. Dit is
een goede zalf tegen druppels en ruigheid en op puisten van het aanzicht en
men zal het vroeg en laat smeren. Men zal het wassen met het sap van
aardrook. En men zal het ook met warm water wassen. En men zal wachten van
spijzen die teveel gezouten zijn en van al te hete dingen, want die maken
zwart en verbrand bloed. Weet
dat koppen onder de kin gezet zeer helpt tegen puisten in het aanzicht. En
men zal eerst de materie rijpen en daarna purgeren met medicijnen die
verbrand bloed purgeren. Men zal ook de ader snijden die tranen in de ogen
brengt. Men
zal ook weten dat alle geneesmiddelen die tot schurft behoren, die behoren
ook voor het aanzicht en tegen huidziekte en vlekken en zoute fluimen. [82] Men
zal ook een tang nemen met twee bladen en een opening erin en het vel en
vlees pakken tussen de tang en door de opening zal ge een grote priem steken
en er een snoer doortrekken net zoals men doet bij een paard en dit zal men
lang dragen want het is vooral goed tegen de ogen en tegen puistjes in het
aanzicht en tegen huidziekte in het aanzicht. En weet dat een drankje gemaakt
van aardrook, van bernagie en van Bryonia vooral goed zijn in allen verrot en
verbrand bloed. Men zal altijd drinken van Aristolochia of het sap van
scherpe zuring. |
Serpigo, [ook zeter] en inpigo, [ook
single genaamd] komen beide voort van hete materien en zijn sterk gekleurd.
Zij verschillen nochtans hierin dat serpigo een voortkruipende huidziekte is
terwijl single zich uitbreidt rond de aangetaste plek en minder rood is.
Scellinck is het hiermee niet eens, hij zegt nopens impigo; Ôin dietsche
ommeleghe ende in walsche cingelÕ. Ortus sanitatis maakt evenmin onderscheid;
ÔImpetetigo sive serpigo;. Herbarius in Dyetsche kent wel enig onderscheid;
ÔImpetigo dats rouicheit van den velle. Serpigo dats rouicheit die scerp es
ende cruypt herwert ende ghenswertÕ. Medicatie;
ader laten, zalven, laat koppen, drankje innemen. Ook wordt aangeprezen vel
en vlees met een tang te grijpen waarvan de twee armen doorboord zijn; men
steke een els door de gaten en dan trekke men een snoer erdoor, dat lang
gedragen moet worden! |
[21]
Van dropen willic u een deel bescriven Jn dropen of in ioocsele. eist
dat die sake comt van bloede. men sal doen [1310] laten ter adren. Ende comt die
sake van humoren men salse purgieren. Hier na salmen bade maken. &de doen
int bad averone. savie alsene. ellecampane. sanctorie. Of men sal een bad
maken daer men in sal doen sulfer [1315] &de sout. Men sal oec stoven met
ellecampana. &de met scarper perteken ende maelrovie sanctorie.
wegebrede. dockeblade die clessen dragen. hiermet sal men baden. Ende naden
badene salmense smeren met witter [1320] zalven. mer men salse mingen in die
vorseide dingen ¦
Nemt wortele van perteken .4. o. &de ellecampana. 1. o. dit suldi stoten
&de gieten der op aysiin. &de latent also staen .8. dage &de
derna sieden met swinen smoute tote [1325] dat die sope versoden siin.
&de dan perssen dor enen doec. dits goede zalve iegen alrande drope. Ende
.2. o. van deser zalven siin goet geminct met .1. o. witter zalven. ¦
Die meesters seggen dat alrande dro- [1330] pe meest comt van salsum fleume.
dats gesouten fleume. daer in hulpt zere dese zalve. Nemt calc &de gieter
op borne &de roeret lange tote dat tcalc gesceden es &de dat vule
water af gieten. &de doet in [1335] een out vat &de latet staen
claren. &de dan suldi dat water afgieten in .1. ander vat. &de dat
der onder gesonken es suldi werpen in .1. mortier &de doeter toe olien
.1. luttel. &de van dien claren watere over wat uren. &de alst dic-
[1340] ke gnouch es seldire in mingen quiczelver. Ende wacht dat gijt niet en
smeret ane bleke apostemen. no an dyen. no an been. daer mochte ander ongemac
toe trecken ¦
Dits oec goet. Nemt esscen [1345] hout dat out es &de droge &de cappet
al in cleinen stucken. &de set enen pot altemale in die erde. ende der op
suldi setten enen andren pot met vele gaetkinen. &de in dien uppersten
pot suldi leggen vanden vorseiden [1450] houte. &de decten wel so datter
geen doom uut en mach comen met leme &de met parts torten. &de
omtrent den uppersten pot suldi groet vier maken. Ende dat uut dien potte
lopet dat wert olie. &de so thout droger es so do- [1355] lie beter es.
Dese olie es goet iegen alrande drope. Ende dus mogedi olie maken van alrande
houte |
[21]
Van vlekken [schurft] wil ik u
een deel beschrijven In vlekken of in jeuk, is het dat die zaak van
bloed komt, men zal ader laten. En komt die zaak van levensssappen, men zal
ze purgeren. Hierna zal men een bad maken en doe in het bad averone, salie,
alsem, alant en duizendguldenkruid. Of men zal een bad maken waar men zwavel
en zout in zal doen. Men zal ook stoven met alant en met scherpe zuring en
heemst, duizendguldenkruid, weegbree en klit, hiermee zal men baden. En na
het baden zal men ze besmeren met witte zalven, maar men zal ze mengen met
die voor vermelde dingen. Neem
4 ons wortels van zuring en 1 ons alant, dit zal ge stampen en er azijn op
gieten en laat het zo 8 dagen staan en daarna koken met varkensvet totdat het
sap verkookt is en dan door een doek persen, dit is een goede zalf tegen
allerhande vlekken. En 2 ons van deze zalf is [83] goed gemengd met 1 ons
witte zalf. De
dokters zeggen dat allerhande vlekken meestal van salsum fluimen komen, dat
is gezouten fluimen, daarin helpt zeer deze zalf; neem kalk en giet er
bronwater op en roer het lang totdat het kalk gescheiden is en dat vuile
water afgieten en doe het in een oud vat en laat het staan klaren en dan zal
ge dat water afgieten in een ander vat en dat eronder gezonken is zal ge in
een mortier werpen en doe er wat olie bij en van dat heldere water zal ge na
enkele uren en als het dik genoeg is er kwikzilver in mengen. En let op dat
ge het niet aan bleke blaren smeert of aan de dijen of aan het been, daar
mocht een ander ongemak naar toe trekken. Dit
is ook goed; neem essenhout dat oud en droog is en kap het geheel in kleine
stukjes en zet een pot geheel in de aarde en daarop zal ge een andere pot
zetten met vele gaatjes en in de bovenste pot zal je van het voor vermelde
hout leggen en dek het goed toe met leem en met paardenstront zodat er geen
damp uit kan komen en omtrent de bovenste pot zal ge groot vuur maken. En dat
uit die pot loopt dat wordt olie en zo het hout droger is zo is de olie
beter. Deze olie is goed tegen allerhande vlekken. En zo kan ge olie maken
van allerhande hout. |
Drope
[schurft] en ioocsele [jeuk] kunnen voortkomen van bloed, dan moet men
bloed laten, komt het van andere levensssappen dan zal men deze purgeren,
daarna baden [verschillende recepten worden aangegeven, waaronder en me
zwavel] en vervolgens insmeren met zalf waarvoor meerdere formules worden
gegeven. Veelal,
volgens de meesters, komt drope van falsum fleume, dat is gezouten flegma
[een toestand waarin het levensvocht flegma kan verkeren in de aderen]
waartegen een zalf wordt voorgeschreven ofwel een olie van essenhout,
verkregen per descensum, dat wil zeggen door neerwaartse destillatie [een
bereidingswijze die hij uit de Grabadin van Pseudo-Mesues heeft overgenomen]. |
[22] Tjnea dats scorftheit. some mach mense genesen
&de some niet. dat [1360] mense niet genesen en mach dat comt sulc tijt
bi fauten van meesters dat si leggen der op medicine die al te heet es
&de al te droge alse werbi dat die verscheit vander huut so verteret
&de so verdroget dat tha- [1365] aer wut vallet. &de datter geen
ander wassen en wille om die hartheit entie droocheit van der huut. Het comt
oec om dattie plaestren ende die medicinen heet siin &de droge &de
dat si te lange liggen optie huut ¦ Somtijt [1370] comt van salsum fleumen want die maect groet
joocsel &de vele scellen. Somtijt comet van melancolien entien iooct niet
so zere om haer droge materie. Van sulker es die materie grof ende daer
wassen grote roven of rappen. ende [1375] dat comt meest van te vele etene.
&de dan wassen vele humoren om dat mense niet antiert met dingen diere
toe behoren ¦ Ende siin die puusten bloetachtech &de si eetter in hebben
gevarwt alse bloet. so siin si meest van [138] bloede. Ende siin daer cleine
puustkine gesprayt hare &de dare. so comen si meest van coleren. Ende
siin si sonder ioocsel &de sonder steecten. so siin si meest comen van
melancolien. Ende crauwet men zere van ioocsele. so siin si [1385] comen van
gesouter fleumen ¦ Ende siin scorftheiden
in kindren. so eist georloft te werkene van buten. Ende es men out entie
ziecheit oec out es. so suldi die materie ripen op dats te doene si ¦ Es die materie van bloede men [1390] salse ripen met oxisacar.
&de dan suldi die materie suveren met datter toe behort alse gi hier na
vinden sult. &de daer na salmen laten die hertadre met ere vliemen. Ende
als die lichame gesuvert es so salmen baden of stoven &de zere [1395]
sweten. Ende geven den zieken drinken alle dage cyrupus de fumo terre. dats cyroop
van grisecom ¦ Es die materie van gesouter fleumen. men salse ripen met
oximelle. &de derna purgieren met dingen daer men met purgiert verber-
[1400] nede humoren. &de daer na salmen laten ter adren ende dwaen siin
hooft met gesouten watere want dit suvert. entie werke siin goet iegen
verbernende humoren alse gesouten fleume. Ende hier na suldi thoft doen
moruwen met wa- [1405] tere der in gesoden es papple &de musemaluwe.
entie cruden suldi zieden &de daer na stoten &de al warm leggen opt
hooft. Ende men sal nemen versce botere gesmolten in watere het es te beter ¦ Hier na salmen thaer
uut trecken [1410] met .1. wimen. of met lotro. dat maectmen dus Nemt levende
calc .3. o. &de operment .2. o. &de dit suldi sieden in watere. teken
dat gnouch si. stecter in ene gans vedere. gaen die plumen so eist gnouch.
&de dit salmen doen opt [1415] hooft want het doet thaer uut vallen. ende
latet liggen so lange dat thaer valle. ¦ Een ander. smelt wit harst &de doeter toe .1. luttel
bloemen. &de dit legt op .1. campen doec. &de legget op thooft al
warm. &nde latet [1420] liggen enen dach &de enen nacht. &de dan
suldijt af trecken. Ende en gaen die haer niet alle af. dan suldi leggen .1.
ander vanden selven daer op ¦ Een ander. Tempert met borne witte edel tarwen bloeme also
dicke als [1425] pappe. &de doeter toe wit harst &de ziedet tote dat
dicke si &de roeret altenen opt vier ende vanden viere tote dat cout si.
dan so legget op .1. wollen cleet op thooft. Ende als men wille salmen dat
cleet af trecken. &de en [1430] volgen die haer niet. men saelt weder op
leggen. Ende wet dat gene scorfde hoofde en genesen daer quade hare in siin.
Ende en wilt men geen plaester daer op leggen so mach mense uut trecken ¦ Dit siin die
werken. Nemt [1435] morwe zepe. peper. sulfer. pertrec. stafisagria
quiczilver. dit suldi pulveren &de mingen met swinen smoute &de
plaestren. dit suvert die scorftheit ¦ Een ander. pulvert levende calc &de operment &de
minget met olien &de doeter toe zepe [1440] dits goet iegen scorftheit.
iegen mortum malum &de iegen droocheit ¦ Een ander pulvert litargirum wel cleine &de doeter toe
olie &de zeem. &de wrivet .1. lange wile. dits goede zalve iegen
malum mortum. drope. &de scorftheit ¦ Echter ten [1445] selven. Nemt wortel van perteken. van
ellecampana. dit suldi stoten &de derna zieden in aysine &de mingen
met diere verscheit pulver van litargirum dits goet iegen malum mortum.
scorftheit &de drope ¦ Een ander. Nemt levende calc .2. dr. [1450] operment .1. dr.
&de pulveret in een mortier &de doeter toe olie &de aysiin. Dit
geneest scorftheit sonder haer te verliesene ¦ Dits iegen
scorftheit &de malum mortum. &de iegen lusen &de iegen clieren.
Nemt litargirum .2. o. ende olie [1455] van noten .1. o. &de tsap van
ouden rapen. &de tsap van ellecampana. tsap van cronen. tsap van
celidonien &de aysiin elx even vele. &de litargirum suldi wel
pulveren in een mortier. &de doeter in die sopen &de daerna die
[1460] olien al tote dat dicke si ¦ Een ander Nemt swinen smout. spaensgroene. daer met suldi
thooft wel suveren. Dese vorseide dingen doen drogen scorftheit. Nu es men sculdech
te wetene die [1465] dingen die haer doen wassen. Ende wet alse die huut es
hart &de stide opt herssenbecken &de tfleesch verteert es tusscen der
swaerden enten bene. Of daer die huut wit es daer en mach geen haer uut comen
¦ Dese dingen [1470] doen haer wassen. alsene. flammula.
averone. grisecom. dit suldi stoten &de ziedent in watere &de doeter
in botere. Hier met suldi dat hooft dicken dwaen. dit verpareert &de
opent die gaetkine vander huut. &de trect die [1475] hare uter huut ¦ Een ander. doet die hare af sceren. &de dan smeert die
huut met zeme &de derna stroyter op pulver van verberneden ouden scoen
&de verbernden coescitten &de latet der op liggen tote dat droge es.
[1480] dan suldi thooft wel dwaen met watere daer in gesoden es grisecom. dit
doet genesen scorftheit. &de doet haer wassen ¦ Een ander stoot die wortel vander perteken &de zietse in
wine. daer met suldi thooft dwaen dic- [1485] wile &de lange dit doet
haer wassen ¦ Item Oleum lapdanum doet haer wassen entie maect men dus. Nemt
lapdanum &de snijtse in cleinen stucken ende zietse in olien van oliven
met sachten viere &de doeter toe .1. luttel wi- [1490] ins dat die olie
niet en verberne. hier na settet die olie ter zonnen .30 dage &de alle
dage wel roeren. dit heet men oleum lapdanum. &de met deser olien salmen
thooft wel smeren. Men salre oec op stroyen pulver [1495] van verbernden
bien. Of van verbernden percamente. Of van verbernden geyts stronten Of van
ouden scoen. Of corsten van gersten brode. Ende wilmen so salmense mingen
metten dingen diemen opt hooft smeert ¦ Een [1500] ander. Men sal temperen tsop vander claveren met
zeme. &de doeter toe tsap van donderbare .1. luttel. dit doet haer wassen
¦ Een ander. Nemt kersse. averone. alsene. papple violetcruut. elx even vele.
dit suldi sto- [1505] ten &de derna zieden met verscher botren of met
smoute. &de dit geplaestert met allen. doet haer dupliceren ¦ Een ander Nemt tsop van scarper perteken &de yeralogodyon.
&de dit so tempert met zeme. Dit doet haer wassen ¦ Een ander [1510] Nemt pulver van bonen &de temperet met
sape van scarper perteken. &de vander ronder perteken .1. luttel. dit
suldi temperen met zeme. dit doet haer dobbeleren ¦ Ende luse die wassen sulc tijt opt hooft &de in andren
ste- [1515] den vanden lichame. dat comt bi den humoren die gevoucht siin in
die gaten vander huut Some so machmense genesen &de some niet ¦ Dits iegen die luse op dats te doene si. Ten iersten salmen
purgieren die humoren [1520] op dat dorine toent. Some meesters seggen dat
rode lusen comen van heter materien. &de die witte comen van fleumen.
entie swerte comen van melancolien. Men sal pulveren stafisagria &de
mingent met olien of met aysine [1525] hier met salmen smeren thooft. of den
lichame daers te doene es ¦ Men sal wriven starke loge met quiczilvere. &de daermet
bestriken den lichame. het verdrijft die lusen ¦ Een ander. pulvert wel cleine stafisagria in enen [1530]
mortier &de doeter in quiczilver &de litargirum &de aysiin. dits
oec goet ¦ Een ander mingt stafisagria. ende terbentine dan windet in
catoene &de legget in den scoot die lusen selen alle derwert lopen ¦ Wet oec alse de stede [1535] wit es van den scorfden hoofde so
es die gront suver. &de es si root so esser noch materie in. Ende wet dat
hicken met ere hicke vliemen goet es in roder steden. Ende es die materie
root so purgeertse. Men sal den hals dwingen [1540] met enen wimpel doeke
&de vaste drayen omtrent den hals &de dan wel heet warmen ende dan hicken
met .1. hic ysere ¦ Venteusen siin oec goet geset optie scoudren. of in die
middel. maer in die middel cranken zere die herssenen |
[84]
[22] Tinea, dat is schurft, sommigen kan men genezen en
sommige niet. Dat men ze niet genezen kan dat komt soms door fouten van
dokters omdat ze er er medicijnen op leggen die al te heet zijn en al te
droog waarbij de vochtigheid van de huid zo verteerd en zo verdroogt dat het
haar uitvalt en dat er geen andere groeien wil vanwege de hardheid en de
droogte van de huid. Het komt ook omdat de pleisters en de medicijnen heet en
droog zijn en dat ze te lange op de huid liggen. Soms
komt het van zoute fluimen want die maakt grote jeuk en veel schilfers. Soms
komt het van melancholie en die jeukt niet zo erg vanwege haar droge materie.
Van zulke is de materie grof en er groeien grote roven of korsten en dat komt
het meest van teveel eten en dan groeien er vele humoren omdat men ze niet
behandelt met dingen die daartoe behoren. En
zijn die puisten bloedachtig en hebben ze er etter in dat gekleurd is als
bloed dan zijn ze meest van bloed. En zijn er kleine puistjes hier en daar
verspreid dan komen ze meest van gal. En zijn ze zonder jeuk en zonder steken
dan zijn ze meest van melancholie gekomen. En krabt men zeer van jeuk dan
zijn ze van zoute fluimen gekomen. En
is er schurft in kinderen dan is het geoorloofd van buiten te werken. En is
men oud en de ziekte ook oud dan zal ge de materie rijpen als het te doen is. Is
die materie van bloed dan zal men die rijpen met suikerwater en dan zal ge de
materie zuiveren met dat er toebehoort zoals ge hierna vinden zal en daarna
zal men de hartader laten met aarden vliemen. En als het lichaam [85]
gezuiverd is dan zal men baden of stoven en zeer zweten. En de zieke alle
dagen siroop de fumo terre te drinken geven, dat is siroop van aardrook. Is
die materie van zoute fluimen dan zal men ze rijpen met honingwater en daarna
purgeren met dingen waar men verbrande humoren mee purgeert en daarna zal men
ader laten en zijn hoofd wassen met zout water want dit zuivert en die
geneesmiddelen zijn goed tegen verbrande humoren en zoute fluimen. En hierna
zal ge het hoofd laten vermurwen met water waarin heemst en Althea in gekookt
is en die kruiden zal ge koken en daarna stampen en al warm op het hoofd
leggen. En men zal verse boter nemen die gesmolten is in water, het is dan
beter. Hierna
zal men het haar uittrekken met een wilgenhouten instrument of met lotro, dat
maakt men aldus; neem 3 ons ongebluste kalk en 2 ons orpiment [arsenicum] en
dit zal ge koken in water, het teken dat het genoeg is; steek er in een
ganzenveer in en gaat die pluimen dan is het genoeg, en dit zal men op het
hoofd doen want het laat het haar uitvallen en laat het zo lang liggen dat
het haar valt. Een
andere; smelt witte hars en doe er wat bloem bij en leg dit op een hennepdoek
en leg het warm op het hoofd en laat het een dag en een nacht liggen en dan
zal ge het er af trekken. En gaat alle haar er niet af dan zal ge er een
andere van hetzelfde op leggen. Een
andere; temper met bronwater wit edel tarwebloem zo dik als pap en doe er
witte hars bij en kookt het totdat het dik is en roer het af en toe op het
vuur en van het vuur totdat het koud is en leg het dan op een wollen kleed op
het hoofd. En als men [86] wil zal men dat kleed er af trekken en volgen de
haren niet dan zal men het er weer opleggen. En weet dat geen schurftige
hoofden genezen daar kwade haren in zijn. En wil men er geen pleister op
leggen dan mag men ze uittrekken. Dit
zijn de geneeswijzen; neem murwe zeep, peper, zwavel, peterselie, Delphinium
staphiasagria en kwikzilver, dit zal ge verpoederen en met varkensvet mengen
en pleisteren, dit zuivert de schurft. Een
andere; verpoeder ongebluste kalk en arsenicum en meng het met olie en doe er
zeep bij, dit is goed tegen schurft, tegen mortum malum en tegen droogte. Een
andere; verpoeder litargirum [zilversteen] goed klein en doe er olie bij en
honing en wrijf het een tijdje, dit is een goede zalf tegen malum mortum,
vlekken en schurft. Echter
voor hetzelfde; neem wortel van zuring en van alant, dit zal ge stampen en
daarna in azijn koken en met die vochtigheid het poeder van litargirum
mengen, dit is goed tegen malum mortum, schurft en vlekken. Een
andere; neem 2 drachme ongebluste kalk en 1 drachme orpiment en verpoeder het
in een mortier en doe er olie en azijn bij, dit geneest schurft zonder haar
te verliezen. Dit
is tegen schurft en malum mortum en tegen luizen en tegen klieren; neem 2 ons
litargirum en 1 ons olie van noten en het sap van Bryonia en het sap van
alant, het sap van Sedum telephium, het sap van stinkende gouwe en azijn, van
elk evenveel, litargirum zal ge goed verpoederen in een mortier, doe het in
het sap en daarna de olie totdat het dik is. Een
andere; neem varkensvet en Spaans groen, daarmee zal ge het hoofd goed
zuiveren. Deze
voor vermelde dingen laten de schurft drogen. Nu moet men de dingen weten die
het haar laten groeien. En weet als de huid hard en gespannen is op de
schedel en het vlees verteerd is tussen de met haar begroeide delen van de
huid [87] en de benen of daar de huid wit is, daar kan geen haar uit komen. Deze
dingen laten haar groeien zoals Clematis flammula, averone en aardrook, dit
zal ge stampen en het in water koken en er boter bij doen. Hiermee zal ge het
hoofd vaak wassen, dit prepareert en opent de gaatjes van de huid en trekt de
haren uit de huid. Een
andere; laat de haren afscheren en besmeer dan de huid met honing en strooi
er daarna poeder van verbrande oude schoenen en verbrande koemest op en laat
het er op liggen totdat het droog is en dan zal ge het hoofd goed wassen met
water waarin aardrook gekookt is, dit geneest schurft en laat haar groeien. Een
andere; stamp de wortel van zuring en kookt het in wijn en daarmee zal ge het
hoofd vaak en lang wassen, dit laat haar groeien. Item;
Oleum laudanum laat haar groeien en die maakt men aldus; neem laudanum en
snijdt het in kleine stukken en kook het in olie van olijven met zacht vuur
en doe er wat wijn bij zodat de olie niet verbrandt, zet hierna de olie 30
dagen in de zon en elke dag goed roeren. Dit noemt men oleum laudanum en met
deze olie zal men het hoofd goed besmeren. Men zal er ook poeder van
verbrande bijen op strooien of van verbrandt perkament of van verbrandt geitenstront
of van oude schoenen of korsten van gerstebrood. En als men wil dan zal men
het mengen met de dingen die men op het hoofd smeert. Een
andere; men zal het sap van klaver temperen met honing en doe er wat sap van
donderbaard bij, dit laat haar groeien. Een
andere; neem kers, averone, alsem, heemst, vioolkruid en van elk evenveel,
dit zal ge stampen en daarna koken met vochtige boter of met vet en dit
geheel gepleisterd laat het haar verdubbelen. Een
andere; neem het sap van scherpe [88] zuring en yeralogodyon [een likkepot
gelijk als hiera picra] en temper dit met honing. Dit laat haar groeien. Een
andere; neem poeder van bonen en temper het met sap van scherpe zuring en wat
van de ronde zuring, dit zal ge temperen met honing, dit laat haar verdubbelen. En
luizen die in zulke tijd op het hoofd groeien en op andere plaatsen van het
lichaam, dat komt vanwege de levensssappen die in die gaten van de huid
gevoegd zijn. Sommige kan men genezen en sommige niet. Dit
is tegen de luizen als het te doen is. Ten eerste zal men die levensssappen
purgeren zoals de urine aantoont. Sommige dokters zeggen dat rode luizen van
hete materi‘n komen en de witte van fluimen komen en de zwarte komen van
melancholie. Men zal poeder van Delphinium staphiasagria mengen met olie of
met azijn en hiermee zal men het hoofd besmeren of het lichaam daar het te
doen is. Men
zal sterke loog met kwikzilver wrijven en daarmee het lichaam bestrijken, het
verdrijft de luizen. Een
andere; poeder Delphinium staphisagria goed klein in een mortier en doe er
kwikzilver en litargirum en azijn in, dit is ook goed. Een
andere; meng Delphinium staphiasagria en terpentijn windt het in katoen en
leg het in de schoot, de luizen zullen allen daar naartoe lopen. Weet
ook als de plaats wit is van de schurftige hoofden dan is de grond zuiver en
is die rood dan is er nog materie in. En weet dat koppen zetten met een
aarden scalpel goed is in rode plaatsen. En is de materie rood, purgeer het
dan. Men zal de hals dwingen met een hoofddoek en vast draaien omtrent de
hals en dan goed heet warmen en dan koppen zetten met een ijzeren kop. Koppen zetten zijn ook goed gezet op de schouders of in het
midden, maar in het midden verzwakken ze de hersens zeer. |
Oxisacar;
een samenstelling die gemaakt is uit suiker, granaatappels en azijn. Tinea, dats scorftheit. .Herbarius in Dyetsche; ÔTinea dats
schorftheyt of rappicheyt van hoefdeÕ. Tinea [ringworm, teigne] komt voort
ofwel van zout flegma, dan gaat het gepaard met jeuk, ofwel van zwarte gal,
dan komen grote roven, ofwel van bloed, dan zijn de puisten bloedachtig en
etterig, ofwel van gal en dan zijn het kleine puistjes alom verspreid. De voorgeschreven medicatie; het hoofd
bepleisteren, dan bedekken met een doek en met een ruk de doek aftrekken
zodat het haar volgt. Deze barbaarse methode vroeger veel in gebruik is de
geschiedenis ingegaan onder de benaming la methode dite de la calotte! Doch
het moest gebeuren want Ôgeen scorfde hoofden en genesen daer quade hare in
siinÕ. Toch worden andere methodes aangegeven om haar te verwijderen en
tevens te ontluizen, meestal op basis van loodglit. Om
nadien het haar terug te laten groeien worden allerlei middelen aangeprezen
waarvan sommige in de volksmond nog bekend zijn zoals koeiendrek, verbrande
schoenen of verbrandt perkament, verbrande bijen, geitenkeutels etc. [25] Luizen
groeien [door generatio spontanea] in de pori‘n van de huid die verstopt zijn
door levensssappen, rode luizen komen voort van hete materie, witte van
flegma en zwarte van zwarte gal. Men verwijdert luizen met kwikzilver en
loodglit in azijn. Een vernuftige methode; leg staverzaad [Delphinium
staphisagria L] met terpentijn gemengd op katoen in de schoot en de luizen
zullen er alle naartoe lopen. |
[23]
Malum mortum es .1. ongemac
dat men best bekent in die been ende siin swerte puusten in die been hier
ende gens &de als mense af trect so siinre vele gaten [1550]entie vul
etter geven &de waterachtech entie been siin dicke in vele lieden. het
comt van melancolien &de tfleesch in die gate es vul swert root ¦
Men sal die materie ripen &de purgieren metten selven daermen [1555]
melancolie met purgiert. Men sal dit ongemac niet vermaken op mesdage no op
gene feeste dage. Ende iegen die ioocte so nemt die middel scorsse van den
vliedere &de zietse in olien. dan persset &de werpt die scorsse
[1560] wech. dan nemt mastic. bayen. wierooc. mirre. dat suldi pulveren
&de mingent in die olie. &de wet dat mirre node pulvert. daer omme
suldijt leggen in aysine te weyke ¦
Een ander. pulvert wel cleine litargirum [1565] &de doeter in olie
&de starken aysiin &de wit van spaengien. dits goede zalve. In die
werke van scorfden hoofden vint men gnouch bescreven dat goet es te malum
mortum Ende hine sal sine voeten niet dwaen. Ende [1570] hi moet hem wachten
jegen alle spise die quaet es iegen den canker. Ende hi sal oec dicwile doen
laten die levere adere entie milte adere. |
[89] [23] Malum
mortum is een ongemak dat men het beste ziet in het been en zijn zwarte puisten hier en daar in het been en
als men ze er af trekt dan zijn er vele gaten die vuil en waterachtig etter
geven en de benen zijn in vele lieden dik. Het komt van melancholie en het
vlees in die gaten is vuil zwartrood. Men zal de materie rijpen en purgeren met hetzelfde waarmee men
melancholie mee purgeert. Men zal dit ongemak niet genezen op misdagen en ook
niet op een feestdag. En tegen de jeuk neem men de middelste schors van de
vlier en kook het in olie, pers het dan uit en werp de schors weg, neem dan
mastiek, laurierbes, wierook en mirre, dat zal ge verpoederen en mengen het
in die olie en weet dat mirre slecht verpoedert, daarom zal ge het in azijn
te weken leggen. Een andere; verpoeder litargirum [zilverschuim] goed klein en
doe er olie en sterke azijn in en Spaans wit, dit is een goede zalf. In de
werken van schurftige hoofden vindt men genoeg beschreven dat goed is tegen
malum mortum. En hij zal zijn voeten niet wassen. En hij moet zich wachten
van alle spijzen die slecht zijn tegen kanker. En hij zal ook vaak de
leverader en de miltader laten. |
ÔMalum
mortum es een manier van quay scorfheyt als sweren doij verweghe puysten
omtrent dat been en scenen comen of elders daer van dat die leen dorre of
droghe wordenÕ, Herbarius in Dyetsche. Malum
mortuum, een lepra-achtige aandoening der huid met livide verkleuring alsof
die afgestorven zijn, komt meest voor op de benen die vol etterige zwarte
puisten staan. Op
zon- en feestdagen worden deze wonden niet verbonden! Ook mag de pati‘nt zijn
voeten niet wassen. Als
medicatie; insmeren met zalf en de lever- en miltader laten. |
[24]
DJe passie in die ogen comt somtijt van bloede. somtijt van coleren
[1575] of van fleumen of van melancolien. Es die passie van bloede. dit siin
de tekene. rode ogen. rode plecken int witte van den ogen. die adren
geswollen &de root. Entie orine root &de vet of dic- [1580] ke. Desen
salmen laten die hooft adere dat hulpt zere ¦
Ende comet van coleren dit siin die tekenen. rode ogen of gelu gevarwt
&de steecten in dogen. die orine gelu. desen suldi purgieren van colera
op dats te doe- [1585] ne es ¦
Comt die materie van fleumen dit siin die tekenen. dansichte bleec ende
geswollen. men sal die materie purgieren op dats te doene es ¦
Die ogen tranen dicken van buten. alse van winde. van roke van [1590]
serecheiden. Ende oec dat dogen vloyen comt somtijt uten adren die liggen an
die upperste liese ant herssenbecken. &de dat es pijnlijc te genesene.
Somtijt comet uten adren die liggen tusscen thersenbec- [1595] ken entie huut
boven. &de dat machmen lichte genesen. ¦
Nu merct dese dingen deren den ogen. lange waken. lange slapen. rooc. vier.
lange te ziene op letteren. arbeit. met couden te goyene. op [1600] witte
dingen. vele te ziene. vele eten. vele drinken. met vollen buke slapen te
gane. looc. peper. poret looc. enioen. mostaert. vaste lichame. grove spise
die node verteert. Mer men sal zien op swaerte dingen [1605] dats goet den
ogen &de het starcse ¦
Dit siin die werke van buten iegen lopende ogen. Nemt wierooc. mastic. draken
bloet. bolum armenicum. elx .2. dr. gersten bloeme .1. dr. &de elc
pulvert bi hem. &de derna mingen metten witte [1610] vanden eye &de
legget op .1. campen doec. dan nemet in die palme &de legget opten
steeret van der ogen. &de men saelt oec ane striken metter palmen duwende
toten slape vanden hoofde &de der boven .1. plaster van stoppen. Ende
vloyen [1615] beide die ogen. so legget op beide ziden van den ogen .1. palme
breet. Ende aldus stelpen die tranen die van tusscen den herssenbeckene comen
enter huut. Dit kent men aldus. die zieke gevoelt ioocsel in dogen. &nde
hem sweert siin vor- [1620] hooft. Ende en eist niet also so comet van binnen
uten adren ¦
Men sal savons geven eten dyaolibanum. men sal oec wierooc pulveren &de
dan onsteken ene kersse &de houden daer boven .1. vat van glase so datter
die rooc in slae. [1625] &de dat der boven ant vat hanget salmen ave
screpen &de dat pulveren &de dan in doge werpen ¦
Venteuse bussen geset onder den kin dats oec goet. Men sal oec begripen dat
moruwe lapken vander oren onder. met ere tangen [1630] die .2. bladere heeft
dore gaete. dore welke gaten men steken sal .1. gloyende yser. &de
trecken daer dore .1. snoer. &de dragent also lange alst te doene es ¦
Men sal oec maken .1. brant tusscen den ellenboge enten scoudren [1635] Aldus
doet. Nemt .1. yser met enen blade dat dorgaet es &de legget opten arm.
dan nemt .1. gloyende yser &de steket dore tgat van den blade &de
also bernet. &de set den brant .4. vingere boven den ellenboge want daer
steet hi [1640] best ¦ Ende men snijt .2. adren an elke side
vanden slape. ende ene ane die middel van den vorhoofde. &de die .2.
salmen bernen ende tingeren. &de en willense niet stelpen so sal men die
adre int vorhooft tingeren met [1645] enen gloyenden ysere ¦ Men sal venteusen setten onder den
cnoesel &de opten voet of an den hals. Ende wet dat men niemen venteusen
setten en sal achter. die boven .40. iaer out es. om dat die geesten derwert
trecken [1650] Wet oec dat selke adren liggen buten ende in den slaep. waert
dat mense stake. men soude die zie verliesen ¦
Siin die ogen root &de daer hitte in es. dats teken van bloede. dat kent
biden adren dat si te vol [1655] siin. entie orine root &de dicke. Ende
es dongemac nuwe. so salmen laten dadere ane die andre side. Ende eist out.
men sal laten die selve side ¦
Es die materie van colera. so es dorine gelu gevarwt [1660] &de dunne.
Ende men in dogen lusen vereest. so salmen .1. luttel doen laten ter adren.
mer die venteusen siin sonderlinge goet in die stede vorseit opten arm. Wet
dat in allen subtilen humoren beter es gelaten ter adren [1660] mer als die
materie te zere groet es. so es die purgacie vanden venteusen beter ¦
Es hitte in dogen. so legt sillium in lauwen borne &de alst dicke wert
&de viscoes so suldijt leggen op .1. plaester van werke. &de dat
legter [1670] op tehant het coelt zere ¦
Een ander iegen rootheit &de hitte. seldi nemen wijfs melc laeu water.
entie ogen dermet dwaen. &de doens in dogen .1. luttel. want het sacht
dogen &de coelt ¦ Jegen
ogen die droge siin ende [1680] zere smertten seldi sillium leggen in warmen
borne. &de leggen den zieken averrecht ende werpent hem in dogen .2. werf
sdags ¦
Een ander. Nemt cortex buggle. dat es tcortste datmen vint in dapoteke. dit
suldi [1680] pulveren &de tempernt met rose watere ende latent staen
claren. ende van dien claren suldi in die ogen werpen ¦
Dit coelt oec. men sal stoppe netten in rose watere. of in couden watere uut
ere fonteynen. of in musselia- [1685] go van sillium &de van wit vanden
eye en ware dat so zere cleeft ¦ Dits oec goet iegen hitte &de
smertte &de iegen verberntheit vanden ogen. Nemt cortex bugle &de
pulvertse &de tempertse met rose watere .1. nacht. &de decket [1690]
wel tusscen .2. scotelen. &de smorgens salmen den zieken doen liggen
averecht &de werpent hem in dogen ¦
Wet so wat dat versch es ende dat men in dogen doet drupen. dat heet men
colirie. Als men colirie in dogen sal [1695] doen. so moet die zieke averecht
liggen metten ansichte opwert ¦
Van den plecken die optie ogen wassen. of die in de zie liggen. die de zie
verblinden. dat heten wi macula dats ene pine die comt in die crone [1700]
vanden ogen int hole. Sulke plecken sijn swert of bruun entie comen van
melancolien. node of nemmermeer so en mogen si genesen. Ende siin si wit so
hoopt men vander baten ¦
Es die plecke bruun &de [1705] si van viscosen humoren comt. &de
buten optie oge hanget &de het al die zie bevangen hevet. so machmense
met ere naelden af lichten. die heet men .1. dragmer naelde Ende oec machment
af doen met .1. haex- [1710] kine. ¦
Ungula es .1. plecke die gaet vanden sterte vander ogen tote an den andren
hoec buten optie oge. dat moet men oec genesen metter dragmer naelden. Ende
wet dat dese somtijt siin gevoucht met humo- [1715] ren van binnen. &de
dan werdet doge meer bedect dan het sculdech ware te sine. ende die mach men
selden genesen. Somtijt comen vanden reume humoren die comen te diere stede.
entie gevarwt siin tusscen [1720] cristale &de grove humoren. entie maken
cataracten. Dese cataracten salmen genesen van binnen die selen purgieren die
materie ¦
Wet alse alle die humoren siin int hooft. so en salmen niet purgieren ten
funda- [1725] mente. mer men sal maken gargarisacien &de doen niesen. dat
rumet thooft. Some van desen machmen genesen &de some niet Dat bekent men
aldus. Die zieke sal beide siin ogen luken. entie meester sal met si- [1730]
nen vingere wriven die scedelen van den zeren ogen. dan sal die zieke ter
vaert sine ogen opslaen. es die plecke gebreit. so mach mense genesen.
&de en essi niet gebreit. so en mach mense niet genesen ¦
Dit siin die [1735] werken van diere plecken. Jnt ierste salmense altoes
weiken die men genesen wille .6. dage of .8. eer dat men buten daer enege
dingen in doen sal. Men sal nemen wijfs melc die enen sone heeft. &de
werpen dat in [1740] doge. smorgens &de te middage &de savons dit
doet de plecke morwen ¦
Een ander Nemt bloet van ere ionger duven uten vlerke. Want dit morwt &de
geneest plecken die nuwe siin in somen lieden ¦
Een ander [1745] Nemt march uten gans vlerken &de maket heet. &de
latet coelen &de legget daer op. Dit doetse scoren &de verteren. Wet
dat men die nuwe plecken lichte genesen mach. ¦
Die galle van allen vogelen die bi ro- [1750] ve leven siin goet optie
plecke. Entie galle van enen man die met enen swerde doot es gesteken es
sonderlinge goet optie plecke ¦
Een ander. Nemt sarcocolle. wierooc. mastic. corael. &de perlen. dit
suldi wel pul- [1755] veren &de tempren in enen mortier met gallen van
vogelen die bi rove leven. of van visscen die bi rove leven. &de doeter
toe zap van eerdbesien crude. van vencle. van ruten. Dit tempert al te gadere
&de doet in een glasen vat [1760] &de latet gesitten. &de dat
clare datter boven vlotet seldi werpen in dogen. dits .1. goede colirie iegen
dwitte. Ende wacht den zieken van alrande dinge dat reume toe brinct ¦ Men
sal cuwen comijn in den mont wel [1765] cleine &de doent in enen doec
&de duwen die verscheit ute. dit verdrijft nuwe plecken &de stremmet
tranen ¦ Een ander. men sal netten in witten
wine gingebere. &de dan wetten op enen wetsteen. &de weder netten
&nde dan weder wetten. ende [1770] datter af slijpt geneset dwitte. Ende
tsap van witten olicrude. van roden dat geneset oec ¦ Men sal ene rode slecke te pulvere
bernen met haren huse. &de dat pulver salmen werpen in dogen. Ende men
sal in .4. dagen die [1755] bate zien dits dicken geproeft ¦
Siin die ogen verstormt van hitten of van verscheiden of andersins van
verstormtheiden. so salmen pulveren wit aluun wel cleine &de mingen met
rose watere. dit trect de hitte uten ogen [1780] Ende men sal wit calamijn
mingen met wine. want het doet tselve met rose watere ¦
Men sal oec mingen wit aluun in .1. hart gebraden ey. &de dan doen in
enen doec &de duwen die verscheit ute &de werpent in dogen. Ende met
[1785] desen salmen altoes ierst werken. &de en hulpen dese dingen niet.
so moet gaen ten starken dingen die daer voren bescreven staen. |
[24]
Het lijden of kwaal in de ogen komt soms van bloed, soms van gal of van fluimen of van melancholie.
Is de kwaal afkomstig van bloed dan zijn dit te tekens; rode ogen, rode
plekken in het wit van de ogen, de aderen gezwollen [90] en rood. En de urine
rood en vet of dik. Die zal men de hoofdader laten, dat helpt zeer. En
komt het van gal dan zijn dit de tekens; rode ogen of geel gekleurd en steken
in de ogen, de urine is geel, die zal ge purgeren van gal als het te doen is. Komt
de materie van fluimen dan zijn dit de tekens; het aanzicht is bleek en
gezwollen, men zal de materie purgeren als het te doen is. De
ogen tranen vaak van buiten zoals van wind, van rook en van pijnen. En ook
dat de ogen vloeien komt soms uit de aderen die aan de bovenste vlies van de
schedel liggen en dat is slecht te genezen. Soms komt het uit de aderen die
tussen de schedel en de huid boven liggen en dat kan men gemakkelijk genezen. Nu
merk op dat deze dingen de ogen deren, slapeloosheid, lang slapen, rook,
vuur, lang turen op letters, inspanning, met koude gemeenschap hebben, naar
witte dingen kijken, veel te zien, veel te eten, veel te drinken, met volle
buik slapen gaan, knoflook, peper, prei, ui, mosterd, vaste loop, grove spijs
die slecht verteert. Maar men zal kijken naar zwarte dingen, dat is goed voor
de ogen en het sterkt ze. Dit
zijn de geneesmiddelen van buiten tegen lopende ogen. Neem wierook, mastiek,
drakenbloed, bolus Armeniacus, van elk 2 drachme, 1 drachme gerstebloem en
verpoeder elk op zichzelf en meng het daarna met het wit van een ei en leg
het op hennepdoek en neem het dan in de palm en leg het op de hoek van de
ogen en men zal het er ook aan strijken door met de palmen te duwen tot de
slaap van het hoofd en er boven een pleister van pluksel. En vloeien beide
die ogen, leg het dan op beide zijden van de ogen en 1 palm breed. En aldus
stelpen de [91] tranen die van tussen de schedel komen en die uit huid. Dit
kent men aldus; de zieke voelt jeuk in de ogen en heeft migraine. En is het
niet zo dan komt het van binnen uit de aderen. Men
zal Ôs avonds sap van wierook te eten geven, men zal ook wierook verpoederen
en dan een kaars aan steken en er boven een glazen vat houden zodat de rook
er in slaat en dat boven aan het vat hangt zal men er af schrapen en dat
poeder en in de ogen werpen. Koppen
bussen onder de kin gezet, dat is ook goed. Men zal ook dat murwe lapje van
de oren van onder grijpen met een tang die 2 bladeren heeft met een opening
en door die opening zal men een gloeiend ijzer steken en er een snoer
doortrekken en het zo lang dragen als te doen is. Men
zal ook een brandwond tussen de elleboog en de schouders maken. Doe aldus;
neem een ijzer met een blad met een opening en leg het op de arm en neem dan
een gloeiend ijzer en steek het door het gat van het blad en brand het zo en
zet de brand 4 vingers boven de ellenboog want daar staat hij het beste. En
men snijdt 2 aderen aan elke zijde van de slaap en een aan het midden van het
voorhoofd en die 2 zal men branden en dicht schroeien en willen ze niet
stelpen dan zal men de ader in het voorhoofd met een gloeiend ijzer
schroeien. Men
zal koppen zetten onder de enkel en op de voet of aan de hals. En weet dat
men niemand koppen achter zal zetten die boven 40 jaar oud is omdat de
geesten daar naartoe trekken. Weet ook dat sommige aderen buiten liggen en in
de slaap en als men die zou steken, men zou het zien verliezen. Zijn
de ogen rood en er is hitte in, dat is een teken van bloed, dat ken je door
de aderen dat ze te vol zijn en de urine is rood en dik. En is [92] het
ongemak nieuw, dan zal men de ader aan de andere zijde laten. En is het oud,
men zal het laten op diezelfde kant. Is
de materie van gal, dan is de urine geel gekleurd en dun. En als men in de
ogen luizen bespeurt dan zal men wat ader laten, maar het koppen zetten is
vooral goed in die voor vermelde plaatsen op de arm. Weet dat in alle
subtiele levensssappen het beter is te laten van de ader, maar als de materie
te zeer groot is dan is de purgatief van het koppen zetten beter. Is
er hitte in de ogen leg dan Plantago psyllium in lauw bronwater en als het
dik wordt en viskeus dan zal ge er een pleister van pluksel op leggen en dat
ligt er direct op en verkoelt zeer. Een
andere tegen roodheid en hitte; ge zal vrouwenmelk nemen en lauw water en de
ogen daarmee wassen en doe wat in de ogen want het verzacht de ogen en
verkoelt. Tegen
ogen die droog zijn en zeer pijn doen zal ge psyllium in warm bronwater
leggen en leg de zieken op de rug en werp het hem 2 maal per dag in de ogen. Een
andere; neem cortex buggle, (schors van Ajuga) dat is het kortste dat men
vindt in de apotheek, dit zal ge verpoederen en temperen met rozenwater en
laat het staan klaren en van dat geklaarde zal ge in de ogen werpen. Dit
verkoelt ook; men zal stoppen natten in rozenwater of in koud water uit een
bron of in mucilago van psyllium en van het wit van een ei, tenzij dat het zo
erg kleeft. Dit
is ook goed tegen hitte en pijn en tegen verbranding van de ogen; neem cortex
bugle en verpoeder het en temper het 1 nacht met rozenwater en bedek het goed
tussen 2 schotels en s morgens zal men de zieke op de rug laten liggen en het
hem in de ogen werpen. Weet
wat vochtig is en dat men in de ogen laat druppelen, dat noemt men colirie
(oogzalf). Als men een colirie in de ogen doen zal dan moet de zieke op de
rug liggen [93] met het aanzicht naar boven. Van
de plekken die op de ogen groeien of die in het zien liggen zodat ze het zien
verblinden dat noemen we macula, dat is een pijn die in de kroon van de ogen
[hoornvlies] in het hol komt. Zulke plekken zijn zwart of bruin en die komen
van melancholie, zelden of nooit zullen ze genezen. En zijn ze wit dan hoopt
men van baat. Is
de plek bruin en komt van viskeuze levensssappen en hangt het buiten op de
ogen en belemmert het hele zien dan kan men ze met een naald er aflichten,
die noemt men een dragmer naald. En ook kan men het er af doen met een haakje.
Ungula is een plek die van de ooghoek tot aan de andere hoek gaat, aan de
buitenkant van het oog, dat moet men ook genezen met de dragmeer naald. En
weet dat deze soms gevoegd zijn met levensssappen van binnen en dan wordt het
oog meer bedekt dan het nodig was en die kan men zelden genezen. Soms komen
van reuma levensssappen die op die plaats komen en die gekleurd zijn tussen
kristal en grove [gekleurd tussen wit en mat] levensssappen en die maken
cataracten. Deze cataracten zal men genezen van binnen die de materie zullen
purgeren. Weet
als al die levensssappen in het hoofd zijn dan zal men niet purgeren in het
fundament, maar men zal gorgelen maken en laten niezen, dat ruimt het hoofd.
Sommige van deze kan men genezen en sommige niet. Dat doet men aldus; die
zieke zal beide zijn ogen dichtdoen en de dokter zal met zijn vinger de
scheiding van de zeren [94] ogen wrijven, dan zal die zieke snel zijn ogen
opslaan, is die plek verspreid dan kan men ze genezen en is ze niet verspreid
dan kan men ze niet genezen. Dit
zijn die geneesmiddelen van die plekken. Als eerste zal men ze altijd 6 dagen
of 8 laten weken die men genezen wil eer dat men buiten er enige dingen in
doen zal. Men zal vrouwenmelk nemen die een zoon gekregen heeft en dat in de
ogen werpen Ôs morgens en Ôs middags en Õs avonds, dit laat de plek
vermurwen. Een
andere; neem bloed van een jonge duif uit zijn vlerk. Want dit vermurwt en
geneest plekken die in sommige lieden die nieuw zijn. Een
andere; neem merg uit een ganzenvlerk en maak het heet en laat het verkoelen
en leg het er op. Dit laat scheuren en verteren. Weet dat men de nieuwe
plekken gemakkelijk genezen kan. De
gal van alle vogels die van roof leven zijn goed op die plek. En de gal van
een man die met een zwaard dood gestoken is is vooral goed op die plek. Een
andere; neem Sarcocolla, wierook, mastiek, koraal en parels, dit zal ge goed
verpoederen en temperen in een mortier met gal van vogels die van roof leven
of van vissen die van roof leven en doe er sap van aardbeikruid, van venkel
en ruit bij. Dit tempert al tezamen en doe het in een glazen vat en laat het
zich zetten en dat heldere dat er bovenop drijft zal ge in de ogen werpen.
Dit is een goede oogzalf tegen het witte. En behoedt de zieken van allerhande
ding dat reuma bij brengt. Men
zal komijn kauwen in de mond, goed klein, en doe het in een doek en duw de
vochtigheid er uit, dit verdrijft nieuwe plekken en stremt tranen. Een
andere; men zal in witte wijn gember natten en dan wetten op een wetsteen en
weer natten en dan weer wetten en dat er afslijpt geneest het witte. En het
sap [95] van wit en rood papaverzaad, dat geneest ook. Men
zal een rode slak met zijn huis tot poeder branden en dat poeder zal men in
de ogen werpen. En men zal in 4 dagen de baat zien, dit is vaak geprobeerd. Zijn
de ogen ontstoken van hitte of van vochtigheid of anderszins van ontstekingen
dan zal men wit aluin verpoederen, goed klein, en mengen met rozenwater, dit
trekt de hitte uit de ogen. En men zal wit zinkspaat mengen met wijn want het
doet hetzelfde met rozenwater. Men
zal ook wit aluin mengen in een hard gebraden ei en dan de vochtigheid door
een doek duwen en het in de ogen werpen. En met deze zal men altijd eerst
werken en helpen deze dingen niet dan moet men tot sterkere dingen gaan die
hiervoor beschreven staan. |
Oogziekten
kunnen ontstaan door ieder van de 4 levensssappen. 1. van bloed;
kentekenen; rode ogen, rode vlekken in het wit van de ogen; de urine is rood
en vet; medicatie; hoofdader laten. 2. van gal; kenteken;
pijnlijk stekende ogen; urine geel; medicatieÕgal purgerende middelen. 3. van flegma;
kentekenen; aangezicht bleek en gezwollen; medicatie; flegma purgerende
middelen. Over
zwarte gal wordt niet gesproken. In
geval van tranende ogen zal men op zwarte dingen kijken, een pleister
appliceren van pluksel met allerlei geneesmiddelen erop, laat koppen zetten,
het lelletje van de oren met een gloeiend ijzer doorboren en er een snoer
doortrekken, cauterisatie op de arm, ader laten aan de slapen en het voorhoofd. Macula,
Ôdat is te segghen dat witte ende die vliese op die ooghenÕ. Zoals Scellinck
zegt, zijn zwart of bruin als zijn van zwarte gal voortkomen en zijn
ongeneeslijk; zijn ze wit dan kunnen die genezen; bruine die voortkomen van
viskeuze levensssappen en die buiten aan de ogen hangen worden er afgelicht
met een naald of haakje. Ungula [bedoeld wordt pterygium, een
driehoekig vlies dat zich aan de voorzijde van het oog vormt met de basis
naar de ooghoek gericht en met de punt over het hoornvlies heen groeiend,
wordt door Scellinck aldus beschreven; ÔUngula in oculo dat is die nagle int
oghe. Ende ungula begint te wassen in den enen hoornic [hoek] vanden oghe dan
wasset allenxkens totdat doghe al overdect es ende tsien benemetÕ. Men zal
het eveneens met een naald wegnemen, doch vooral zal men het weken hetzij met
vrouwenmelk, met bloed uit de vlerken van jonge duiven, met merg uit een
ganzenveer, met gal van roofvogels hetzij met gal van een man die met het
zwaard gedood werd of met nog andere meer, om van te griezelen. |
[25]
Some lieden bloeden ten nese bi gewoenten. &de some werden si so
bloedende [1790] dat mense niet gestelpen en can. &de bloeden altenen ten
rechten nese gate ¦
Men salse doen laten ter hooft adren in den rechten op dat die tijt orlooft
entie cracht vanden mensce. Ende bloet men te slinken nese [1795] gate. so
salmen lat ter hooft adren in den slinken arm. Ende en cesseret niet so
salmen nemen tsap van donderbart. van nachtscaden. gersten mele. dit suldi
plaestren. Ende bloet hi ter rechter siden. so suldi tplaester leggen optie
[1800] melte ane die slinker side. Ende bloet men ane die slinker side. so
legt tplaester an die rechter side optie levere ¦
Een ander bloet men ane die rechter side. men sal venteuse bussen setten ane
die rechter side optie levere [1805] sonder hicken metten ysere. dit trecket
dbloet af. Bloet men ter slinker siden. men sal dat vorhooft enten hals
bestriken met aysine. &de met andren couden dingen ¦
Ende sulke siin die bloeden bi gewoenten. dien salmen setten [1810] haer
dyeten. &de men moetse wachten van vele etene &de van bonen. van
erweten. van coyen vlesce. van herten. van hasen. van alre spisen die quaet
es te verterne. Men salne wachten van roepene. van couden. van pinen. Hi sal
eten [1815] wel verhaven broot &de suver van gruse. &de kiekenen.
lammeren vleesch. velt hoendren &de diere gelike. Ende hi sal drinken
claren wijn suver &de wit ¦
Een ander. men sal siins selfs bloet bernen. &de laten hem den rooc
ontfaen ten nese [1820] Men sal oec parts hoeven bernen die men af stect ter
smessen. &de deraf den rooc ontfaen ten nese |
[25]
Sommige lieden bloeden uit de neus uit gewoonte en sommigen
bloeden zo erg dat men het niet stelpen kan en bloeden altijd uit het rechter
neusgat. Men
zal ze laten in de hoofdader in de rechter op een tijd die geoorloofd is en
de kracht van de mens. En bloedt men uit het linker neusgat dan zal men laten
in de hoofdader aan de linkerarm. En trekt het niet terug dan zal men het sap
van donderbaard nemen, van nachtschade en gerstemeel en dit zal ge
pleisteren. En bloedt hij aan de rechterkant dan zal ge de pleister leggen op
de milt aan de linkerkant. En bloedt men aan de linkerkant leg dan de
pleister aan de rechterkant op de lever. Een
andere; bloedt men aan de rechterkant dan zal men koppen zetten aan de
rechterkant op de lever, vooral ijzeren koppen, dit trekt het bloed af.
Bloedt men aan de linkerkant dan zal men het [96] voorhoofd en de hals
bestrijken met azijn en met andere koude dingen. En
sommige bloeden uit gewoonte en die zal men op dieet zetten en men moet ze
wachten van veel eten en van bonen, van erwten, van koeienvlees, van herten,
van hazen en van allerhande spijzen die slecht te verteren zijn. Men zal ze
wachten van roepen, van kou en van pijn. Hij zal goed gerezen brood eten dat
zuiver van gruis is en kuikens, lammeren vlees, veldhoenders en dergelijke.
En hij zal heldere wijn drinken die zuiver en wit is. Een
andere; men zal hem zijn eigen bloed laten branden en laat hem de rook in de
neus ontvangen. Men zal ook paardenhoeven branden die men afsteekt in de
smidse en daarvan de rook in de neus ontvangen. |
Bij
neusbloeden zal men aldus te werk gaan; Bloedt men uit
het linker neusgat; De
hoofdader laten op de linkerarm. Pleisters
leggen op de milt. Voorhoofd
en hals bestrijken met azijn. Bloedt men uit
het rechter neusgat; De
hoofdader laten op de rechterarm. Pleisters
leggen op de lever. Laat koppen
zetten op de rechterzijde, op de lever. Wie dikwijls
bloedt uit de neus moet op dieet gezet worden; licht verteerbare spijzen en
als medicatie wordt aanbevolen zijn eigen bloed ofwel paardenhoeven te
verbranden en de rook ervan op te snuiven. |
[26]
Djsentiria dats een menisoen.&de daer esser .3. manieren. deen scelt
men [1825] disentiria. dander lyentiria. terde dyaria. Dit siin die tekenen
van discentiria. dat den zieken dore gaet es geminct met bloede. [de men
gevoelt sweringe. bijtsel. &de steecten sulc tijt boven den navel.
&de sulc [1830] tijt daer onder ¦
Es die pine boven. so comt ter cameren stront ten iersten. &de derna root
bloet &de claer. &de hi gevoelt in dier tijt grote sweringe boven den
navel. Ende comt die materie van onder den navel. so comt ierst ter cameren
[1835] vul bloet. &de derna stront. entie wile gevoelt men sweringe
&de steecten onder den navel. Maer es die materie omtrent den navel so
gevoelt die sieke sweringe ende steecten omtrent den navel ¦ Dat men scit dat [1840] heten die
meesters digesten. &de biden digesten mach men weten wer die materie es
so boven so onder. so in midden ¦
Es discentiria boven entie digesten gelu siin of groene. of swert. men sal
dan geven dyacodion met [1845] wegebrede sape ¦
Een ander. Nemt bolum armenicum &de gomme van arabien. dit suldi pulveren
&de mingen met cyrope rosaet. men sal dese .2. geven drinken. oec sal
mense geven in alrande spisen ¦
Een ander. Nemt bolum [1850] ypoquistidos. sumac. dats ene gomme spodium.
bloet van draken. gomme van arabien. dragant. dit tempert met rose watere of
met wegebrede sape. &de daeraf drinke ¦
Een ander. Siedt wedren vleesch met [1855] tyseinen die op gerste es gesoden
&de aysiin Of .1. oude hinne metten vlesce. &de doeter toe was enten
doder vanden eye &de latet der met sieden. &de men supe tsop ende ete
tfleesch ende metten selven machmen die hinne [1860] allene sieden ¦
Sijn die digesten van fleumen so stampt kersse &de zietse in aysine. ende
men sal pulveren canele. groffels nagle dit seldire toe doen. &de borne
op tarwe gesoden. Men sal wallen goet melc. ende [1865] doen der in den doder
vanden eye. dits goet gedronken. Men sal oec nemen alrande frute die stoppen.
alse morwe mispelen. Ende cockina salmen rou nemen of gesoden ¦ Ende comt die
materie van beneden entie [1870] digesten gelu siin. of swert of groene. so
salmen clisterien geven aldus. Nemt galle eclen. sleen. entie wortel van
wegebreden dit suldi zieden &de perssen. &de gevent al warm in
clisterien. ende hier in smelte wedren roet [1875] hets te beter ¦
Een ander. men sal pulveren galle &de sieden rosen in regen water &de
in wegbrede sape. &de doeter in olie &de wedren roete. &de gevet
in clisterien al warm. ende tempert daer met den doder van .1. eye hets te
beter [1880] ¦
Siin die digesten van fleumen &de men der in sien mach alse clibber. so
nem die moeder vanden aysine &de doet in regen watere &de dan bernet
oude scoen te pulvere &de scrodelinge van percamente. &de gallen.
&de siedet al [1885] te gadere. &de gevet in clisterien ¦
Een ander maect .1. gat in een ey &de doet al ute dat der in es. &de
werpt opten doder pulver van pepere gnouch. &de dit werpt int vier
&de bernet al te gadere. dit pulver salmen altoes werpen [1890] op sine
spise ¦
Een ander. Nemt bolum. draken bloet. mastic. dit pulvert al te gadere. ende
als men wille salment werpen op siin spise ¦
Dits sonderlinge goet iegen den lichame. Stampt .1. hantvol wegebreden. ende
[1895] frijtse in ene panne met wedren roete. &de dan legget op .1.
plaester van stoppen. &de daer op salmen al heet sitten metten fundamente
dit hulpt zere ¦
Een ander dat sonderlinge goet es. Legt rosen in aysine enen dach. [1900]
&de derna droochse in de zonne of iegen tfier daer na so pulvert
balaustia &de galle elx .1. s. o. dit minct metten rosen. &de doeter
in gersten meel .1. s. scr. dit tempert met aysine &de doeter toe .1.
luttel olien om dat tplaester [1905] niet en soude drogen. &de tsap
vander wegebreden oec. 1. luttel. &de dan plaestren optie stede daer de
pine es ¦
Jegen discentiria ende lientiria. Suldi zieden in borne byvoet &de daer
in sal die zieke dwaen sine been wel ende lange ende [1910] sine voeten. Ende
men sal geven drinken cyroop rosaet. Ende men sal ceronium plaestren op .1.
leder &de leggent optie mage ¦
Nemt oec bloeme van eykenne houte &de bloeme van eglentiere. dit sul-
[1915] di zieden in roden wine. &de dan suldi pulveren folie. mastic.
groffels nagle. dit suldiere in doen. &de gevent drinken. Men sal rode
colen zieden in aysine &de doen der in gersten meel of roggen meel.
&de dan plae- [1920] steren op die mage |
[26]
Dysenterie, dat is een buikloop en er zijn 3 soorten van, de ene noemt men dysenterie, de ander
lyentiria en de derde diaree. Dit zijn de tekens van dysenterie; wat bij de
zieke doorgaat is gemengd met bloed en men voelt zweren, bijten en steken,
sommige tijd boven de navel en sommige tijd er onder. Is
de pijn er boven dan komt in het toilet ten eerste stront en daarna rood en
helder bloed en hij voelt in die tijd grote zweren boven de navel. En komt de
materie van onder de navel dan komt eerst in het toilet vuil bloed en daarna
stront en ondertussen voelt men zweren en steken onder de navel. Maar is de
materie omtrent de navel dan voelt de zieke zweren en steken omtrent de
navel. Dat
men schijt dat noemen de dokters digestie en bij de digestie kan men weten waar
de materie is boven [97] of onder of in het midden. Is
dysenterie boven en de digestie geel of groen of zwart, dan zal men sap van
papaver geven met weegbree sap. Een
andere; neem bolus Armenicus en gom van Arabi‘, dit zal ge verpoederen en het
met rozensiroop mengen, men zal deze 2 te drinken geven, ook zal men het in
allerhande spijzen geven. Een
andere; neem sap van Hypocistis, sumak, dat is een gom spodium, bloed van
draken, gom van Arabi‘ en dragant, temper dit met rozenwater of met weegbree
sap en drink daarvan. Een
andere; kook ramvlees met ptisane die op gerst is gekookt en azijn, of een
oude kip met het vlees en doe er was bij en de dooier van een ei en laat het
ermee koken en men drinkt het sap en eet het vlees en met hetzelfde mag men
de kip alleen koken. Zijn
die digesten van fluimen stamp dan kers en kook het in azijn en men zal
kaneel en kruidnagels verpoederen en dit er bij doen en bronwater op tarwe
gekookt. Men zal goede melk wellen en er in doen de dooier van een ei, dit is
goed gedronken. Men zal ook nemen allerhande fruit die stoppen zoals murwe
mispelen. En kwee zal men rouw nemen of gekookt. En
komt de materie van beneden en de digestie is geel of zwart of groen dan zal
men aldus klysmaÕs geven; neem gal van eikels, slee en de wortel van
weegbree, dit zal ge koken en persen en het al warm in klysmaÕs geven en
smelt hierin wederom roet, het is te beter. Een
andere; men zal gallen verpoederen en rozen koken in regenwater en in
weegbree sap en doe olie in en wederom roet en geef het in klysmaÕs al warm
en temper daarmee de dooier van een ei, het is des te beter. Zijn
de digestie van fluimen en men er in zien kan als gom [glibber] neem dan de
moeder [98] van azijn en doe het in regenwater en brandt dan een oude schoen
tot poeder en snippers van perkament en gallen en kook het tezamen en geeft
het in klysmaÕs. Een
andere; maak een gat in een ei en doe alles eruit dat er in is en werp op de
dooier genoeg peperpoeder en werp dit in het vuur en verbrand het tezamen en
dit poeder zal men altijd op zijn spijs werpen. Een
andere; neem bolum, drakenbloed, mastiek en verpoeder dit tezamen en als men
wil zal men het op zijn spijs werpen. Dit
is vooral goed tegen de loop; stamp een handvol weegbree en fruit ze in een
pan met weer roet en leg het dan op een pleister van stoppen en daarop zal
men al heet met het fundament op zitten, dit helpt zeer. Een
ander dat vooral goed is; leg rozen een dag in azijn en droog ze daarna in de
zon of tegen het vuur en verpoeder daarna bloemen van granaatappels en gallen,
van elk 1 ons, dit meng je met de rozen en doe er 1 scrupel gerstemeel in,
dit getemperd met azijn en doe er wat olie bij, omdat de pleister niet zou
drogen, en wat sap van weegbree en dan pleisteren op die plaats daar de pijn
is. Tegen
dysenterie en lientiria zal ge in bronwater bijvoet koken en daarin zal de
zieke zijn benen en zijn voeten goed en lang wassen. En men zal rozensiroop
te drinken geven. En men zal ceronium (was?) pleisteren op een leer en het op
de maag leggen. Neem
ook bloemen van eikenhout en bloemen van egelantier, dit zal ge koken in rode
wijn en dan zal ge foelie verpoederen, mastiek en kruidnagels, dit zal ge er
in doen en het te drinken geven. Men zal rode kolen in azijn koken en er
gerstemeel of roggemeel in doen en dan op de maag pleisteren. |
Er bestaan 3
soorten buikloop, namelijk disenteria, lyentiria en dyaria. In Ortus
sanitatis wordt dit aldus beschreven; ÔItem daer zijn driederhande loopen des
buycks Den eenen wort ghenaemt Dissenteria Ende dit is eenen loop di met
bloede loopende is. Den anderen loop des buycs is Dyarria ghenaemt Ende dit
is eenen loop sonder bloet Ende den derden loop is Lyenteria ghenaemt Ende
hier mede loopt die spise dore gelijc si gheten of inghenomen wortÕ. Disenteria
gaat gepaard met bloedafgang en men voelt stekende pijn soms boven en soms
omtrent de navel. Naar gelang de plaats van de pijn en de kleur van de
uitwerpselen zullen geneesmiddelen ingegeven worden; in sommige gevallen zet
men klysmaÕs of legt men pleisters op de maag. In
de 2 volgende hoofdstukken wordt dan gehandeld over lientiria en dyaria. |
[27]
Ljentiria es een menisoen daer die spise al geheel dor den lichame
gaet al onverteert also mense eet so comtse beneden dore. Ene redene es
dattie mage [1925] entie darmen also glat siin van limeger fleumen. dat de
spise al geheel dore slekert. Ene ander redene es dat nature gene macht en
heeft haer spise te verteerne Die derde redene es. dat die cracht [1930] van
den onthoudene es te cranc. Die vierde redene es dat die mage entie darmen
gewont siin van scarpen humoren ¦
Comt die faute van glatheiden van viscoser fleumen. dit siin die tekenen. Men
heeft swerheit [1935] in die mage. &de dat men rupsent es suur &de
dat men in die digesten ziet es als puuds gerad. Men sal ierst purgieren. dan
sal men .1. hinne zieden &de snidense in stucken dan nem polipodium .3.
o. dat siin wortelen [1940] van vaerne dat op eyken wast &de coloquintide
.1. o. Men sal drinken dit sap. want het purgiert die materie alse van
viscoser fleumen. Ende men sal hem geven dese latuwarien. dyamastic. trifera
magna. Dya- [1945] citonitem calidum. &de costum. of welc men wilt van
desen. Ende men salse nutten met wine. of met watere daer yser in es
gebluscht daer men messe of scaren maect. Ende haer dyete moet siin
geordineert alsoet es [1950] in discentiria. met comine. met groffels naglen.
cubeben waren oec goet. want dese .3. stelpen &de starken ¦
Comt lientiria van crancheiden vanden onthoudene. dat kent bi der spisen dat
si met haesten dore gaet [1955] in de selve varwe &de in de selve roke
metten digesten ¦ Nemt bemersts zaet belde zaet. soffraen. balaustia elx .2.
.dr. &de tempert met sape van wegebreden. of met sape vander hontsribben.
Men sal [1960] hem maken supenen van doderen van eyeren van tarwen bloemen
daer mispelen in gesoden siin. of peren of doders ¦ Comet bi der crancheit. dat kent men
bi der spisen dat si so onlange geduert. &de dat si grof [1965] dore
comt. So salmen dat selve geven dat der voren aldus naest staet ¦ Comet van hitten. men sal geven
dyacodion. of triasandali. &de andre dingen die men vint in discentiria.
Ende in dit sal men geven [1970] spise die licht es te verterne |
[27]
Lientiria is een buikloop waar de spijs in zijn geheel en onverteerd door het
lichaam gaat
en zo de mens het eet zo komt het er beneden uit. Een reden is dat de maag en
de darmen zo glad zijn van lijmige fluimen dat de spijs er heel doorglijdt.
Een andere reden is dat de natuur geen kracht heeft zijn spijs te verteren.
De derde reden is dat de kracht van vast te houden zwak is. De vierde reden
is dat de maag en de darmen gewond zijn van scherpe levensssappen. Komt
de fout van gladheden van viskeuze fluimen dan zijn dit de tekens; men heeft
bezwaarhei in de maag en dat men oprisp is zuur en dat men in de digestie
ziet is als kikkerdril. Men zal eerst purgeren en dan zal men een kip koken
en het in stikken snijden, neem dan 3 ons Polypodium, dat zijn wortels van
varens die op eiken groeien, en 1 ons kolokwint en men zal dit sap drinken
want het purgeert de materie zoals van viskeuze fluimen. En men zal hem deze
likkepot geven; sap van mastiek, trifera magna, driemaal? van Ocimum) sap van
akoniet, calidum (warme wijn?) en costus of welke men wil van dezen. En men
zal ze wijn laten gebruiken of met water daar ijzer in geblust is en waar men
messen of scharen maakt. En zijn dieet moet zijn zoals aanbevolen wordt in
dysenterie, met komijn, met kruidnagels, cubeben waren ook goed want deze 3
stelpen en versterken, Komt
lientiria van zwaktes van het onthouden, dat kent men door de spijzen dat ze
met snelheid doorgaan in dezelfde kleur en in de dezelfde geur met de
digestie. Neem
zaad van Cynoglossum omphalodes (?) bilzekruid, saffraan en bloemen van
granaatappels, van elk 2 [100] drachme en temper het met sap van weegbree of
met sap van hondsrib [Plantago lanceolata]. Men zal voor hem een soep maken
van dooiers van eieren en van tarwebloem daar mispels in gekookt zijn of
peren of dooiers. Komen
we bij de zwakte, dat kent men door de spijzen dat ze zo kort duren en dat ze
grof doorkomt. Dan zal men datzelfde geven dat er voren het dichtst bij
staat. Komt
het van hitte dan zal men sap van papaver of sap van sandaalhout geven en
andere dingen die men vindt in dysenterie. En hierin zal men spijs geven die
licht te verteren is. |
Lientiria is een diarree waarbij de faeces
onverteerde voedselresten bevatten. Daar zijn vier oorzaken voor; ofwel zijn
er in de maag en darmen te veel viskeuze levensssappen, ofwel heeft de natuur
geen kracht om de spijzen te verteren, ofwel is de zieke te zwak om de
spijzen in te houden, ofwel zijn maag en darmen gewond door hete
levensssappen. Tegen ieder van deze oorzaken worden geneesmiddelen en dieet
voorgeschreven. |
28]Dyaria
es .1. menisoen simpel ende sonder sweringe &de steecten of bijtsel.
&de wel de spise verteert. &de es spoelinge vanden lichame. Somtijt
comet van [1975] couden. somtijt van vremder spisen of van vremden dranke.
&de van te vele etene of drinkene ¦
Wet alle die werke die behoren iegen discentiria &de lientiria die siin
goet iegen dyaria. Ende iegen [1980] die gewonde mage. ende iegen wonden
vanden darmen der menisoen af comt |
[28]Diarree is een enkelvoudige buikloop en
zonder zweren en steken of bijten en die de spijs goed verteert en het is een
spoeling van het lichaam. Soms komt het van koude, soms van vreemde spijzen
of van vreemde dranken en van teveel eten of drinken. Weet
dat alle geneesmiddelen die tegen dysenterie en lientiria behoren die zijn
goed tegen diaree. En tegen de gewonde maag en tegen wonden van de darmen
waar buikloop van komt. |
Dyaria is een eenvoudige buikloop zonder
stekende pijn; de spijzen zijn verteerd, het is een spoeling van het lichaam.
Alle middelen bij dysenteria en lientiria beschreven worden in dit geval met
goed gevolg aangewend. |
[29]
Acarides &de lombrici siin wormen die in den lichame wassen.
&de siin comen van grover spisen die node verteert [1985] Si wassen some in
die cleine darmen aldus upperst. entie heet men lombrici. &de siin lange
wormen. Ende som wassensi in die grote darmen onder den navel. entie heten
acarides. &de si siin vander grootten dat cau- [1990] warden zaet es.
&de siin wit &de plat &de si eten vele. &de alsi niet en eten
so gevoelt men bijtsel &de snidinge onder den navel. Ende some wassen si
in die nederste darmen int fundament. &de dat siin smale worme- [1995]
kine &de diere es vele. &de siin wit ende cleine als .1. draet. ende
die pine es gelijc den uppersten. Die in die middel van den lichame liggen
die sterven node &de si wassen van fleumen ¦
Jegen alle worme. Nemt [2000] sanctorie .1. lb. ende .4. o. campsaets. lupini
.1. s. o. &de evene .2. o. Dit sal men stoten &de zieden. het doet
sterven alle maniere van wormen ¦
Galienus seit dat men neme de scorsse van mali granati &de stopse ende
[[2005] zietse in wine &de drinket. dit doet sterven alle maniere van
wormen ¦
Dyascorides seit. dat been vander hielen vanden stier goet es gebernt &de
gepulvert &de gedronken met zeme. het doet sterven alle maniere [2010]
van wormen ¦ Nemt lupine amani. dit siin benen vander zee. averone.
sanctonica dit suldi stoten &de mingen metter gallen van den stiere.
&de plaesteret optie stede daer de pine es. Ende geeft hem drinken yera-
[2015] logodion met regen watere dat es best Wet dat alle bitende dingen goet
siin iegen de wormen want het doetse sterven |
[29]
Acarides en lombrici zijn wormen die in
het lichaam groeien en zijn gekomen van grove spijzen die slecht verteren. Soms
groeien ze in de kleine darmen in het allerbovenste en die noemt men lombrici
en dat zijn lange wormen. En soms groeien ze in de grote darmen onder de
navel en die heten acarides en ze zijn van de grootte dat kauwoerdezaad [101]
is en ze zijn wit en plat en ze eten veel en als ze niet eten dan voelt men
bijten en snijden onder de navel. En soms groeien ze in de laagste darmen in
het fundament en dat zijn smalle wormpjes en die zijn er met velen en zijn
wit en klein als een draad en de pijn is gelijk aan de bovenste. Die in het
midden van het lichaam liggen die sterven slecht en ze groeien van fluimen. Tegen
alle wormen; neem 1 pond duizendguldenkruid en 4 ons hennepzaad, 1 ons
lupinen en 2 ons evenie. Dit zal men stampen en koken en het laat alle
soorten van wormen sterven. Galenus
zegt dat men de schors neemt van mali granati en stop ze en kook ze in wijn
en drink het, dit laat alle soorten van wormen sterven. Dioscorides
zegt dat been van de hielen van de stier goed is verbrand en verpoedert en
gedronken met honing, het laat alle soorten van wormen sterven. Neem
lupine amani, dit zijn benen van de zee averone, en sanctonica [Artemisia
cina] dit zal ge stampen en mengen met de gal van de stier en pleister het op
die plaatsen daar de pijn is. En geeft hem yeralogodyon (likkepot gelijk hiera
picra) te drinken met regenwater, dat is het beste. Weet dat alle bijtende
dingen goed zijn tegen de wormen, want het laat ze sterven. |
Acarides [=oxycures vermiculares, aarswormen]
en lombrici [-ascarides lumbrodoides, spoelwormen] zijn wormen die in het
lichaam groeien; zij ontstaan uit grove moeilijk te verteren spijzen. De
lombrici, lange wormen, huizen in de kleine darmen, de acarides in de grote
darmen of in de aars. Enkele recepten worden aangegeven die tegen alle
soorten van wormen kunnen dienen. |
[30]Dje
steen wast somtijt in die niere somtijt in de blase. Alse de steen [2020] in
die niere wast. dit siin die tekenen Men gevoelter in sweringe &de
steecten &de men pist met groter pinen. &de in die orine vloten
corups [l. corpus] vele gelijc hare. somtijt siet men gelijc zant in
den bodem [2025] van tiegelstux. Ende als de steen in die blase wast. gevoelt
men sweringe ende steecten omtrent tysebeen. &de bijtsel &de ioocsel
omtrent den hals vanden vede. so dat hem .1. mensce crauwen wille ¦
Somtijt [2030] ziet men wit zant in den bodem vander orinen &de dat heet
men gravelen. Somtijt ziet men gruus in dorine. Dus sal mense genesen ¦ Nemt
gariofili. antofali. galigaen sicadarum. sucarum. granorum solis. Melanopi-
[2035] peris persiin saet. enimis. asperagi. lovessce. of tsaet. bevenelle.
elx .1. o. dit suldi pulveren &de geven drinken in melke .22. dagen.
Dbloet vanden vos al warm gedronken es oec goet. Ende dbloet [2040] vanden
boc gedroget &de gepulvert &de op sijn spise gestroyt. es oec goet.
of gedronken ¦ Een ander. Nemt wortel van apien. van
persine. van vencle. zaet van marcedonien. van gremille. van polipodij. van
qua- [2045] rsini. agarici. seminis cucumeris. elx .3. .dr. Ende doet in een
bad daer hi in sit toten lendenen. &de dan salmenne hoge leggen &de
duwen den steen dat hi sciet in die blase uten croppe vander blasen van onder
[2050] tysebeen anden hals vanden vede. so dat menne vallen doet int ydele
van der blasen ¦
Dit siin hete medicinen die den steen breken. &de al te heet en siin si
niet goet. Want die grote hitte trect die humo- [2055] ren te gadere. &de
die steen wast der af te meer. &de meerdert meer dan hi mindert ¦
Dese siin snidende. alse averone. bedellium. cyperus. bayen. venkel zaet.
anijs. scolopendria. zop van ciceren [2060] lignum ebenitri. aysiin. wortel
van lupinen. squillen. wilde savie. bevenelle zeem. vitsen. zout. gremil.
zaet van marcedonien. Die gi in latine hebt die souct in die specerie. Dese
mogedi pul- [2065] veren &de stroyen op siin spise. Oec mogediere dranc
af maken. Ende es die steen so groet dat hi niet sceden en mach. so sal menne
sniden. |
[30]
De steen groeit soms in de nieren en soms in de
blaas. Als de
steen in de nieren groeit zijn dit de tekens; men voelt er zweren en steken
in en men pist met grote pijn en in de urine drijven veel zaken [Latijn
corpus] die veel op haar lijken en soms ziet men het als zand in de bodem van
steengruis. En als de steen in de [102] blaas groeit dan voelt men zweren en
steken omtrent het heiligbeen en bijten en jeuk omtrent de hals van de roede
zodat de mens het krabben wil. Soms
ziet men wit zand in de bodem van de urine en dat noemt men graveel. Soms ziet
men gruis in de urine. Dus zo zal men ze genezen. Neem
Geum urbanum, kruidnagels, galigaan, Ecballium elaterium, suiker, Coix
lacryma-jobi, lange peper, zaad van peterselie, enimis, asperge, maggi of het
zaad van Pimpinella saxifraga, van elk 1 ons, dit zal ge verpoederen en het
22 dagen te drinken geven in melk. Het bloed van de vos al warm gedronken is
ook goed. En het bloed van de bok gedroogd en verpoedert en op zijn spijs
gestrooid of gedronken is ook goed. Een
andere; neem wortel van Apium, van peterselie, van venkel, zaad van Smyrnium
olustratum, van parelkruid, van Polypodium, van eikvaren [?] paddenstoelen en
seminis cucumeris, [komkommerzaad] van elk 3 drachmen. En doe het in een bad
daar hij in zit tot de geslachtsdelen toe en dan zal men hem hoog leggen en
de steen duwen zodat hij in de blaas schiet uit de krop van de blaas van
onder het heiligbeen aan de hals van de roede zodat men het vallen laat in
het legen van de blaas. Dit
zijn hete medicijnen die de steen breken en al te heet zijn ze niet goed.
Want de grote hitte trekt de levensssappen tezamen en de steen groeit er
groter van en vermeerdert meer dan hij vermindert. Deze
zijn snijdend zoals averone, bdellium, Cyperus, laurierbes, venkelzaad,
anijs, hertstong, sap van cicer, lignum ebenitri, azijn, wortel van lupinen,
zeeui, wilde salie, Pimpinella saxifraga, honing, vitsen, zout, parelkruid en
Smyrnium olustratum. De ge in Latijn hebt die zoekt in de specerijen. Deze
mag ge verpoederen [103] en op zijn spijs strooien. Ook mag ge er drank van
maken. En is de steen zo groot dat hij niet scheiden wil dan zal men hem
snijden. |
Nier- en
blaasstenen worden
bestreden door het innemen van allerlei drankjes waarvoor warm vossenbloed of
gedroogd bokkenbloed, benevens kruiden de ingredi‘nten vormen. Men zal ook
baden en daarna de steen trachten weg te duwen. Hete medicijnen doen de steen
breken; doch als de steen te groot is bestaat er maar 1 middel, namelijk de
steen uit te snijden. |
[31]
Djerste dat men doen sal iegen gra- [2070] velen &de iegen stene.
so sal men geven met lauwen watere oximel simplex. Dan nemt apie wortele
&de tsaet venkel wortele &de tsaet. persiin wortel &de tsaet.
&de anijs. dit suldi zieden in bor- [2075] ne &de gevent drinken. dit
rijpt die materie. hier na salmen die materie purgieren met benedicta ¦
Hier na salmen bade maken die morwen aldus. Nemt papple. violet bladere.
pards hoeven. [2080] bereworte. musemaluwe wortele. dit suldi zieden &de
werpent in .1. cupe daer die zieke in baden sal. Hier na salmen laten die
levere adre. Ende derna salmen laten onder den cnoesel binnen voets met ere
[2085] vliemen ¦
Hier na nemt vitri &de bernet op ene gloyende tiechle. dit gepulvert
&de gedronken met lauwen wine doet breken den steen. So doet dbloet
vanden boc dat snijt alder meest den stene. So [2090] doet wilde kersse
gestoten &de gedronken met wine. Gingebere. persiin saet. &de peper.
te gadere gepulvert. &de altenen geten in spise daer op gestroyt. of met
dranke gedronken. dit doet breken den steen ¦
Galienus [2095] seit dat in dese passie vanden stene comt .1. ongemac dat men
heet stranguiria dats datmen met pinen pist of drupende. daer iegen salmen
laten dadere onder den cnoesel binnen voets. dat doet orine [2100] maken ¦ Nemt cicadis dat siin crekelen ende
kerlen van kerselstenen. &de tsap van persine. gremil. bevenelle. &de
minget met wine &de plaestert op tysbeen omtrent den vede. dit doet orine
maken ¦
Een ander [2105] Nemt wortele van persine. van poret loke dit ziedet in wine.
daerna suldise stoten in een mortier. &de derna friten in ene panne met
botren sonder sout. &de plaestert dit al heet tusscen de cullen enten
fundamente [2110] Opt ysebeen &de omtrent den hals van den vede. &de
latet liggen tote dat tplaester droge si. Ende eist te doene so vernuwet
tplaester ¦ Ende geeft de latuarien in dese
passie &de in alle passien van orinen te ma- [2115] kene. Alse
electuarium ducis. licontripon. justinum. filantropos. dit geeft men drinken.
Ende mogedi hebben electuarium ducis. so en nemt geen andere latuarie Ende en
hulpen dese dingen niet so salmen [2120] sniden. ja stene die groet siin. mer
die werken van voren hulpen meest in die gravelen &de in die faute vander
orinen dat mense qualike maken mach. |
[31]
Het eerste dat men doen zal tegen niergruis en tegen steen is dat men met lauw water honingwater simplex zal geven.
Neem dan Apium wortel en het zaad, venkelwortel en het zaad, peterselie
wortel en het zaad en anijs, dit zal ge in bronwater koken en het te drinken
geven, dit rijpt de materie, hierna zal men de materie purgeren met Carduus
benedictus. Hierna
zal men een bad maken die vermurwt, aldus; neem heemst, violenbladeren,
paardenhoeven, berenklauw en Althaea wortel, dit zal ge koken en het in een
kuip werpen daar de zieke in baden zal. Hierna zal men de leverader laten. En
daarna zal men onder de enkel van de binnenvoet laten met een vliem. Neem
hierna meekrap en brandt het op een gloeiende tegel, dit verpoedert en
gedronken met lauwe wijn laat de steen breken. Net zo doet het bloed van de
bok, dat snijdt het allermeest de steen. Net zo doet wilde kers, gestampt en
gedronken met wijn. Jenever, peterselie zaad en peper, tezamen verpoedert en
af en toe in de spijs gegeten of erop gestrooid of met drank gedronken laat
de steen breken. Galenus
zegt dat in dit lijden van de steen een ongemak komt dat men stranguiria
noemt, dat is dat men met pijn pist of druppelend en daartegen zal men de
ader laten onder de enkel aan de binnenkant van de voeten, dat laat urine
maken. Neem
cicadis, dat zijn krekels, en kernen van kerstenen en het sap van [104]
peterselie, parelzaad en bevernel en meng het met wijn en pleister het op het
heiligbeen omtrent de roede, dit laat urine maken. Een
andere; neem wortels van peterselie en van prei, kook dit in wijn en daarna
zal ge het in een mortier stampen en daarna fruiten in een pan met boter
zonder zout en pleister dit al heet tussen de ballen en het fundament, op het
heiligbeen en omtrent de hals van de roede en laat het liggen totdat de pleister
droog is. En als het te doen is dan vernieuw je de pleister. En
geef likkepot in dit lijden en alle lijden van urine maken zoals zoete
likkepot, licontripon, (soort pruimensap) justinum en philantropos (soorten van
Agrimonia), dit geeft men te drinken. En mocht u zoete likkepot hebben neem
dan geen andere likkepot. En helpen deze dingen niet dan zal men snijden, ja
stenen die groot zijn, maar de geneeswijzen hiervoor helpen meest in
niergruis en in de fouten van de urine dat men het slecht maken kan. |
Tegen graveel
worden verschillende drankjes aanbevolen, baden en de leverader laten onder
de knoesel binnenvoets. Volgens
getuigenis van Galenus veroorzaken stenen stranguiria [stranguria]. Hiertegen
wordt bloed laten onder de knosel binnenvoets aanbevolen, ook legt men
pleisters tussen scrotum en anus en geeft men allerhande diuretica. Volgens
de Ortus sanitatis; ÔStranguria dat is die droppel of coude pisseÕen
Ôstraguriosi dat is degene die met pine haer orine makenÕ. Herbarius in
Dyetsche; ÔGebreck in der blasen als coupis ende dissurie dats nu wat pissen
ende over een uure noch watÕ. |
[32]
Het es vrese te snidene vanden [2125] stene ouden lieden. want de
wonde mach cume emmermeer genesen. Eer men kindren of ouden lieden snidet sal
mense setten in .1. bad &de laten den steen weyken. &de dus salmer
toe gaen ¦
Eist [2130] .1. kint of een ander. so sal .1. starc man tkint setten op beide
sine knien metten lendenen. &de men sal den man slaen .1. doec om sinen
hals &de om des kints benen &de onder sine armen gebonden. entie man
sal met [2135] elker hant .1. been houden. Entie meester sal knielen op sine
knien. &de leggen een dicke plaester onder des kints navel &de leggen
sine .4. vingere alle gestrect opt plaester. &de duwen den lichame
utermaten [2140] zere. so dat de steen sciete in den crop van der blasen.
Ende vander ander hant die .2. vingere sal hi steken int fundament also diepe
alse hi mach. Ende tast hi der dan dat moru es. so eist de vijc. so en sal
[2145] hi niet sniden &de salne weder striken opwert Ende tast hi dan dat
hart es. so eist een steen. so sal hine boven driven metter hant &de
metten .2. vingeren so hi naest mach in den crop vander blasen ten vede wert.
dan [2150] suldi den steen houden met .3. vingeren dat hi niet en kere. dan
suldi nemen een sceers &de sniden opten steen .1. wonde lanx niet meerre
dan die steen uut comen mach dat die wonde saen genesen mach. dan [2155]
suldi nemen enen holen lepel e&e vaten den steen metten leple &de
trecken ute. Dan salmen tarwen bloeme werpen in die wonde. ende laet der op
liggen droge stoppen. Ende dan leggen den zieken in siin ruste. Ende wet dat
[2160] men niet vervaert en sal siin al loop dorine ter wonden ute .4. dage
of .5. want die wonde sal wel genesen ¦
Ende es die vijc daer dat moru si. so salmen den zieken doen orbaren &de
maken van watere dat stopt [2165] ende dat heilende es. alse water der rute
in gesoden es &de rosen &de alsene &de regen water |
[32]Het
is vrees om de steen in oude lieden te snijden want de wond kan
nauwelijks meer genezen. Eer men kinderen of oude lieden snijdt zal men ze in
een bad zetten en de steen laten weken en dan zal men er toe overgaan. Is
het een kind of een andere, dan zal een sterke man het kind op beide zijn
knie‘n met de lendenen zetten en men zal de man een doek om zijn hals slaan
en om de benen van het kind en onder zijn armen gebonden en die man zal met
elke hand 1 been vasthouden. En de dokter zal knielen op zijn knie‘n en een
[105] dikke pleister onder de navel van het kind leggen en zijn 4 vingers
uitgestrekt op de pleister leggen en het lichaam zeer goed duwen zodat de
steen van de krop van de blaas schiet. En van de andere hand zal hij 2
vingers in het fundament steken zo diep als hij kan. En tast hij daar het dan
murw is dan is het de vijt [soort gezwel] en dan zal hij niet snijden en zal
het weer naar boven strijken. En tast hij dan waar het hard is dan is het een
steen, dan zal hij die naar boven drijven met de hand en met 2 vingers zo
goed als hij kan in de krop van de blaas naar de roede toe, dan zal ge de
steen vasthouden met 3 vingers zodat hij niet draait en dan zal ge een
scheermes nemen en op snijden op de steen een lange wond die niet groter is
dan de steen die eruit komen mag en dat de wonde tezamen genezen kan en dan
zal ge een holle lepel nemen en de steen met de lepel vatten en uittrekken.
Dan zal men tarwebloem in de wond werpen en laat het er droge stoppen opleggen.
En laat de zieken dan rusten. En weet dat men niet bang zal zijn als er 4 of
5 dagen urine uit de wond loopt want de wond zal wel genezen. En
is er vijt daar het murw was dan zal men het de zieke verkondigen en water
maken dat stopt en dat genezend is zoals water daar ruit in gekookt is en
rozen en alsem en regenwater. |
De steen
snijden is steeds gevaarlijk bij oude lieden en bij kinderen. Volgt dan
een zeer gedetailleerde beschrijving van het snijden van de steen bij een
kind. Na de operatie wordt tarwebloem op de wonde gestrooid en een kussen van
droog pluksel erop gelegd. Men hoeft niet bang te zijn dat de urine 4 of 5
dagen uit de wonde loopt Ôwant die wonde sal wel genesenÕ. Zie van Beverwijck
over verschillende en wat hardhandige manieren. |
[33]
Hjer mach men leren hoe dat men gescorde genesen sal. Men scoort te
vele steden in den lichame. [2170] alse ane den navel. &de onder den
navel. neven den ysebene. &de in lanken. &de in liescen. so dat heft
&de swilt. Ende somtijt slanken si so dat die darmen pulen doet die
moeten buten sonder scoren. hoe dat die pine comt [2175] cume mach mense
genesen met plaestren ¦
Kindren machmen genesen met pusoenen Nemt tremoerseke. brunelle. matefeloene.
dit salmen werpen in wine ierst gestoten. &de drinkens enen toge smorges.
te [2180] middage &de savons spade. dits goet kindren &de ouden
&de iongen lieden gedronken alle dage. Ende men sal maken een cussenneel
alse .1. scilt met .3. hoeken &de telken hoeke nayen ene lange scrode. de
twee scroden selen gaen omme die lendenen entie [2185] derde sal gaen onder
tlijf. Ende men op dat gescorde leggen dit plaester ¦ Nemt die wortele vander groter
confilien &de van kerssen &de wortele &de bladen van
matefelloenen. &de blade &de wortel van enen crude dat die [2190]
meesters heten brusi. op dat gijt vinden moget. &de nemt swert pec
&de wit pec. wierooc. mastic &de smeltet te gadere. &de dan
legget al laeu daer op. ende dan suldi dat cusseneel vaste derop binden. Ende
als gijt af [2195] wilt doen. so suldijt af weyken dat die huut niet en volge
¦
Nemt tsap van brusi van groter confilien. van matefeloene. van tremoerseken.
&de van brunellen. &de gevet drinken .1. eydop vol te male .3. werf
sdages [2200] dese cruden siin principael iegen tgescorde ¦
Es die quetsinge cleine in den lichame dat mense bedecken mach met enen
vingere so nemt .1. tange met .2. dorgaetten bladen &de vaet dermet die
huut &de heffe op &de dore [2205] stecse met enen gloyenden ysere.
Ende dan suldi .1. snoer trecken dor dat gat. &de dat alle dage doen gaen
achterwert &de vorwert tote dat die materie gesuvert es. Ende men sal dit
doen ouden &de iongen ¦
Ende eist [2210] zere gescoort so dat het comt in die cullen. dat moet die
meester seker weten. hi sal den zieken averecht leggen. &de nemen dat
last dat in den culbalch leget. &de stekent weder in den lichame te sinen
rechten gate [2215] &de dan salmen den zieken doen staen op sine voeten.
&de men salne doen hoesten. Comt dan dat last weder neder. dats teken dat
die zieke es gescoort ¦
Dan sal hi den zieken leggen averrecht op ene tafele [2220] over den lichame
beide sine been gestrect neven een. &de men salne so binden tusscen die
knien enten voeten met enen hooftdoeke. Entie meester sal den culbalch nemen
tusscen den vingeren. &de duwen den [2225] cul stijf iegen dat vel. dan
sal de meester sniden met enen scerse iegen den cul lancs den lichame lanc
gnouch. die wonde niet diepre dan die huut dicke es. &de wacht wel dat gi
in den cul niet en snijt [2230] Dan suldi den cul uut trecken metten darmen
&de af doen tsmere dat om den darm leget. Ende haeltene uut meer dan ene
spanne lanc in enen ouden mensce. ende in enen jongen min. Dan suldi den darm
steken [2235] in .1. splete ende dwingen den darm met der spleten dat die
darm uten lichame niet en valle in den darm vanden culle. Als men den darm
lanc gnouch uut heeft salmen die splete vaste duwen in die [2240] huut vander
wonden. Entie meester sal hebben enen starken draet gewast in ene driecante
naelde. &de men sal die naelde steken dore den darm. &de trecken dene
helft vanden drade &de dander helft laten [2245] hangen. &de slaet
die naelde .3. werf omme den darm. &de stect die naelde cruuswijs dore
van te voren. &de dan suldijt cnopen &de dan salmen nemen .1. sceers
of .1. sisoor &de sniden den darm af .1. dume vore den [2250] cnoop
vanden darme. &de beide die enden vanden drade selen bliven hangende
buten der wonden. enten darm metten cnope sal men laten scieten in den
lichame. Ende maect .1. plaester vanden witte van den eye [2255] &de
legget optie wonde &de geneestse alse ene ander wonde. Ende laet die
wonde open tote dat die draet vallet. ten viertienden dage vallen si gerne.
dan doet die wonde sluten. Ende den zieken suldi houden liggende [2260] tote
dat hi genesen es |
[33]
Hier kan men leren hoe dat men breuken genezen zal. Men heeft op vele
plaatsen breuken in het lichaam zoals aan de navel en onder de navel, naast
het heiligbeen, in de onderlijf en de liezen [106] zodat het opheft en zwelt.
En soms vermageren ze zo dat de darmen naar buiten uitpuilen moeten zonder te
scheuren. Hoe dat de pijn komt, nauwelijks kan men ze genezen met pleisters. Kinderen
kan men genezen met een zacht drankje; neem duivelsbeet, bruinelle en
Centaurea jacea, dit zal men in wijn werpen die eerst gestampt is en Õs
morgens een teug drinken en Ôs middags en Ôs avonds laat, dit is goed voor
kinderen en oude en jonge lieden om elke dag te drinken. En men zal een
kussentje met pluksel opgevuld als een schild met 3 hoeken maken en in elke hoek
een lange band naaien, de twee banden zullen om de lendenen gaan en de derde
zal onder het lijf gaan. En men legt op de breuk deze pleister; neem de
wortel van smeerwortel en van kers en wortels en bladeren van Centaure jacea
en blad en wortel van een kruid dat de dokters Hylotelephium noemen zodat ge
het vinden kan en neem zwart en wit pek, wierook, mastiek en smelt het
tezamen en leg het dan lauw er op en dan zal ge die kussen er vast op binden.
En als ge het er af wil doen dan zal ge het eraf weken zodat de huid niet
volgt. Neem
het sap van Hylotelephium, van smeerwortel, van Centaurea jacea, van duivelsbeet en
van bruinelle en geef het te drinken, een eierdop vol per keer en 3 maal per
dag, deze kruiden zijn voornamelijk tegen breuken. Is
die kwetsing klein in het lichaam zodat men ze bedekken kan met een vinger
neem dan een tang met 2 open gaten en vat daarmee de huid en hef het op en
doorsteek het met een gloeiend ijzer. En dan zal ge een snoer door dat gat
trekken en dat elke dag doen naar achteren en voren totdat de materie
gezuiverd is. En men zal dit doen bij ouden en jongen. En
is het [107] een grote breuk zodat het in de ballen komt, dat moet die dokter
zeker weten. Hij zal de zieke dan op de rug leggen en de last nemen die in de
balzak ligt en het weer in het lichaam steken op zijn goede plaats en dan zal
men de zieke op zijn voeten laten staan en men zal hem laten hoesten. Komt
dan de last weer naar beneden is dat een teken dat de ziek een breuk heeft. Dan
zal hij de zieke op zijn rug leggen op een tafel met beide benen gestrekt
naast elkaar over het lichaam en men zal ze binden tussen de knie‘n en de
voeten met een hoofddoek. En de dokter zal de balzak tussen de vingers nemen
en de bal stijf tegen het vel duwen en dan zal de dokter met een scheermes
tegen de bal snijden en lang genoeg langs het lichaam en de wond niet dieper
maken dan de huid dik is en let er wel op dat ge niet in de bal snijdt. Dan
zal ge de bal uittrekken met de darmen en het vet er af doen dat om de darm
ligt. En haal er meer dan 17cm lang uit in een oud mens en in een jongere
minder. Dan zal ge de darm in een dunne houten spaan steken en de darm met de
spaan dwingen zodat die darm niet uit het lichaam valt in de darm van de bal.
Als men de darm er lang genoeg uit heeft zal men die spaan vast duwen in de
huid van de wond. En de dokter zal een sterke met was bestreken draad hebben
in een driekantige naald en men zal die naald door de darm steken en de ene
helft van de draad trekken en de andere helft laten hangen en slaat de naald
3 maal om de darm en steekt die naald kruisgewijs door van voren en dan zal
ge het knopen en dan zal men een scheermes of een schaar nemen [108] en de
darm 1 duim voor de knoop van de darm afsnijden en beide einden van de draad
zullen hangen blijven buiten de wond en de darm met de knoop zal men laten
schieten in het lichaam. En maak een pleister van het wit van een ei en leg
het op die wond en genees het als een andere wond. En laat die wond open
totdat de draad valt, de veertiende dag vallen ze graag en laat dan de wond
sluiten. En de zieke zal ge liggende houden totdat hij genezen is |
In dit
kapittel wordt onderwezen hoe men breuken geneest. Op vele plaatsen
van het lichaam kunnen zich breuken voordoen; aan de navel, onder de navel,
neven het ÔysebeenÕ, in de onderbuik en in de liezen. Men
zal deze genezen met pleisters leggen. Kinderen kunnen genenzen met een zacht
drankje en een breukband of kussen. De pleister wordt met een kussen op de
breuk vastgemaakt. Bij
ernstige gevallen wordt de operatie toegepast waarvan een gedetailleerde
beschrijving gegeven wordt. De pati‘nt moet daarna te bed blijven tot hij
volledig genezen is. |
[34]
Antrax es ene gevenijnde aposteme. ende hi heeft .4. manieren. antrax
carbunculus. bonum. malanum. lebon. dese aposteme comt vanden bloede vander
me- [2265] lancolien &de van coleren &de van fleumen. Galienus seit.
so wat ziecheiden die met vele humoren geminct es. dat si quader te genesene
es. dan die mer van enen humore comende en es ¦
Antrax heet men die bloeme [2270] int vleesch. &de sulke bloeme es bleec
som rooet. sulc swart na diere humoren &de na der steden. Daer die
materie vergadert es gevoelt men grote swerheit. alse of lood daer gehangen
ware. &de dats om die grote [2275] swerheit van melancolien. Ende wast
dese bloeme an die hant. so dunct hem alse of .1. corre stonde optie hant.
&de dat doet melancolie meest. In den beginne alst porret dan eist also
cleine alse .1. vitse [2280] of mindre. &de es boven swert. Ende waer dat
antrax riset in den lichame daer gevoelt die zieke swerheit omtrent trike
vander herten. &de daer omme es die redene datmen antrax niet wederslaen
en sal ¦
Men sal int begin [2285] ane die selve zide. ende staet antrax boven ane den
lichame. so en salmen boven niet laten om die redene dat die gevenijnde
materie mochte comen ten edelen leden &de dan therte bederven mochte. Mer
men sal altoes laten [2290] bi der stede. Ende sijnt kindren so salmen hen
venteuse bussen setten of stellen so men alder naest mach. want in surgien en
eist niet georloft die kindren te latene onder .14. iaer. No in al te couden
tiden. no in te [2295] heten tiden. no die walgen ¦
Es antrax out. men sal alle dage geven triacle met lauwen wine. &de
vander selver triacle salmen doen op antrax. Es die triacle gerecht &de
antrax gerecht. so salse genesen. Binnen [2300] .18. dagen stervet antrax ¦
Wrivet brunelle tusscen .2. tiechlen al ontwe ende legse daer op. het doetse
scoren ¦ Een ander. Nemt den doder vanden eye al rou. &de doeter toe also
vele souts. &de plaestert der op. Onder dusgedane [2305] plaester so
baert hem antrax swert. &de opten andren dach noch meer swert. &de en
vergaet niet vor den .9. dach. ende hi scoort opten .10. dach so salre
bloetachtech etter uut comen ¦
Een ander. Nemt dat in de vige es [23010] &de also vele souts. dit
geplaestert scoort die bloeme. Een ander. Nemt asscen van wijngerthoute
&de olie &de zeem. dit geplaestert scoort die bloeme ¦ Men en sal
antrax niet sniden hi en si gesworen .10. dage. dan mach [2315] mense
coenlike sniden met ere scaren. Dan nemt tsap vander apien &de ziedet met
zeme &de minget in tarwen bloeme. dit suvert tgat ¦ Een ander ziedet die wortel vander
lelyen &de dan stootse &de legse der op. dit sacht ende [2320]
geneest. So doet oec papple &de alsene gesoden &de gewreven ende der
op geleit ¦
Ende stampt linaria &de legget der op. dit scoort antrax &de geneest.
So doet oec die stront vanden mensce. Die stront vanden mensce es [2325]
genatuert droge &de heet |
[34]
Antrax is een giftige zweer en er zijn 4 soorten van, antrax carbunculus, bonum, malanum en
lebon. Deze zweer komt van het bloed van de melancholie en van gal en van
fluimen. Galenus zegt die ziektes die met veel levensssappen gemengd zijn dat
ze slechter te genezen zijn dan die maar van 1 levenssap gekomen is. Antrax
noemt men de bloem in het vlees en zoÕn bloem is bleek, soms rood, sommige
zwart naar die levensssappen en naar de plaatsen. Daar de materie verzameld
is voelt men grote zwaarheid alsof er lood hangt en dat is vanwege de grote
zwaarte van melancholie. En groeit deze bloem op de hand dan lijkt het hem
alsof er een kampernoelje op de hand staat en dat doet melancholie het meest.
In het begin als het opkomt dan is het zo klein als een vitse of minder en is
boven zwart. En waar die antrax in het lichaam verschijnt daar voelt de zieke
zwaarte omtrent de hartstreek en daarom is dat de reden dat men antrax [109]
niet bestrijden zal. Men
zal in het begin aan dezelfde kant [laten] en staat antrax boven aan het
lichaam dan zal men boven niet laten vanwege die reden dat die giftige
materie aan de edele leden mocht komen en dan het hart zou kunnen bederven.
Maar men zal altijd laten op die plaats. En zijn het kinderen dan zal men hen
koppen zetten of stellen zo dicht men kan, want in chirurgie is het niet
geoorloofd die kinderen te laten onder 14 jaar of in al te koude tijden of in
te hete tijden of die walgen. Is
antrax oud, dan zal men alle dagen teriakel geven met lauwe wijn en van
dezelfde teriakel zal men op de antrax doen. Is de teriakel goed van
hoedanigheid en de antrax echt dan zal ze binnen 18 dagen genezen en sterft
de antrax. Wrijf
bruinelle tussen 2 tegels in stukken en leg het er op, het laat ze breken. Een
andere; neem de dooier van een ei al rouw en doe er veel zout bij en pleister
het er op. Onder dusdanige pleister wordt antrax zwart en op de volgende dag
nog meer zwart en vergaat niet voor de 9de dag en hij breekt op de
10de dag en dan zal er bloedachtig etter uitkomen. Een
andere; neem dat in een vijg is en net zoveel zout, dit gepleisterd breekt de
bloem. Een andere; neem as van wijngaardhout en olie en honing, dit
gepleisterd breekt de bloem. Men
zal antrax niet snijden als hij zweert en na 10 dagen dan mag men ze koen met
een schaar snijden. Neem dan het sap van Apium en kookt het met honing en
meng het in tarwebloem, dit zuivert het gat. Een
andere; kook de wortels van lelies en stamp ze dan en leg het erop, dit
verzacht en geneest. Zo doet ook heemst en alsem, gekookt en gewreven en er
op gelegd. En
[110] stamp Linaria en leg het er op, dit breekt antrax en geneest. Zo doet
ook de stront van de mens. De stront van de mens is van naturen droog en
heet. |
Antrax is een zweer die door giftige
levensssappen veroorzaakt wordt. Er worden vier soorten onderscheiden naar
gelang zij voortkomen van de 4 levensssappen of de menging ervan. Antrax
wordt genoemd de Ôbloemen int vleesch; waar ze uitbreken zal heeft men het
gevoel alsof daar lood gehangen is. Medicatie;
bloed laten dicht bij de aangetaste plaats, uitgezonderd als de anthrax aan
het bovenste deel van het lichaam staat. Kinderen beneden de 14 jaar zal men
laat koppen zetten, daar het niet toegelaten is die bloed te laten. Pleisters
worden aangebracht en als de anthrax rijp is zal men er met eenÕschaar in
snijden. Daarna zal men er gekookte kruiden op leggen om te genezen;
mensendrek dient ook daartoe. Ongelukkig
geeft de auteur [of de kopiist] geen verdere uitleg over de 4 soorten van
antrax en kunnen we de regels 2261, 2262, die waarschijnlijk op een corrupte
tekst berusten, moeilijk verstaan. Het gaat dus over anthrax en carbunculus
en verder lebon, mogelijk verminking van flegmon; dan zouden bonus
[goedaardig] en malanus [malignus; kwaadaardig] slaan op phlegmon waarvan
Scellink zegt; flegmon is diep in dat vleesch; en hij maakt ook onderscheid
ÔÕt zij datse waerachtig ofte onwaerachtigh zijnÕ. Ortus
sanitatis noemt Ôantrax die hittighe sweringe ende aposterne; en ÔCarbunculus
dat is een swarte bladere die gheheel feninich is Ende dese gelijckt der pestilencie
Ende ghelinstert ghelijc eenen carbunckelsteenÕ. Herbarius in Dyetsche; ÔÕhet
es teghen quade puysten [als antrax], van Beverwijck; ÔAnthrax komt in alle
delen van het lichaam voor als een klein puistje of hard knobbeltje met jeuk
en grote brand, is in het begin nauwelijks zo groot als een erwt maar wordt
geleidelijk aan groter met zeer stekende en onlijdelijke brandende pijn en
vooral Ôs avonds en Õs nachts, ook meer terwijl de spijs in de maag verteerd
wordt dan als het verteerd is. Werpt soms een, soms twee blaren op en als die
geopend worden ziet men het vlees eronder dat net zoals met gloeiende kolen
zwart verbrand is waarom het bij de Grieken Anthrax, bij de Latijnen
Carbunculus en bij ons pestkolen genoemd wordtÕ. |
[35]
HJer wille wi spreken van cruden &de van medicinen &de van
latuwarien die goet siin iegen somege ongemaken vanden mensce. Ende ierst van
[2330] den genen die goet siin &de principael iegen alle deren vanden
hoofde. dat siin dese. ¦
Pyonie. betonie. rute. policaria. origanum. coelne. calamentum. wilde savie.
serpentine. primulaveris. herba paralisis [2335] saltureye. Dese gaen ten
selven. silobalsamum. carpobalsamum. cubeben. lignum aloes. muskeliaet. noten
muscaten. Latuarien ten selven. pluris met musco. dyacitonitem. dyarodon
iulij. dyantos met [2340] musco. dyacastoreum. dese siin alle heet die hier
voren genoemt siin ¦ Dit siin alle coude cruden iegen
hitte of heete ongemake vanden hoofde entie men van buten orbert. nachtscade.
donderbart. beilde. [2345] wilge bladere. maiorana. mandragora. orphijn.
violet blade. bladelose. portulaca. selve. latue saet. violetten. rosen. olie
van rosen. olie van violetten. Latuarien ten selven. suker violaet.
triasandali [2350] ¦
Dese cruden siin goet iegen alle deren vander borst dat van couden comt
wortele vander lelyen. ysope droge ende versch. berewortte. mellilotum. witte
marobie. elle campane. camomille. Wor- [2355] tele vander musemaluwen.
origanum. coelne. calamentum ¦
Latuarien iegen die coude hoeste &de versch. dyaprassium dyaysopum.
dyadragantum calidum. Ende dese hulpen der droger borst &de makense
[2360] versch &de zoete. dyadragantum frigidum. dyapenidion. dyantos ¦
Dese siin goet iegen hesce stemme van hitten. dyadragantum frigidum. peniden.
candijt. suker. gommi arabici. cifigon. amidum ¦
Dese [2365] tempert men met sape van ricolissien jegen heescheit van couden
ende iegen die hoeste dyaprassium. dyacalamentum calidum. ¦
Dese latuarien siin goet iegen coude ziecheit. dyantos. dyacitonitem met
[2370] zinziber conditum. dyagalanga met ciminum dyazinziberos met
dyasaturione. of met dyaspermaton ¦
Jegen hertevel dat van couden comt. rosata novella. dyamargarieton. Cruden
iegen die vercoutheit vander [2375] herten. melluta. elle campana ¦ Dit
siin coude cruden iegen verhitte levere. Cycoreie melc distel. leverworte.
tremoerseke blade. scariole. nachtscade. donderbart latue. violet cruut.
rosen. Latuarien [2380] ten selven. triansandali. dyarodon abbatis. succara
violacea ¦ Cruden iegen die vercoudde levere.
savie. wilde savie. costum. grote confilie. Latuarien ten selven. rosata
novella. dyaanisum. dyarodon [2385] abbatis. dyacastoreum. dyacitonitem.
dyarodon iulij. Noch crude ten selven. coelne. gariofilate. pionie. averone.
apie. bevercul. muskeliaet. lignum aloe. Bayen ¦ Dit siin crude iegen die milte [2390]
venkel wortel. persiin wortel. cortex tamarisse. blade van esscen. radix
capparis camedrios. Ten selven latuarien. dyacapparis. dyacenie.
dyacalamentum. dyapiretrum. dyacostum. Dese salmen drogen [2395] &de dan
tempren in borne der yser in gebluscht es der men de messen maect. of met
wine daer scorsse van brem in gesoden es. of scorsse van tamarissi ¦ Dit siin
cruden iegen die herde milte. wilge [2400] bladren. scariole. scolopendria.
violetten enioen ¦
Dese hulpen der couder magen. dyagalanga. dyatrionpiperion. dyacalamentum.
dyaciminum ¦
Latuarien iegen den steen. electuarium ducis. [2405] philantropos. justinum.
licontripon ¦
Dit siin crude iegen die vercoudde moeder van den wive. byvoet. belleric.
padde vlas blade vander wedewinden metten roden besyen. camomille. savelboem.
Gariofi- [2410] late. mente. coelne. persiin. Medicine ten selven.
assafetida. bayen. Latuarien die stonden doen hebben. dyamargarieton
teodoricum emagogum. antidotum ¦
Dese stoppen die vloet van wiven. cortex mali [2415] granati. rose olie.
gallen. eglentier. wegebrede. regenwater. aysiin. Latuarien ten selven.
ypoquistidos ¦
Jegen alrande menisoen. athanasia geminct met mastike &de met wegebrede
sape. Dese siinre oec [2420] goet toe. dyacodyon. dyapapaver. Ende dese siin
oec goet iegen vloyen van menstrua ¦
Dit siin cruden iegen die coutheit vander nieren. venkel wortele. persiin
wortele van marcedonien ¦
Wet [2425] dat betonie geleit in eens menscen bedde die vele peinst ende dien
swaerlike dromet helpt herde zere alsi verwarmt es van dien mensce. Ende
byvoet helpt iegen den duvel |
[35]
Hier willen we van kruiden
en van medicijnen en van likkepotten spreken die goed zijn tegen sommige
ongemakken van de mensen.
En eerst van diegene die goed zijn en voornamelijk tegen alle deren van het
hoofd. Dat zijn deze. Pioen,
betonie, ruit, Pulicaria, Origanum, bonenkruid, rond bladige munt, wilde salie,
adderwortel [of Calla], Primula veris, Primula vulgaris en Satureia. Deze
gaan voor hetzelfde; Commiphora opobalsamum, vrucht van Commiphora
opobalsamum, Piper cubeba, lignum aloes, [mogelijk Aquilaria
agallocha]
muskus, nootmuskaat. Likkepotten voor hetzelfde; meer met zeemos, sap van
kwee, sap van rozen uit juli, sap van bloem met muscus, sap van bevergeil.
Deze zijn allen heet die hiervoor genoemd zijn. Dit
zijn alle koude kruiden tegen hitte of hete ongemakken van het hoofd en die
men van buiten gebruikt, nachtschade, donderbaard, bilzekruid,
wilgenbladeren, majoraan, mandragora, Hylotelephium, violenbladeren, Sedum album, Portulaca, salie, slazaad,
violen, rozen, olie van rozen, olie van violen. Likkepotten voor hetzelfde;
suiker van violen en sap van sandaalhout. Deze
kruiden zijn goed tegen alle ziektes van de borst dat van koude komt; wortels
van lelies, hysop droog en vochtig, berenklauw, Melilotus, Marrubium, alant,
kamille, wortels van Althaea, Origanum, bonenkruid en munt. Likkepotten
tegen de koude en vochtige hoest; sap van prassium; Marrubium, [111] en warme
Tragacantha. En deze helpen de droge borst en maken die vochtig en zacht;
koude Tragacantha, suikerwater en sap van rozenstuifmeel. Deze
zijn goed tegen hese stem van hitte; koude Tragacantha, gezuiverde suiker,
kandij, suiker, Arabische gom, cifigon en zetmeel. Deze
tempert men met sap van zoethout tegen heesheid van koude en tegen hoest; sap
van Marrubium en sap van koude Calamentha. Deze
likkepotten zijn goed tegen koude ziekte; sap van stuifmeel van rozen, sap
van Cydonia met koude gember, sap van galanga (Alpinia) met komijn en sap van
gember met of met sap van zaad Tegen
hartkwaal dat van koude komt; nieuw rozensap en sap van parels. Kruiden tegen
de verkoudheid van het hart; Melilotus en alant. Dit
zijn koude kruiden tegen verhitte lever; Cichorium, melkdistel, leverkruid,
duivelsbeet bladeren, Lactuca scariola, nachtschade, donderbaard, sla,
violenkruid en rozen. Likkepotten voor hetzelfde; sap van sandaalhout, sap
van rozen het benedenste en violensuiker. Kruiden
tegen de verkouden lever; salie, wilde salie, Costus en smeerwortel.
Likkepotten voor hetzelfde; nieuw rozensap, sap van anijs, sap van rozen van het
onderste, sap van bevergeil, sap van kwee en sap van rozen uit juli? Nog
kruiden voor hetzelfde; bonenkruid, Geum urbanum, pioen, averone, Apium,
bevergeil, muskus, lignum alo‘ [Aquilaria agallocha] en laurierbes. Dit
zijn kruiden tegen de milt; venkelwortel, peterseliewortel, schors van
Tamarix, blad van es en wortel van kappertje en chamaedryas. Tegen hetzelfde
likkepotten; sap van kappertje, dyacenie, sap van Calamentha, sap van
pyrethrum en sap dyacostum. Deze
zal men drogen en dan temperen in bronwater daar ijzer in geblust is waar men
messen van maakt of met wijn daar schors van brem in gekookt is of schors van
Tamarix. Dit
[112] zijn kruiden tegen de harde milt; wilgenbladeren, Lactuca scariola,
hertstong, violen en ui. Deze
helpen de koude maag; sap van galanga, sap van peper, sap van Calamentha en
sap van komijn. Likkepotten
tegen de steen; zoete likkepot, philantropos (soorten van Agrimonia),
justinum (Van Justin?) en soort pruimensap. Dit zijn kruiden tegen de
verkouden baarmoeder van de vrouwen; bijvoet, bolderik, vlasleeuwenbek,
kamperfoelie, kamille, savelboom, Geum urbanum, munt, bonenkruid en
peterselie. Medicijnen voor hetzelfde; Ferula asa-foetida en laurierbes.
Likkepotten die stonden laten krijgen; sap van parels, teodoricum, (gemaakt door
een Theodorus?) emagogum (Bloeddrijvende kracht, van (ha)emagogus?) en
tegengif. Deze
stoppen de vloed van de vrouwen; schors van Punica, rozenolie, gallen,
egelantier, weegbree, regenwater en azijn. Likkepotten voor hetzelfde; sap
van Hypocistis. Tegen
allerhande loop; Tanacetum athanasia gemengd met mastiek en met weegbree sap.
Deze zijn er ook goed voor; sap van papaver en sap van papaver. En deze zijn
ook goed tegen vloeien van menstruatie. Dit
zijn kruiden tegen de koudheid van de nieren; venkelwortel, Smyrnium
olustratum wortel. Weet
dat betonie in een mensenbed gelegd die veel peinst en die bezwaarlijk droomt
zeer veel helpt als ze verwarmt is van die mens. En bijvoet helpt tegen de
duivel |
In dit
kapittel geeft de schrijver een lijst van kruiden, medicijnen en likkepotten
met hun therapeutische eigenschappen. [likkepotten zijn vaak mengsel, vandaar
dat de naam wat moeilijk is] Tegen
alle hoofdkwalen; koude kruiden tegen hitte in het hoofd; kruiden tegen
borstkwalen door koude veroorzaakt; likkepotten tegen koude hoest; medicijnen
tegen heesheid door hitte veroorzaakt; tegen heesheid door koude veroorzaakt;
likkepotten tegen verkoudheden; tegen hartkwalen; tegen verhitte lever; tegen
verkouden lever; tegen miltkwalen, bij koude maag, likkepotten tegen stenen;
tegen verkoudheid van de baarmoeder; tegen bloedvloed bij vrouwen; tegen
buikloop; tegen koudheid in de nieren. Tenslotte mag
ook het magisch, naar tijdsgebruik, niet ontbreken en wordt betonie
aangerande [Stachys officinalis, koortskruid] te leggen in het bed van iemand
die veel denkt, tegen benarde dromen. En byvoet [Artmmisia vulgaris] helpt
tegen de duivel! |
[36]
Hjer sul di horen waermet dat men [2430] ripen sal hete humoren.
Sirupus acetosus. sirupus violaceus. oxisacar. Dit purgiert hete humoren.
dyaprumis. Dese purgieren heet bloet. cassia fistula. electuarium catolicum ¦
Dese purgieren [2435] coude humoren. oximel simplex. oximel dureticum ¦
Dese dranc rijpt alle coude humoren int hooft. in die levere in de milte. in
de borst. in de mage in de lendenen &de in alle die leden. Es [2440] die
zieke arm &de ne genen cost doen en mach. so es hem dit zere goet. Nemt
apie &de tsaet. venkel &de tsaet. persiin &de tsaet. sermontene.
scarpe perteke. scorsse vanden esch. elne. savie. &de wilde sa- [2445]
vie. dit es goet in lieden dranke ¦
Aysiin purgiert fleume &nde viscose humoren ¦ Alse ghi purgieren selt
coude humoren. so nemt yera pigra &de aysiin elx .2. dr. Ende dits goet
geminct in enen toge wijns [2450] alse men opstaet ¦
Een ander Nemt electuarium de succo rosarum &de aysiin elcs .2. dr. dit
salmen mingen &de drinkent met enen toge wijns alse dander ¦
Een ander Nemt esule senie elx .1. s. siseyn beide gepulvert &de ge-
[2455] dronken enen toge te male met wine. dit purgiert fleume &de
melancolie ¦
Een ander Nemt scorsse vander wortelen van den vlieder &de stootse
&de nemet tsop daer af. ende wiin elx even vele .1. eydop vol &de
minget [2460] met benedicta &de gevet drinken. Ende esulen salmen oec
geven .1. scr. geminct met andren dingen ¦
Ende wet dat men den genen die onder .25. jaer out siin. dat men hen min
geven moet dan die ouder siin. om [2465] die verscheit die in hen meer es dan
in ouden lieden. Ende wet dat men alle medicinen geven moet iegen dat die
lieden starc siin ¦
Ghi moet weten dat in heten tiden die humoren lichteliker purgieren [2470]
dan in couden tiden. Ende wet alse gi medicinen geeft te drinkene. dat men
wandelen sal achter huse &de niet liggen. want het werct teer ¦
Ende alse men herde medicinen geven wilt alse broot. so mach men- [2475] se
geven in die dageraet. &de der op een luttel slapen. want hen werct niet
so haestelike alse dat men drinct ¦
Dit purgeert alle humoren bi hen selven. stomaticum laxativum. daer af geeft
men .3. dr. ten meesten [2480] of men saelt geven met .1. toge wijns Turbith
purgeert fleume &de meest in de wonden der lieden ende in die zenewen.
men saels purgieren .1. dr. in .2. dr. benedicten &de beide mingen in
enen toge wiins |
[36]
Hier zal ge horen waarmee men hete levensssappen
rijpen zal;
Siroop van Rumex acetosa, siroop van violen en en suikerwater. Dit purgeert
hete levensssappen; sap van pruimen. Deze purgeren heet bloed; Cassia
fistula, electuarium catolicum (likkepot van Polypodium). Deze
purgeren [113] koude levensssappen; honingwater eenvoudig en honingwater
plasdrijvend. Deze
drank rijpt alle koude levensssappen in het hoofd, in de lever in de milt, in
de borst, in de maag, in de lendenen en in alle leden. Is de zieke arm en kan
de kost niet verdienen dan is voor hem zeer goed; neem Apium en het zaad,
venkel en het zaad, peterselie en het zaad, Laserpitium siler, scherpe
zuring, schors van de es, alant, salie en wilde salie, dit is goed in de
drank van de lieden. Azijn
purgeert fluimen en viskeuze levensssappen. Als
ge koude levensssappen purgeren zal neem dan yera pigra en azijn, elk 2
drachme. En dit is goed gemengd in een teug wijn als men opstaat. Een
andere; neem likkepot van rozensuiker en azijn, van elk 2 drachme, dit zal
men mengen en het met een teug wijn drinken net zoals de ander. Een
andere; neem Euphorbia esula en Cassia senna, elk 1/6de deel van
een ons, ze zijn beide verpoedert en worden in 1 teug gedronken met wijn, dit
purgeert fluimen en melancholie. Een
andere; neem schors van de wortels van de vlier en stamp ze en neem het sap
er van en wijn, van elk even veel, 1 eidop vol en meng het met benedicta en
geef het te drinken. En esula zal men ook geven, 1 maal 1, 302 gram, gemengd met andere
dingen. En
weet dat men diegene die onder 25 jaar oud zijn dat men hen minder geven moet
dan die ouder zijn vanwege de vochtigheid die in hen meer is dan in oude
lieden. En weet dat men alle medicijnen geven moet naar dat de lieden sterk
zijn. Ge
moet weten dat in hete tijden de levensssappen gemakkelijker purgeren dan in
koude tijden. En weet als ge medicijnen te drinken geeft dat men achter huis
wandelen zal en niet gaan liggen want het [114] werkt eerder. En
als men harde medicijnen geven wil zoals brood dan mag men ze geven in de
dageraad en daarop wat slapen want bij hen werkt het niet zo snel als dat men
het drinkt. Dit
purgeert alle levensssappen van zichzelf; stomaticum laxativum, daarvan geeft
men ten hoogste 3 drachme of men zal het met een teug wijn geven. Turbith
purgeert fluimen en meest in de wonden van de lieden en in de zenuwen, men
zal ze purgeren met 1 drachme in 2 drachme benedicten en beide in een teug
wijn mengen. |
In de loop van
het traktaat wordt dikwijls erop gewezen dat de levensssappen moeten ÔripenÕ
en ÔpurgierenÕ met wat er toe hoort, met medicijnen die later in dit boek
beschreven zullen worden. In dit kapittel wordt aan die belofte voldaan. Achtereenvolgens
wordt gehandeld over het rijpen van hete levensssappen, purgeren van hete
levensssappen, purgeren van koude levensssappen, rijpen van koude
levensssappen in het hoofd, de lever, de milt, de borst, de maag, de
geslachtsdelen en in alle leden; voor arme zieken die Ône genen cost doen en
machÕwordt een goedkoop middel ter hand gedaan. Verder purgeren van flegma en
viskeuze levensssappen, purgeren van koude levensssappen, purgeren van flegma
en zwarte gal. Enkele
wenken worden nog toegevoegd; de dosis der geneesmiddelen verschilt naar
gelang de zieke jonger of ouder is dan 25 jaar en ook naar gelang de kracht
van de zieke; bij warm weer purgeren de levensssappen gemakkelijker dan bij
koude; medicijnen in vloeibare vorm ingegeven werken sneller als men op de
been blijft en niet gaat liggen; vaste medicijnen neemt men in bij dageraad
en daarna mag men nog wat slapen. |
[2485]
[37] Dus suldi aexterogen ogen uut doen Nemt een gloyende yser dat wel
root es vanden viere &de steket in die aexteroge &de berntse toten vlesce.
dits dat beste werc metten ysere ¦
Ende oec so [2490] mach men aldus doen. Nemt .1. leder .2. vingere lanc
&de snijt in die middel .1. gat niet breder dan die aexteroge groet es.
dan seldi nemen een stoxkijn van bremme also groet als een vinger &de also
lanc. dat suldi clieven [2495] ten enen ende. dan suldi steken tusscen die
splete sulfer een ront stuxkiin. dan suldi dat leder leggen optie aexteroge
vaste &de enen andren doen houden. dan doet dat sulfer bernen &de
doet drupen int gat van [2500] den ledre optie oge &de latet bernen. dan
suldi dat leder af doen &de vagen tsulfer af dan nemet thooft vander
aexterogen met uwen nagele &de wankelet uut. ofte trecse met ere tangen
uut. Ende ziedi [2505] dat si vander huut niet volgen en wilt so snidet vander
huut met ere vliemen dan sal daer bliven .1. ront gat. Dan so nemt moru leem
geminct met aysine &de legget daer op. &de heilet voort alse .1.
ander [2510] wonde |
[37]
Dus zo zal ge de eksterogen
ogen er af doen;
neem een gloeiend ijzer dat goed rood is van het vuur en steek het in de
eksteroog en brandt het tot het vlees, dit is het beste werk met het ijzer. En
ook zo kan men aldus doen; neem 1 leer van 2 vingers lang en snijdt in het
midden 1 gat dat niet breder is dan de eksteroog groot is, dan zal ge een
stokje van brem nemen zo groot en lang als een vinger en dat zal ge op een
eind klieven en dan zal ge tussen de spleet een rond stukje zwavel steken en
dan zal ge dat leervast op de eksteroog leggen en een andere laten vast
houden, laat dan het zwavel branden en laat het druppelen in het gat van het
leer op die oog en laat het branden, dan zal ge dat leer er af doen en de
zwavel eraf vegen en neem dan het hoofd van de eksteroog met uw nagels en
trek het heen en weer er uit of trek het er uit met een tang. En zie je dat
ze niet van de huid volgen wil snij het dan van de huid met een vliem en dan
zal er een rond gat over blijven. Neem dan murwe leem gemengd met azijn en
[115] leg het er op en heel het verder als een ander wond. |
Drie manieren
om eksterogen te verwijderen worden hier beschreven; 1. uitbranden
met een gloeiend ijzer; de beste methode. 2. uitbranden
met brandend zwavel. 3. uitsnijden
met een vliem. |
[38]
Van swillingen te minderne met bloet latene. dats binnen derden dage
eer dat die humoren siin in die verwandelinge. mer dat [2515] men die cracht
entien tijt ontbijt. hier bi en bloet laet men ouden lieden niet. of die
vercoudt siin om dat in hen gebrect die hitte natuerlijc. Of vrouwen die kint
dragen vore die .4. maent. also seget [2520] ypocras. mer in die .5. of in
die .6. gevallet luttel bloets na der crancheiden der crachten ende der boven
eist vreselijc omme die rijpheit des kints. Ende kindren beneden .14. jaren
om dat dbloet verkeert in waesdoeme. Ende [2525] in te heten tiden alse vor
den ougst &de sonderlinge in die hont dagen &de in den ougst dor die
ydelheide vanden leden. &de dor dat die humoren siin verstormt. Ende oec
in te couden tiden dor dat die humoren tegadere [2530] siin gedreven. &de
eer siin gereet uut te leidene die goede dan die quade. ende in die nuwe mane
dor die geberstinge vanden humoren ¦
Ende hier bi jonge liede &de starc van complexien eyscen bloet laten
[2535] vor tierche. Ende wert colere overgripende tusscen tierche &de
noene. Ende wert melancolie overgripende achter noene alse hi heeft geten
&de geslapen dat hi te hetere si &de te starkere dor die humoren die
vloyen [2540] ter stede van crancheiden. Hierbi verkiest die stede van ander
zide te warmene. uut genomen materie veneneus. alse beten van serpenten. van
scorpionen. antrax. carbunculus. pleuresis. erisipila. deser geli- [2545] ke
eyscen an die selve zide dienende op werts of nederwerts. dat dbloet niet en
kere ter herten wert te berdervene. Ende dan sitten in steden van suvere
lucht of van suverheiden. Ende doet nutten specie die therte conforteert
[2550] also seget constantinus ¦
Aristotiles seget dat .2. adren comen uter herten. ene grote &de dandere
mindre. hier af seget plinius dat dene strect voren &de dandre achter.
Entie adre voren omme [2555] die noet seget galienus dat uut desen spruten
vele adren tacwijs. derwelker alse wi verstaen ane oude vroede datter siin
.365. Die ene deilinge dragen dat bloet bider holheit vander borst toter
scede- [2560] len vanden hoofde spreidende eensins ende andersins. Ende
dandre delinge nederwert toten voeten ¦
Van desen adren alse seggen die van salerne int .4. capittel vander .8.
partien so siinre .34. gegeven bloet te late- [2565] ne. Dewelke vanden halse
opwert eyscen dat men bevaen sal den hals metten caproene of met ere dwalen.
Uut genomen die onder die tonge siin. die eyscen die tonge gevaet met .1.
houtenre spleten eens deels [2570] opwert gecromt. Ende nederwert in den arm
pistel &de boven der hant of omtrent die lieren vanden bene &de also
boven die voeten die eyscen met wollenen scroden. so dat tusscen den bande
enter adren spacie blive [2575] .4. vingere breet wringende of bindende te
gevoege. Ende dan wrijft die stede wel so dat dadere wel rise. ende hebt in
die rechter hant ene vlieme tscarpe genet in enegerande vetheit. Stect sonder
[2580] vrese dwers onder die adre van den herssenbeckene &de snijtse
opwerts ¦ Nu merct waer die adren liggen ane den lichame &de waer iegen
datmense laten sal. Dierste es die adre die in die midde- [2585] wert vanden
vorhofde strect tusscen den wintbrauwen. &de si es goet gelaten iegen die
zie. Twe adren achter die oren die laetmen omme te suverne thooft entie ogen.
Twe in die hoeke van den ogen. [2590] om te suverne drope die valt vanden
hoofde in die ogen &de int ansichte. Ende vanden herssenen nederwert
stecse met vresen al gemackelike &de stecse in lancs .1. deel opwert
snidende. Twe besiden [2595] den nese in elken hoec ene. om te suverne die
ogen &de dansichte. Ene in den nese voren. om te suverne dansichte
&de cortse Nu in den mont in elke side van den monde ene te suverne
clieren gecloven lippen [2600] &de overvloyte vanden nese. Twe onder die
tonge. dat verre in steken es tontsiene om die arterien die daer onder siin.
si suveren den huuf &de die willen verworgen. Twe in den hals die suveren
hoe- [2605] ste lasers evel &de melancolie. Twe hooft adren in den arm
boven int overste deel vander bugingen. der in steken verre es tontsiene dien
lede oft leven. dore die muus entie zenewen diere onder lig- [2610] gen. si
suveren thooft die ogen entie bloeden ten nese ¦
Twe herte adren in die middewert der linien vanden arme tusscen .2. te
midden. &de si heeft een telch vander hooft adren &de een vander
levere adren. ende [2615] hier bi heeft si allene die macht van beiden. dat
si suvert van opwert &de van nederwert. Twe levere adren beneden der
herten adre op zenewen suvert haer selven der magen verladinge vander ziden.
Twe long- [2620] ere adren beneden der levere adren. verladinge vander
middelscote. Twe milte adren beneden der bugingen iegen dboucken vanden
ellenboge. si suveren haer selven verladinge vander ziden ¦ Twe adren [2625]
optie hant tusscen den groten vinger enten cleinen. suveren die rechter hant
entie slinke hant entie milte ¦ Twe onder die lieren van den bene .2. besiden
den ancluwene binnen. &de .2. ter middewert var [2630] den wrige vanden
voete die tusscen die .2. groetste teen strecken. si suveren lanc evel.
lendenen swere. die moeder &de haer verhoudinge. spenen. apstemen. blase
volgers. sciatica. &de artetike [2635] &de andre saken ¦ Dat dbloet
niet ten iersten en loopt. het mach beletten vaer of qualike gewarmt. of
qualike gebonden. of qualike geraect. of die steke te cleine. of dbloet te
dicke. of die [2640] adre ontkeert of deser gelike. Ende hier bi van dat te
beterne es verbeteret ende van dat ten adren behort verstect anderwerf.
&de nemmeer dat se bloet geve Ende eist datse niet en geeft verwandelet
[2645] dwarmen &de dbinden ane .1. ander stede opwert ane die selve zide
&de nederwert &de stect gelijc dat geseit es. &de dat die adre
bloet geeft ¦
Ende merct wel of dbloet es root purpre gelijc ende [2650] springende hier
&de gens. so eist uter arterien. dewelke wille staphans gebonden siin dat
niet die herte allene en blive. mer vanden adren lopet dbloet rechte vorwert.
&de dan doet houden in die hant [2655] enen stoc. Ende van handen &de
van voeten doet so doet dled staen in warmen watere &de met enen scarpen
spane screpet. ende omtrent thooft gelijc. Ende in andren steden so clipt metten
vingere. Of duwet der iegen [2660] .1. cleine ront cusseneel van werke of van
enen linen clede. &de dit trect gereet af dat die adre te bat haer bloet
geve. ¦ Nu merct die orborlecheit van bloet latene. het es een begin van
gesontheiden. [2665] het tempert die herssenen ende dat march in die been.
het doet hebben goet gedachte &de goede redene. goede gedinkenisse. wel
slapen. wel horen. het stelpt quade humoren &de betert die stemme. het
ma- [2670] ect goeden sin &de goet bloet. het suvert die mage &de
doet wel ter cameren gaen het dient den levene om met gesontheiden te levene.
Ende bi oudre vroeder seggene si dat sake dat men wilt proeven [2675] of .1.
binnen den jare sterven sal. late bloet vallen in enen ketel vol borns eist
dat het sinct te bodeme al geheel hets teken dat hi niet en sal sterven. Ende
eist dat het te middewert blijft gelijc enen [2680] dropele. hets teken
vander doot. Ende emmer merct die bindinge datse niet en si te vaste no te
slanc ¦
Ende vanden halse opwert latet dbloet uut lopen .1. virendel ponts. &de
vanden halse neder- [2685] wert .1. s. lb. Ende wert ene dorsteken dat
tontsiene es die doot alse ypocras seget in amphorisme. Ende hier bi
ontslanct die splete. of caproen of dwale of scrode. Ende strect die lede die
te trecke- [2690] ne siin &de suvert. &de der boven catoen genet in
bloede uut geperst. &de dene zide geweilt in soute. &de der boven die
scrode alst betaemt &de gebonden te gevoege. Eist dat dadre stelpende si
so laetse also. [2695] Ende eist datse niet en stelpen. so verwandelt datter
boven es &de hout den arm op ende coeltene met couden watere &de doet
vort alser toe behort dat dbloet gestelpt si ¦ Ende die gebloetlaete wachte hem
[2700] drie dage van overvloyte van wiven met te wesene. ende hi wachte hem
van lichte van pinen. van gramscapen. van groter hitten van groten coude. van
coyen melke. van rouwen oofte ende deser gelijc. dat nature niet [2705] en
verwandele in rede. mer nutte spise die de herte troest ¦
Ende eist dat men bloetlaten verwandelen wille omme venteuse bussen. so
verkiest .14. steden als albucasis seget ende meest der vleesch es. Ene
[2710] onder den kin. ene in den necke of achter die scoudren .2. opten arm
pistel .2. tusscen den ellenboge enter hant .2. an die billen .2. an die dyen
.2. onder die lieren vanden bene .2. besiden an dancluwen besiden voe- [2715]
te metten venteuse bussen. Ende doetse .3. werf af &de ane staen wel
treckende &de dan nettet tscarpe vanden ysere in enegerande vetheit.
&de tscarpe doet staen in lancs den vlesce. &de metten vingere der
[2720] rechter hant clopt op dyser beneden eensins &de andersins so dat
op elke stede blive .16. slage of luttel meer. Ende dan doet die venteuse .2.
werf meer an dan te voren. Ende emmer suvert die ste- [2725] de &de
droochse. der boven .1. cussenel genet in warmen watere uut geperst. of die
stede gesmeert met popelioene. of met olien van amandelen. of olium
jusquiamus deser gelijc. Daer boven .1. linen cleet genet [2730] in tsap van
donderbart. van nachtscaden. wegebrede. rose water. deser gelijc. of wijfs
melc. wit van eye. een deel van elken. of die welke men wille .1. deel
tegadere geslagen. of warm bloet also seget ypocras. [2735] ¦ Of malue. violetten. latue. deser
gelijc gesoden met wine uut geperst ende gestoten met swinen smoute. Of
crumen van niebacken brode genet metten vorseiden watere. of met sape van
eppen. Of bonen [2740] gesoden met aysine gepelt &de gestoten met een
deel zeems. Of alsene gestoten met den witte van eye gescuumt &de geminct
met .1. deel olien van violetten. verslaet hitte &de swillen ¦ Ende boven swillinge vene- [2745]
neus. alse sinanchie. antrax. carbunculus pleuresis. bubo. erisipila. Of
beten van serpenten. of scorpionen. of deser gelijc. so es dit plaester uut
treckende tugen die lettren. Nemt malue. alsene gestoten [2750] &de
gesuvert &de geminct met tarwen bloemen ende met bloemen van lijnsade.
venigriec olie van oliven. zeem. wijfs melc. wortele van scarpen docken. Of
hoemsch gesoden in wine uut geperst gecapt [2755] of gestoten met ouden gesouten
swinen smoute. rijpt &de morwt &de trect ¦ Dits die leringe van
bloetlatene. |
[38]
Van zwellingen te verminderen door bloed te
laten, dat is
binnen de derde dag voordat de levensssappen van plaats veranderd zijn, maar dat
men de kracht en de tijd afwacht. Hierbij laat men bij oude lieden geen bloed
of die verkouden zijn omdat het in hen ontbreekt aan natuurlijke hitte. Of
vrouwen die een kind dragen voor de 4de maand, alzo zegt
Hippocrates, maar in de 5de of in de 6de valt er weinig
bloed naar de zwakte der krachten en daarboven is het gevaarlijk vanwege de
rijpheid van het kind. En kinderen beneden de 14 jaar omdat het bloed
verandert in waasdom. En in te hete tijden zoals voor de oogst en vooral in
die hondsdagen [tussen 19 juli en 18 augustus] en in de oogst door de losheid
van de leden en doordat de levensssappen onstuimig zijn. En ook in te koude
tijden doordat de levensssappen tezamen zijn gedreven en eerder gereed zijn
de goede dan de kwade uit te leiden en in de nieuwe maan door de
onvolkomenheid van de levensssappen. En
hierbij jonge lieden die sterk van samengesteldheid zijn eisen bloed te laten
voor de tertsen [tussen 6 en 9 uur Õs morgens]. En weert gal die overheerst
tussen tertsen en noen. En weert melancholie die achter noen overheerst als
hij heeft gegeten en geslapen zodat hij heter is en te sterker door de
levensssappen die [116] naar de plaats van de zwaktes vloeien. Verkies
hierbij de plaats aan de andere kant te verwarmen, uitgezonderd giftige
materie zoals beten van serpenten, van schorpioenen, antrax, karbonkel,
pleuris, erispila en dergelijke eisen dat ze aan dezelfde kant dienen
opwaarts of nederwaarts zodat het bloed niet naar het hart gaat om die te
bederven. En dan in plaatsen van zuivere lucht of van zuiverheid zetten. En
laat ze geneesmiddelen gebruiken die het hart verbeteren, alzo zegt
Constantinus. Aristoteles
zegt dat er 2 aderen uit het hart komen, een grote en de andere kleiner en
hiervan zegt Plinius dat de ene strekt naar voren en de andere naar achter.
En de ader voor om die moet zo, zegt Galenus, omdat uit deze vele aderen
taksgewijs spruiten wat we ook begrijpen van oude verstandige dat er 365
zijn. Die ene verdeling draagt het bloed van de holte van de borst tot de
schedel van het hoofd en spreidt zich uit van de ene naar de andere kant. En
de andere verdeling naar beneden tot aan de voeten. Van
deze aders, alzo zeggen die van Salerno in het 4de kapittel, van
de 8 parten zijn er 34 die bloed geven om te laten. Die van de hals naar boven
gaat eisen dat men de hals grijpen zal met een halsdoek of met een handdoek.
Uitgezonderd die onder de tong zijn, die eisen dat de tong gevat wordt met
een houten spaan die voor een gedeelte naar boven gekromd is. En nederwaarts
in de armspier en boven de hand of omtrent het vlezig deel van het been en
alzo boven de voeten die eisen met wollen zwachtels zodat tussen de banden en
de ader [117] 4 vingers breed ruimte blijft en wringend of bindend te voegen
[zoals het past]. En wrijf dan die plaats goed zodat de ader goed opkomt en
ge hebt in de rechterhand een scherpe vliem die ingesmeerd is met enige
vettigheid. Steek zonder vrees dwars onder de ader van de schedel en snij het
naar boven. Nu
merkt waar de aderen liggen aan het lichaam en waartegen dat men ze laten
zal. De eerste is de ader die in zich het midden van het voorhoofd tussen de
wenkbrauwen strekt en ze is goed gelaten voor het zien. Twee aders achter de
oren die laat men om het hoofd en de ogen te zuiveren. Twee in de hoeken van
de ogen om huidziekte te zuiveren die van het hoofd in de ogen en het
aanzicht vallen. En van de hersens naar beneden en steek ze voorzichtig en
rustig aan en steek ze in de lengte en snij een deel naar boven. Twee naast
de neus, in elke hoek een, om de ogen en het aanzicht te zuiveren. Een in de
neus van voren om het aanzicht en koorts te zuiveren. Nu in de mond aan elke
zijde van de mond om klieren, gekloven lippen en het druipen uit de neus te
zuiveren. Twee onder de tong, dat er voorzichtig ver in te stekenn vanwege de
gewrichten die er onder zijn, ze zuiveren de huig en die willen verwurgen.
Twee in de hals die zuiveren hoest, huidziekte en melancholie. Twee
hoofdaders in de arm boven in het bovenste deel van de buigingen, daarin ver
steken en voorzichtig te zijn met de leden of het leven door de spier en de
zenuwen die er onder liggen, [118] ze zuiveren het hoofd, de ogen en het
neusbloeden. Twee
hartaderen de in het midden van de lijn van de armen tussen die 2 in het
midden liggen en ze heeft een vertakking van de hoofdader en een van de
leverader en hierbij heeft ze alleen de kracht van beide, dat ze van boven en
van beneden zuivert. Twee leveraderen beneden de hartader op zenuwen zuivert
zichzelf van de maag en verstopping van de zijden. Twee longaderen beneden de
leveraderen, verlading van het middelste deel van het lichaam. Twee
miltaderen beneden de buigingen tegen het buigen van de elleboog, ze zuiveren
zichzelf van verstopping van de zijden. Twee
aderen op de hand tussen de grote en kleine vinger, ze zuiveren de rechterhand
en de linkerhand en de milt. Twee
onder het vlezig deel van het been en 2 naast de enkel binnen en 2 naar het
middelste van de wreef van de voeten die tussen de 2 grootste teen strekken,
ze zuiveren koliek, lendenzweren, de baarmoeder en haar verstopping,
aambeien, zweren, blaas volgers, jicht en reuma en andere zaken. Dat
het bloed niet direct loopt kan belet zijn door ver of slecht gewarmd of
slecht gebonden of slecht geraakt of de steek is te klein of het bloed te dik
of de ader is weggeschoten of dergelijke. En hierbij van dat te verbeteren is
verbetert en van dat tot de ader behoort leer je een andere keer en
nimmermeer dat ze bloed geven. En is het dat ze niet geeft verander het
verwarmen en bindt het aan een andere plaats naar boven aan dezelfde kant en
naar beneden [119] en steek gelijk zoals gezegd is en dat die ader bloed
geeft. En
let goed op of het bloed gelijkmatig roodpurper is en springt het hier en
daar dan is het uit de gewrichten die terstond gebonden wil zijn zodat het
hart niet alleen blijft, maar van de aderen loopt het bloed recht naar voren
en dan hou je in de hand een stok. En van de handen en van de voeten laat ge
het lid in warm water staan en met een scherpe spaan schrap je gelijk omtrent
het hoofd. En in andere plaatsen klap je met de vinger. Of duwt er een klein
rond kussentje van werk tegen of van een linnen kleed en dit trek je er
zonder aarzelen af zodat de ader beter haar bloed geeft. Nu
merk de nuttigheid van bloed laten; het is een begin van gezondheid, het
tempert de hersens en het merg in de benen, het laat goede gedachte hebben en
goede reden, goede gedachtes, goed slapen, goed horen,.het stelpt kwade
levensssappen en verbetert de stem, het maakt goede zin en goed bloed, het
zuivert de maag en laat goed naar toilet gaan, het dient het leven om met
gezondheid te leven. En oudere wijze meesters zeggen die zaak dat als men
onderzoeken wil of iemand binnen het jaar sterven zal, laat dan bloed in een
ketel vol bronwater vallen en is het dat Ôt geheel naar de bodem zinkt is het
een teken dat hij niet zal sterven. En is het dat het in het midden blijft
als een druppel, het is een teken van de dood. En merk altijd aan de binding
dat ze niet te vast is of te los. En
van de hals naar boven laat er een vierendeel pond bloed uit lopen en van de
hals naar beneden anderhalve drachme. En weert een doorsteken dat [120]
waarvoor he moet uitkijken dat de dood is zoals Hippocrates zegt in
amphorisme. En ontsluit hierbij de spleet of hoofddoek of doek of zwachtel.
En strek de leden die te trekken zijn en zuiver en daarboven katoen datnat is
van bloed uitpersen en de ene zijde wassen in zout en daarboven de zwachtel
zoals het betaamt en gebonden in de juiste maat. Is het dat de ader stopt,
laat het zo. En is het dat ze niet stelpt verander dan dat er boven is en
houdt de arm op en koel het met koud water en doe verder zoals er toe behoort
als het bloed gestelpt is. En
die bloed gelaten heeft wacht zich drie dagen van overvloed om bij vrouwen te
wezen en hij wacht zich van licht, van inspanning, van gramschap, van grote
hitte, van grote koude, van koeienmelk, van rouwe ooft dergelijke dat de
natuur niet in koorts verandert, maar gebruikt spijs die het hart vertroost. En
is het dat men bloed laten veranderen wil vanwege koppen zetten kies dan 14
plaatsen, zoals Albucasis zegt, en het meeste vlees is. En onder de kin en in
de nek of achter de schouder en 2 op de armspier en 2 tussen de elleboog en
de hand, 2 aan de billen, 2 aan de dijen, 2 onder de vlezige delen van de
benen, 2 naast de enkels, naast de voeten met koppen bussen. En doe het 3
maal af en aan staan en laat het goed trekken enmaak het scherpe van het
ijzer nat in enige vetheid en laat het scherpe staan in de lengte van het
vlees en klop met de vinger van de rechterhand op het ijzer beneden van de
ene naar de andere kant zodat op elke plaats 16 slagen komen of weinig meer.
En doe dan de kop 2 maal [121] meer aan dan tevoren. En altijd zuiver je die
plaats en droog ze er boven met een kussen die nat gemaakt is in warm water
en uitgeperst of die plaats besmeert met populierzalf of met olie van
amandelen of olie van bilzekruid en dergelijke. Daarboven een linnen kleed
die genat is in het sap van donderbaard, van nachtschade, weegbree,
rozenwater en dergelijke of vrouwenmelk, wit van ei, een deel van elk of die
men wil, een deel tezamen geslagen of warm bloed zoals Hippocrates zegt. Of
heemst, violen, sla en dergelijke, gekookt met wijn en uitgeperst en gestampt
met varkensvet. Of kruim van nieuwbakken brood genat met het voor vermelde
water of met sap van eppe. Of bonen gekookt met azijn, gepelt en gestampt met
een deel honing. Of alsem gestampt met het wit van ei, geschuimd en gemengd
met een deel olie van violen verslaat hitte en zwellen. En
boven giftige zwellingen zoals keelblaar, antrax, karbonkel, pleuris,
klaporen en eresipila. Of beten van serpenten of schorpioenen of dergelijke
trekt deze pleister uit getuigen de letteren. Neem malve, alsem gestampt en
gezuiverd en gemengd met tarwebloem en met bloem van lijnzaad, fenegriek,
olie van olijven, honing, vrouwenmelk en wortel van scherpe zuring. Of heemst
gekookt in wijn en uitgeperst en gekapt of gestampt met oude gezouten
varkensvet rijpt en vermurwt en trekt. Dit
is die lering van bloed laten. |
Constantinus
Africanus [1002-1087] Heeft door vertalingen van vele Arabische, oud
klassieke en enige Byzantijnse geschriften aan de scholen van Salerno en
Montpellier nieuw leven gegeven. Aristoteles,
[384-323 v. Chr.] Griekse filosoof en metafysicus, schreef natuur- en
geneeskundige werken. Plinius
Caius Secundus of Maior. [23-79na Chr.] Zijn beroemdste werk; Naturalis
Historia, een encyclopedisch werk over de natuurwetenschappen. Salerno,
de meesters van de school van Salerno. Albucasis,
Arabische geneesheer uit de 10de, 11de eeuw, vooral
beroemd door zijn beschrijving van chirurgische instrumenten. In de
kapittels 3 en 4 werd reeds een en ander gezegd over aderlaten; nu wordt hier
uitvoerig over geschreven. Eerst
wordt gewaarschuwd dat men oude lieden geen bloed zal laten, ook zwangere
vrouwen niet, alleszins niet voor de 4de maand zwangerschap, ook
kinderen beneden de 14 jaar niet; evenmin wordt bloed gelaten bij grot warmte
of hevige koude of bij nieuwe maan. Op
getuigenis van Aristoteles, Plinius en Galenus wordt het aderlaten
uiteengezet; Uit
het hart komen 2 aderen, een grote en een kleine; de eerste gaat naar voor,
de andere naar achter. De voorste heeft veel vertakkingen, in het geheel 365.
De ene soort aderen voeren bloed omhoog van de borst naar de schedel, de
andere soort neerwaarts tot aan de voeten. [31] Volgens de school van Salerno zijn er
34 aderen waaraan men bloed mag laten. Om de opwaartse aderen af te binden
gebruikt men aan de hals een handdoek, doch aan de tong een houten tang; voor
de neerwaarts gaande wollen doeken. Ligging
van de aderen en reden van bloed laten; Een
midden op het voorhoofd tussen de wenkbrauwen; goed voor het gezicht. Twee
achter de oren; zuiveren van hoofd en ogen. Twee
in de hoeken van de ogen; tegen huidziekte; voornamelijk rond de ogen en in
het aangezicht. Twee
bezijden de neus; zuiveren van ogen en aangezicht. Een
vooraan in de neus; zuiveren van aangezicht en tegen koorts. In
de mond aan beide zijden; zuiveren van klieren bij gekloven lippen en tegen
neusslijm. Twee
onder de tong; zuiveren van de huig en tegen wurggevoel. Twee
in de hals; zuiveren van hoest, huidziekten en zwarte gal. Twee
hoofdaderen in de bovenarm; zuiveren van hoofd, ogen en bij neusbloeden. Twee
hartaderen in het midden van de arm; zuiveren opwaarts en neerwaarts. Twee
leveraderen beneden de hartaderen; zuiveren lever. Twee
longaderen beneden de leveraderen; zuiveren het midden lichaam. Twee
miltaderen beneden de buiging van de elleboog; zuiveren de milt. Twee
op de hand tussen de grot en kleine vinger; zuiveren de milt. Twee
onder het vlezig gedeelte van de benen. Twee
naast de enkel binnenwaarts. Twee
midden van de wreef tussen de twee grootste tenen; bij heuppijn, pijn in de
geslachtsdelen, aandoeningen van de baarmoeder, aambeien, zweren,
blaasaandoeningen, jicht, reuma en anderen. Het
kan gebeuren dat bij het vliemen het bloed er niet uitspuit, dit kan te
wijten zijn aan verschillende oorzaken, als vrees, slecht gewarmd, slecht gebonden,
slecht geraakt of het bloed te dik of de ader weggeschoten. Herdoen of op een
andere plaats opnieuw beginnen. Verder worden aanwijzingen gegeven om het
bloed nadien te stelpen. Wat
nu de redenen betreft waarom bloed gelaten wordt. Die worden als volgt
geformuleerd; ader laten is het begin van de gezondheid, het tempert de
hersenen en het beenmerg, het verbetert de intelligentie, het slapen, het
horen, het spreken, het zuivert het bloed en de maag en bewerkt een
regelmatige stoelgang. Door
middel van bloed in water te laten druppelen kan worden vast gesteld of
iemand binnen het jaar zal sterven. [32] De
hoeveelheid bloed dat gelaten moet worden wordt bepaald en daarna volgen dan
nog enkele raadgevingen voor diegene aan wier bloed werd gelaten. Men
kan soms in plaats van bloed laten de voorkeur geven aan koppen zetten.
Volgens getuigenis van Albucasis kan men op 14 plaatsen koppen zetten, liefst
op vlezige plaatsen. Deze 14 plaatsen worden genoemd; onder de kin, in de nek
of achter de schouders, 2 op de armspieren, 2 op de voorarmen, 2 op de
billen, 2 op de dijen, 2 beneden de kuiten, 2 bezijden de enkels binnen beide
voeten. Venteusen
[koppen] worden 3 maal achter elkaar geplaatst, men mag om de uitwerking te
verhogen vooraf scheuren maken met een mes. Om verzwering te voorkomen wordt
de wond daarna gezuiverd. In
het kapittel 40 ÔOver VenteusenÕ, wordt hierover meer in detail uitgewijd. |
[39]
Ghi sult weten dat bloet laten ruumt die quade humoren die siin binnen
[2760] tsmenscen live beide in mannen&de in wiven Ende sulke ruminge nes
men niet suldech te doene dan om .2. dingen. Dierste es dat enen dbloet te
zere bedwinget in den live des mans. &de dat men mach delivereren
[2765]vander ziecheiden &de houden den lichame gesont. Dander es dat men
mach die ziecheiden versteken &de verweren den genen wien dat gesontheit
behort. Dat bloetlaten om gesontheit. dat siin die gene die opge- [2770]
houden siin met goeder spisen &de met goeden dranke. Ende het behort dat
ment doe in behorleker tijt. &de in rusten ¦ Alst goet es laten mach men bekennen
in deser manieren. alse die orine root es &de dicke [2775] entie puls
vanden arme zere slaet &de heft. entie adem vanden mont soete es. &de
danschijn ende dwitte vanden ogen root es. Ende dat hen slapende dromet van
roden dingen. &de dat si hebben grote dic- [2780] ke brede adren. Entie
dus gedane tekene heeft hem behort bloetlaten. ¦
Maer kindre beneden .14. jaren ende mans &de wijfs boven .50. jaren ende
wiven die kint dragen dese en hebben [2785] wat doen van bloet latene. Want
die hem doet bloet laten sonder noet. hi cranct sine nature herde zere.
&de doet verwecken die drope in hem. Mer dies noet heeft hi behoedt sinen
lichame der met. &de doet die [2790] ziecheiden der met mindren alse
cortse ende andre ziecheiden ¦
Nu salic u seggen wat gi sculdech sijt te doene. want die hem doet purgieren
met medicinen &de met bloet latene. het behort dat sijt doen [2795] in
getideger tijt. &de in sinere maent. entie dach moet verwarmt siin
&de versch. ende ter primetijt. &de hijs sculdech te sine nuchtren
van orinen te makene &de van etene ende van drinkene ende van andren
dingen. [2800] Ende men nes niet sculdech te bloet laten no te badene in
herder tijt. no in te coude tijt no in te hete tijt. om dat die hitte mochte
te diere tijt meerdren. Ende men es sculdech te bloet latene in den [2805]
zomer in den rechten arm. &de in den winter in den slinken arm. Ende hets
beter dat gi u doet bloet laten dicwile &de luttel te male. dan te vele tene
werf ¦
Ende gi sijt sculdech te besiene u bloet. [2810] want eist claer &de wit
&de hevet varwe van rosen. so salment doen staen. want bi sulken tekenen
machmen bekennen dat goede bloet. mer dat grove bloet &de onsiene bloet
&de lelec daer af so laet vele. Ende die wan- [2815] delinge es sculdech
te sine nauwe in den zomer. &de in den winter breet &de wijt. Ende
men es sculdech wel te besiene of men bloet ter ierster steke. &de wachtu
wel dat men u niet meer en steke gine hebbes [2820] grote noet. Want der wel apostemen
mochten comen ter adren die in den lichame siin des mans ¦
Nu salic u seggen waeromme dat men bloet doet laten &de orborlijc es
Sulke adren siin die de meesters heten [2825] arterien. &de dat siin
dadren die slaen. Entie adren die niet en slaen. die heten properlike adren.
Ende daer es ene allene in die middewert vanden hoofde die tusscen die
wintbrauwen strect. die [2830] hem der wilt doen bloet laten. hi moet siin
stortte doen verbinden met .1. dwalen. ende hi moet alle die adren doen bloet
laten in traviers. &de dese vorseide adre es goet gelaten iegen die zie.
Entie adren die [2835] achter die oren siin. die moet men doen bloet laten in
andren manieren. &de dat doet men iegen quetsinge &de iegen pine van
den ogen. Entie adren vanden temple vanden hoofde die de phisikers heten
arterien daer [2840] omme dat si slaen entie andre adre so doet men bloet
laten iegen tranen &de drupinge vanden ogen. ende iegen die reume.
&de iegen andre ziecheiden vanden ogen die uten hoofde sinken ten ogen.
Entie adren [2845] die men heet arterien die achter den oren siin. die doet
men bloet laten iegen riekenden adem. iegen reume. &de iegen aposteumen.
Ende gi sijt u sculdech te wachtene want si siin zere prilleus. Ende boven
den [2850] opslane vanden ogen salmen doen laten jegen die quetsinge vanden
hoofde &de iegen apostemen an die ogen. &de iegen traninge vanden
ogen. &de iegen alle ziecheit an die ogen Ende gi moet wel wachten dat de
vlieme [2860] niet te diepe en ga. want het ware groete vrese ¦
Entie adren die onder die tonge siin salmen laten iegen die ziecheit van der
tongen. Of omme dbloet dat men heeft int anschijn. Ende om die ziecheiden die
comen [2860] in den mont &de binnen den hoofde. &de si moeten oec
gesteken siin lancs. Ende het siin adren die meest perficieren iegen
apostemen die comen mochten te meskieve entie gequetst siin &de gerne
bloeden. [2865] Entie adre die es tusscen den kin enten lippe es goet gelaten
iegen stinkenden adem ¦
Entie adren die in den arm sijn alsulke adren alse int hooft siin diemen vint
in die lasscinge vander ziden die [2870] onder den arm es. &de si comt
vander scoudren ende si rumet dbloet boven. Ende eist dat men faelgiert dat
men niet en bloet ter ierster steke. dan es men sculdech te doene bloetlaten
staphans in den andren [2875] arm. Entie adre vander leveren rumet dbloet
vander leveren &e oec vanden andren leden vanden lichame. Entie adre die
es in die middewert vanden arme rumet dbloet vander ere partien vanden live
&e van [2880] der andere. Ende gi moet waernemen tuwen bloetlatene want
der besiden es dadere die men heet litargie. datmen die niet en bloet late.
ja om dat daerin woent die natuerlike hitte. Ende oec es men sculdech te
[2885] wachtene als men die levere adre sal bloetlaten datmen vroedelike
steke want gerne blijft die wonde open. Entie adre diemen heet acaries nes
men niet sculdech te latene. dan om die ziecheiden [2890] met te minderne die
comen in die leden van bloede. Ende men machse kennen bi dat haer bloet
springet bi moeten ¦
Entie adre diemen bloetlaten wille op die hant daer es men sculdech te
verbindene [2895] dat led ja int gelach vander hant. ende men es sculdech te
leggene die hant in warmen borne getempert om dat die adere te bat soude
bliken. Entie adre tusscen den cleinen vinger enten andren in die rechter
[2900] hant es goet gelaten iegen die ziecheit vander leveren. &e iegen
ziecheit van den ogen ende vanden hoofde. Entie adre die es in die slinke
hant tusscen den cleinen vinger enten andren. die es goet gelaten iegen
[2905] die rate. Entie grote adere deraf dat haer die verscheit comt die vint
men in den luchtren arm onder alle dandre die gaen in den buuc. Die gene die
es onder die adere vander leveren es men sculdech te doen laten [2910] iegen
drope &de si es onder dadere vander leveren in den rechten arm &de
sijs goet gedaen laten om die rate te purgierne ¦
Entie .2. adren die onder den cnoesel siin buten voete salmen laten om die
quetsinge die comen [2915] in die knien &de in die hanken &de in die
voeten. &de het behort dat mense steke in lancs Ende men moet den voet
setten in warmen getemperden watere. &de men moeten binden bi den knie
nederwert met ere dwalen. Entie [2920] adre die es tusscen der groter tee
enter andre tee vanden voete es goet gelaten iegen lopinge &de andre ziecheiden
van den fundamente. Ende men sal oec niet binden die stede omme ziecheiden
diere wel toe mochten [2925] comen. Ende men es oec sculdech te nemene ware
of men apostemen heeft. want dbeste bloet comt voren &de tquaetste blijft
achter. Ende omme die sake van der apostemen es men sculdech meest te late-
[2930] ne. Ende eist dat dbloet al te zere loopt so es men sculdech dan te
bindene luttel zouts &de olie optie wonde ¦
Entie gene die van latene cranken. of hen selven lichtelike vervaren. men
mach hen geven [2935] .1. crume broods of vander prumen granaten ja met wine
of met veriuse of met aysine Mer die gene die hier af gene noet en heeft. hem
es vele beter dat hi hem nuchtren doe laten. Ende eist dat die crancheit comt
[2940] van te vele bloets te latene. so nesser niet beters toe. dan goede
conforteringe van goeder spisen die licht te verteerne es. &de goede
latuarien. VAN VENTEUSEN |
[123]
[39] Ge zal weten dat bloed laten de kwade
humoren ruimt die
binnen het mensen lijf zijn, beide in mannen en in vrouwen. En sommige
opruimingen hoeft men niet te doen vanwege 2 dingen. De eerste is dat een
bloed te zeer overheerst in het lijf van de mannen en dat men zich mag
vrijstellen kan van ziektes en zijn lichaam gezond houden. De andere is dat
men de ziektes afweren mag voor diegene aan wie de gezondheid behoort. Dat
bloed laten vanwege de gezondheid, dat zijn diegene die opgehouden zijn met
goede spijzen en met goede drank. En het behoort dat men het doet in behoorlijke
tijd en in rust. Als
het laten goed is kan men het op deze manieren herkennen; als de urine rood
is en dik, en de pols van de arm zeer slaat en opheft en de adem van de mond
zoet is en het aanschijn en het wit van de ogen rood is. En dat ze slapende
dromen van rode dingen en dat ze grote dikke en brede aderen hebben. En die
dusdanige tekens heeft behoort zich bloed te laten. Maar
kinderen beneden 14 jaar en mannen en vrouwen boven 50 jaar en vrouwen die
een kind dragen, die hebben wat te doen van bloed laten. Want die zich bloed
laat laten zonder nood, hij maakt zijn natuur zeer zwak en laat een
huidziekte in zich verwekken. Maar die nood heeft, hij behoedt zijn lichaam
ermee en laat die ziektes ermee verminderen zoals koorts en andere ziektes. Nu
zal ik u zeggen wat ge moet doen want die zich laat purgeren met medicijnen
en met bloed laten, het behoort dat zij het doen [123] in gepaste tijd en in
zijn maand en de dag moet warm en vochtig zijn en in de vroege morgen en hij
moet nuchter zijn urine maken en ook van eten en van drinken en van andere
dingen. En men moet geen bloed laten of baden in harde of in te koude tijd of
in te hete tijd omdat de hitte in die tijd mocht vermeerderen. En men moet
bloed laten in de zomer in de rechterarm en in de winter in de linkerarm. En
het is beter dat ge u vaak laat bloed laten en weinig in 1 keer dan teveel in
1 keer. En
ge moet uw bloed bekijken, want is het helder en wit en heeft het een kleur
van rozen dan zal men het laten staan want aan zulke tekens kan men dat goede
bloed herkennen, maar dat grove bloed en vuile en lelijke bloed, laat daarvan
veel. En de snede moet in de zomer nauw zijn en in de winter breed en wijd.
En men moet goed opletten of men bloedt in de eerste steek en let er goed op
dat men u niet meer steekt want dan krijgt u grote nood. Want er mochten wel
gezwellen in de aderen van de mannen komen. Nu
zal ik u zeggen waarom dat men bloed laat en het heilzaam is. Er zijn aderen
die de dokters arteri‘n noemen en dat zijn de aderen die slaan. En die aderen
die niet slaan die heten gewone aderen. En er is er 1 alleen in het midden
van het hoofd die zich tussen de wenkbrauwen strekt en die hem daar wil bloed
laten, hij moet zijn strot laten verbinden met een doek en hij [124] moet
alle aderen bloed laten in traviers en deze voor vermelde ader is goed
gelaten tegen het zien. En de aderen die achter de oren zijn die moet men
bloed laten op een andere manier en dat doet men tegen kwetsing en tegen
oogpijn. En de aderen van de slaap van het hoofd die de geneesheren arteri‘n
noemen omdat ze slaan en de andere aderen en zo laat men bloed tegen tranen
en druppelen van de ogen en tegen reuma en tegen andere ziektes van de ogen
die uit het hoofd naar de ogen zinken. En die aderen die men arteri‘n noemt
die achter de oren zijn die laat men bloed tegen riekende adem, tegen reuma
en tegen gezwellen. En ge moet opletten want ze zijn zeer gevaarlijk. En
boven de opslag van de ogen zal men laten tegen de kwetsing van het hoofd en
tegen gezwellen aan de ogen en tegen tranen van de ogen en tegen alle ziektes
aan de ogen. En ge moet er op letten dat de vliem niet te diep gaat want het
is gevaarlijk. En
de aderen die onder de tong zijn zal men laten tegen de ziekte van de tong.
Of vanwege het bloed dat men in het aanschijn heeft. En vanwege de ziektes
die in de mond komen en binnen het hoofd en ze moeten ook in de lengte
gestoken zijn. En het zijn aderen die het meest nuttig zijn tegen gezwellen
die in ongelukkige toestand mogen komen en als die gekwetst worden bloeden ze
graag. En die ader die tussen de kin en de lippen staat is goed gelaten tegen
stinkende adem. En
die aders in de arm zijn net zoals zulke aders zoals die in het hoofd zijn
die men in de voeg van de zijden vindt die onder de arm is en ze komt van de
schouder [125] en ze ruimt het bloed er boven. En is het dat men niet slapen
kan omdat men niet bloedt in de eerste steek dan moet men terstond bloed
laten in de andere arm. En de leverader ruimt het bloed van de lever en ook
van de andere leden van het lichaam. En de ader die in het midden van de arm
staat ruimt het bloed van de delen van het lijf en van de andere. En ge moet
opletten in uw bloed laten want daarnaast is de ader die men litargie noemt
dat men die geen bloed laat, ja omdat daarin de natuurlijke hitte woont. En
ook moet men opletten als men de leverader zal bloed laten dat men verstandig
steekt want de wond blijft graag open. En de ader die men acaries noemt hoeft
men niet te laten, dan om de ziektes ermee te verminderen die in de leden van
bloed komen. En men kan ze herkennen door het bloed dat er onvermijdelijk
uitspringt.. En
de aders die men op de hand wil bloed laten daar moet men dat lid verbinden,
ja op de geschikte plaats van de hand en men moet de hand in warm bronwater
leggen dat lauw is zodat de ader beter te zien is. En die ader tussen de
kleine vinger en de andere in de rechterhand is goed gelaten tegen de ziekte
van de lever en tegen ziekte van de ogen en van het hoofd. En de ader die in
de linkerhand tussen de kleine vinger en de anderen is die is goed gelaten
tegen de milt. En die grote ader er van waarvan de vochtigheid komt die men
vindt in de linkerarm onder alle anderen die in de buik gaan. Diegene die
onder de leverader [126] is moet men laten tegen huidziekte en ze is onder de
leverader in de rechterarm en die is goed gelaten om de milt te purgeren. Ene
2 aderen die onder de enkel zijn buiten de voet zal men laten vanwege de
kwetsingen die in de knie‘n en in de schenkel en in de voeten komen en het
behoort dat men ze in de lengte steekt. En men moet de voet in warm gematigd
water zetten en men moet het bij de knie naar beneden met een doek binden. En
de ader die er tussen de grote teen en de andere teen van de voet staat is
goed gelaten tegen het lopen en ander ziektes van het fundament. En men zal
ook de plaats om ziektes niet binden die er wel bij mochten komen. En men
moet ook waarnemen of men gezwellen heeft want het beste bloed komt eruit en
het slechtste blijft achter. En vanwege die zaak van de gezwellen moet men meestal
laten. En is het dat het bloed al te zeer loopt dan moet men dan wat zout en
olie op de wond binden. En
diegenen die van laten zwak worden of zichzelf bang maken kan men een kruim
brood geven of van pruimen of van granaten, ja met wijn of met sap van onrijpe
druiven of met azijn. Maar diegene die hiervan geen nood heeft voor hem is
het veel beter als hij zich nuchter laat laten. En is het dat de zwakte van
teveel bloed laten komt dan is er niets beters voor dan een goede versterking
van goede spijzen die gemakkelijk te verteren zijn en goede likkepotten. VAN
VENTEUSEN. |
Men zal dus
aderlating verrichten om zich tegen ziekte te behoeden ofwel de ziekte te
bestrijden; de volgende symptomen wijzen op de noodzakelijkheid ervan; dikke rode
urine, harde snelle polsslag, zoete adem, gezicht en ogen rood, dromen van
rode dingen, grote dikke brede aderen. Bloed
laten als purgeren moet gebeuren op een gepaste tijd, Õs morgens vroeg,
nuchter van urine en van eten en drinken, Õs zomers wordt in de rechterarm
bloed gelaten en Õs winters in de linkerarm, men zal liever dikwijls wat
bloed laten dan veel in eens. Is het bloed klaar en roze dan stopt men met
het bloed laten, doch zolang het dik en vuil is laat men het vloeien. De
snede moet Õs zomers nauw en Õs winters breed en wijd zijn. Er bestaan 2
soorten aders, sommige slaan en dat zijn de arteri‘n, anderen slaan niet en
dat zijn de gewone aderen. Scellinck zegt het aldus; ÔEnde alle arteryen
comen uuiit der herte en daer om slaen se. Ende alle andere die niet en slaen
die comen uut der leverÕ. Deze leer was de stelling van Galenus die meende
dat het bloed in de lever werd gevormd en vandaar naar de weefsels stroomde
waar het verbruikt werd. Een deel van het bloed vloeit uit de lever naar het rechterhart,
dringt door onzichtbare openingen naar het linkerhart en bereikt aldus de
slagaderen die onder invloed van het hartritme klopt. Deze stelling werd nog
algemeen gevolgd tot in de 16de eeuw. Bij van Beverwijck zie je
dat die het al anders ziet. Volgt
dan nog eens de beschrijving van de ligging van de verschillende aderen en de
reden waarom deze gelaten moeten worden zoals reeds in vorig hoofdstuk werd
meegedeeld. |
[40]
Uenteusen purgieren dat clene bloet[2945] dat in die cleine adren
leget tusscen vel &ende vleesch vele meer dan dat bloet laten doet
&de dat sonder vaer &de sonder vrese &de daer omme eist goet den
genen die geen groet bloet en hebben. Ende om dat venteusen werken [2950]
diverselike so salic u seggen dien tijt dat men es sculdech te venteusene.
Dat es alse de mane vol es in die middelt vander maent. Want die lieden siin
dan alder volst van quaden bloede dan si siin in andren [2955] tiden. Die ure
van venteusene dats te tierchen. of tusscen tierche &de prime ¦
Entie venteusinge die men doet ane de zide vanden hoofde. es goet den genen
die sot becomen bi quaden saken. &de om aposte- [2960] men &de om
andre ziecheiden die comen in die vorgeseide lieden. Ende dit seit avicenna
dat die venteuse diemen set in den necke vanden halse. dat si destrueert dat
verstennisse. ja die hen daer doen venteusen. Entie [2965] venteuse die men
doet an den hals cnoc &de ane den halse doet goet den scoudren. &de
sijs goet iegen droefheit vander kelen &de vanden hals cnocke &de
vanden ansichte Venteuse geset tusscen beiden scoudren [2970] es zere goet
dien bloet spuwen &de quaet liim uten monde werpen. Venteuse geset onder
den kin. purgiert die tanden &de dat roest &de dat gerne bloet
&de al die kele &de al thooft ¦
Die venteusen diemen doet ane die [2975] ziden doen groet goet ant dicke
vanden armen &de vanden scoudren nederwert die gene die ziecheiden hebben
van dat si te vele pinen of andre ziecheit. Venteusen dien men doet vor die
zide. doen goet den genen [2980] die hebben scorft vel. entie vol siin van
quaden bloede in die handen &de haer handen crretsen &de crauwen
entie hen hebben gequetst. &de vol siin van quaden rongen &de van
vulen. Venteusen geset opten rugge [2985] siin goet iegen apostemen vanden
dyen &de iegen quetsinge vander borst. &de iegen die es moroyde
&de iegen die festels. ende iegen quade winden die comen in die milte
Venteusen geset an die dyen siin goet [2990] iegen apostemen die comen in die
cullen &de oec die comen in die been. &de iegen roengeuse been ¦
Entie venteuse buten den dyen siin goet iegen ziecheiden vanden fundamente.
&de iegen die apostemen vanden [2995] hanken. Venteuse geset ant vette
vanden bene es goet iegen quetsinge van der blasen. &de iegen de bedecte
ziecheiden van wiven. &de iegen apostemen die comen vander ziden.
Venteusen gedaen an die braden van [3000] den benen rumen dbloet van alden
lichame Ende iegen apostemen &de andre ziecheit die men ontfanget.
Venteusen geset onder die knoesele vanden voeten siin goet iegen deren vanden
knien &de vanden hanken [3005] &de oec iegen die bedecte ziecheit van
den wiven. of die ziecheit die si hebben van costumen ¦
Nu wet dat dese latingen gemaect waren om .3. dingen. Dierste es om te rumene
elc led. Dander om dat [3010] si wachten souden den sin entie natuerlike
hitte. Terde om datter gene vrese an en es daer men venteusen stellet in wat
lede het es ¦
Ende wet dat die venteuse dienmen set sonder bloeden dat doet men om [3015]
.6. dingen. Dierste es om te treckene die quade humoren dene vanden andren.
Also als men pleget te leggene optie teyten of optie mammen. om te bedwingene
die bedecte ziecheiden des wijfs. Dandre [3020] venteuse diemen set sonder
bloeden. dats om uut te treckene die aposteme die te vele es gesonken. Die
derde venteuse sonder bloeden. es om te treckene die apostemen vanden
principalen leden &de oec ter [3025] nederster steden enter lievere
steden. Die .4. venteuse es om te verhittene die stede dat si die humoren
trecken souden ter venteusen. Die .5. es dat si die leden trecken soude te
harer proper steden alse die budele die [3030] siin in der lieden buuc
qualike bereit &de gequetst. &de gefritseert. Die seste venteuse die
men set sonder bloeden. es omme die quetsinge vander magen &de vanden
buke &de vanden scenen. &de marris die comt [3035] van quaden winden ¦
Ende men nes niet sculdech die venteuse te vele te houdene. mer .1. luttel te
slage &de van vele in vele es men sculdech te houdene. &de oec so
lange dat dbloet si suverlike uut getrect [3040] uuten lichame vanden mensce
¦ Ende alse men heeft die venteuse af gedaen. so es men sculdech die stede te
suverne met enen natten clede in borne genet Ende wet datmen geen kint nes
sculdech [3045] te venteusene beneden .3. iaren. mer boven. ¦ Nota. dat .10. tarwen corne es .1.
halve scruple .20. tarwen corne es .1. scruple. .40. tarwen corne es .1.
dragma als dit [volgt het symbool voor een drachme] .8. dragmen es .1. once
alse dit [volgt het symbool voor een ons] [3050] .16. oncen es .1. pont alse
dit lb. |
[127]
[40] Venteusen purgeren dat kleine bloed dat
in de kleine aderen tussen vel en vlees ligt veel meer dan dat bloed laten doet en dat zonder
gevaar en zonder vrees en daarom is het goed voor diegene die niet veel bloed
hebben. En omdat koppen zetten verschillend werkt zo zal ik u de tijd zeggen
dat men koppen moet zetten. Dat is als de maan vol is in het midden van de
maand. Want de lieden zijn dan het allervolst van kwaad bloed dan ze in
anderen tijden zijn. Het uur van koppen zetten is rond 9 uur Õs morgens of
tussen 6 en 9 uur Õs morgens. En
het koppen zetten doet men aan de kant van het hoofd en is goed voor diegene
die zot worden bij kwade zaken en om gezwellen en om andere ziekte die in de voor
vermelde lieden komen. En dit zegt Avicenna dat de koppen die men in de nek
van de hals zet dat ze het verstand vernielt, ja die zich daar koppen laten
zetten. En de koppen die men aan de halsknokkels en aan de hals doet zijn
goed voor de schouders en het is goed tegen pijn van de keel en van de
halsknokkels en van het aanzicht. Koppen zetten tussen beide schouders is
zeer goed voor diegene die bloed spuwen en kwaad slijm uit de mond werpen.
Koppen gezet onder de kin purgeert de tanden en het gehemelte en dat graag
bloedt en de hele keel en het hele hoofd. De
koppen die men aan de zijden zet doen groot goed aan het dikke van de armen
en van de schouders naar beneden die geen ziektes hebben van teveel pijn of
andere ziektes. Koppen die men zet voor de zijde doen goed diegene die veel
schurft hebben en die vol zijn van [128] kwaad bloed in de handen en hun
handen krabben en krauwen en die zich hebben gekwetst en vol zijn van kwade
en vuile schurft. Koppen gezet op de rug zijn goed tegen gezwellen van de dijen
en tegen kwetsingen van de borst en tegen de krankzinnigheid [mogelijk
schrijffout voor aambeien] en tegen zweren en tegen kwade winden die in de
milt komen. Koppen aan de dijen gezet zijn goed tegen gezwellen die in de
ballen komen en ook die in het been komen en tegen schurftige benen. En
die koppen buiten de dijen zijn goed tegen ziektes van het fundament en tegen
de gezwellen van de schenkels. Koppen gezet aan het vette van de benen is
goed tegen kwetsing van de blaas en tegen de bedekte ziektes van vrouwen en
tegen gezwellen die van de zijde komen. Koppen gezet aan het vlees van de
benen ruimt het bloed van het hele lichaam en tegen gezwellen en andere
ziektes die men ontvangt. Koppen gezet onder de enkels van de voeten zijn
goed tegen het deren van de knie‘n en van de schenkel en ook tegen de bedekte
ziektes van de vrouwen of de ziekte die ze hebben van zedeloos leven. Nu
weet dat deze latingen gemaakt waren vanwege 3 dingen. De eerste is om elk
lid te ruimen. De andere omdat ze de geest en de natuurlijke hitte verzorgen
zouden. Ten derde omdat er geen vrees bij is waar men koppen zet in welk lid
het ook is. En
weet dat de koppen die men zonder bloeden zet dat men dat doet vanwege 6
dingen. De eerste is om de kwade levensssappen van de ene naar de ander te
trekken. Zoals men plag te doen om ze op de tepels of op die mammen te leggen
om de bedekte ziektes van de vrouwen te bedwingen. [129] De andere koppen die
men zonder bloeden zet, dat is om de zwel uit te trekken die teveel gezonken
is. De derde kop zonder bloeden is om de zweren van de voorname leden te
trekken en ook naar lagere plaatsen en betere plaatsen. Die 4de
kop is om die plaats te verhitten zodat ze de levensssappen naar de kop
trekken zou. De 5de is dat ze de leden naar hun goede plaats
trekken zou zoals de builen die in de buik van de lieden slecht bereid,
gekwetst en geneusd zijn. De zesde kop die men zonder bloeden zet is vanwege
de kwetsing van de maag en van de buik en van de schenen en het marren die
van slechte winden komen. En
men hoeft die koppen niet lang te doen, maar weinig per keer en van vele hoe
langer hoe meer moet men het blijven doen en ook net zolang totdat het bloed
er zuiver uitgetrokken is uit het lichaam van de mens. En
als men met het koppen is gestopt dan moet men de plaats zuiveren met een nat
kleed dat in bronwater nat gemaakt is. En weet dat men geen kind koppen moet
zetten beneden 3 jaar, maar erboven. Nota,
dat 10 tarwekorrels een halve scrupel is, 20 tarwekorrels is 1 scrupel, zoals
dit. [volgt het symbool voor 1
maal 1, 302 gram] 40
tarwekorrels is 1 drachme zoals dit. [volgt het symbool voor een drachme] 8
drachmen is 1 ons zoals dit. [volgt het symbool voor een ons] 16
ons is 1 pond zoals dit, lb. |
In kapittel 38
werden reeds 14 plaatsen beschreven waar laat koppen geplaatst mogen
worden. Hier wordt nu een meer gedetailleerde beschrijving over het koppen
zetten gegeven. Venteusen
purgeren het klein bloed dat in de kleine aderen ligt tussen vel en vlees;
het kan gedaan worden zonder gevaar of vrees. Men zal bij voorkeur koppen
zetten bij volle maan, in het midden van de maand tussen 6 en 9 uur Õs
morgens. Men
zet koppen op het hoofd van krankzinnigen onder andere voor zweren bij deze
lieden; in de nek, ofschoon dit nadelig is voor het verstand is het goed voor
de schouders, de keel, de hals en het aangezicht; tussen de schouders is goed
bij bloed spuwen, onder de kin goed voor de tanden, het gehemelte, de keel en
het hoofd; aan de zijden, bij pijn in de schouders en armen; vooraan aan de
zijden, bij schurft vooral aan handen; op de rug tegen zweren op de dijen,
tegen aambeien en fistels; op de dijen bij verzweringen van de teelballen en
zweren aan de benen; buiten aan de dijen tegen ziekten van de aars en zweren
aan de heup; op het vette van de benen tegen ontstoken blaas en tegen
geslachtsziektes bij vrouwen; op de kuiten van de benen om het bloed te
zuiveren in het hele lichaam; onder de enkels tegen pijnen in de knie‘n en de
schenkels en tegen geslachtsziektes bij de vrouwen. De
schrijver maakt een duidelijk onderscheid tussen het koppen zetten met
bloeding en zonder bloeding; voor de eerste geeft hij drie bestaansredenen
aan, voor het koppen zetten zinder scarificatie zes verschillende redenen. Nadat
de koppen afgedaan zijn moet de plaats gezuiverd worden met water. Kinderen
beneden de 3 jaar zal men geen koppen zetten. In
nota wordt hier onverwachts, doch voorbereid tot het volgens receptarium, een
mededeling gedaan over de gewichten. De verhoudingen doen zeer ongewoon aan;
1 drachme is 40 grana in plaats van 60 zoals we dit in medicinaal gewicht
gewoon zijn. 1 pond is 16 unciae in plaats van 12. 2 scrupels is 1 drachme in
plaats van 3 scrupels. Hieruit kunnen we ook besluiten dat de schrijver het heeft
over het Brabants gewicht waar ook het pond in 16 onsen werd ingedeeld. |
[41]
Hier wille wi spreken van zalven of van plaestren. &de ierst
vanden plaestere van jerusalem. &de dat maect men dus ¦ Nemt sap van betonien [3055] ene .5.
pinte. &de ene hantvol pinpenelen &de en hebdi gene pinpenele. so
mach men nemen .2. hantvol pilocellam. dats tcrudekiin metten hare dat plat
opt aerde leget &de es ru met vele haers. &de ene hant- [3060] vol
agremonien. Dese cruden salmen stampen ontwee &de doense in enen pot
&de der op gieten tsap vander betonien. &de ene halve pinte wiins so
dattie cruden bedect siin. &de dan salmen den pot wel hullen &de
stellen onder [3065] paerts mes .5. dagen. &de derna salmen uut doen
&de wallent opt vier met wine. of so vele der toe doen dats der gnouch
si. ende ziedent tot diere tijt dat de wiin versoden si &de dat salmen
wel wachten. Ende dan salmen- [3070] se perssen dor enen doec wel nauwe.
&de werpen die cruden wech. Dan salment weder te viere doen. &de
doenre toe .1. s. lb. was ende .1. s. lb. warpout. Dit salmen zieden alte
hope tot die cruden versoden siin. ja die sope daer [3075] af diere noch
bleven waren. Ende dan werpen der in terbentine &de laetense smelten.
Ende dan nemen die croppen vanden eglentiere met den zaden wel cleine
gepulvert ende gebult dor .1. nauwe bultel. &de dese salmen mingen [3080]
metten plaestere. Ende derna salmen op dat plaster gieten wijfs melc &de
coelent der met. &de dan salmen tplaester nemen tusscen die handen
&de wel walken iegen .1. vier die verscheit ute. ende men sal die handen
wel bestriken [3085] met olien van oliven dat niet en cleve an die handen ¦
Ende dese plaestere es sonderlinge goet in hooftwonden. &de in alle
wonden met te heilne. Ende wet datmen gene terbentine in en geen plaester no
in salven zieden sal [3090] want si soude verliesen al haer macht. ende der
omme sal mense vanden viere doen also gesmolten. |
[130]
[41] Hier willen we van zalven
of van pleisters
spreken en eerst van de pleister van Jeruzalem en dat maakt men aldus. Neem
sap van betonie, 5 pinten, en een hand vol Pimpinella saxifraga en heeft u
geen pimpernel dan mag men 2 handen vol Hieracium pilosella nemen, dat is het
kruidje met het haar dat plat op de aarde ligt en is ruw met vele haren, en
een handvol Agrimonia. Deze kruiden zal men in stukken stampen en ze in een
pot doen en daarop het sap van betonie en een halve pint wijn gieten zodat de
kruiden bedekt zijn en dan zal men de pot goed bedekken en 5 dagen onder
paardenmest stellen en daarna zal men het er uit doen en het wellen op het
vuur met wijn of zoveel er bij doen dat het genoeg is en kook het totdat de
wijn verkookt is en daar zal men goed op letten. En dan zal men het door een
goede nauwe doek persen en de kruiden weg werpen. Dan zal men het weer op het
vuur doen en er een halve pond was bij doen en een halve pond warpout [?].
Dit zal men tezamen koken tot de kruiden verkookt zijn, ja het sap er van dat
er noch in gebleven was. En dan er terpentijn in werpen en laat het smelten. En
dan die koppen van de egelantier met de zaden nemen, goed klein verpoedert en
gezeefd door een nauwe zeef en dit zal men met de pleister mengen. En daarna
zal men op die pleister vrouwenmelk gieten en het ermee verkoelen en dan zal
men de pleister tussen de handen nemen en goed vormen tegen een vuur zodat de
vochtigheid er uit is en men zal de handen goed bestrijken met olie van
olijven zodat het niet aan de handen kleeft. En
deze pleister is vooral goed in hoofdwonden en om alle wonden ermee te helen.
En weet dat men terpentijn [131] niet in een pleister of in zalven koken zal
want ze zou haar hele kracht verliezen en daarom zal men het van het vuur
doen als het gesmolten is. |
De kapittels
41 tot 47 vormen een receptarium voor chirurgijns. De eerste formule die we
aantreffen is die van De Pleister van Jerusalem met als ingredi‘nten;
koortskruid [Betonica officinalis], kleine pimpernel [Pimpinella saxifraga
L.], langharig havikskruid [Hieracium pilosella L.] leverkruid [Agrimonia
eupatorium L.], was, warpout [waarover meer hierna], terpentijn,
vruchtknopen- of misschien de gallen van de hondsroos [Rosa canina L.] ofwel
van Rosa rubiginosa L., vrouwenmelk die dikwijls voorkomt in pleisterformules
als afkoelmiddel. Deze
pleister van Jerusalen vonden we in geen enkel receptarium terug, wel in een
handschrift uit de 15de eeuw dat bewaard wordt in de Un.Bi. Gent
[Hs.1273] als annex bij de Cyrurgie van Jan Yperman. Wel zijn nauw verwante
formules bekend onder de benaming Emplastrum de Betonica, Emplastrum
cephalicum, Emplastrum de Janua die alle gebruikt worden bij wonden en vooral
bij hoofdwonden. Met
het eigenaardig woord warpout, waarvan Verwijs-Verdam zeggen dat de betekenis
niet bekend is, wordt bedoeld colofonium van de beste handelskwaliteit.
Warpout of walpotte [Scellinck] zijn verwant met het Franse galipot en
stammen van het Arabische al-kal-bouth. |
[42]
Een plaster datmen scelt die cleine gracia dei. het rijpt wonden
&de doetse wel dragen ende etteren. &de heilt sonderlin- [3095] ge
wel &de suvert. &de men maket dus ¦
Nemt betonie. pinpenele. verbena. elx ene hantvol &de stampse wel &de
doetse in enen pot over tfier &nde doeter in enen stoop wijns. &de
zieden dat tot ere pinten. &de doenre toe waerpout ende was [3100] elx
.1. lb. &de dit salmen zieden tot die zopen al versoden siin. Ende doen
dan der in terbentine .1. lb. *de latense smelten. &de alsi gesmolten es
salmense wringen dor .1. bultel. ende dan mingen der in mastic .3. o. wel
cleine [3105] gemalen. Ende dan salmer op gieten wijfs melc &de coelent
der met. &de derna walken iegen tfier die verscheit uut entie handen
smeren alsoet vorseit es. |
[42]
Een pleister dat men de kleine gracia dei noemt. Het rijpt wonden en laat ze
goed dragen en etteren en heelt vooral goed en zuivert en men maakt het
aldus. Neem
betonie, pimpernel, Verbena, van elk een handvol en stamp het goed en doe het
in een pot boven het vuur en doe er een stoop wijn in en kook het tot een
pint en doe er waerpout bij en was, van elk een half pond en dit zal men
koken totdat het sap verkookt is. En doe er dan een half pond terpentijn in
en laat het smelten en als het gesmolten is zal men het door een zeef wringen
en dan er 3 ons mastiek in mengen, goed klein gemalen. En dan zal men er
vrouwenmelk op gieten en het ermee verkoelen en daarna kneden tegen het vuur
zodat de vochtigheid er uit is en de handen smeren zoals het al gezegd is.. |
In dit
kapittel wordt de pleister Ôdie cleine gracia deiÕ beschreven. Emplastrum
de Gratia Dei vinden we in oude formularia dikwijls terug en soms letterlijk
zoals deze naam welke we hier aantreffen, soms zodanig gewijzigd dat alleen
de naam nog overblijft. |
[43]
Een plaester dat men heet die grote [3110] gracia dei. Het es goet
tallen wonden also wel ten ouden alse ten nuwen Ende boven al essi vagende
&de suverende &de oec vleesch te doen wassene. ja ende meer heilende
in ere weken. dan alle [3115] andre medicinen doen in ere maent Ende noch
sine laet geen quaet vleesch no vort vleesch in wonden wassen. Ende sijs goet
den zenewen die gesneden siin of ontcrompen siin in wonden of in sweren
[3120] Ende si trect alle maniere van gescutte weder ja op dat weder keren mach
uter selver steden daert in gescoten was. Ende si es goet op steken. &de
op beten van geveniinden dieren eist dat mense der op leit [3125] Si trecket
tfenijn ute. Ende rijpt zere alle manieren van sweren &de heiltse sonder
wieken. Si es goet iegen canker. iegen fistel. iegen moermael. jegen alle
maniere van vulen zeren &de van vulen quaden [3130] sweren. Ende op
clieren die wassen in den hals. want si suvertse &de heiltse. Ende si es
goet optie sweren die wassen an die levere &de an die milte onder die rebben.
ja op dat mense int ierste der op plaestert [[3135] want si trecse int
vleesch &de scortse ende heiltse. Ende dat orcont .1. meester dat hise
leide op .1. hooft dat op geblasen was. entie zieke genas. Si es oec goet op
spenen. Ende alse die meesters [3140] die werheit willen lyen. so essi meer
orbarlijc dan iemen mach begripen. want si es ongebrekelijc. &de haer
werken siin geware werden vanden name enter heilecheit dat mense scelt gracia
dei. Ende dese plastere [3145] maect men dus ¦ Nemt litargirum .1. s. .lb.
ende 4. o. &de pulveret cleine. colofonie wierooc. scilt varwe. elx .1.
s. o. dese pulvere wel elc bi hem selven &de sichtet dor .1. nauwe
bultel. Ende hier na salmen alle [3150] dese pulvere te gadere stampen
&de mingen. ende Ende dan doense weder lopen dor .1. bultel an dander
zide. Dan nemt galbanum .1 .s. .o. &de armoniacum onder .s .o. mirre.
bedellij. oppopanax elx .1. s. o. dese gom- [3155] men salmen leggen in
aysine te weyke &de alsi geweyct siin. salmen der toe doen wijn .1. luttel.
ende dan zieden tote dat gesmolten es. &de dan perssen dor enen doec.
&de suveren van sinen quade. &de dan doen opt vier in ene [3160]
panne .1. s. lb. olien van oliven &e .4. o. was .1. s. lb. Entie gommen
die in den aysine gesceden siin salmen oec in doen. ende .1. luttel zieden.
&e dan doenre toe .1. s. lb. terbentinen &e latense smelten. Ende als
die [3165] gesmolten es salmen alle die vorseide pulvere daer in mingen.
&de dan wel suverlike besceden ¦
Men sal weten alle manieren van gommen die men niet pulveren mach. datmen die
sal leggen in aysine. of in wine [3170] te weyke. ja eer dat mense op dat
vier stellen sal |
[43]
Een pleister dat men grote gracia dei noemt. Het is goed voor alle
wonden en zowel de oude als de nieuwe. En boven alles is het reinigend en
zuiverend en laat ook vlees groeien, ja en heelt meer in een week dan alle
andere medicijnen in een maand doen. En ze laat ook geen kwaad vlees of
verrot vlees in de wonden groeien. En ze is goed voor de zenuwen die gesneden
zijn of gekrompen in wonden of in zweren. En ze trekt alle soorten van schot
[132] weer, ja, zodat het weerkeren kan uit dezelfde plaats waar het in
geschoten was. En ze is goed op steken en op beten van giftige dieren is het
dat men het er op legt. Ze trekt het gif er uit. En rijpt alle soorten van
zweren en heelt ze zonder doeken. Ze is goed tegen kanker, tegen zweren,
tegen moedervlekken, tegen alle soorten van vuile zeren en van vuile kwade
zweren. En op klieren die in de hals groeien want ze zuivert ze en heelt ze.
En ze is goed op die zweren die aan de lever en aan de milt onder de ribben
groeien, ja zodat men ze in het begin daarop pleistert want ze trekt ze in
het vlees en breekt ze open en heelt ze. En dat getuigt een dokter dat hij
het op een hoofd legde dat opgeblazen was en de zieke genas. Ze is ook goed
op aambeien. En als de dokters de waarheid in vertrouwen meedelen dan is het
meer heilzaam dan iemand kan begrijpen want ze is zonder gebreken en haar
uitwerkingen zijn gewaar geworden door de naam en de heiligheid zodat men het
gracia dei noemt. En deze pleister maakt men aldus. Neem
een halve pond en 4 ons zilverglit en verpoeder het klein, Grieks pek,
wierook en kopersubacetaat, van elk een halve ons, verpoeder dit goed en elk op
zichzelf en zeef het door een nauwe zeef. En hierna zal men al deze poeders
tezamen stampen en mengen en laat het dan weer aan de andere kant door een
zeef lopen. Neem dan een halve ons galbanum en Ammoniacum onder een half ons
mirre, bdellium en opopanax, van elk een half ons, deze gommen zal men in
azijn te weken leggen en als ze geweekt zijn zal men er wat wijn bij doen
[133] en dan koken totdat het gesmolten is en dan door een doek persen en
zuiveren van zijn kwaad en dan op het vuur in een pan een halve pond olie van
olijven erbij doen en 4 ons was. En die gommen die in azijn gescheiden zijn
zal men er ook in doen en wat koken en dan er een halve pond terpentijn bij
doen en laat het smelten. En als die gesmolten is zal men al het voor
vermelde poeder daarin mengen en dan wel zuiver behandelen. Men
zal alle soorten van gommen weten die men niet verpoederen mag en dat men die
in azijn of in wijn te weken zal leggen, ja eer dat men ze op het vuur zetten
zal. |
Moermael;
volgens Blankaart; Ômacula matricalis est macula quae cum foetu nascitur. B.
Moedermaal,/vlekke. Gall. Tache quÕon apporte en naissantÕ. Kan ook op een
gezwel of open wond aan de benen slaan. Beschrijving
van de pleister de grote Gratia Dei, gebruikt om wonden, oude als
nieuwe, te zuiveren en vlees te laten groeien. Deze pleister is zo werkzaam
dat hij in een week zoveel heelt als andere medicijnen in een maand doen. Hij
wordt nog gebruikt bij het schot en bij beten van giftige dieren en bij nog
veel andere kwalen. In 1 woord, hij is zonder gebreken zodat men hem deze
heilige naam gegeven heeft. De ingredi‘nten zijn; loodglit,
colofonium, wierook, galbanum hars ammoniakgom, opopanax gomhars, bdellium
hars, mirre, azijn, wijn, olijfolie, was, terpentijn en scilt varwe. De
formule van de grote Gratia Dei vinden we niet zo dikwijls terug in latere
receptaria als de kleine Gratia Dei, toch ontmoeten wij [35] die in Thesaurus
Aromatariorum Pauli Suardi en in het Apotheken Woordenboek van Elsevier. Een
verwante formule vinden we in het boek; ÔIn Methodum miscendorum
medicamentorum van Joannes Du BoysÕonder de benaming Emplastrum divinum
Praepositi. Uit de vergelijking van de formules met die van het handschrift
kunnen we besluiten dat door Ôscilt varweÕ dient verstaan te worden aerugo,
viride aeris, verdigris, kopersubacetaat. |
[44]
Eeen plaester van orient dat maect men dus. Nemt tarwen bloeme enen
lepel vol &de tempertse in wine gelijc oft ware [3175] wellinge. &de
dan stellent opt vier in ene panne. &nde dan doeter toe wit harst also
groet alse .4. haselnoten. &de swert pec also groet alse .1. haselnot.
&de ziedent tote dicke wert &de altoes roerende opt vier. Ende dan
[3180] doent vanden viere altoes roerende tote dat cout es ¦
Ende wet dat meester lancfranc dese salve visierde. Ende eist dat tplaester te
dicke vallet men maecht dunnen. Ende oec dicken eist te dunne. Dit [3185]
plaester heilt zere wonden. ja eist datmen der met ene wieke bestriken wille
&de mense steke in die wonde. ende diepe gesteken es ja enen. s. voet
diep. &de vander zelver plaestren optie wonde leggen. het heiltse entie
[3190] wieke bringet vor hare al dat etter dat in den bodem vander wonden es ¦
Ende wet datmen in dit plaester mingen mach op datmen wille alle manieren van
dingen die zere heilen. of zere drogen. zere suve- [3195] ren. zere biten
zere trecken. Of alle maniere van pulvere daer wonden of sweren. of cankere
af te doene hebben. Ende si heilt alle maniere van ongemaken bi haer selven.
ja die gedoodt siin. Ende si suvert [3200] van allen quaden vlesce. Men
legtse oec enen dach &de enen nacht op een scorft hooft. &de derna
trecse af. dan selen die hare int plaester bliven hangende so vaste houdet.
Ende si trect oec sonderlinge wel [3205] Ende wet datse lancfranc priset
herde zere Ene ander zalve die lancfranc oec visierde. entie goet es op alle
wonden. &de si rijpse &de doetse wel dragen &de si trect die
materie uut diere onnutte [3210] es &de heiltse. Entie maect men dus. ¦
Nemt wit harst .1. s. lb. &de olie van oliven .5. o. &de was .3. o.
dit salmen doen in ene panne. &de der toe salmen doen goeden wiin.
&nde dat salmen zieden ene goede [3220] lange wile. &de derna salment
wel laten coelen. ende bescedent Een plaester surgicum. hets
goet iegen die milte die geswollen es Ende sijs goet met te heilne benen die
ontwee siin. mer men en machse niet leggen int begin vander broken. mer derna
mach mense der met heilen vander broken. Ende dit es om dat si andre humoren
trecken soude ter quetsuren. Ende sijs goet op gefrit- [3225] seerde leden.
&de op wonden. Ende optie swere vander borst die gebroken es. of gequetst
es van stocken of van steken of van valne of van slagen. mer men mach dit
plaester in die nuweheit niet leggen om datse humoren [3230] trecken soude
van andren steden. Sijs oec goet in allen ongemaken dien trecken toe behort.
&de si heilt zere. Ende wet dat se elc meester sculdech es te hebbene.
&de men maecse dus ¦
Nemt galbanum. Serapi- [3235] num. armoniacum. oppopanac. elx .1. s. o.
&de legse in warmen aysine te weike. dan nemt colofonie. dats griex pec
.1. s. lb. mastic &de wierooc elx .1. s. o. dese drie pulvert wel elc bi
hem selven ende bultse. [3240] Hier na doet .1. panne opt vier. &de
doeter in .1. s. lb. aysiins. &de scep pec .1. lb. ende was .3. o. entie
geweicte gommen. die salmen luttel zieden. &de dan perssen dor. 1. doec.
&de dan weder doen opt vier ende ziedent tote die [3245] aysiin versoden
si. Ende dan minct der in die poedre &de doet vanden viere. &de
gieter op couden borne &de coelet. Ende dan die palmen besmeert met
oliven walken die verscheit ute. Ende dan suverlike besceden. So eist zalve
[3250] alst vorseit es |
[44]
Een pleister van de Ori‘nt, dat maakt men aldus; neem
een lepel vol tarwebloem en temper het in wijn net alsof het een welling was
en stel het dan op het vuur in een pan en doe er dan witte hars bij zo groot
als 4 hazelnoten en zwart pek zo groot als 1 hazelnoot en kook het totdat het
dik wordt en altijd roeren op het vuur. En doe het dan van het vuur en altijd
roeren totdat het koud is. En
weet dat dokter Lancfranc deze zalf aanraadde. En is het dat de pleister te
dik valt maak het dan dun. En ook is het vaak te dun. Deze pleister heelt
zere wonden, ja is het dat men daarmee een doek bestrijken wil en men ze in
de wond steekt en diep steekt, ja een halve voet diep en van dezelfde pleister
op de wond leggen, het heelt het en de doek brengt alle etter voort dat in de
bodem van de wond is. En
weet dat men in deze pleister alle soorten van dingen mag mengen [134] die
zeer helen of zeer drogen, zeer zuiveren, zeer bijten of zeer trekken. Of
alle poedersoorten waar wonden of zweren of kanker van te doen hebben. En ze
heelt alle soorten van ongemakken van zichzelf, ja die geschikt zijn. En ze
zuivert van allen het kwade vlees. Men legt het ook een dag en een nacht op
een schurftig hoofd en trek het daarna af dan zullen de haren in de pleister
blijven hangen, zo vast houdt het. En ze trekt ook vooral goed. En weet dat
Lancfranc het zeer erg prijst. Een
andere zalf die Lancfranc ook aanraadde en die goed is op alle wonden en ze
rijpt ze en laat ze goed dragen en ze trekt de materie uit die niet nuttig is
en heelt het. En die maakt men aldus. Neem
een half pond witte hars en 5 ons olie van olijven en 3 ons was, dit zal men
in een pan doen en men zal er goede wijn bij doen en dat zal men een lange
tijd koken en daarna zal men het goed laten koelen en weg bergen. Een
chirurgische pleister is goed tegen de milt die gezwollen is. En ze is goed
om benen te helen die gebroken zijn, maar men mag het niet in het begin
leggen van het breken, maar daarna mag men het gebrokene ermee helen. En dat
is omdat ze andere levensssappen naar de kwetsing zou trekken. En ze is goed
op gekneusde leden en op wonden. En op de zweer van de borst die gebroken is
of gekwetst is van stokken of van steken of van vallen of van slagen, mar men
mag deze pleister niet op net gebeurde leggen omdat ze levensssappen zou
trekken van andere plaatsen. Ze is ook goed in alle ongemakken waar het
trekken toe behoort en ze heelt zeer. En weet dat [135] elke dokter het moet
hebben en men maakt het aldus. Neem
galbanum, serapinum, ammoniacum en opopanac, van elk een half ons en leg ze
in warme azijn te weken en neem dan een halve pond colofonie, dat is Grieks
pek, mastiek en wierook, van elk een half ons, deze drie verpoeder je goed en
elk op zichzelf en zeef het. Hierna doe je een pan op het vuur en doe een
half pond azijn in en een half pond scheppek en 3 ons was en die geweekte
gommen, die zal men wat koken en dan door een doek persen en dan weer op het
vuur doen en het koken totdat de azijn verkookt is. En meng er dan het poeder
in en doe het van het vuur en giet er koud bronwater op en koel het. En dan
de palmen met olijvenolie besmeren en de vochtigheid er uit drukken. En dan
zuiver behandelen. Dan is het een zalf zoals gezegd is. |
beschrijving
van de Pleister van Orient, de zalf van Lancfranc en een chirurgische
pleister. 1. De pleister
van Orient is in feite een uitvinding van meester Lancfranc Ôdie dese
salve visierdeÕ. Over
Lan[c ]franc, in het handschrift verder nog genoemd, schrijft N.F.J. Eloy in
zijn Dictionnaire historique de la Medecine ancienne et moderne. Tome
Troiseme. A Mons 1778, onder : ÔLafranc, Medecin du XIII siecleÕ. E.C. Van
Leersum zegt over deze persoon, in Het ÔBoeck van surgienÕvan Meester Thomaes
Scellinck van Thienen op p. 274; . Lanfranck van Milaan was een der beste
middeleeuwse chirurgie en vooral bekend als operateur. Van 1295 tot zijn
dood, een tiental jaren later, onderwees hij de praktische heelkunde in
Parijs aan een grote schare van leerlingen waaronder ook Jan Yperman zou
hebben behoord, hetgeen echter geenszins vaststaat. Van zijn beide werken
Chirurgia magna en Chirurgia parva is het laatste in het Middelnederlands
vertaald geworden; een handschrift ervan is in het bezit van St. Johns
College Library, Cambridge [Ms.A.19]. De vertaler, die blijkbaar niet sterk
was in het vertalen van Latijn heeft parva met ÔkleinÕ en ÔjongÕweergeven
welke woorden de Belgische geleerde Carolus de veronderstelling heeft laten
opperen dat men met een werk van een zoon van Lanfranc te doen zou hebben. Deze Oosterse
pleister, volgens Lanfranc, was dus samengesteld uit tarwebloem, wijn,
colofonium en scheepspek. De pleister diende men op een doek te leggen die
men in de wonde stekt, Ôla enen .s. [halve] voet diep!Õen dezelfde pleister
wordt ook op de wond gelegd, de doek brengt alle etter naar voren die op de
bodem van de wond ligt. Men legt hem ook op een schurftig hoofd een dag en
een nacht lang [36] en trekt men dan af met de haren die eraan kleven [la
methode dite de la calotte!] 2.
Zalf van Lancfranc. De ingredi‘nten van deze zalf waren; colofonium,
olijfolie, was en wijn; zij werd gebruikt als wondzalf om de wonden te latend
ragen. 3. Een
chirurgische pleister om op de gezwollen milt te leggen, op verwrongen
ledematen en op wonden; wordt nog gebruikt bij borstzweren en kwetsuren door
stokken, steken, vallen en slagen veroorzaakt. Ieder chirurgijn moet deze
zalf steeds bij de hand hebben. Deze was samengesteld uit; galbanum- gomhars,
sagapenum hars, ammoniak gom, opopanax gomhars, azijn, colofonium, mastiek
hars, wierook, scheepspek en was. |
[45]
Dese zalve maecte meester ian braemblat. Ende hi seit dat hise geeft
tetene alse hi den gewonden verbonden heeft &de gedwagen met wine of
[3255] met aysine. dan geeft hise tetene. &de men maecse dus ¦
Nemt hontsrebbe. cincwij smereworte. pinpenele. dese cruden sal men stoten
&de tsap uut wringen. &de dan salmen dat past te viere doen met .4.
[3260] .lb. cruce botren. dats botere gemaect binnen den drien dagen als men
crucen draget. &de dan salment zieden .1. lange wile met zoeten viere.
&de dan zien dor .1. doec. &de tpast wech werpen. Dan salmen [3265]
nemen tsap datter uut gewrongen was &de ziedent metter botren ene lange
wile met zoeten viere. &de dan vanden viere doen. &de gietent op
couden borne &de latent coelen. ende derna salmen dwater uut drogen ende
bescedent [3270]
Dese zalve scelt men ungwentum album &de si es wit gevarwt. Ende
si es goet in wonden &de in fistelen &de in cankeren. want si heiltse
&de droochse &de suvertse Ende so waer datmen enege dingen drogen
[3275] wille. so salmen nemen dese zalve. Want si heilt alle vule vortege
steden. &de droget alle versche gesingelde steden sonderlinge wel. Ende
men maecse dus ¦
Nemt cerusa. .2. o. litargirum .1. o. &de pulveret wel. ende [3280]
bultet dor .1. bultel. daer na doet in enen mortier &de doeter toe aysiin
of rose water wel wrivende tegadere. daerna doeter toe .200. tarwen corne
swer van wieroke. ende .liij. tarwen corne swer van mastike ierst [3285] wel
cleine gepulvert &de gebult. &de wrivet wel metten vorseiden dingen.
&de dan doeter toe over wat wilen olie van oliven. ende over wat wilen
aysiin wrivende alse .1. sause tote dat dicke becomt. &de dan bescedet [3290]
Dese zalve visierden de .4. meesters Ende si es goet in heten tiden.
&de in heten wonden. Si heilt &de droget wonden met goeden ettere.
Men sal nemen litargirum &de pulverent wel. &de loodasscen gebernt
van [3295] lode .1. s. o. &de die oec wel pulveren. &de wit van
spaengien .1. s. o. dat salmen werpen in een mortier. daer salmen toe doen
aysiin &de tempern te gadere tote dat dicke gnouch si. no te dicke no te
dunne dan eist zalve. |
[45]
Deze zalf maakte dokter Jan Braemblat. En hij zegt dat hij het te
eten geeft als hij de gewonde verbonden heeft en gewassen met wijn of met
azijn, dan geeft hij het te eten en men maakt het aldus. Neem
Plantago lanceolata, kaneel, smeerwortel en pimpernel, deze kruiden zal men
stampen en het sap uitwringen en dan zal men dat pas op het vuur doen met 4 pond
kruisboter, dat is boter die gemaakt is binnen de drie dagen [voor
Hemelvaart] als men het kruis draagt en dan zal men het een lange tijd koken
met zacht vuur en dan door een doek zeven en de brij weg werpen. Dan zal men
het sap nemen dat er uitgewrongen is en het een lange tijd met zacht vuur met
boter koken [136] en dan van het vuur doen en het op koud bronwater gieten en
laat het koelen en daarna zal men het water er uit drogen en wegbergen. Deze
zalf noemt men unguentum album en het is wit gekleurd. En het is goed in
wonden en in zwellen en in kanker want het heelt ze en droogt ze en zuivert
ze En zo waar men enige dingen drogen wil dan zal men deze zalf nemen. Want
ze heelt alle vuile verrotte plaatsen en droogt vooral goed alle vochtige
huidzieke plaatsen. En men maakt het aldus. Neem
2 ons loodwit en 1 ons litargirum en verpoeder het goed en zeef het door een
zeef en door het daarna in een mortier en doe er azijn of rozenwater bij,
goed tezamen wrijven, doe er daarna 200 tarwekorrels zwaar wierook bij en 55
tarwekorrels zwaar mastiek, eerst goed klein gepoederd en gezeefd, wrijf het
goed met de voor vermelde dingen en doe er dan na een tijdje wat olie van
olijven bij en na een tijdje azijn en wrijf dat tot een saus totdat het dik
wordt en berg het dan op. Deze
zalf bedachten de 4 dokters. En het is goed in heten tijden en in hete
wonden. Ze heelt en droogt wonden met goede etter. Men zal litargirum nemen
en het goed verpoederen en een halve ons gebrande loodas en die ook goed
verpoederen en een half ons Spaans wit en dat zal men in een mortier werpen
en daar zal men azijn bij doen en temperen het tezamen totdat het dik genoeg
is, niet te dik en niet te dun, dan is het een zalf. |
Beschrijving
van de zalf van Meester Jan Braemblatt, van de Unguentum album en van
de zalf van de vier meesters. 1. Zalf van
meester Jan Braemblatt. Wie deze Braemblatt mag zijn is niet bekend, toch
moet hij een bekende persoonlijkheid in zijn tijd geweest zijn want ook
Yperman noemt hem; Ômeester jan breemblatÕ. Yperman beschrijft van deze
meester eveneens deze zalf die door de pati‘nt opgegeten moet worden nadat
hij werd verbonden. De
ingredi‘nten zijn; Smalle weegbree [Plantago lanceolata L.], smereworte, wat
evengoed Symphytum officinala L als Sedum album L., kan zijn, kleine
pimpernel [Pimpinella saxifraga L.,], boter gemaakt op de kruisdagen en
verder nog ÔcinewijÕ. Wat hiermee bedoeld wordt is me niet duidelijk. In de
ÔCyrurgie; van Meester Jan Yperman komt dezelfde zalf voor en daar lezen we
sansucum, wat zou wijzen op Origanum majorana L., echte marjolein, doch van
Leersum plaatst een vraagteken van ÔsansucumÕwat laat veronderstellen dat hij
niet zeker is van de lezing. Omdat een derde vergelijkingspunt ontbreekt
kunnen we hier niet tot een besluit komen. 2. Ungwentum
album dient om wonden, fistels etc te laten opdrogen. Men mengt er
overhands azijn en olijfolie in ,Õwrivende als .1. sause tote dat dicke
becomtÕ. Een mayonaise. Unguetum album
is een veel voorkomende zalf; we treffen die ook aan bij Nicolaus in zijn
Antidotarium met dezelfde ingredi‘nten; loodwit [loodcarbonaat], loodglit
[loodoxyde], azijn of rozenwater, wierook, mastiek, en olijfolie; Ôdan doeter
in rosewater ende tempert over wat wilen olye, over wat wilen rosewater. Dat
doet tot dat dicke gnouch si in effenen poenteÕ. 3. Zalf van de
4 meesters. Wie deze zijn lezen we in het volgende kapittel, [kapittel 46] ;
archemachei, petronicelle, plathearius en pherarii. De Quatuor magistri de
Salerno worden door Yperman in zijn Cyrurgie niet minder dan 13 maal genoemd,
maar nergens worden de namen opgesomd. Daremberg meent zelfs dat achter de
benaming van 4 meesters slechts 1 autheur schuilt; het noemen van 4 mesters
bij naam stemt echter tot twijfel aan de stelling van Daremberg. Yperman zegt
alleen over deze 4 meesters in zijn Eerste boec Cap. 17; ÔNu hoort die
leringe van roelandine ende van vele meesters, of van den .4. meesters die
welke die glosen daer op, dewelke roelant begint in latine; Medicina equm
vocatur ad nonuo. Ende roegerrijn daer roelant op maecte sine adicien die
begint; Post mundi fabriciam. Ende die glose der .4. meesters begint; sic
dixit constantinusÕ. Roegerrijn of Rogerinus of Rogerus van Parma of van
Salerno leefde in de 13de eeuw; hij schreef een Methodus medendi
waarin hij Albucasis plagieerde. Roelant
of Rolandinus van Parma was een leerling van Roegerrijn en schreef een
supplement op het werk van zijn meester; Libellus de Cyrurgia met de
beginwoorden; Post mundi fabricam. Op
beide werken maakten de ÒVier meestersÕeen glossarium. Yperman zegt het; ÔDit
seggen die .4. meesters in hare gelose op roelandine ende op rogerineÕ. De
zalf die hier beschreven wordt is goed bij warm weer en op hete wonden ; si
heilt &de droget wonden met goeden etterÕ, wat herinnert aan het pus
bonum et laudabile. In etteren zag men een middel van de natuur om het
lichaam te zuiveren van kwade levensssappen. We vinden bij Yperman deze zalf
beschreven; ÔDer IIII meesters salve. Deze salve vysierden die .4. meesters
van zalerneÕ. De ingredi‘nten zijn identiek; loodglit, loodas, loodwit met
azijn vermengd tot zalf consistentie. |
[3300]
[46] Na dat geseit es van zalven. so wille wi spreken van dranken Ende
wet dat dese dranke die viere meesters visierden &de maecten optie surgie
van roelande &de van roegerine [3305] Ende dus hieten die .4. meesters
archemachei petronicelle. plathearius. pherarii. &de dit leerden si dus
maken ¦
Nemt violet cruut. glorifilate. doreginge. cenicle hontsribbe. wegebrede.
cleine meede. [3310] rode colen. salie. elx .1. o. hondertblade .3. o.
&de rode meede .12. o. Dese crude salmen stoten &de dan leggen in
wine. Ende der af salmen geven drinken .3. werf sdags enen toge te male.
tsmorgens. te mid- [3315] dage &de savens. Ende optie wonde sal men
leggen .1. root coolblat &de el niet Ende eist dat de gewonde corst. so
en salmen genen wiin nemen. Men sal borne zieden op gerste &de in dit
salmen die crude [3320] werpen. &de der af salmen geven drinken Een ander dranc. Nemt wegebrede. honts rebbe. den crop vanden
campe ofte tsaet der af. rode colen. apie. elx .2. o. rode mede .1. s. lb.
dese crude sal men [3325] zieden in wine toten derdendele. Ende noch salmen
wiin der toe doen entien verzieden de .2. deel. Ende derdewerf wiin der toe
doen entien versieden toten derdendele. &de dan salmen dat perssen dor
enen doec. &de doen alsoet verseit es [3330]
¦ Een ander dranc. Nemt glorifilate tsop daer af. sap van alsenen. sap van
dorgingen. sap van herba robberti. desen dranc salmen geven drinken &nde
hi sal ter wonden comen also men geeft ten monde. Ende [3335] men sal optie
wonde leggen .1. root coelblat. of een blat vander hontsrebben. ¦
Een ander dranc. Nemt camp of tsaet van campe. tente. rode colen. elx .1.
hant vol. rode mede .3. hantvol. dit salmen [3340] stampen &de leggent in
wine. &de der af salmen geven drinken den zieken .3. lepel vol ¦
Een ander dranc. Nemt bredewege glorifilate agrimonie. doreginge. selfhele.
sparge. herba robberti. sent jans [3345] cruut. cenicle. grote confilie.
matefellone. den crop vander bramen. tcrudekijn metten hare. salie. grote
netelen. eglentier violet cruut. valeriane. sarasine cruut hindelope. Dese
cruden salmen nemen [3350] elx even. &de stoten. &de derna salmense
leggen in wine &de also vele roder meeden alse der vanden andren cruden
siin ¦
Ende wet datmen elken dranc mach zieden. &de dan der toe doen datter toe
behort. Ende wet [3355] alse men dese dranken keert. dats teken vander doot.
ja of enech van desen dranken die hier gescreven staen Ende altoes sal men
.1. root coolblat leggen optie wonde ¦
Ende wet oec [3360] dat alle dese dranke wonden heilen. ja sonder dranc van
buten sonder die der men mede dwaet of danet. of bessen. ende die der men
wieken in nettet &de plaestere sonder enech dingen meer ¦
Ende wet so wie [3365] dat gewont es enten corts heeft of hitte. dat men dan
den dranc maken sal met borne gesoden op gerste of met biere Ende sonder
corts salmen maken met wine ¦
Een ander dranc. Nemt den crop van [3370] den campe. tente. elx ene hantvol
rode meede .2. hantvol. rode colen .1. hantvol. &de stotet wel cleine.
&de deraf salmen maken ronde coekelkine &de cleine &de latense
drogen. Ende deraf salmen [3375] nemen alse mens te doene heeft .1. of .2.
iegen datmen wille. Entie coekelkine salmen drogen in die zonne. &de also
machmense houden in den winter te besegene alse men gene cruden vinden en
[3380] mach. dan salmen nemen .1. coekelkiin &de stampent. &de
leggent in wine. Ende men mach oec aldus doen van al den andren vorseiden
dranken. |
[137]
[46] Nadat van zalven gezegd is willen we van dranken spreken. En weet dat deze drank de vier dokters aanraadden en op
de chirurgie van Roelande en van Roegerine maakten. En zo heten die 4
dokters, Archemachei, Petronicelle, Platearius en Pherarii [zie kapittel 45]
en dit leerden ze aldus maken. Neem
violenkruid, Geum urbanum, Doronicum pardalianches [of Ajuga reptans],
Sanicula europaea, Plantago lanceolata, weegbree, Galium mollugo, rode kolen
en salie, van elk 1 ons, 3 ons honderdblad [roos of Asphodelus albus] en 12
ons rode meekrap. Deze kruiden zal men stampen en dan in wijn leggen. En
daarvan zal men een teug per keer en 3 maal per dag te drinken, sÕ morgens,
Ôs middags en Ôs avonds. En op de wond zal men een rode koolblad leggen en
niets anders. En is het dat de gewonde koorts heeft dan zal men geen wijn
nemen. Men zal bronwater op gerst koken en hierin zal men de kruiden werpen
en daarvan zal men te drinken geven. Een
andere drank; neem weegbree, Plantago lanceolata, de krop van hennep of het
zaad er van, rode kolen en Apium, van elk 2 ons, half pond rode meekrap, deze
kruiden zal men in wijn tot het derde deel verkoken. En nog zal men er wijn
bij doen en dat voor het 2de deel verkoken. En een derde keer er
wijn bij doen en die tot het derde deel verkoken en dan zal men dat door een
doek persen en doen zoals al gezegd is. Een
andere drank; neem het sap van Geum urbanum, sap van alsem, sap van Doronicum
pardalianches [of Ajuga reptans] en sap van herba roberti, deze drank zal men
te drinken geven en hij zal aan de wond komen en net zo geeft men het in de
mond. En men zal op de wond een rode koolblad leggen of een blad van Plantago
lanceolata. [138] Een
andere drank; neem hennep of het zaad van hennep, reinvaarn en rode kolen,
van elk 1 hand vol, 3 handen vol rode meekrap, dit zal men stampen en in wijn
leggen en daarvan zal men de zieke 3 lepels vol te drinken geven. Een
andere drank; neem weegbree, Geum urbanum, Agrimonia, Doronicum
pardalianches, Prunella vulgaris, asperge, herba roberti, St. Janskruid,
Sanicula europaea, smeerwortel, Centaurea jaceae, de kop van bramen, het
kruidje met de haren [Hieracium pilosella], salie, grote netels, egelantier,
violenkruid, valeriaan, Aristolochia rotunda en Eupatorium cannabium. Van
deze kruiden zal men van elk evenveel nemen en stampen en daarna zal men ze
in wijn leggen en zoveel rode meekrap als er van de andere kruiden zijn. En
weet dat men elke drank mag koken en dan er bij doen dat er toebehoort. En
weet als men deze dranken braakt, dat is een teken van de dood, ja of enige
van deze dranken die hier beschreven staan. En altijd zal men een rode
koolblad op de wond leggen. En
weet ook dat al deze drankwonden helen, ja zonder drank van buiten,
uitgezonderd die waarmee men wast of ermee nat maakt of bessen en die waarmee
men de doeken nat maakt en pleisters en nog enige dingen meer. En
weet wie gewond is en koorts heeft of hitte, dat men dan de drank maken zal
met bronwater dat gekookt is op gerst of met bier. En zonder koorts zal men
het met wijn maken. Een
andere drank; neem de krop van hennep en reinvaar, van elk een handvol, van
rode meekrap 2 handen vol en van rode kolen 1 handvol en stamp het goed klein
en daarvan zal men kleine ronde koekjes maken en laat ze drogen. En daarvan
zal men [139] er 1 of 2 nemen als men ze nodig heeft tegen dat men wil. En
die koekjes zal men drogen in de zon en zo kan men ze houden om in de winter
te gebruiken als men geen kruiden vinden kan en dan zal men 1 koekje nemen en
het stamp en in wijn leggen. En men kan ook zo doen met alle andere voor
vermelde dranken. |
Beschrijving
van 6 wonddranken. Deze dranken werden zowel inwendig als uitwendig
toegepast. Wanneer een zieke een van deze wonddranken weer uitbraakte was dat
een teken van de dood. Uitwendig zal men na applicatie steeds een rode
koolblad op de wond leggen, soms een blad van weegbree. Als de pati‘nt
koorts heeft zal men een wonddrank bereiden met gerstewater of met bier;
heeft hij geen koorts dan maakt men de drank met wijn. Van
al deze mengsels mag men ÔcoekelkineÕ maken, een soort tablet, trochisken of
zoals Lobel zegt, Ôronde broodenÕ. De bedoeling hiervan is om die te
gebruiken gedurende de winter als er geen kruiden meer te vinden zijn om
dranken te bereiden. |
[47]
Hjer leert wat die cruden werken[3385] in den dranc. Men sal nemen
valeriane omme te conforterne nature. Ende violetten of verbena omme te
verslane zeerheit. &de om te vercoelne. Origariganum om te ontbindene die
humoren. [3390] Honderblade om te suverne. Wegebrede of venkel om te
stringerne Glorifilate of agrimonie om te suverne &de te gansene. Savie
om te verslane juchtecheide. Pentafilon om te werpe- [3395] ne die humoren in
die zeerheit ute. Pilocella of nepita. om te wachtene van crampe. Betonica om
te wachtene van rede. Pyonie van hertvange. &de van groten evele.
Confilie grote &de middele [3400] &de cleine om te vergaderne die
wonde ende te lukene ¦ Of nemt ten selven cenicle of zelfhele. lanceole.
sparrelle. melangie. of sanamonde alse .1. bugle pigle. tremorsa. of
hedernetelen. den crop [3405] vander bramen. duvenbeen. goudware. marobie
wit. h[o]ntsrebbe. witte tente. den crop vanden vliedre. den crop van bloet
colen. den crop van den campe ene hantvol van [3410] elken meede die .2. deel
omme dat si alle die andre jaget ter wonden. Ende dese die men wille salmen
suveren &de stoten. &de met der conserven gedaen in .1. suver
tonnekijn. of in enen erdenen pot deser gelijc vergoten [3415] met goeden
witten wine wel riekende &de bestopt ¦ Ende
dus machmen oec houden die cruden gestampt entie past met der doget geduwet
te cleinen platten coekelkinen &de geleit te drogene in die [3420] zonne.
Alse mens te doene heeft dat men neme .1. bollekijn alsoet verseit es. Eist
dat hi niet en cortst. so ziedet wijn &de zeem te gadere. Ende eist dat
hi cortst. so ziedt water &de suker. Want wiin [3425] &de zeem siin
heet. water &de suker siin cout &de ziedet &de scumet wel.
&de dan latet coelen Ende dan seldi nemen vanden vorseiden dranke een
deel &de minget der in. &de geziet dore .1. linen cleet &de
suverlike gehouden. Hi [3430] ganst wonden buten &de binnen |
[47]
Leer hier hoe
de kruiden in de drank werken. Men zal valeriaan nemen om de natuur te versterken. En
violen of Verbena om de zeerheid te verdrijven en om te verkoelen. Origanum
om de levensssappen te ontbinden. Honderdblad [roos of Asphodelus albus] om
te zuiveren. Weegbree of venkel om samen te trekken, Geum urbanum of
Agrimonia om te zuiveren en te genezen. Salie om de jicht te verslaan. Potentilla
reptans om de levensssappen in de zeerheid eruit te werpen. Hieracium
pilosella of Nepeta om te behoeden van kramp. Betonie om tegen koorts te
behoeden. Pioen tegen bezwijming en van vallende ziekte. Smeerwortel, Ajuga
en prunel om te de wonden te verzamelen en dicht te maken. Of
neem tegen hetzelfde Sanicula europaea, Plantago lanceolata, asperge, Geum
urbanum, Ajuga reptans, heggenrank, Scabiosa succisa, dove netelen, de kop
van bramen, duivenvoet, hondsdraf, witte Marrobium, Plantago lanceolata, Achillea
nobilis, de kop van vlier, de kop van bloedkolen, de kop van [140] hennep,
een handvol van elk en van meekrap tweederde omdat ze alle andere voor is in
wonden. En van deze die men wil zal men zuiveren en stampen en daarmee een
konserf maken die in een zuiver tonnetje of in een aarden pot wordt gedaan
die direct overgoten wordt met goede welriekende witte wijn en goed dicht
gestopt. En
zo kan men ook de gestampte kruiden houden en als pasta die terdege geduwd
worden in een kleine platte koekjes en in de zon te drogen worden gelegd. Als
men ze nodig heeft dan zal men een bolletje nemen zoals al gezegd is. En is
het dat hij geen koorts heeft kook dan wijn en honing tezamen. En is het dat
hij koorts heeft kook dan water en suiker. Want wijn en honing zijn heet en
water en suiker zijn koud en kook het en schuim het af en laat het dan koel
worden. En dan zal ge van de voor vermelde drank een deel nemen en het erin
mengen en zeef het door een linnen kleed en zuiver gehouden geneest het
wonden van binnen en buiten. |
in dit
kapittel worden de farmacodynamische eigenschappen besproken van enkele
kruiden die in wonddranken gebruikt worden. Nogmaals wordt, zoals in het
vorige kapittel, er op gewezen dat men trochiskens en conserven kan bereiden
met het oog op het gebruik in de winter. Er
wordt tevens herhaald dat de dranken met water en suiker bereid moeten worden
in geval de pati‘nt koorts heeft; als hij geen koorts heeft gebruikt men wijn
en honing. |
[48]
Van den vede raet. Men sal nemen droeseme van roden wine &de zout
tfierendeel of tfijftendeel. &de dat sal men bernen te pulvere op .1.
tiechle. &de dat [3435] salmen leggen optie gaten ¦
Of men neme hage bladre &de wegebrede. bergen smout &de stampt te
gadere ende maect der af ene zalve &de der met bestriken die gaten enten
canker &de daers te doene es. |
[48]
Raad voor de roede. Men zal droesem nemen van rode wijn en zout
het vierde- of vijfde deel en dat zal men tot poeder branden op een tegel en
dat zal men op die gaten leggen. Of
men neemt hagenbladeren (Rosa of Crataegus) en weegbree, vet van een
speenvarken en stamp het tezamen en maak er een zalf van en bestrijk daarmee
de gaten en de kanker en daar het te doen is. |
Tot slot wordt
nog een kapittel toegevoegd over de ziekte van de mannelijke roede. Men
zal droesem van rode wijn met zout tot poeder branden op een tichel en op de
gaten strooien ofwel een zalf maken van hagebladeren, weegbree en biggenvet
om op de gaten en kanker ervan te smeren. |
Liber magistri
Avicenne, algemeen overzicht.
2
Over
inspanningen en rusten.
|
Sanguinici |
Cholerici |
Flegmatici |
Melancholici |
Arbeiden |
|
|
Goed |
Goed |
Rusten |
|
Goed |
Slecht |
|
Korte slaap |
|
Goed |
Goed |
|
Baden |
Slecht |
Goed |
Slecht |
Goed |
Geslachtsgemeenschap
|
Goed |
Slecht |
Goed |
|
Onverwachte gebeurtenissen |
Slecht |
|
Goed |
|
Blijdschap |
|
Goed |
|
Goed |
Gramschap |
|
Slecht |
|
Goed |
3
Hier
wordt slechts een summier overzicht gegeven over bloed laten, meer gedetailleerde
en uitgebreide beschrijving over bloed laten vindt men in hoofdstuk 38.
Bij
volle maan moet bloed gelaten worden.
Men
laat de hoofdader, in de rechterarm, tegen hoofdziekten; de hartader tegen
kwalen van hoofd tot navel; de lever- of miltader in de linkerarm, bij
leverpijn en tegen de kwalen van de lichaamsdelen beneden de navel.
Oude
lieden en kinderen worden minder bloed gelaten; kinderen beneden de 14 jaar
helemaal niet. [15]
Alle
tijdstippen zijn goed om bloed te laten; doch de voorkeur wordt gegeven in de
lente en in de herfst. Is het noodzakelijk bloed te laten bij warm weer, breng
dan de pati‘nt in een koude plaats, bestrooi de vloer met lis, wilgentakken en
druivenbladeren en besproei hem met water. Bij koud weer zal de pati‘nt in een verwarmde
goed afgesloten plaats gebracht worden waarin hij 3 dagen zal blijven.
Zieken
en gezonden komen in aanmerking voor bloed laten, doch de eerstgenoemde mogen
niet te zeer verzwakt zijn; vallen zij toch in onmacht dan zal men hun gezicht
besprenkelen met water, Õs winters warm, Õs zomers koud.
4
Dieet
voor hen die gelaten zijn;
Zacht
gebakken eieren, vlees van speenvarkens, jonge kuikens, jonge hennen, licht
tarwebrood, zuivere witte zachte wijn, doch met mate, gebraden appels.
Verboden
zijn; melk, kaas en olie.
De eerste
dag zal men niet slapen.
Voordelen
van het laten; het klaart en scherpt de zin en verdrijft de muizenissen, het
wekt op tot bijslaap, het verheldert de stem, het maakt korte slaap, het houdt
de mens jong en het zal hem lang in gezondheid doen leven. Het zuivert vooral
het bloed; de andere drie levensvochten halen er ook voordeel bij, doch om die
te zuiveren bestaan er meer specifieke medicijnen die eerder in het boek
besproken zullen worden.
5
Nu
zal worden gehandeld over het verzorgen van zieken, volgens de leer van
Avicenna. Vooreerst wordt gesproken over de ; effimera febreÕ[febris
intermittens], een lichte koorts waarvan de etiologie aan allerhande ÔtoevalleÕ
wordt toegeschreven als bitterheid, dronkenschap, vrees etc. Gewoonlijk wordt
de geneesheer niet geraadpleegd, daar de koorts reeds op de derde dag verdwenen
is.
Er
groeien echter verscheidene koortsen in de mensen, de simpele waarvoor een van
de humoren aansprakelijk wordt gesteld, de gemengde die door meer dan een
levensvocht veroorzaakt is.
6
Bij
de simpele of enkelvoudige koortsen zijn er 3 soorten die regelmatig opkomen en
afnemen waarvan rottende levenssappen buiten [16] de aderen de oorzaak zijn.
hun namen; de cotidiana [febris quotidiana, met dagelijkse aanvallen], de terciana
[febris tertiana, met koortsstoppen om de twee dagen] en de quartana [febris
quartana, met koortsstoppen elke derde dag]. Verder bestaan er nog 4 soorten
van simpele koortsen die gedurig aanhouden en waarvoor de materies peccans
binnen in de aderen steekt.
symptomen; komt iedere dag op en duurt 18 uur, de
overige 6 uur stopt de koorts; de pati‘nt voelt kleine koude of kleine hitte en
de dorst is dragelijk. De urine is troebel en weinig gekleurd; de pols slaat
traag en zacht.
Dieet ; kuikens, jonge riviervissen, gebuild
tarwebrood, witte en nogal sterke wijn.
Medicatie; de materies wordt gezuiverd met
honingwater gekookt samen met bepaalde kruiden die koude humoren laten rijpen.
7
De
tweede soort enkelvoudige koorts die regelmatig opkomt en afneemt is de terciana;
deze wordt veroorzaakt door de gal, buiten de aderen.
Symptomen; urine; rood en dun of geelrood.
Polsslag;
rap, hard en dik.
Begint
met grote koude en daarna grote hitte.
Komt
iedere derde dag op.
Dieet; kruim van brood in water, fruit, koude
kruiden; de dag van de koortsstop; kuikens of lamsvlees of varkenspoten of
riviervis, alles met druiven of azijn.
Medicatie; somtijds nihil, dank zij het dieet; zo
nodig; diaprunis laxativum of Electuarium triasandalum.
8
De
derde enkelvoudige koorts die op regelmatige tijdstippen aanvalt is de quartana;
deze wordt veroorzaakt door de zwarte gal.
Symptomen; urine dun en wit in het begin, wordt na
een koortsaanval rood.
Polsslag;
traag en hard.
Komt
iedere 4de dag; twee dagen heeft men rust. [17]
Dieet; kuikens met komijn, alle vogels die in
broekachtige plaatsen wonen en stilstaande waters, varkensvlees, sterke
kruidenwijn; te mijden; gezouten en gekruide spijzen.
Medicatie; In het begin honingwater, zingiber
conditum of electuarium diacalamentum.
Als
de materies rijp is, wat te zien is aan de urine die donker gekleurd en dik
geworden is, zal men deze purgeren met medicijnen waarvan de beschrijving later
komt.
Is
de ziekte weerspannig dan baden en teriakel geven of de zieke inwrijven met
revulsieve zalven.
Een
gedetailleerde beschrijving wordt hier gegeven van het baden; men kookt kruiden
in een pot en langs een pijp wordt de damp in het bad geleid.
9
Benevens
de drie voornoemde bestaan er nog 4 enkelvoudige koortsen. Deze komen voort uit
ieder van een van de 4 humoren die rotten in de aderen; de koorts blijft
aanhouden.
1. Cynocus [bedoeld wordt febria
synochalis, febris sthenica, koorts waarbij de hartwerking onverminderd intact
blijft] wordt veroorzaakt door rottend bloed in de aderen.
Ziektebeeld; urine rood en dik.
Polsslag
rap.
Meestal
weinig koude.
Dieet; kruim van tarwebrood in water gewekt,
koud fruit, koude kruiden, gestewater.
Medicatie; ader laten.
Indien de
ziekte gepaard gaat met;
Hoofdpijn;
hoofd insmeren met populierzalf of rozenolie of azijn of azijn + olie.
Voetbaden in kruidenaftreksel [men mag dezelfde kruiden ook op de pols binden.
Slapeloosheid;
voorhoofd of slapen bepleisteren met een papje gemaakt van verschillende zaden
in rozenwater [men mag deze 2 kruiden ook op de pols binden]
Dorst;
rozensiroop.
Obstipatie;
viooltjessiroop of E. Diaprunis [de ziekenkamer bestrooien met wilgenbladeren,
het bed met wingerdbladeren, de vloer begieten met bronwater] ofwel neem een
aarden pot [18] met doorboorde bodem waar in iedere opening een korenaar
steekt, vul de pot met water, het doorsijpelende water drinken. Of een
aftreksel van tamarinden en Cassia fistula. Of een klysma. Of zetkaarsjes
opsteken.
Slijmerige
tong; met een houten mes de tong afscheren ofwel de tong afschuren met een
zakje waarin psyllium in lauw water geweekt zit. Tanden poetsen met wit brood
en de mond spoelen met warm water.
Is de dood
ermee gemoeid, dat kan men hieraan herkennen; zijn mond hangt op en ook zijn
zÕn nagels te bezien.
10
2. Causon of terciana continua, vulgo
Õtheete ongemacÕ. [van χαύσων; hete koorts;
terciana continua; aanhoudende koorts met koortsstoppen om de 2 dagen]. Wordt
veroorzaakt door rottende gal in de aderen.
Ziektebeeld; hoge koorts [Ôgroter hitteÕ].
Men
geneest ervan op een oneffen dag.
Wordt
de urine na de 7de dag bleek in plaats van rood, dan bestaat er
gevaar voor frenesie; blijft ze bleek dan betekent dit de dood.
Dieet
en medicatie; zoals bij
cynocus.
Verschil
cynocus en causon;
Bij
causon is de urine roder en minder dik
Slaat
de pols harder.
Is het
lichaam warmer [hogere temperaturen]
Causon komt meest
voor bij cholerici, bij warm weer en in warme landen.
11
3. Cotidiana [dagelijks aanhoudende
koorts] wordt veroorzaakt door het flegma.
Symptomen; urine is bleek.
Polsslag
traag en zacht.
De koorts
houdt heel de dag aan doch 18 uren is hij hevig en 6 uren minder hevig. [19]
Dieet; zacht drankje van wijn en tarwebloem.
Kippenbouillon
met tarwebloem en wijn.
Versterkende
middelen innemen.
Als
drinken; water waarin kruim van tarwebrood werd gekookt of mulsa,
Medicatie; afkooksel van selderie- en
peterseliewortels en honing.
Ader laten
op een van de 4 eerste dagen na de aanval.
KlysmaÕs
[een gedetailleerde beschrijving wordt gegeven]
Zetkaarsjes;
honig + zout = poeder van sennabladeren.
Er
wordt opgemerkt dat men het beste een klysma zet bij verstoppingen die door
hete ziekten veroorzaakt zijn en bij verstoppingen die uit koude ziektes
voortkomen.
Is
de tong slijmerig, dan zal men de mond spoelen met verdunde azijn, de tong
scheren met een houten mes en het gehemelte afvegen met een lapje.
Bij
hoofdpijn geen koude medicijnen op het hoofd leggen, want dan is er gevaar voor
lethargie.
12
Men zou nu de
beschrijving kunnen verwachten van de vierde aanhoudende koorts die veroorzaakt
wordt door een rottende humor in de aderen, de melancholie ontbreekt nog, doch
het kapittel over de koortsen schijnt de schrijver [of kopiist] het nu welletjes
te zijn en hij besluit in een kort hoofdstuk door te zeggen dat er nog veel
andere koortsen bestaan; valse cotidiaan, - terciaan of – quartaan
koortsen; verder zijn er nog de gemengde of samengestelde koortsen. Men zal
deze genezen naar de urine, de pols en andere ÔtoevalleÕ uitwijzen. In zijn
haast om te eindigen verkondigt hij tenslotte de ketterij dat zieken met koude
complexie moeten genezen met koude medicijnen. We lezen wat dat aangaat in de
Ortus sanitatis; ÔEnde hyer omme sal een yeghelijck medecijn ofte meestere ende
elck cranck mensche bemerckinghe hebben opt ghene dat zijnder natueren bequaem
is Ende god almachtich heeft menigherhande cruyt verleent, niet om dat alle
cruyt allen menschen bequaem wesen soude Maer alleene den menschen dye dat van
noode hebben. Ghelijck cruyden die van haer natueren cout zijn, zijn goet om
die hitte dar mede te benemen ende te verdriven/Ende die cruyden dye heet zijn
om die coude daer mede te benemene Ende hier om en salmen niet besighen cout
by cout of heet bi heet, want dye siecheden daer mede vermeerdert worden
ende nommermeer tot ghesontheden en comen Als ons Galienus ende Avicenna in
vele plaetsen bescrijvenÕ. [20]
13
Er bestaan
drie soorten van vallende ziekte; deze aanvallen kunnen zich voordoen van eens
in het jaar tot 4 maal per dag.
1] Epilencia
of groot ongemak [bedoeld wordt epilepsia, vallende ziekte, chronische
aandoening gekenmerkt door aanvallen van bewusteloosheid, gepaard met
convulsies] spruit voort uit de hersenen.
Ziektebeeld; de aanval komt plots; de zieke heeft
koud, beeft en spartelt met handen en voeten en heeft schuim op de mond.
Dieet; lichte goed verteerbare spijzen;
kuikens, fazant, eierdooiers, bever en ramtestikels, riviervissen.
Als
drank; zachte witte wijn en water.
Verboden
zijn; vlees van ossen, koeien, hazen, geiten, zeugen en stieren, bonen, erwten,
vitsen, look, uit, prei, rode kool, ganzen en alle gevogelte dat in
broekachtige plaatsen, meren en staande wateren leeft; vooral geen koppen geven
van vissen, vogels en andere dieren.
Medicatie; verboden; vleselijke gemeenschap,
baden, zich opwinden, vasten, zich bloot stellen aan te hevige hitte of te
grote koude; goed; gebraden ezellever eten; een zakje met pioenwortels om de
hals hangen; hazengal, wierook, mirre, honingwater met castoreum; op het glad
geschoren hoofd een papje leggen van mosterdzaad en andere kruidenÕverder
teriakel, honingwater diureticum en purgatie met Hiera picra of met Benedecita
lacativa.
2] Catalempcia
[bedoeld wordt catalepsia, het innemen van standen en houdingen gedurende
abnormaal lange tijd, zonder dat van vermoeidheid sprake schijn te zijn.
Blankaart spreekt van ÔZinvang, leden-styvingÕ].
Ziektebeeld; men voelt in armen en benen en handen
de aanval aankomen; de zieke heeft koorts en er staat geen schuim op de mond.
Dieet; zoals bij epilencia.
Medicatie; bloed laten; handen en voeten
verwarmen.
3] Analempcia
[bedoeld wordt analepsia, het brengen van het lichaam of van de ledematen in
een hangende of zwevende houding bij wervel- resp. ruggenmergaandoeningen en
bij ontstekingen aan de extremiteiten] komt voort uit de maag.
Medicatie; afkooksel van selderie- venkel- en
peterseliewortels, purgeren naar gelang de urine aantoont. [21]
14
Spasmus wordt in de Ortus sanitatis gedefinieerd;
Ôdats crimpen of grymen int lyfÕen Herbarius in Dyetsche zegt; ÔSpasmus dats
vertrecking der leenÕ.
Spasmus komt
voort van te weinig of van te grote ophoping van humoren of van koude.
1] Spasmus van
ÔydelheidÕ.
Diarree,
braken, te sterke medicijnen, bloedverlies, galkoorts zijn hiervan de oorzaken.
Kuur; melk van
een vrouw die bevallen is van een jongen zal men wrijven op de pijnlijke
plaatse en op het rugbeen; maak een pleister van pluk gedrenkt in afkooksel van
bepaalde kruiden en leg de pleister van nek tot lenden; op de pijnlijke plaats
wol leggen die gedrenkt wordt in olie en lauw water.
2] Spasmus van
ÔvervultenÕ.
Kuur; ader
laten, koppen zetten met of zonder scarificatie; hals en rugbeen met ruitolie
insmeren.
3] Spasmus van
ÔcoudeÕ.
Kuur; insmeren
met verwarmende zalven; een versterkend en verwarmend middel ingeven zoals
Electuarium diacastoreum.
15
Artetica,
fledercijn of gescot,
komt voort of van hitte of van koude en wordt veroorzaakt door een van de vier
humoren.
1] van hitte
komt het van;
b)
overtollig
bloed in de zenuwen, aderen en slagaderen.
Kenmerken;
urine rood en dik.
Polsslag
vlug en zacht.
Aangezicht
rood.
Medicatie;
ader laten en daarna een pleister van bepaalde kruiden op de pijnlijke plaats
leggen.
B] gal.
Kenmerken;
urine rood of geelrood.
Pols dik
en hard.
Medicatie;
medicijnen die gal purgeren.
Pleister
zoals voorgaande of insmeren met zalf, samengesteld uit nagenoeg dezelfde
ingredi‘nten;
Verkwikkende
baden. [21]
1] van koude
komt het van;
c)
flegma
kenmerk;
urine wit, dik en troebel.
Medicatie;
medicijnen die flegma laten rijpen en purgeren
d)
zwarte
gal.
Medicatie;
medicijnen die zwarte gal laten rijpen en purgeren.
Voor deze
beide laatste worden dan nog voorschriften gegeven van uitwendige toepassing;
pleisters en zalven, waarvan een typische, nl. destillatie van oude urine tot
levend water.
Helpt dit
alles niet, dan zal men cauteriseren.
Als dieet
wordt aanbevolen; licht voedsel zoals kuikens, jonge hoentjes, fazant,
lammerenvlees, geiten vlees, lichte wijn en zuiver tarwebrood.
16
Hydropsie wordt aan de lever geweten en kan
veroorzaakt zijn door onjuiste verhouding tussen hitte en koude.
1] Van hitte.
C)
Alciten [ascites, buikwaterzucht] komt uit het
bloed, heeft meer water dan wind; slaat men op het lichaam dan klinkt het alsof
men op een halflege leren wijnzak zou slaan, vandaar de naam
[άσχός; leren wijnzak, waarom de schrijver of kopiist
het steeds heeft over alciten is me niet duidelijk]
D)
Timpaniten
[tympanites, opgeblazen
buik] komt van de gal; heeft meer wind dan water; slaat men op het lichaam
klinkt het alsof men op een trommel slaat.
In beide
gevallen is de urine rood; buik, handen, armen en benen zijn gezwollen. Deze
ziekten zijn ongeneeslijk.
1] Van koude.
A]
Leucofleumancia [leucophlegmasia, gegeneraliseerd oedeem; Ôde witte
zugt, slym-zucht/ongendaantheid;. Blankaart en Herbarius in Dyetsche zeggen;
ÔLeucolofleumencia dats die watersucht van witte flumen die alt lichaem doer
verspraeyt komt van het flegmaÕ; heeft meer water dan wind. De urine is wit en heel
het lichaam staat gezwollen, een vingerdruk maakt een put.
Dieet;
heet en droog, t.t.z. kuikens, lammerenvlees gekookt met peterselie, komijn en
peper; witte wijn, tarwebrood, hazelnoten, amandelen.
Verboden;
vlees en vis.
Medicatie;
zachte drank met kruiden; verwarmende likkepotten; hete baden, eerst in gekruid
water, daarna in zout water.
B]
Yposarca [hyposarca, anasarca, ÔÔt Lyfwater, tusschen vel en vlees
liggende water/leden-zugtÕ] komt van de zwarte gal, heeft meer wind dan water
tussen vel en vlees. De urine is donker gekleurd.
Dieet
en medicatie zoals bij leucofleumancia.
Indien de
zieke zelfs zulks verlangt mag het water afgetapt worden.
17
Elefancia [elefantiasis, elephantisis] vulgo
lazerie. Lazerie is een huidziekte die niets met melaatsheid volgens de huidige
begrippen van doen heeft. Herbarius in Dyetsche noemt iemand die lazers is
Ôlasarus van verbart bloetÕ, Deze en andere huidaandoeningen uit de oude
geneeskunde zijn steeds zeer verwarrend en moeilijk te identificeren.
Alle
ÔlazerieÕ spruit voort uit rotte zwarte gal. Er bestaan verschillende soorten
al naar gelang de menging van rotte zwarte gal met een der andere humoren.
1. Zwarte gal alleen; elefancia,
aldus genaamd naar de olifant omdat die groter is dan andere dieren en omdat
deze ziekte afschuwelijk is om te zien. Volgens Thomas Scellinck in zijn
Ôderden boec capmXII vander laserien die cuere daer afÕis de etymologie alsdus
te verkalren; Ôolefancia na een dier dat heit olifant ende het es dat
alrestercste dier dat men vint. Ende alsoe is dit onghemacÕ.
2. Zwarte gal + flegma; tyria
[tyriasis]. Volgens Scellinck komt de naam Ôna een serpent ende es gheheeten
tijrus. Ende dat serpent doet dicke siin sluiif [vel] af alsoe doet die sieke
hem scellet dicke siin huiit ende siin wiinbrauwen vallen uut ende hi stinct
herde seerÕ.
3. Zwarte gal + gal. De specifieke naam
wordt niet gegeven, doch Scellinck noemt deze Leoninana [leontiasis leprosa] ,
na eenen leeuwe omdat hij is anxteliic [angswekkend] ende ranpende
[steigerend].
4. Zwarte gal + bloed; alepicia. Scellinck
noemt deze Ôallopicia na den wolf allopes dat siin wolvenÕ.
Dieet en
medicatie, vooral uitwendige, worden breedvoerig behandeld. [23]
18
Morfea [een pigmentanomalie waarbij vlekken op
de huid ontstaan] is volgens Herbarius in Dyetsche Ôeen pleckinghe die wit of
zwert int vel es; en Ortus sanitatis definieert; ÔMorphea dats die quade
seericheit inder huyt die der melaetscheyt ghelijck isÕ.
Volgens
het handschrift kunnen de vlekken wit zijn, dan zijn deze veroorzaakt door het
flegma en genezen moeilijk; ofwel zijn ze rood, als ze veroorzaakt zijn door
het bloed of gal, in het laatste geval kunnen ze zelfs geel zijn; deze zijn te
genezen als er bloed uit vloeit wanneer men er met een naald in prikt; komt er
water uit dan is de genezing uitgesloten. De vlekken kunnen ook zwart zijn;
deze worden veroorzaakt door de zwarte gal. Aldus zijn we weer rond en zijn de
4 humoren even aansprakelijk; een theorie die door de schrijver van de Liber
Avicenne veel meer nog dan veel andere oudere schrijvers voorgestaan wordt. De
meeste schrijvers kennen alleen voor morfea witte en zwarte vlekken.
Verschillende
geneeswijzen worden gepreconiseerd; baden, ader laten, strooipoeder, laat
koppen, blaartrekkende middelen en zalven.
19
Gutta
rosacea vulgo de rose.
Er wordt geen beschrijving van de ziekte gegeven. Bedoeld wordt erysipelas,
belroos, Sint Antoniusvuur. Herbarius in Dyetsche zegt; ÔErispille dats een
apstonie van vierechtegher colerenÕ en Ortus sanitatis; ÔHerispula dat is een
rode hittighe lopende seericheytÉ dye int lijf lopet van dat een lidt aen dat
andereÕ. ÔMen hevet oec met puustkine int ansichte;. Blankaart zegt Ôsi
occupaverit faciem la Rose au visage dicitur. A. St Anthonis fireÕ.
Hiertegen
werden vooral zalven aangewend waarvoor vershcillende recepten worden
aangegeven. Een eigenaardigheid is de beschrijving van de oleum tartaricum,
verkregen door distillatie van gebrande wijnsteen met azijn.
20
Serpigo, [ook zeter] en inpigo, [ook
single genaamd] komen beide voort van hete materien en zijn sterk gekleurd. Zij
verschillen nochtans hierin dat serpigo een voortkruuipende huidziekte is
terwijl single zich uitbreidt rond de aangetaste plek en minder rood is.
Scellinck is het hiermee niet eens, hij zegt nopens impigo; Ôin dietsche
ommeleghe ende in walsche cingelÕ. Ortus sanitatis maakt evenmin onderscheid;
ÔImpetetigo sive serpigo;. Herbarius in Dyetsche kent wel enig onderscheid;
ÔImpetigo dats rouicheit van den velle. Serpigo dats rouicheit die scerp es
ende cruypt herwert ende ghenswertÕ.
Medicatie;
ader laten, zalven, laat koppen, drankje innemen. Ook wordt aangeprezen vel en
vlees met een tang te grijpen waarvan de twee armen doorboord zijn; men steke
een els door de gaten en dan trekke men een snoer erdoor, dat lang gedragen
moet worden!
21
Drope [schurft] en ioocsele [jeuk]
kunnen voortkomen van bloed, dan moet men bloed laten, komt het van andere
humoren dan zal men deze purgeren, daarna baden [verschillende recepten worden
aangegeven, waaronder en me zwavel] en vervolgens insmeren met zalf waarvoor
meerdere formules worden gegeven.
Veelal,
volgens de meesters, komt drope van falsum fleume, dat is gezouten flegma [ een
toestand waarin het levensvocht flegma kan verkeren in de aderen] waartegen een
zalf wordt voorgeschreven ofwel een olie van essenhout, verkregen per
descensum, dat wil zeggen door neerwaartse destillatie [een bereidingswijze die
hij uit de Grabadin van Pseudo-Mesues heeft overgenomen].
22
Tinea, dats scorftheit. .Herbarius in Dyetsche;
ÔTinea dats schorftheyt of rappicheyt van hoefdeÕ.
Tinea
[ringworm, teigne] komt voort ofwel van zout flegma, dan gaat het gepaard met
jeuk, ofwel van zwarte gal, dan komen grote roven, ofwel van bloed, dan zijn de
puisten bloedachtig en etterig, ofwel van gal en dan zijn het kleine puistjes
alom verspreid.
De
voorgeschreven medicatie; het hoofd bepleisteren, dan bedekken met een doek en
met een ruk de doek aftrekken zodat het haar volgt. Deze barbaarse methode
vroeger veel in gebruik is de geschiedenis ingegaan onder de benaming la
methode dite de la calotte! Doch het moest gebeuren want Ôgeen scorfde hoofden
en genesen daer quade hare in siinÕ. Toch worden andere methodes aangegeven om
haar te verwijderen en tevens te ontluizen, meestal op basis van loodglit.
Om
nadien het haar terug te laten groeien worden allerlei middelen aangeprezen
waarvan sommige in de volksmond nog bekend zijn zoals koeiendrek, verbrande
schoenen of verbrandt perkament, verbrande bijen, geitenkeutels etc. [25]
Luizen
groeien [door generatio spontanea] in de pori‘n van de huid die verstopt zijn
door humoren, rode luizen komen voort van hete materie, witte van flegma en
zwarte van zwarte gal. Men verwijdert luizen met kwikzilver en loodglit in
azijn. Een vernuftige methode; leg staverzaad [Delphinium staphisagria L] met
terpentijn gemengd op katoen in de schoot en de luizen zullen er alle naartoe
lopen.
23
ÔMalum
mortum es een manier van quay scorfheyt als sweren doij verweghe puysten
omtrent dat been en scenen comen of elders daer van dat die leen dorre of
droghe wordenÕ, Herbarius in Dyetsche.
Malum
mortuum, een lepra-achtige aandoening der huid met livide verkleuring alsof die
afgestorven zijn, komt meest voor op de benen die vol etterige zwarte puisten
staan.
Op
zon- en feestdagen worden deze wonden niet verbonden! Ook mag de pati‘nt zijn
voeten niet wassen.
Als
medicatie; insmeren met zalf en de lever- en miltader laten.
24
Oogziekten
kunnen ontstaan door ieder van de 4 humoren.
1. van bloed; kentekenen; rode ogen, rode
vlekken in het wit van de ogen; de urine is rood en vet; medicatie; hoofdader
laten.
2. van gal; kenteken; pijnlijk stekende
ogen; urine geel; medicatieÕgal purgerende middelen.
3. van flegma; kentekenen; aangezicht bleek en
gezwollen; medicatie; flegma purgerende middelen.
Over
zwarte gal wordt niet gesproken.
In
geval van tranende ogen zal men op zwarte dingen kijken, een pleister
appliceren van pluksel met allerlei geneesmiddelen erop, laat koppen zetten,
het lelletje van de oren met een gloeiend ijzer doorboren en er een snoer
doortrekken, cauterisatie op de arm, ader laten aan de slapen en het voorhoofd.
Macula, Ôdat is te segghen dat witte ende die
liese op die ooghenÕ. Zoals Scellinck zegt, zijn zwart of bruin als zijn van
zwarte gal voortkomen en zijn ongeneeslijk; zijn ze wit dan kunnen die genezen;
bruine die voortkomen van viskeuze humoren en die buiten aan de ogen hangen
worden er afgelicht met een naald of haakje.
Ungula [bedoeld wordt pterygium, een driehoekig
vlies dat zich aan de voorzijde van het oog vormt met de basis naar de ooghoek
gericht en met de punt over het hoornvlies heen groeiend, wordt door Scellinck
aldus beschreven; ÔUngula in oculo dat is die nagle int oghe. Ende ungula
begint te wassen in den enen hoornic [hoek] vanden oghe dan wasset allenxkens
totdat doghe al overdect es ende tsien benemetÕ. Men zal het eveneens met een
naald wegnemen, doch vooral zal men het weken hetzij met vrouwenmelk, met bloed
uit de vlerken van jonge duiven, met merg uit een ganzenveer, met gal van
roofvogels hetzij met gal van een man die met het zwaard gedood werd of met nog
andere meer, om van te griezelen.
23
Bij
neusbloeden zal men aldus te werk gaan;
Bloedt men
uit het linker neusgat;
De
hoofdader laten op de linkerarm.
Pleisters
leggen op de milt.
Voorhoofd
en hals bestrijken met azijn.
Bloedt men uit het
rechter neusgat;
De
hoofdader laten op de rechterarm.
Pleisters
leggen op de lever.
Laat
koppen zetten op de rechterzijde, op de lever.
Wie
dikwijls bloedt uit de neus moet op dieet gezet worden; licht verteerbare
spijzen en als medicatie wordt aanbevolen zijn eigen bloed ofwel paardenhoeven
te verbranden en de rook ervan op te snuiven.
26
Er bestaan 3
soorten buikloop, namelijk disenteria, lyentiria en dyaria. In Ortus sanitatis
wordt dit aldus beschreven; ÔItem daer zijn driederhande loopen des buycks Den
eenen wort ghenaemt Dissenteria Ende dit is eenen loop di met bloede loopende
is. Den anderen loop des buycs is Dyarria ghenaemt Ende dit is eenen loop
sonder bloet Ende den derden loop is Lyenteria ghenaemt Ende hier mede loopt
die spise dore gelijc si gheten of inghenomen wortÕ.
Disenteria gaat gepaard met bloedafgang en men
voelt stekende pijn soms boven en soms omtrent de navel. Naar gelang de plaats
van de pijn en de kleur van de uitwerpselen zullen geneesmiddelen ingegeven
[28] worden; in sommige gevallen zet men klysmaÕs of legt men pleisters op de
maag.
In
de 2 volgende hoofdstukken wordt dan gehandeld over lientiria en dyaria.
27
Lientiria is een diarree waarbij de faeces
onverteerde voedselresten bevatten. Daar zijn vier oorzaken voor; ofwel zijn er
in de maag en darmen t veel viskeuze humoren, ofwel heeft de natuur geen kracht
om de spijzen te verteren, ofwel is de zieke te zwak om de spijzen in te houden,
ofwel zijn maag en darmen gewond door hete humoren. Tegen ieder van deze
oorzaken worden geneesmiddelen en dieet voorgeschreven.
28
Dyaria is een eenvoudige buikloop zonder
stekende pijn; de spijzen zijn verteerd, het is een spoeling van het lichaam.
Alle middelen bij dysenteria en lientiria beschreven worden in dit geval met
goed gevolg aangewend.
29
Acarides [=oxycures vermiculares, aarswormen] en
lombrici ]-ascarides lumbrodoides, spoelwormen] zijn wormen die in het lichaam
groeien; zij ontstaan uit grove moeilijk te verteren spijzen. De lombrici,
lange wormen, huizen in de kleine darmen, de acarides in de grote darmen of in
de aars. Enkele recepten worden aangegeven die tegen alle soorten van wormen
kunnen dienen.
30
Nier-
en blaasstenen worden bestreden
door het innemen van allerlei drankjes waarvoor warm vossenbloed of gedroogd
bokkenbloed, benevens kruiden de ingredi‘nten vormen. Men zal ook baden en
daarna de steen trachten weg te duwen. Hete medicijnen doen de steen breken;
doch als de steen te groot is bestaat er maar 1 middel, namelijk de steen uit
te snijden.
31
Tegen
graveel worden verschillende drankjes aanbevolen, baden en de leverader
laten onder de knoesel binnenvoets.
Volgens
getuigenis van Galenus veroorzaken stenen stranguiria [stranguria]. Hiertegen
wordt bloed laten onder de knosel binnenvoets aanbevolen, ook legt men
pleisters tussen scrotum en anus en geeft men allerhande diuretica.
Volgens
de Ortus sanitatis; ÔStranguria dat is die droppel of coude pisseÕen
Ôstraguriosi dat is degene die met pine haer orine makenÕ. Herbarius in
Dyetsche; ÔGebreck in der blasen als coupis ende dissurie dats nu wat pissen
ende over een uure noch watÕ.
32
De steen
snijden is steeds gevaarlijk bij oude lieden en bij kinderen. Volgt dan een
zeer gedetailleerde beschrijving van het snijden van de steen bij een kind. Na
de operatie wordt tarwebloem op de wonde gestrooid en een kussen van droog
pluksel erop gelegd. Men hoeft niet bang te zijn dat de urine 4 of 5 dagen uit
de wonde loopt Ôwant die wonde sal wel genesenÕ. Zie van Beverwijck over
verschillende en wat hardhandige manieren.
33
In
dit kapittel wordt onderwezen hoe men breuken geneest. Op vele plaatsen
van het lichaam kunnen zich breuken voordoen; aan de navel, onder de navel,
neven het ÔysebeenÕ, in de onderbuik en in de liezen.
Men
zal deze genezen met pleisters leggen. Kinderen kunnen genenzen met een zacht
drankje en een breukband of kussen. De pleister wordt met een kussen op de
breuk vastgemaakt.
Bij
ernstige gevallen wordt de operatie toegepast waarvan een gedetailleerde
beschrijving gegeven wordt. De pati‘nt moet daarna te bed blijven tot hij
volledig genezen is.
34
Antrax is een zweer die door giftige humoren
veroorzaakt wordt. Er worden vier soorten onderscheiden naar gelang zij
voortkomen van de 4 humoren of de menging ervan. [29] Antrax
wordt genoemd de Ôbloemen int vleesch; waar ze uitbreken zal heeft men het
gevoel alsof daar lood gehangen is.
Medicatie;
bloed laten dicht bij de aangetaste plaats, uitgezonderd als de anthrax aan het
bovenste deel van het lichaam staat. Kinderen beneden de 14 jaar zal men laat
koppen zetten, daar het niet toegelaten is die bloed te laten. Pleisters worden
aangebracht en als de anthrax rijp is zal men er met eenÕschaar in snijden.
Daarna zal men er gekookte kruiden op leggen om te genezen; mensendrek dient
ook daartoe.
Ongelukkig
geeft de auteur [of de kopiist] geen verdere uitleg over de 4 soorten van
antrax en kunnen we de regels 2261, 2262, die waarschijnlijk op een corrupte
tekst berusten, moeilijk verstaan. Het gaat dus over anthrax en carbunculus en
verder lebon, mogelijk verminking van flegmon; dan zouden bonus [goedaardig] en
malanus [malignus; kwaadaardig] slaan op phlegmon waarvan Scellink zegt;
flegmon is diep in dat vleesch; en hij maakt ook onderscheid ÔÕt zij datse
waerachtig ofte onwaerachtigh zijnÕ.
Ortus
sanitatis noemt Ôantrax die hittigeh sweringe ende aposterne; en ÔCarbunculus
dat is een swarte bladere die gheheel feninich is Ende dese gelijckt der
pestilencie Ende ghelinstert ghelijc eenen carbunckelsteenÕ. Herbarius in
Dyetsche; ÔÕhet es teghen quade puysten [als antrax], van Beverwijck; ÔAnthrax
komt in alle delen van het lichaam voor als een klein puistje of hard
knobbeltje met jeuk en grote brand, is in het begin nauwelijks zo groot als een
erwt maar wordt geleidelijk aan groter met zeer stekende en onlijdelijke
brandende pijn en vooral Ôs avonds en Õs nachts, ook meer terwijl de spijs in
de maag verteerd wordt dan als het verteerd is. Werpt soms een, soms twee
blaren op en als die geopend worden ziet men het vlees eronder dat net zoals
met gloeiende kolen zwart verbrand is waarom het bij de Grieken Anthrax, bij de
Latijnen Carbunculus en bij ons pestkolen genoemd wordtÕ.
35
In
dit kapittel geeft de schrijver een lijst van kruiden, medicijnen en
likkepotten met hun therapeutische eigenschappen.
Tegen
alle hoofdkwalen; koude kruiden tegen hitte in het hoofd; kruiden tegen
borstkwalen door koude veroorzaakt; likkepotten tegen koude hoest; medicijnen
tegen heesheid door hitte veroorzaakt; tegen heesheid door koude veroorzaakt;
likkepotten tegen verkoudheden; tegen hartkwalen; tegen verhitte lever; tegen
verkouden lever; tegen miltkwalen, bij koude maag, likkepotten tegen stenen;
tegen verkoudheid van de baarmoeder; tegen bloedvloed bij vrouwen; tegen
buikloop; tegen koudheid in de nieren.
Tenslotte mag
ook het magisch, naar tijdsgebruik, niet ontbreken en wordt betonie aangerande
[Stachys officinalis, koortskruid] te leggen in het bed van iemand die veel
denkt, tegen benarde dromen. En byvoet [Artmmisia vulgaris] helpt tegen de
duivel!
36
Ô In
de loop van het traktaat wordt dikwijls erop gewezen dat de humoren moeten
ÔripenÕ en ÔpurgierenÕ met wat er toe hoort, met [30] medicijnen die later in
dit boek beschreven zullen worden. In dit kapittel wordt aan die belofte
voldaan.
Achtereenvolgens
wordt gehandeld over het rijpen van hete humoren, purgeren van hete humoren,
purgeren van koude humoren, rijpen van koude humoren in het hoofd, de lever, de
milt, de borst, de maag, de geslachtsdelen en in alle leden; voor arme zieken
die Ône genen cost doen en machÕwordt een goedkoop middel ter hand gedaan.
Verder purgeren van flegma en viskeuze humoren, purgeren van koude humoren,
purgeren van flegma en zwarte gal.
Enkele
wenken worden nog toegevoegd; de dosis der geneesmiddelen verschilt naar gelang
de zieke jonger of ouder is dan 25 jaar en ook naar gelang de kracht van de
zieke; bij warm weer purgeren de humoren gemakkelijker dan bij koude;
medicijnen in vloeibare vorm ingegeven werken sneller als men op de been blijft
en niet gaat liggen; vaste medicijnen neemt men in bij dageraad en daarna mag
men nog wat slapen.
37
Drie
manieren om eksterogen te verwijderen worden hier beschreven;
1. uitbranden met een gloeiend ijzer; de
beste methode.
2. uitbranden met brandend zwavel.
3. uitsnijden met een vliem.
38
In
de kapittels 3 en 4 werd reeds een en ander gezegd over aderlaten; nu wordt
hier uitvoerig over geschreven.
Eerst
wordt gewaarschuwd dat men oude lieden geen bloed zal laten, ook zwangere vrouwen
niet, alleszins niet voor de 4de maand zwangerschap, ook kinderen
beneden de 14 aar niet; evenmin wordt bloed gelaten bij grot warmte of hevige
koude of bij nieuwe maan.
Op
getuigenis van Aristoteles, Plinius en Galenus wordt het aderlaten uiteengezet;
Uit
het hart komen 2 aderen, een grote en een kleine; de eerste gaat naar voor, de
andere naar achter. De voorste heeft veel vertakkingen, in het geheel 365. De
ene soort aderen voeren bloed omhoog van de borst naar de schedel, de andere
soort neerwaarts tot aan de voeten. [31]
Volgens
de school van Salerno zijn er 34 aderen waaraan men bloed mag laten. Om de
opwaartse aderen af te binden gebruikt men aan de hals een handdoek, doch aan
de tong een houten tang; voor de neerwaarts gaande wollen doeken.
Ligging
van de aderen en reden van bloed laten;
Een
midden op het voorhoofd tussen de wenkbrauwen; goed voor het gezicht.
Twee
achter de oren; zuiveren van hoofd en ogen.
Twee
in de hoeken van de ogen; tegen huidziekte; voornamelijk rond de ogen en in het
aangezicht.
Twee
bezijden de neus; zuiveren van ogen en aangezicht.
Een
vooraan in de neus; zuiveren van aangezicht en tegen koorts.
In
de mond aan beide zijden; zuiveren van klieren bij gekloven lippen en tegen
neusslijm.
Twee
onder de tong; zuiveren van de huig en tegen wurggevoel.
Twee in
de hals; zuiveren van hoest, huidziekten en zwarte gal.
Twee
hoofdaderen in de bovenarm; zuiveren van hoofd, ogen en bij neusbloeden.
Twee
hartaderen in het midden van de arm; zuiveren opwaarts en neerwaarts.
Twee
leveraderen beneden de hartaderen; zuiveren lever.
Twee
longaderen beneden de leveraderen; zuiveren het midden lichaam.
Twee
miltaderen beneden de buiging van de elleboog; zuiveren de milt.
Twee op
de hand tussen de grot en kleine vinger; zuiveren de milt.
Twee
onder het vlezig gedeelte van de benen.
Twee naast
de enkel binnenwaarts.
Twee
midden van de wreef tussen de twee grootste tenen; bij heuppijn, pijn in de
geslachtsdelen, aandoeningen van de baarmoeder, aambeien, zweren,
blaasaandoeningen, jicht, reuma en anderen.
Het
kan gebeuren dat bij het vliemen het bloed er niet uitspuit, dit kan te wijten
zijn aan verschillende oorzaken, als vrees, slecht gewarmd, slecht gebonden,
slecht geraakt of het bloed te dik of de ader weggeschoten. Herdoen of op een andere
plaats opnieuw beginnen. Verder worden aanwijzingen gegeven om het bloed nadien
te stelpen.
Wat
nu de redenen betreft waarom bloed gelaten wordt. Die worden als volgt
geformuleerd; ader laten is het begin van de gezondheid, het tempert de
hersenen en het beenmerg, het verbetert de intelligentie, het slapen, het
horen, het spreken, het zuivert het bloed en de maag en bewerkt een regelmatige
stoelgang.
Door
middel van bloed in water te laten druppelen kan worden vast gesteld of iemand
binnen het jaar zal sterven. [32]
De
hoeveelheid bloed dat gelaten moet worden wordt bepaald en daarna volgen dan
nog enkele raadgevingen voor diegene aan wier bloed werd gelaten.
Men
kan soms in plaats van bloed laten de voorkeur geven aan koppen zetten. Volgens
getuigenis van Albucasis kan men op 14 plaatsen koppen zetten, liefst op
vlezige plaatsen. Deze 14 plaatsen worden genoemd; onder de kin, in de nek of
achter de schouders, 2 op de armspieren, 2 op de voorarmen, 2 op de billen, 2
op de dijen, 2 beneden de kuiten, 2 bezijden de enkels binnen beide voeten.
Venteusen
[koppen] worden 3 maal achter elkaar geplaatst, men mag om de uitwerking te
verhogen vooraf scheuren maken met een mes. Om verzwering te voorkomen wordt de
wond daarna gezuiverd.
In
het kapittel 40 ÔOver Venteusen; wordt hierover meer in detail uitgewijd.
39
Men zal dus
aderlating verrichten om zich tegen ziekte te behoeden ofwel de ziekte te
bestrijden; de volgende symptomen wijzen op de noodzakelijkheid ervan; dikke
rode urine, harde snelle polsslag, zoete adem, gezicht en ogen rood, dromen van
rode dingen, grote dikke brede aderen.
Bloed
laten als purgeren moet gebeuren op een gepaste tijd, Õs morgens vroeg, nuchter
van urine en van eten en drinken, Õs zomers wordt in de rechterarm bloed
gelaten en Õs winters in de linkerarm, men zal liever dikwijls wat bloed laten
dan veel in eens. Is het bloed klaar en roze dan stopt men met het bloed laten,
doch zolang het dik en vuil is laat men het vloeien. De snede moet Õs zomers
nauw en Õs winters breed en wijd zijn.
Er bestaan 2
soorten aders, sommige slaan en dat zijn de arteri‘n, anderen slaan niet en dat
zijn de gewone aderen. Scellinck zegt het aldus; ÔEnde alle arteryen comen
uuiit der herte en daer om slaen se. Ende alle andere die niet en slaen die
comen uut der leverÕ. Deze leer was de stelling van Galenus die meende dat het
bloed in de lever werd gevormd en vandaar naar de weefsels stroomde waar het
verbruikt werd. Een deel van het bloed vloeit uit de lever naar het
rechterhart, dringt door onzichtbare openingen naar het linkerhart en bereikt
aldus de slagaderen die onder invloed van het hartritme klopt. Deze stelling
werd nog algemeen gevolgd tot in de 16de eeuw. Bij van Beverwijck
zie je dat die het al anders ziet.
Volgt
dan nog eens de beschrijving van de ligging van de verschillende aderen en de
reden waarom deze gelaten moeten worden zoals reeds in vorig hoofdstuk werd
meegedeeld. [33]
40
In
kapittel 38 werden reeds 14 plaatsen beschreven waar laat koppen
geplaatst mogen worden. Hier wordt nu een meer gedetailleerde beschrijving over
het koppen zetten gegeven.
Venteusen
purgeren het klein bloed dat in de kleine aderen ligt tussen vel en vlees; het
kan gedaan worden zonder gevaar of vrees. Men zal bij voorkeur koppen zetten
bij volle maan, in het midden van de maand tussen 6 en 9 uur Õs morgens.
Men
zet koppen op het hoofd van krankzinnigen onder andere voor zweren bij deze
lieden; in de nek, ofschoon dit nadelig is voor het verstand is het goed voor
de schouders, de keel, de hals en het aangezicht; tussen de schouders is goed
bij bloed spuwen, onder de kin goed voor de tanden, het gehemelte, de keel en
het hoofd; aan de zijden, bij pijn in de schouders en armen; vooraan aan de
zijden, bij schurft vooral aan handen; op de rug tegen zweren op de dijen,
tegen aambeien en fistels; op de dijen bij verzweringen van de teelballen en
zweren aan de benen; buiten aan de dijen tegen ziekten van de aars en zweren
aan de heup; op het vette van de benen tegen ontstoken blaas en tegen
geslachtsziektes bij vrouwen; op de kuiten van de benen om het bloed te
zuiveren in het hele lichaam; onder de enkels tegen pijnen in de knie‘n en de
schenkels en tegen geslachtsziektes bij de vrouwen.
De
schrijver maakt een duidelijk onderscheid tussen het koppen zetten met bloeding
en zonder bloeding; voor de eerste geeft hij drie bestaansredenen aan, voor het
koppen zetten zinder scarificatie zes verschillende redenen.
Nadat
de koppen afgedaan zijn moet de plaats gezuiverd worden met water.
Kinderen
beneden de 3 jaar zal men geen koppen zetten.
In
nota wordt hier onverwachts, doch voorbereid tot het volgens receptarium, een
mededeling gedaan over de gewichten. De verhoudingen doen zeer ongewoon aan; 1
drachme is 40 grana in plaats van 60 zoals we dit in medicinaal gewicht gewoon
zijn. 1 pond is 16 unciae in plaats van 12. 2 scrupels is 1 drachme in plaats
van 3 scrupels. Hieruit kunnen we ook besluiten dat de schrijver het heeft over
het Brabants gewicht waar ook het pond in 16 onsen werd ingedeeld.
41
De kapittels
41 tot 47 vormen een receptarium voor chirurgijns. De eerste formule die we
aantreffen is die van De Pleister van Jerusalem met als ingredi‘nten;
koortskruid [Betonica officinalis], kleine pimpernel [Pimpinella saxifraga L.],
langharig havikskruid [Hieracium pilosella L.] leverkruid [Agrimonia eupatorium
L.], was, warpout [waarover meer hierna], terpentijn, vruchtknopen- of
misschien de gallen van de hondsroos [Rosa canina L.] ofwel van Rosa rubiginosa
L., vrouwenmelk die dikwijls voorkomt in pleisterformules als afkoelmiddel.
Deze
pleister van Jerusalen vonden we in geen enkel receptarium terug, wel in een
handschrift uit de 15de eeuw dat bewaard wordt in de Un.Bi. Gent
[Hs.1273] als annex bij de Cyrurgie van Jan Yperman. Wel zijn nauw verwante
formules bekend onder de benaming Emplastrum de Betonica, Emplastrum
cephalicum, Emplastrum de Janua die alle gebruikt worden bij wonden en vooral
bij hoofdwonden.
Met
het eigenaardig woord warpout, waarvan Verwijs-Verdam zeggen dat de betekenis
niet bekend is, wordt bedoeld colofonium van de beste handelskwaliteit. Warpout
of walpotte [Scellinck] zijn verwant met het Franse galipot en stammen van het
Arabische al-kal-bouth.
42
In dit
kapittel wordt beschreven; de pleister Ôdie cleine gracia deiÕ.
Emplastrum
de Gratia Dei vinden we in oude formularia dikwijls terug en soms letterlijk
zoals deze naam welke we hier aantreffen, soms zodanig gewijzigd dat alleen de
naam nog overblijft.
43
Beschrijving
van de pleister de grote Gratia Dei, gebruikt om wonden, oude als
nieuwe, te zuiveren en vlees te laten groeien. Deze pleister is zo werkzaam dat
hij in een week zoveel heelt als andere medicijnen in een maand doen. Hij wordt
nog gebruikt bij het schot en bij beten van giftige dieren en bij nog veel
andere kwalen. In 1 woord, hij is zonder gebreken zodat men hem deze heilige
naam gegeven heeft.
De
ingredi‘nten zijn; loodglit, colofonium, wierook, galbanum hars ammoniakgom,
opopanax gomhars, bdellium hars, mirre, azijn, wijn, olijfolie, was, terpentijn
en scilt varwe.
De formule
van de grote Gratia Dei vinden we niet zo dikwijls terug in latere receptaria
als de kleine Gratia Dei, toch ontmoeten wij [35] die in Thesaurus
Aromatariorum Pauli Suardi en in het Apotheken Woordenboek van Elsevier. Een
verwante formule vinden we in het boek; ÔIn Methodum miscendorum medicamentorum
van Joannes Du BoysÕonder de benaming Emplastrum divinum Praepositi. Uit de
vergelijking van de formules met die van het handschrift kunnen we besluiten
dat door scilt varwe dient verstaan te worden aerugo, viride aeris, verdigris,
kopersubacetaat.
44
beschrijving
van de Pleister van Orient, de zalf van Lancfranc en een chirurgische pleister.
1. De pleister van Orient is in feite
een uitvinding van meester Lancfranc Ôdie dese salve visierdeÕ.
Over
Lan[c ]franc, in het handschrift verder nog genoemd, schrijft N.F.J. Eloy in
zijn Dictionnaire historique de la Medecine ancienne et moderne. Tome Troiseme.
A Mons 1778, onder : ÔLafranc, Medecin du XIII siecleÕ. E.C. Van Leersum zegt
over deze persoon, in Het ÔBoeck van surgienÕvan Meester Thomaes Scellinck van
Thienen op p. 274; . Lanfranck van Milaan was een der beste middeleeuwse
chirurgie en vooral bekend als operateur. Van 1295 tot zijn dood, een tiental
jaren later, onderwees hij de praktische heelkunde in Parijs aan een grote
schare van leerlingen waaronder ook Jan Yperman zou hebben behoord, hetgeen
echter geenszins vaststaat. Van zijn beide werken Chirurgia magna en Chirurgia
parva is het laatste in het Middelnederlands vertaald geworden; een handschrift
ervan is in het bezit van St. Johns College Library, Cambridge [Ms.A.19]. De
vertaler, die blijkbaar niet sterk was in het vertalen van Latijn heeft parva
met ÔkleinÕ en ÔjongÕweergeven welke woorden de Belgische geleerde Carolus de
veronderstelling heeft laten opperen dat men met een werk van een zoon van
Lanfranc te doen zou hebben.
Deze Oosterse
pleister, volgens Lanfranc, was dus samengesteld uit tarwebloem, wijn,
colofonium en scheepspek. De pleister diende men op een doek te leggen die men
in de wonde stekt, Ôla enen .s. [halve] voet diep!Õen dezelfde pleister wordt
ook op de wond gelegd, de doek brengt alle etter naar voren die op de bodem van
de wond ligt. Men legt hem ook op een schurftig hoofd een dag en een nacht lang
[36] en trekt men dan af met de haren die eraan kleven [la methode dite de la
calotte!]
2. Zalf van Lancfranc. De
ingredi‘nten van deze zalf waren; colofonium, olijfolie, was en wijn; zij werd
gebruikt als wondzalf om de wonden te latend ragen.
3. Een chirurgische pleister om op de gezwollen
milt te leggen, op verwrongen ledematen en op wonden; wordt nog gebruikt bij
borstzweren en kwetsuren door stokken, steken, vallen en slagen veroorzaakt.
Ieder chirurgijn moet deze zalf steeds bij de hand hebben. Deze was
samengesteld uit; galbanum- gomhars, sagapenum hars, ammoniak gom, opopanax
gomhars, azijn, colofonium, mastiek hars, wierook, scheepspek en was.
45
Beschrijving
van de zalf van Meester Jan Braemblatt, van de Unguentum album en van de
zalf van de vier meesters.
1. Zalf van meester Jan Braemblatt.
Wie deze Braemblatt mag zijn is niet bekend, toch moet hij een bekende
persoonlijkheid in zijn tijd geweest zijn want ook Yperman noemt hem; Ômeester
jan breemblatÕ. Yperman beschrijft van deze meester eveneens deze zalf die door
de pati‘nt opgegeten moet worden nadat hij werd verbonden.
De
ingredi‘nten zijn; Smalle weegbree [Plantago lanceolata L.], smereworte, wat
evengoed Symphytum officinala L als Sedum album L., kan zijn, kleine pimpernel
[Pimpinella saxifraga L.,], boter gemaakt op de kruisdagen en verder nog
ÔcinewijÕ. Wat hiermee bedoeld wordt is me niet duidelijk. In de ÔCyrurgie; van
Meester Jan Yperman komt dezelfde zalf voor en daar lezen we sansucum, wat zou
wijzen op Origanum majorana L., echte marjolein, doch van Leersum plaatst een
vraagteken van ÔsansucumÕwat laat veronderstellen dat hij niet zeker is van de
lezing. Omdat een derde vergelijkingspunt ontbreekt kunnen we hier niet tot een
besluit komen.
2. Ungwentum album dient om wonden,
fistels etc te laten opdrogen. Men mengt er overhands azijn en olijfolie in
,Õwrivende als .1. sause tote dat dicke becomtÕ. Een mayonaise.
Unguetum
album is een veel voorkomende zalf; we treffen die ook aan bij Nicolaus in zijn
Antidotarium met dezelfde ingredi‘nten; loodwit [loodcarbonaat], loodglit
[loodoxyde], azijn of rozenwater, wierook, mastiek, en olijfolie; Ôdan doeter
in rosewater ende tempert over wat wilen olye, over wat wilen rosewater. Dat
doet tot dat dicke gnouch si in effenen poenteÕ. [38]
3. Zalf van de 4 meesters. Wie deze zijn
lezen we in het volgende kapittel, [kapittel 46] ; archemachei, petronicelle,
plathearius en pherarii. De Quatuor magistri de Salerno worden door Yperman in
zijn Cyrurgie niet minder dan 13 maal genoemd, maar nergens worden de namen
opgesomd. Daremberg meent zelfs dat achter de benaming van 4 meesters slechts 1
autheur schuilt; het noemen van 4 mesters bij naam stemt echter tot twijfel aan
de stelling van Daremberg. Yperman zegt alleen over deze 4 meesters in zijn
Eerste boec Cap. 17; ÔNu hoort die leringe van roelandine ende van vele
meesters, of van den .4. meesters die welke die glosen daer op, dewelke roelant
begint in latine; Medicina equm vocatur ad nonuo. Ende roegerrijn daer roelant
op maecte sine adicien die begint; Post mundi fabriciam. Ende die glose der .4.
meesters begint; sic dixit constantinusÕ. Roegerrijn of Rogerinus of Rogerus
van Parma of van Salerno leefde in de 13de eeuw; hij schreef een
Methodus medendi waarin hij Albucasis plagieerde.
Roelant
of Rolandinus van Parma was een leerling van Roegerrijn en schreef een
supplement op het werk van zijn meester; Libellus de Cyrurgia met de
beginwoorden; Post mundi fabricam.
Op
beide werken maakten de ÒVier meestersÕeen glossarium. Yperman zegt het; ÔDit
seggen die .4. meesters in hare gelose op roelandine ende op rogerineÕ.
De
zalf die hier ebschreven wordt is goed bij warm weer en op hete wonden ; si
heilt &de droget wonden met goeden etterÕ, wat herinnert aan het pus bonum
et laudabile. In etteren zag men een middel van de natuur om het lichaam te
zuiveren van kwade humoren. We vinden bij Yperman deze zalf beschreven; ÔDer
IIII meesters salve. Deze salve vysierden die .4. meesters van zalerneÕ. De
ingredi‘nten zijn identiek; loodglit, loodas, loodwit met azijn vermengd tot
zalf consistentie.
46
Beschrijving
van 6 wonddranken. Deze dranken werden zowel inwendig als uitwendig
toegepast. Wanneer een zieke een van deze wonddranken weer uitbraakte was dat
een teken van de dood. Uitwendig zal men na applicatie steeds een rode koolblad
op de wond leggen, soms een blad van weegbree.
Als de pati‘nt
koorts heeft zal men een wonddrank bereiden met gerstewater of met bier; heeft
hij geen koorts dan maakt men de drank met wijn.
Van
al deze mengsels mag men ÔcoekelkineÕ maken, een soort tablet, trochisken of zoals
Lobel zegt, Ôronde broodenÕ. De bedoeling [39] hiervan is om die te gebruiken
gedurende de winter als er geen kruiden meer te vinden zijn om dranken te
bereiden.
47
in
dit kapittel worden de farmacodynamische eigenschappen besproken van enkele
kruiden die in wonddranken gebruikt worden. Nogmaals wordt, zoals in het vorige
kapittel, er op gewezen dat men trochiskens en conserven kan bereiden met het
oog op het gebruik in de winter.
Er
wordt tevens herhaald dat de dranken met water en suiker bereid moeten worden
in geval de pati‘nt koorts heeft; als hij geen koorts heeft gebruikt men wijn
en honing.
48
Tot slot
wordt nog een kapittel toegevoegd over de ziekte van de mannelijke roede.
Men
zal droesem van rode wijn met zout tot poeder branden op een tichel en op de
gaten strooien ofwel een zalf maken van hagebladeren, weegbree en biggenvet om
op de gaten en kanker ervan te smeren.
Zie verder: http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl
en : http://www.volkoomen.nl/